Ik ben Frank Suys
Ik ben een man en woon in Bornem - Hingene (België) en mijn beroep is Trainer Aseptic mfg. bij Pfizer-Puurs.
Ik ben geboren op 11/11/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen.
Dit blog is een overzicht van 33 jaar in de wielersport.De zwarte tekst gaat terug van 1977 tot 2008, groen= 2009/2010
Het is goed om een doel te hebben, maar het is de reis, die uiteindelijk telt
12-04-2010
6 en 7 augustus 2004: Zingem en Wichelen
Na mn derde zege in Wachtebeke was het weer eventjes
wachten tot de volgende eraan kwam. 6 weken om precies te zijn.Maar het werd wel een eerste dubbel !
Op vrijdag was er een wedstrijd in Zingem waar ik in het
begin van het seizoen al een mooie zege behaalde. Al in de eerste ronde konden
we ons met 12 loswerken. De Moor, Van Oyen, Watteny, Borghgraef, concurrentie
genoeg dus. Er werd mooi rondgedraaid waardoor we na enkele ronden de ABs al voor
ons zagen rijden die nochtans anderhalve minuut voor ons gestart waren. En toen
al begon een plannetje te rijpen. Ik voelde dat de benen zeer goed waren en besloot
om, zodra de kloof met de ABs nog wat kleiner werd, de sprong te wagen. En zo
gebeurde. Halfkoers kwamen we tot op een 200m van de grote groep ABs. Ik
sprong weg. Waarschijnlijk groot ongeloof in onze groep. Wat doet die nu, zo
vroeg alleen ? Niemand reageerde, en daar had ik op gehoopt. In één ruk dichte
ik het gat. Maar dat was niet genoeg, want straks zouden waarschijnlijk ook de
anderen komen aansluiten. Dus reed ik de ganse groep voorbij en trok meteen
weer in de aanval. Niemand pikte aan. Op mn eentje ging ik door. In de verte
zag ik nog 5 koplopers rijden van de ABs. Dat was een mooi mikpunt. 2 ronden
verder zat ik ook in hun wiel en draaide mooi mee rond. De laatste ronde wou ik
me niet bemoeien met hun koers en bleef rustig achteraan hangen. Te rustig zo
bleek, want toen ik de laatste kilometer omkeek, zag ik plots de groep sterk
naderen. Ik ging terug aan kop en trok zo de spurt voor de ABs aan, om me dan
nog even te kunnen laten uitzakkenen
mooi alleen over de meet te komen. Want vlak achter mij waren ze al aant
spurten voor de tweede plaats.
Zaterdag, één dag nadien, trokken we naar Wichelen, weer WAOD. De inspanning
van de dag voordien zat duidelijk nog in de benen want ik draaide echt
vierkant. Tot 3x toe kwam er een ontsnapping tot stand waar ik niet bijwas.
Gelukkig liep het allemaal terug samen. Pas in de laatste ronde viel de
beslissing. Marc Borghgraef, Wilfried Lenssens, Eric Dhaene en Patrick Joos en
Walter De Veerman namen 100m. Gelukkig ging het op dat moment terug beter. Op
ongeveer 1 km van de meet sloot ik aan,
maar intussen was Marc Borghgraef er alleen vandoor gegaan. Erop en erover was
de enige optie. Ik trok mijn inspanning door en reed naar Marc toe. Toen ik
aansloot was ik er al gerust in. Ik bleef nog even zitten om dan van ver de
sprint in te zetten. Marc reageerde niet meer, waardoor ik weer met een kleine
voorsprong over de meet reed. Een mooie dubbel was een feit !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Marc Borghgraef 3.Walter De Veerman 4.Wilfried
Lenssens 5.Erik DHaene
6.Patrick Joos 7.Fabien Hanssens 8.Ghislain Vanbruane 9.Luc
Callant 10.Paul Geerinck
11.Mark Rens 12.Etienne Claus 13.Geert V D Broeck 14.Patrick De
Smet 15.Jack Goense
16.Philippe Lacquet 17.Serge De Wever 18.Gildo Van Parijs
19.Patrick Heuninck 20.Rudy Van
De Velde 22.Jos Winters Cat D: 1.Helmuth Tas
(Maldegem) 2.Robert Standaert 3.Alfons Van Raemdonck 4.Ivan
Coopman 5.Tony Baudonck
6.Patrick Versluys 7.Hilair Heye 8.Gustaaf Meirte 9.Patrick
Uytendaele 10.Willy De Sutter
11.Gustaaf Lievens
Tweede solozege in Zingem. Al moest ik me op het einde nog reppen.
Zingem: Even ons hondje (Branko) vasthouden zouden m'n vrouw de foto kan nemen.
