DAG 24: Dinsdag 22 mei 2018.
Onder mijn voeten: Blois Chargé 39,4 kilometer
En daar zijn ze dan: de eerste wijngaarden bieden zich aan.
De eerste ogenblikken dacht ik dat we prijs hadden. De hemel door het dakraam was niet zo hevig verlicht en bij nadere controle zag ik zelfs stapelwolken wiens lagen en stapeltjes precies toch veel vocht bevatten. Nochtans na het ontbijt kreeg ik de indruk dat ik moest rekening houden met wat warmere temperaturen dan ik vermoedde. Na het ochtendritueel roep ik nog naar Walter: tot vanavond he schat. Maar hij antwoordt gevat: toch vanavond niet he, straks zeker.
Wandelend steek ik de Loire nog eens over om vandaag enkel te promeneren langs de linkeroever. Veel meer te beleven dan de vorige dagen langs de rechteroever. Strandbarretjes, plaatsen on zeilbootjes te huren (met buitenboordmotor), proeverijen van plaatselijke wijnen en zelfs mogelijkheden om paarden te huren. Een heel ander commercieel plaatje dan gisteren waar van dat alles niets te merken was.
Ik wandel een sterk stijgend pad omhoog gedurende zeker een kwartier. Wanneer ik boven aan kom op een bredere asfaltweg aanschouw ik voor de eerste maal deze missie mijn eerste wijngaard. Waarschijnlijk van de druif Chenin Blanc. Een beetje verder zie ik twee Ford busjes stoppen waaruit na het tellen ervan 10 mensen stappen. Allen in werkkledij en met een groen zakje voor hun buik, waarin na mijn controle, allemaal plastieken clipjes steken die de twee draden waartussen de wijnranken groeien, aan elkaar moeten klikken. Zo kan later de tractor de uitstekende takken gemakkelijker snoeien. Nog enkele overblijfsels van oudere kastelen en resten van poorten en omwallingen zijn een oogvatter voor mijn kodakske. De naam Chambon sur Cisse wil ik onthouden en dat lukt door te denken aan Jambon sur Saucisse. Een heel klein maar daarom niet minder mooi dorpje. Het ligt in het hartje van de Loire streek. Wanneer ik zo verder trek door de straten van kleine dorpjes bieden zich ook de eerste wijnproducenten aan die hun producten promoten. Wanneer ik Onzain verlaat staan er aan de brug van de Loire enkele heel mooie beeldhouwwerken. Ik vermoed dat ze uitgevoerd zijn in inox. Langs de linkeroever liggen er nog enkele bootjes die in een vorig leven betere opdrachten hebben moeten uitvoeren dan liggen te rotten op de oever. Op het moment dat ik Walter ga ontmoeten op een tussenstop ben ik de bevoorrechte toeschouwer van een oldtimer Rolls-Royce treffen. Er zijn er welgeteld zeven. En de laatste kan ik nog net op het digitale plaatje plaatsen. De laatste fase van de tocht verloopt langs de nationale weg en daar bevinden zich enkele wijnkelders die zich hebben genesteld in de rotswand. De laatste indrukwekkende impressie is een waarschuwing aan een tuinpoort dat ze enkel willen gestoord worden in geval van een nationale mobilisatie. De vaderlands getrouwe dienaar ontmoet ik net voor een openluchtmuseum waar allerlei karren en dienstvoertuigen op een grasvlakte geëtaleerd staan.
Vanavond eten we na ons aperitief rijst met hamburger en ratatouille en wijn.
Morgen wacht nog een stevig tochtje om het laatste derde van een overlappende dag in te halen. Wanneer dan vrijdag de dames komen zullen we in Pussigny twee dagen kunnen rusten omdat we twee dagen hadden goed gemaakt.
Buiten al dit slechte nieuws moet ik plichtsgetrouw toch melden dat beide heren hier diep in Frankrijk het heel goed stellen en dat aan het beleid hier elke dag stevig wordt gesleuteld om alles zoveel mogelijk in goede banen te leiden. Tot heden toe nog steeds geen klachten of problemen.
Achter mijn handen: WE LEVEN OM TE LEREN
Communiceren met patiënten is zowat een basis die je hebt of aanlegt om je behandeling mee te laten slagen. Er was ooit een wijze mens in mijn leven die me vertelde dat je steeds moet trachten te spreken met je patiënten binnen hun interessegebied. Bovendien biedt dit het grote voordeel dat je op een eenvoudige manier heel veel kennis kan vergaren van mensen die jouw nieuwsgierigheid zomaar invullen.
Ik had een man in behandeling die werkte als ingenieur in een bedrijf dat zich gespecialiseerd had in het produceren van spanbeton. Weet je, spanbeton, ik had daar al wel eens van gehoord, maar wist in de verte verste niet wat hiermee werd bedoeld. Nochtans wordt iedereen er elke dag mee geconfronteerd.
Pijlers, steunbalken voor bruggen, vloerplaten voor bodems, wat maar enige kracht of druk moet kunnen weerstaan, wordt door een desbetreffende firma op maat geproduceerd. Dat hierbij heel speciale technieken, toestellen, producten, berekeningen en materialen worden gebruikt heb ik geleerd van die man op die negen sessies. Wat mij zo beroerde in deze gesprekken met de burgerlijke ingenieur, was zijn steeds wederkerende opmerking dat mijn vragen echt ad rem waren en steeds wel belangrijk waren in het proces van uiteenzetting over deze technische materie. Beetje bij beetje werd ik echt ondergedompeld in de uitleg over het ontstaan, de evolutie, de geschiedenis en zelfs de productie van het beton onder voorspanning. We praatten honderduit over deze techniek alsof ik op de schoolbanken zat. De man bracht mij documentatie mee onder vorm van afbeeldingen, folders, fotos en zelfs berekeningen. Hij bracht me een vijzel mee waarmee de boog werd verwezenlijkt van zon betonplaat. Hij maakte tekeningen en schetsen en slaagde daar zo heel goed in dat mijn vragen minder en minder noodzakelijk werden.
Ik bevond mij heel dicht bij de realiteit door de informatie. Toevallig, veel later bij een bezoek aan de brug van Millau in Frankrijk (fietstocht doorheen Frankrijk met de politievrienden van Leuven) bekeken wij een informatief filmpje over de realisatie van dit kunstwerk. Tot grote verrassing van enkele fietsvrienden kon ik via mijn kennis enkele details, die niet heel duidelijk waren in de film, aanvullen.
En toch, elke keer ik met een auto over een langere brug rijd, heb ik enigszins moeite om deze realisaties te kunnen plaatsen in hun juiste context. Sinds ik weet hoeveel berekeningen, hoeveel arbeid en zeker hoeveel materialen en mensenhanden bij de bouw van zon kunstwerk komen kijken, confronteer ik mij ermee dat enige kennis over deze dingen mij werd bijgebracht door één patiënt. Als ik zo van elke patiënt één ding zou bij leren, dan moet ik na veertig jaren dienst wel beschikken over een heel groot arsenaal kennis over wetenschappen naast mijn domein.















|