DAG 85: Maandag 23 juli 2018.
Onder mijn voeten: Finisterra Muxia 22 kilometer.
Ik leef op een wolk, net niet in de mist
.
Mag ik even nagenieten, want gisteren drong het niet grondig door dat mijn einddoel was bereikt. Ik ben een gelukkig mens, en ik ben er ook niet verlegen om. Waarschijnlijk wordt dat te weinig verteld. De vreugde die ik gisteren voelde was vooral een vertaling van grote voldoening dat dit was gelukt. Nooit heb ik ernstige twijfels gehad, maar je einddoel bereiken is niet alleen afhankelijk van je fysieke capaciteiten, ook je geest stapt mee en de diep menselijke gevoelens die je tijdens zo een tocht laat passeren zijn soms toch ook wel medebepalend voor een afloop, goed of slecht. Een evaluatie van heel het circus hier maak ik nu nog niet op. Er zouden alleen maar positieve punten op de lijst staan. Ik wacht een beetje af tot Walter en de Hiesentriets hun lijstje afgewerkt hebben. De begeleiders hebben zoveel recht van inspraak als ikzelf. De begeleid(st)ers krijgen via de reacties heel veel lof en terecht. Met een individu optrekken dat elke dag tot op de draad uitgerafeld vermoeid toe komt aan de mobilhome is niet zo vanzelfsprekend en eenvoudig. Hier werd veel water bij de Picon en de wijn gedronken
Gisteren vertelde ik nog aan Walter dat heel dit avontuur mij enorm diepe indrukken heeft nagelaten, meer dan de vorige keer. Het was ook zwaarder en de natuur sprak me ook veel meer aan. Wellicht zou ik hier en daar parcoursaanpassingen uitvoeren (Parijs Bordeaux Pamplona
). De drukte ligt me echt niet tijdens zulk een wandeltocht. Vandaag werd hier samen met de dames nog een laatste ritueel uitgevoerd. Normaal worden in Muxia aan de rand van de Atlantische oceaan de schoenen en de kleren die je gebruikte tijdens de tocht, verbrand en in zee geworpen. De plaats Muxia zelf is zo buitengewoon mooi dat dit bezoek zichzelf verantwoordt. Dit moet je echt nog eens aanschouwen voor je dood gaat. De rotsen verdwijnen langzaam dalend in de zee en de branding beukt op die rotsen dat het een ware bovenmaatse indruk op je maakt. Ik wenk mijn hoofd een beetje weg van die spattende druppels die mij waarlijk fascineren. Water wordt door die granieten blokken gespleten tot kleine partikels die op je lichaam uiteengespat neerploffen, prachtig gevoel. Alsof hier een gebaar van respect in schuilt. Ik voelde me een moment ongemakkelijk maar niet verdrietig. De kousen die mij drie maand bijna elke dag hebben geleid en gesteund heb ik plichtbewust in de zee gegooid. Dit afscheid nam me wel beet in zijn pitsende klauw. Ik nam afscheid van domme spullen die me echter zo getrouw mijn doel hielpen bereiken. Toen werd ik heel even emotioneel en heel stil. Niemand heeft het gemerkt
Ik dank allen die reageerden op mijn aankomst in Finisterre. Iedereen was er blijkbaar ook happy mee. Enkelen niet omdat de blog zo langzaam op zijn einde loopt. Constant en Francinne schreven me dat ze hun dagelijkse lectuur gaan missen. Ook André zal zijn bijnaam en zijn Annie missen. Ik dank Sonja Crab, Martinne Pauwels, Ludo Thijs, Ingrid Vallons, Arend en Frieda de buren, Eddy en Sonja uit Wibrin, Jan Kruf uit Spanje, Mijn dochters Annemie en Joke, mijn zoon Kris, Leen Segers, Chris Ceelen, Nicolle en Guy Sellifet. Nancy Devos, Rita Hubert en Yolande Colyn, Walter Van Den Broeck, Philip Decorte, broer Luc en schoonzus Lieve. Ik sta verstomd dat er zoveel lezers zijn geweest die dit spel mee volgden. Ook Gudi Jaenen was me genegen, Viki en Jop uit Merksem, Guy Van Keerberghen, en gans de familie George. Ik ben hen dankbaar want met zoveel dragers werden mijn vleugels bijna overbodig. Vandaag gaf ik de camper een grondige binnenbeurt. De frigo werd opgepoetst, de vloer en zetels gestofzuigd en met dweil en handdoek opgeblonken. Het fornuis kreeg een grondige beurt en ook de ramen werden gelapt. De volgende uitdaging is net zoals over drie jaar, te voet de Mont Ventoux omhoog. Met deze conditie moet me dat lukken. Ik laat u morgen weten hoever we ons al verplaatsten want de reis naar de Spaans- Franse grens bedraagt snel 1000 kilometer. We zullen er dus maar een goei lap op geven. Tot morgen en blijven volgen.