Wichelen: 2e boeket op 2 dagen. De seizoensteller staat op 5
De goede resultaten bleven mekaar opvolgen. Maar het waren
vooral tweede plaatsen: Oordegem, Massemen, Prosperpolder, Ertvelde. Altijd net
niet.
We zaten intussen al bijna een maand na de overwinning in
Kortemark. Op een vrijdagavond had er een wedstrijd plaats in Wachtebeke. Een
mooie wedstrijd met brede wegen en een mooie aankomst. Voor de start had ik
gezien dat aan de binnenkant van de laatste flauwe bocht het wegdek wat
beschadigd was. Daar moest ik op letten als het tot een sprint kwam.
Op enkele ronden van het einde reden we met 13 man weg. In
de laatste ronde trok locomotief Patrick Van Renterghem nog eens keihard door.
Patrick was geen concurrent, want D-renner, maar als ik daar kon naartoe
rijden, zat ik in een zetel. Het koste me enig moeite, maar slaagde er toch in
naar het wiel van Patrick te rijden. Toen ik omkeek zat ook Walter De Veerman
in mn wiel, de rest was verloren.
De laatste kilometer lieten we Patrick wegrijden om het
onder mekaar te kunnen uitvechten. En toen dacht ik aan het beschadigde wegdek.
Op kop begon ik de spurt, maar nog niet op volle kracht. Ik liet een gat vrij
aan de rechter kant in de hoop dat Walter daar zou proberen in te duiken. En
hij deed het, waarna ik op volle kracht en op het propere stuk doorging. Of die
truc er voor iets tussenzat, weet ik niet, maar Walter kwam er niet meer aan te
pas. 3e overwinning !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Walter De Veerman 3.Geert Seye 4.Carlo Steel 5.Paul
Geerinck 6.Eric D'Haene
7.Dirk Verresen 8.Rudi Maes 9.Danny Denis 10.Philippe Lacquet
11.Patrick Verresen 12.Ronny
Lenie 13.Danny Van Oyen 14.Gildo Van Parijs 15.Marc Goossens
16.Peter Wydooghe 17.Freddy
Vlerick 18.Luc Rottiers 19.Frank De Block 20.Dirk De Pauw
21.Frank De Wilde 22.Patrick De
Smet 23.Henri De Decker 24.Martin Clauwaert 25.Eric Van
Steerteghem Cat D: 1.Patrick Van
Renterghem
(Bellem) 2.Eddy Vijverman 3.Patrick Versluys 4.Gustaaf Meirte
5.Marc Steenberghe 6.Chris
Geerts 7.Rik Vanpoucke 8.Louis Moens 9.Willy De Sutter
Mooie spurtzege tegen een andere snelle man: Walter De Veerman
D Met délége Gilbert De Paepe
Mooie bloemen, al zal mijn vrouw dat niet bevestigen ;-). Ze heeft liever échte.
Na de eerste seizoenszege in Zingem, reed ik constant op een
hoog niveau. Ik reed dan ook zelden uit de top 5. In het kampioenschap van
Vlaanderen te Destelbergen moesten 2 ex-profs zelfs een pact sluiten om van me
af te raken. Dat hen dat op den duur nog lukte ook, is niet moeilijk. Mn 2e
plaats toen is één van de grootste ontgoochelingen. Ik was toen de beste, ik verdiende
toen die titel.
Een week later ik Kortemark reed ik zeker geen goeie
wedstrijd. Een beetje doelloos zat ik de ganse wedstrijd in de buik van het
peloton. Ik was ook alleen naar die koers gegaan, dus voor supporters moest ik
geen koers laten zien. Misschien had ik me de vorige koersen zo goed gevoeld,
en had ik wat veel hooi op de vork genomen waardoor het telkens net niet
werd. Vandaag was het anders. De voorlaatste ronde was alles nog zo goed als
samen. 3 renners reden met 50m voorsprong en in de groep viel het stil. Ik reed
van helemaal achteraan naar voor en reed op mijn eentje naar de 3 toe. Maar ook
daar viel het stil. Ik trok nog eens door en slechts één renner kon nog reageren:
Dirk De Pauw. Met zn tweeën hielden we de groep op afstand, waarna ik in de
spurt geen enkel probleem had met mn medevluchter. Een gemakkelijke
overwinning, dat kan dus ook. Het was mijn eerste overwinning op West-Vlaamse
grond !
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Dirk De Pauw 3.Johan Depuydt 4.Fabien Hanssens
5.Freddy Vlerick 6.Michel
Wijnsberghe 7.Hans Sonck 8.Georges Vergauwe 9.Gildo Van Parijs
10.Patrick Joos 11.Jan
Samaey 12.Rik Werbrouck 13.Geert Seye 14.Marc Borghgraef 15.Luc
Rottiers 16.Paul Geerinck
17.Philippe Lacquet 18.Frank De Wilde 19.Idesbald Nevejans
20.Geert Loeters 21.Patrick
Martens 22.Dominique Bruneel 23.Patrick Werbrouck 24.Kurt
Verhaeghe 25.Danny Van Oyen
26.Franky Van Oyen 27.Geoffrey Luyssen Cat D: 1.Patrick Versluys
(Knesselare) 2.Helmuth Tas 3.Marc Steenberghe 4.Robert Standaert
5.Eric De Meyer 6.Hilair
Heye 7.Gerrit De Vriese 8.Patrick Van Renterghem
2004 zou een topjaar worden. Dat voelde ik al van de eerste
wedstrijden. Nooit een voorjaarsrenner geweest, nooit een wedstrijd gewonnen in
maart, maar je voelt dan al of je een goede winter hebt gehad en waar het de
rest van het seizoen naar toe zal gaan.
En de eerste overwinning kwam er ook vrij snel. Half april
al. En wat voor eentje !
Wedstrijd in Zingem. Koud, nat, veel wind, geen
weer om een hond door te jagen. Toch nog veel vertrekkers aan de start bij deze
WAOD-wedstrijd. Na ongeveer één kilometer trok D-renner Chris Geerts in de
aanval. Niemand reageerde en Chris nam 100m. Ik ging dan maar zelf in de
tegenaanval en de manier waarop ik naar Chris reed, gaf me direct een kick. Dat
ging zo vlot dat ik direct de kop nam. Ik bleef nog een kilometer doorgaan en
toen ik omkeek hadden we al een mooie voorsprong. Na één ronde hadden we al 30
en het gat werd elke ronde groter. Chris Geerts deed zijn best en het doet
enorm deugd als je, al is het maar eventjes, in de wielen kan zitten. Maar 80%
van de tijd deed ik de kop. Ik had werkelijk een superdag. Bij het ingaan van
de laatste ronde hadden we al meer dan 2. Ik wachtte tot in de laatste
kilometer om ook van Chris weg te rijden. Ik vond dat ik vandaag verdiende om
alleen aan te komen. En Chris vond dat ook, hij reageerde niet. Tenslotte werd
hij ook winnaar, in de D-reeks. Nat, doorweekt maar warm vanbinnen: Dat is het
gevoel wanneer je als sprinter een ganse dag voorop rijd en alleen over de meet
kan bollen. Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Fabien Hanssens 3.Joost Pieters 4.Benny Dupont
5.Eric Dhaene 6.Patrick Joos
7.Rik Werbrouck 8.Luc Callant 9.Paul Geerinck 10.Patrick Watteny
11.Roland Verhoeven
12.Martin Van Oostende 13.Marc Docx 14.Henny De Bouver Cat D: 1.Chris Geerts
(Hoogstraten) 2.Helmuth Tas 3.Franky Wielandt 4.Patrick Versluys
5.Roland Mersseman 6.Rik
Vanpoucke 7.Marc Steenberghe
Alleen over de meet. Als sprinter altijd iets speciaals.
Koud en nat. Dus weinig volk aan de kant van de weg. De café's echter ... ;-)
Bijna 2 jaar had ik niet meer gekoerst. En bij mij is niet
koersen wil zeggen: geen fiets meer aanraken.2 maanden had ik getraind toen ik eind juni terug aan de start stond. En
het viel mee. Meer dan volgen zat er natuurlijk niet in, maar ze reden me er ook
niet af. Ik had het erger verwacht. Enige doel dat jaar was om toch nog één
overwinning binnen te halen.
Eind augustus begon ik terug onder de mensen te komen. Bij de VWF werd ik 2e in
Serskamp, de volgende 3 wedstrijden werden evenveel 4e plaatsen. En
in het WK te Gooik kon ik me na een lastige wedstrijd als 13e
plaatsen in de massaspurt.
De eerste wedstrijd van september was in Oosteeklo. Het
gekende parcours aancafé De Braeme in
de Rijkestraat. Mooi parcours maar niets dan smalle baantjes. De ABs waren 2
voor ons vertrokken. Meestal is dat de goeie volgorde, maar vandaag waren wij
de snelste reeks. Toen we de laatste ronde ingingen zag ik de bui al hangen.
200m voor ons: een 60-tal ABs. En ook bij ons was alles samengebleven. Kan je
je voorstellen wat er gebeurt als deze 2 groepen samenkomen aan een aankomst waar 2
autos elkaar amper kunnen kruisen ? Deze samensmelting kwam er net in de
laatste bocht op 500m van de meet. In een gewone sprint met 100 wordt vooraan
gespurt en achteraan uitgebold. Hier zaten dus uitbollers van de ABs en spurters
van de CDs elkaar lelijk in de weg.