Achter mijn handen
DE ONFORTUINLIJKE MOTARD
Glen is een jongen die tot aan zijn huwelijk opgroeide in mijn buurt van mijn privéadres. Hij is ongeveer zo oud als mijn oudste dochter en zodoende liepen we elkaar her en der bij festiviteiten wel eens tegen het lijf. Heel regelmatig wanneer ik naar huis reed met de wagen, zag ik Glen met zijn fiets op straat kunsten uithalen. Hij reed dan bijvoorbeeld met zijn zitvlak op de steun boven het achterwiel en stuurde met de voeten, hij deed een Saganneke waarbij hij enkel op zijn achterwiel reed, hij steunde met zijn twee voeten op slechts één pedaal op de zijkant van de fiets, zat rugwaarts op zijn stuur de pedalen aan te drijven en stuurde dan met de handen achter zijn lichaam. Ik heb regelmatig halt gehouden om deze capriolen beter te kunnen volgen. Later, wanneer zijn leeftijd het toeliet, gebruikte Glen deze psychomotorische talenten om ze te transformeren naar een gemotoriseerd object. Hij ontwikkelde zich nogal vrij snel tot een begaafde trialbestuurder. Hij verplaatste zich over obstakels en door allerlei ondergronden als ware het slechts details die zijn te berijden route wat spannender maakten. Geen artiest zou bij zijn proefexamen voor Cirque du Soleil betere cijfers scoren dan deze beredeneerde tweewielperformer. Het was ook in deze fase van zijn leven dat hij zich aangetrokken voelde tot het snellere werk op een motorfiets. Hij kocht zich een baanmachine met redelijk wat pks en zocht het wat hogerop in de meer opgedreven tweewielers. Ook daar bleef hij uitblinken in zijn machine-beheersing en gedisciplineerde rijstijl. Ik schrijf dit ter introductie om de eenvoudige reden dat het aantoont dat Glen degelijk geen groentje was in het besturen van een motor.
Op een vroege zonnige lentedag besluit hij om samen met een vriend een eerste motortoertje te maken na de winterperiode. Het verloopt allemaal zalig en voor hun beiden was het één groot feest. Tussen Veltem-Beisem en Bertem loopt er een kilometerslange rechte weg die verschillende keren daalt en stijgt. Het is een wit betonnen lint dwars door de velden, de bemeste akkers en groene beemden die langs weerszijden van dit wegdek leunen. Hier en daar zijn er aardewegen die enkel dienen om de landbouwers met hun zware tractoren toegang te verschaffen tot hun aanpalende weiden en landbouwgronden. Laat nu de lente de periode zijn dat diezelfde landbouwers veel aandacht besteden aan het bemesten van hun terreinen. Zware mestkarren spuwen en werpen dan de uitwerpselen van de boeren hun beesten of vice versa hoog en horizontaal achter de tractor op de wei. Fosfor, stikstof en nog meer chemisch gedoe moeten dan zorgen dat er nadien prachtige vruchten worden geoogst die door ons kunnen worden geconsumeerd.
Het onmogelijke gebeurt. In de verte duikt plots, van rechts uit een karrespoor, een klassiek monster van een mestwagen op. Die tractorbestuurder heeft nooit, op geen enkel ogenblik, de aanrazende snelle pk-machines van links zien naderen. Een aanrijding is niet te vermijden. Glen kan zich nog net naar links wringen, maar smijt zich net iets te laat. Een aanraking met het linker achterwiel van de strontkar is onvermijdelijk. Wat dan gebeurt heb ik uit het verhaal van de vriend van Glen. De rubberen mastodonten van de haast twee meter hoge karrewielen met grote bandennoppen doen door de wet van actie en reactie Glen over zijn motor naar voor katapulteren, en Glen belandt met zijn lederen outfit op het achterwiel van de kar. Hij wordt door de gigantische grijpnoppen van de banden mee naar boven afgevoerd en tussen de modderplaat boven het wiel naar onder geleid waarna de kar over zijn rechterhelft van het lichaam rolt. Als een vodden pop wordt hij op enige hoogte boven de grond door de noppen los geworpen. Glen wordt zo een drie à vier meter verder op de betonnen bodemplaat van het wegdek naar achter geworpen.
De vriend ziet het allemaal zo een vijftig meter voor zijn ogen gebeuren. Hij is een bevoorrechte getuige om de mogelijke overlevingskansen van zon tragisch ongeval te zien. Heel snel zijn de hulpdiensten ter plaatse. De plaats van het ongeval en Gasthuisberg liggen amper zeven kilometer uit elkaar. Glen is de hele tijd bij bewustzijn gebleven en smeekt alsmaar door om hem te bevrijden van zijn helm. Door de ervaring van zijn vriend om een helm uit te doen worden verkeerde handelingen die gevaarlijk zouden zijn voor de nek, zo goed als volledig uitgesloten. Bovendien wist Glen met zijn linkerarm heel goed mee te werken. De ganse rechterzijde van zijn lichaam is functieloos en heel snel stelt Glen voor zichzelf vast dat deze rechterhelft niets pijnloos kan uitvoeren.