Hoe het me lukte weet ik niet. Je moet in ieder geval
verstand op 0 kunnen zetten en veel (héél veel) geluk hebben. Ik heb die
laatste 500m vol kunnen doorgaan, slingerend tussen de ABs. Links voorbij,
rechts voorbij, maar niet één waarvoor ik moest afremmen.Toen ik over de meet reed zag ik zelfs al
enkele meter voor mij een AB de armen in de hoogte steken. Op een 10-tal
renners na was ik ze dus allemaal voorbijgereden. Het was even wachten op het
verdikt van de camera, maar ik was er gerust in. Zon kamikazespurt: dat kon
niemand me hebben nagedaan.
De comeback was geslaagd, de 1e overwinning was
binnen. Het zou ook bij deze ene blijven.
Met de bloemen. Bekijk de smalle aankomststrook waar we met meer dan 100 op de meet afvlogen.
2000 werd uiteindelijk afgesloten met 9 overwinningen.
De 6e volgde 2 dagen na Gent. In een wedstrijd te
Beveren was de beslissing al snel gevallen. Met 9 in de aanval, en ik was de
enige in mijn reeks. Tof, zal je zeggen, maar dat was nu niet direct wat ik van
een koers verwachtte. 60 km rustig rondrijden, zonder verder doel want de
overwinning was toch al binnen. Ik kon alleen nog proberen de ABs te kloppen,
maar ook daar weet je niet of dat een verdienste is. Je bent immers geen
tegenstander en het kan dat men je gewoon laat rijden. Dat gebeurde ook toen ik
halfweg de laatste ronde in de aanval ging. Ik nam 100m en leek weg te zijn.
Tot ook de sterke Nederlander Wim De Wael zich loswerkte en naar me toe reed. Toen hij op 500m van de meet bij mij kwam zat
ik a bloc. Wim ging nogmaals door en ik moest hem laten gaan. 2e
over de meet, maar eerste in mijn reeks.
In Burcht, 14 dagen later was het weer prijs. 5 leiders, enkel
As. Toen de laatste ronde Wim Veris in de tegenaanval ging, ging ik mee. We
raakten nog tot op 100m van de 5, maar wonnen allebei in onze eigen reeks.
10 augustus ging ik in Opstal nog eens bij de VWB rijden.
Weer meer dan 100 renners aan de start en een gemiddelde van bij de 45/u. En
dan weet je dat ontsnappen niet makkelijk is. Het kwam dan ook tot een massaspurt.
Een levensgevaarlijke, maar als spurter besef je dat pas als je over de meet
bent. Met 4 à 5 reden we naast mekaar op de meet af. Het leek tussen mij en
Daniel Van Der Mieren te gaan. Een stevige jump, en mijn hand ging de hoogte in. Maar ook
die van Daniël. En geen van beide durfden we met zekerheid te zeggen dat we
gewonnen waren. We moesten dan ook de fotofinish afwachten. En ook deze bracht
geen uitsluitsel. Voor het eerst won ik ex-aequo een wedstrijd. We waren daar
allebei gelukkig mee.
Een laatste overwinning dat jaar kwam er in Oosteeklo. Mijn
wedstrijd, aan De Pluim. Een spurt die me perfect lag. Zorgen dat je 2e
door de bocht kwam, en dan keihard doortrekken.Weer een Oostvlaams provinciaal
kampioenschap ( het 3e al) dat ik won, als Antwerpenaar J.
Wat ik toen nog niet wist was dat ik nu 3 jaar zou moeten
wachten op een volgende overwinning. 2001 startte ik nog wel het seizoen, maar
het hoofd stond er niet meer naar. Geen enkele overwinning werd behaald. Ik nam
dan ook de beslissing om van het Belgisch kampioenschap in Vrasene, waar ik 3
jaar voordien de titel haalde, mijn laatste wedstrijd te maken. Ik werd er nog 5e, maar mijn beslissing lag vast.
Het was genoeg geweest.
Maar ja, koersen blijkt een verslaving, en in 2003 begon ik
er opnieuw aan.
7 juli: Beveren Spurtzege aan Café "De Pluim" te Oosteeklo
Op 5 juli 2000 reed ik mijn 1000e wedstrijd. Een
lastig criterium in het centrum van Gent. Ik had zeker geen topdag, maar voor
deze jubileumwedstrijd wou ik eens extra diep gaan. 5 renners reden al snel
weg, maar gelukkig enkel As en Bs. Geen concurrenten dus. Maar ook in de
groep bleef het niet stil. De ene uitval volgde op de andere en meestal moest
ik een scheve situatie proberen recht te trekken. Met alles wat ik had lukte me
dat, al was het soms zeer nipt. Gelukkig ging de storm de laatste 2 ronden wat
liggen zodat ik even op adem kon komen voor de spurt. Met 5 waren we nog in onze
reeks. Ik moest alles geven. Met 3 op een rij gingen we naar de finish toe. En
pas in de laatste meters kon ik remonteren om met een kleine voorsprong de
bloemen naar me toe te halen. Het was gelukt. De 1000é wedstrijd, de 51e
overwinning !
Mijn 50e overwinning kwam er in Schelderode. Een
vrij lastige koers met een lang stuk valsplat en een krachtige wind die meestal
in de zij waaide. De wedstrijd veranderde voordurend. Een kopgroep van 10, die
ik gemist had reed vrij vroeg een halve minuut voorop. Gebeurt, zou je denken.
Maar blijkbaar was de verstandhouding vooraan niet goed en kwam alles terug
samen. Daarna weer 5 renners die ontsnapten, en weer was ik niet mee. Maar toen
voelde ik me in mn ritme komen. Op de helling trok ik in de tegenaanval. 3
renners konden mee, en in een mum van tijd reden we naar de 5 leiders toe. Maar
weer was de verstandhouding niet wat ze moest zijn. Toen we op het punt stonden
om weer bijgehaald te worden, herhaalde ik mn aanval op de helling. Eén renner
(weet zijn naam niet meer) ging mee. En het was een goeie vluchtpartner. We
verstonden mekaar goed en bleken mekaar meer dan waard te zijn. En dat was
nodig, want we kregen nooit meer dan 20. In de laatste ronde zagen we een
groep korter en korter komen. En ik was ook niet gerust in een spurt. Wie was mn
vluchtgenoot ? Het zag er in ieder geval een sprinterstype uit. Wat moest ik
doen? Doorgaan, met het risico geklopt
te worden in de spurt ? Of gokken ? Ik koos voor het laatste en zette me de
laatste 500 m in het wiel. En het lukte. Mn collega zag de groep steeds korter
komen en koos het zekere voor het onzekere door te blijven doorgaan. Na de
laatste bocht, op 250m van de meet, ging ik hem dan ook gemakkelijk voorbij om
met 20m voorsprong te winnen op mn vluchtmakker. Voorbij de meet feliciteerden
we mekaar met de prachtige wedstrijd die we gereden hadden.
Mooie zege, na een ontsnapping met 2 en een groep die nooit veraf was.
Begin juni hadden te Buggenhout, bij Louis Hot Dog, 3
wedstrijden na mekaar plaats. Op dat moment had ik echt te topvorm te pakken.
Van bij start in de aanval gaan, blijven beuken tot we met een groepje weg geraken
en dan in de spurt proberen af te maken. En alle 3 dagen zou me dit lukken.
Aangezien ook de ploegmaats van het Centea Verlinden Breendonk-Team in goede
vorm zaten, hebben we er onze 3-daagse van gemaakt. Met als uitvalsbasis en kleedkamer
de keuken van Herwig Aelbrecht ,waar de Leffes na de koers rijkelijk vloeiden.
De eerste dag was er ééntje voor mij. Na een ontsnapping met
16, splitste deze kopgroep de voorlaatste ronde in 2, waardoor we met 8 voor de
zege gingen sprinten. En dat bleek geen probleem te zijn. Met enkele lengten
voor werd de 3e seizoenszege binnengehaald.
De 2e dag was het ploegmaat Dirk Van Hove die op
het laatste kon wegrijden. Zelf kon ik het succes volledig maken door naar een
2e plaats te spurten.
En de 3e dag zat de overwinning er weer in. Maar
toen maakte ik de fout door van te ver aan te gaan. Patrick Sergooris zat mooi
in het wiel en kon me voorbijgaan. Gelukkig lukte Dirk Van Hove daar ook nog in
zodat het Centea-Team een 3 op 3 kon voorleggen.
Met zelf een 1e, 2e en 3e
plaats had ik het eindklassement ook nog gewonnen . had er één geweest Niet
dus.
Sprintzege te Buggenhout
Met de ploegmaats: Jan Verlinden (sponsor), Dirk Van Hove, Hedwig Aelbrecht, Francis Tierens en ikzelf.
24 april 2000: Beervelde (WAOD) en 28 mei Lembeke (VWF)
2000 moest een goed seizoen worden. Tegen mijn gewoonte in
speelde ik vanaf de eerste wedstrijden mee voor de prijzen. De eerste 8
wedstrijden werd 5x de 4e plaats behaald. Toch duurde het weer tot
eind april voor ik mn eerste zege kon binnenhalen.In Beervelde profiteerde ik weer van mijn
sterke spurt om met de bloemen naar huis te gaan.
En nog eens een maand was het wachten op een 2e
seizoenszege. Op 28 mei was er een VWF-wedstrijd in Lembeke. Deze telde als
provinciaal kampioenschap voor de Oost-Vlamingen. En met wat gelukt kan je dan
als Antwerpenaar van de onderlinge rivaliteit gebruik maken.