In het ziekenhuis wordt hij heel deskundig en bijzonder adequaat opgevangen. De meest levensbedreigende letsels krijgen prioriteit en pas daarna volgen de minder gevaarlijke wonden en fracturen. De milt is gescheurd. Die wordt tijdens een spoedoperatie verwijderd. Het rechter heupbeen is op enkele aparte plaatsen multifragmenteel gebroken en op één plaats zelfs verbrijzeld. Onder de Trochanterkop is een moeilijke te stabiliseren fractuur. Het wordt hersteld met twee externe fixatoren, metalen plaatjes en bouten. Ook een proximale lange femurnagel wordt van naast de zitbeenknobbel dwars door het beenmergkanaal heen, naar beneden geheid.
Links wordt een middiafysaire femurfractuur vastgesteld waardoor hij langs deze kant ook voorzien werd van een initiële fixateur en een vergrendelende mergnagel.
Een hersenschudding, rib 1 links en rechts, en rib 4 rechts waren gebroken.
Het linkse dwarsuitsteeksel van de eerste borstwervel en de eerste lendenwervel waren allebei gebroken en licht verplaatst.
Een klaplong moest worden behandeld. Het bekken vertoonde aan de rechts laterale zijde twee fractuurlijnen en de bovenste bekkenrand toonde radiografisch een opmerkelijke barst. De dikke teen rechts bleek na controle enkele weken later, ook te zijn gebroken. De rechterpols was aan één zijde verbrijzeld; wat de latere krukkengang, broodnodig voor de revalidatie, danig in de weg stond. De schouder was niet gekwetst maar bezorgde de patiënt toch veel pijn en bewegingslast. Het stappen met twee okselkrukken werd hierdoor zwaar gehypothekeerd.
In tegenstelling van wat de gemiddelde lezer zou denken is de tijdsduur van de revalidatie van zon meervoudig trauma niet gelijk aan de som van de individuele tijdsbestekken die nodig zijn om elk trauma individueel te herstellen. Gelukkig maar. Glen herstelde snel. Heel snel, maar intensief en via een revalidatie die ik hier evenwel durf afschilderen als uniek en haast bovenmenselijk. Dikwijls heb ik mezelf in vraag gesteld, afgevraagd of zon doorgedreven revalidatie bij deze jongeman wel zou lonen. Geruststellend hierbij was dat ik steeds het ritme, de signalen, de lichaamstaal van de patiënt heb gevolgd. Ik baseerde me niet op het fysieke herstelbeeld van de breuken of zachte weefsels. Nooit heb ik me gedurende deze specifieke revalidatie laten leiden door een specialistisch tussenverslag of radiografische controle van de specialisten. Van bij het prille begin heb ik de mogelijkheden van Glen zijn inspanningen getoetst aan de mogelijkheden die zijn herstel hem toelieten. Voortdurend was het balanceren op een slappe koord. Wat gisteren ging moest morgen ook lukken, met een klein percentje erbij. Glen en ik werkten hierbij heel nauw samen, en na een drietal weken ken je de betekenis achter elkaars glimlach en toegeknepen ogen wel. Glen was een superpatiënt. In het hospitaal wisten ze met hun verbazing rond het herstel geen blijf. De pijnstillende medicatie werd heel snel afgebouwd, te snel zelfs volgens een supervisor. Wonden herstelden haastig en gedroegen zich ongeduldig naar een volgende nieuwe fase van fysieke belasting. Op sommige motorisch belastende situaties werd door ons met enige angst groen licht gegeven, uit vrees dat onze opportuniteit en therapeutische positieve instelling als een boemerang terug in ons gezicht zou vliegen.
Niets van dat alles is gebleken. Glen herstelde als een uit de lucht vallende komeet. Heel sereen en doortastend voor zichzelf, zonder enig zielig zelfbeklag en reeds na vier maanden heeft Glen zijn job als mobiele verkoper van een heel bekend merk vorkheftrucks kunnen hervatten. Regelmatig bereikt mij het nieuws dat hij nu nog steeds, na 9 jaar, zeer getrouw nog elke dag zijn oefenschema herhaalt dat hij destijds leerde tijdens zijn revalidatie. Omdat het zo goed en efficiënt heeft geloond, klinkt het dan.
Ook zijn oude trial motorliefde tussen de rotsen en bomen en heuvels heeft hij opnieuw opgenomen. Heel recreatief en met zoveel meer eerbied voor een eens zo zwaar geteisterd lichaam dat op zijn beurt van een verre reis ook terugkwam. Glen en ik zijn elkaar eigenlijk nooit echt helemaal uit het oog verloren. Zon revalidatie creëert banden, gevoelens van wederzijds respect en inleving.
Ook voor U Glen, een gevoel van erkenning en waarde.

















|