Het was een stormachtige dag toen. In Dendermonde zou de
befaamde Ros Beiaardommegang moeten doorgaan, maar deze werd uit
veiligheidsredenen afgelast. De wind was te fel om het reuze paard recht te
houden.
De wedstrijd viel snel in een vaste plooi. Met zeven konden
we ons in een waaierke losmaken van de rest: 4 As en 3 Bs. In de voorlaatste
ronde kon ik me alleen losmaken om even later het gezelschap te krijgen van 2 As
waaronder Franky Verhulst. De kloof was geslagen en toen ik op één kilometer
voor het einde terug aanviel bleven de As braaf zitten. Zo konden ze onder hun
tweeën uitmaken wie de winnaar en kampioen in hun reeks ging worden. Ik kon
dus, als één van de weinige keren, alleen over de eindmeet rijden.
Lembeke: Koud, nat, stormachtig. Ideaal als je in vorm bent.
Na de 2 VWB-overwinningen in Buggenhout-Opstal en Kalfort kende
een rotseizoen toch nog een mooi slot. In de laatste wedstrijd van het seizoen
slaagde ik er nog in om mn totaal op 5 te krijgen. Nochtans een trieste
wedstrijd. Koud, nat veel wind en weinig toeschouwers. En dan kleine rondjes, volledig
door de velden en tussen de afgevallen bladeren. Vandaar ook een klein aantal
deelnemers. Hoop en al 30 in de 3 reeksen samen. Toen we halfweg met 6 voorop
raakten was ik de enige van mijn reeks. Rustig mee rondrijden en rondjes
aftellen. Op het einde deed ik zelfs niet meer de moeite om me nog te meten met
de ABs. Ik liet me de laatste kilometer afzakken, stak eventjes de hand omhoog
bij het overschrijden van de aankomst en ging gauw de bloemen afhalen. Het
seizoen zat er op, en ik had daar geen spijt van.
Minder dan een week na Buggenhout was de VWB te gast in
Kalfort. De septemberkermis van Kalfort is er eentje om in te kaderen. Een
ganse week is er van alles te doen. Processie op zondag, loopwedstrijden voor de
jeugd en wielerwedstrijden voor zowat alle categorieën. Elke Kalfortenaar die
naam waardig, neemt een volle week verlof.
Voor mij was het zo goed als een thuiswedstrijd. Niet alleen
was het slechts 5 km van mij deur, maar de omloop ging voorbij den Upjohn
(het huidige Pfizer) waar ik toen (en nu nog steeds) werkte.
Ik stond toen met de late shift en moest dus een halve dag
verlof nemen. De collegas, die rond de vertrektijd in de cafetaria zouden
zitten te eten, hadden me gevraagd hoe ze me konden herkennen. Leg dat maar uit
als ze een groep van 80 renners zouden zien passeren op 20m voor hun neus. Dus
zei ik hen in mijn overmoed dat ik de eerste ronde wel op kop zou passeren en mn
hand eens op zou steken.
Zo gezegd zo gedaan. Ik hield me vooraan en aan den Alcon
plaatste ik een aanval. Verdorie, ik wist niet dat die 2 bedrijven zover uit elkaar
lagen ! Serieus op de adem trappende wou ik toch niet afgeven en ja hoor, ik
reed als eerste voorbij de cafetaria. Toen ik opzij keek en mn hand opstak
wist ik niet wat ik zag. De volledige shift (50-60 man sterk) stond voor het raam te juichen. Mooi zicht als je
weet dat iedereen toen in het wit gekleed liep. En bovenal zag ik 2 grote
spandoeken hangen: Allé Frank en Hup hup Frank. Tof !
Ik moest wel even terug op adem komen, maar veel tijd was er
niet. Al in de 2e ronde vormde zich de goeie ontsnapping. 8 renners
konden zich afscheiden en meteenhad ik
door dat dit gevaarlijk was. Op de grote molen slaagde ik erin om het gat van
50m nog toe te rijden en mn karretje aan de kopgroep aan te haken.
Vooraan, niets dan kleppers: Franky Verhulst, Dries
Echelpoels, Patrick Smet, Andy Van Loon enPascal Moortgat om de voornaamsten te noemen. 8 A-renners en één
B-renner: ploegmaat Francis Tierens.
De rest van de wedstrijd was meer laagvliegen dan
hardrijden. Iemand vertelde me later dat we over een ronde ongeveer 15 seconden
minder deden dan de Elite ZC van twee dagen voordien ! Het peloton zag ons dan
ook niet meer terug.
De laatste 2 ronden volgde de ene aanval na de andere en
toen in de laatste ronde de groep even in 2 splitste, had ik het geluk mn
ploegmaat in de buurt te hebben. Francis, zeker van de overwinning in de
B-reeks, zette zich aan kop en bracht ons terug samen. Hij bleef daarna het
tempo hoog houden zodat er gesprint werd voor de overwinning. Als 2e
kwam ik uit de laatste bocht en trok meteen keihard door. Eén van de mooiste
sprinten uit mijn carrière wantSmet
werd op 2 lengten gereden terwijl de 3e, Verhulst al 4-5 lengten
moest toegeven.
Ik ben iemand die niet gemakkelijk blijft hangen
na een wedstrijd maar toen is het laat geworden
Eén van de mooiste sprinten uit m'n carrière.
In de bloemen met Patrick Smet (2e A), ploegmaat Francis Tierens (1e B) en Marc Heulens (2e B)
De uitslag. Het werd een topdag voor onze ploeg. 3 overwinningen in eigen streek, want ook de winnaar in de C-reeks, Freddy De Boeck, was een ploegmakker.
Na de valpartij in april was het sukkelen van de ene
wedstrijd na de andere. Geen enkele overwinning, zelf geen podiumplaats meer,
en het werd al eind augustus. Maar form is iets raars, en plots was die daar
weer !
Eind augustus nam ik op een vrijdagavond de start in
Buggenhout-Opstal. Een wedstrijd bij de VWB. Dit was, zonder twijfel, de meest
moeilijke bond op dat moment. Snelle wedstrijden, veel vertrekkers en de
absolute toppers van dat moment aan de start.
In Buggenhout waren we met 102. En vrij snel na de start
konden we ons met 8 afscheiden. Ideaal aantal om aan hoge snelheid rond te
draaien en de rest op afstand te houden. Maar het ging moeizaam. Het duurde tot
de voorlaatste ronde voor we 1 minuut bij mekaar hadden gesprokkeld en zeker waren dat de winnaar in ons groepje zat.
Christophe De Grom en Philippe Wouters waren normaal gezien de snelsten van de
leiders. Op 200m voor de eindstreep moesten we nog een haakse bocht naar rechts nemen en
ik had me voorgenomen om als eerste te draaien. Zonder stil te vallen, moest ik
dan zeker zijn van een 2e, 3e plaats, zo rekende ik
mezelf voor. Voor de bocht was het een sprint naar de ideale positie en met een
laatste trap lukte het me om, net voor De Grom, de bocht te nemen. Op een groot
verzet terug optrekken is niet simpel, maar ik raakte toch terug mooi in gang.
De Grom kwam naast me maar geraakte er niet over en cm voor cm nam ik terug
meer voorsprong. Ook van achteruit kwam niemand meer korter bij zodat ik
uiteindelijk met méér dan een lengte voorsprong mn allereerste VWB-overwinning
kon boeken !
Na een rotseizoen toch nog een mooie opsteker !
Mooie sprintzege vóór Guido Theys, Philippe Wouters en Christophe De Grom
Met de bloemen, naast de winnaar in de B-rreks: ex-prof René Dillen
3 april 1999: Meldert (en Doorselaer: De val van Nico Tijtgat)
Na de zege in het clubkampioenschap volgde er nog enkele
mooie uitslagen, en op 3 april boekte ik mn 2e seizoenszege, in
Meldert. In de kampioenentrui versloeg ik er het ganse peloton, na een lastige,
regenachtige wedstrijd. Aangezien ik in 98 pas begin mei de eerste zege
behaalde, leek ik op weg om het record van 11 zeges dat jaar ruim te verbeteren.
Helaas, zoals je weet mag je nooit te vroeg victory kraaien.
Voor je het weet kan je seizoen voorbij zijn. En een week later was het bijna
zover.
In een wedstrijd te Doorselaer (Lokeren) zat ik al ver
achteraan in het 3e groepje toen mn vriend Nico Tijtgat ongerust
naar zn fiets begon te kijken. Toen ik naast hem kwam, vroeg hij me of ik ook
een getik aan zn wiel hoorde. Ik keek en luisterde even, maar hoorde niets en
grapte nog dat het zijn benen wel zouden zijn die protesteerden. Toen ik net
terug achter hem had plaatsgenomen hoorde ik een hels lawaai. Nico ging pardoes
over de kop en kwam zwaar ten val. (Later bleek dat het kabeltje van zn
achterrem was afgebroken en rond zijn voorwiel was gedraaid). Ik kon hem niet
meer ontwijken en schoof zon 20 meter verder over de grond. Na van de slag
bekomen te zijn, krabbelde ik recht en zag mn vriend daar op de grond liggen,
bewegingsloos. Ik ging ernaartoe en riep
zn naam, maar Nico reageerde niet. Gelukkig reed de ziekenwagen vlak achter
ons en waren de medici zeer allert. (Pas dan besef je wat deze mensen voor je
kunnen betekenen in geval van nood). Het zag er niet goed uit en na een tijdje
werd Nico in de ziekenwagen gedragen, nog steeds zonder teken van leven. Ik
herinner me nog dat ik, met de fiets, tot aan de aankomst reed met de tranen in
de ogen. Het beeld van Nico bleef maar door mn geest spoken. Aan de aankomst
zag ik eerst de ouders van Nico. Ik vertelde hen van de val maar probeerde met
mijn woorden het gebeuren te minimaliseren om hen een beetje gerust te stellen.
Maar ik vermoed dat ze aan mijn gezicht wel zagen dat het ernstig was.
Ook die avond, in de kliniek te St. Niklaas waar hij naartoe
gevoerd was, ben ik, samen met mijn vrouw, zijn ouders nog moed gaan inspreken,
maar gerust waren we er niet in. Nico
lag nog steeds in coma !
Gelukkig is alles goed gekomen. Na enkele dagen was het
levensgevaar geweken en na toch een lange revalidatie is Nico terug de oude
geworden. Hij heeft daarna zelfs nog terug gekoerst.
O ja, ikzelf had een beetje in mijn linkerhand gebroken.
Niets vergeleken met mn vriend, maar ook voor mij werd het een maand zonder
koers. En ook de volgende maanden bleef ik nog last hebben van het gebeuren.
Volledig conditieverlies en een te lage ijzerspiegel zorgden ervoor dat ik tot
een meelopertje gedegradeerd werd. En dat in de kampioenentrui ! Pas toen ik
die trui kwijt was, eind juli, begon ik terug wat op niveau te koersen.
Zo sterk 98 eindigde, zo sterk was de start van 99. Als
lid van de Sprinters Malderen reed ik in Breendonk het Clubkampioenschap. 5 streekploegen
stonden er aan de start in een open wedstrijd met Elite met en zonder contract,
Beloften en Masters. Dat, en het feit dat het parcours een keren en draaien
door de wijken van Breendonk was, en het feit dat het een ijskoude februaridag
was, geven me niet teveel hoop op een goed resultaat.
Van bij de start werd alles op een lint getrokken. Ikzelf
had 4 concurrenten van De Sprinters, en nog een 20-tal van andere clubs. Maar
al op het einde van de eerste ronde (5 km !) bleek dat ik nog de enige Sprinter
in de groep was. En rond half koers was er bij de overgebleven renners in de
kopgroep (nog een 30-tal) geen enkele master meer de bespeuren. De zege was dus
al binnen, maar ik maakte er een erezaak van om ook de koers trachten uit te
rijden. Ni makkelijk, zo 100 km keren en draaien. Maar met alles wat ik in mn
lijf had lukte me dat. Toen we de laatste ronde ingingen, was ik er gerust in.
Ik liet de groep dan maar rijden om, compleet leeggereden, als enige master
over de finish te gaan. Het seizoen was begonnen en de eerste was al binnen !
De clubkampioenen uit de verschillende clubs en de verschillende categorieën
Het seizoen 98, dat natuurlijk al een succes was door de
Belgische titel, werd ook nog in schoonheid afgesloten. De laatste maand van
dat seizoen haalde ik nog 5 overwinningen. De mooiste hiervan was St. Maria Oudenhove.
2 dagen voordien had ik al de overwinning behaald in Ronsele, de form was er
dus nog. En dat was nodig want in Sint Maria is het loodzwaar. Op en af gans de
wedstrijd met één zeer steile klim van een 400m. We reden er met de ABs samen wat
het nog extra zwaar maakte. Maar als enige uit de T-reeks wist ik me te
handhaven. En ik deed meer, want in een spurt met 9 toonde ik me ook de
sterkste. Mooie beloning was dat ik achteraf de bloemen in ontvangst mocht
nemen uit handen van onze Tourlegende Lucien Van Impe. De volgende weken werd ook nog gewonnen in Oostrozebeke, Kieldrecht en Wachtebeke, wat me een persoonlijk record van 11 seizoenszeges opleverde
Frank, ik heb U leren kennen in 1992 toen je nog bij de
juniores reed. Bijna had ik de eer om 14 dagen jou ploegleider te zijn. Je had
maar graag, als Belgische kampioen, meegegaan naar de Tour de lAbitibi in
Canada, samen met je vriend Steve De Wolf. Maar de ronde viel juist in een
rustperiode in de opbouw naar het WK toe. Na enig overleg besloot je met pijn
in het hart om dit evenement aan je voorbij te laten gaan. Het bracht je een
bronzen medaille op in Athene.
Je was een renner naar mn hart. Geen grootspraak, nee !
Want wat je voorspelde kwam ook uit. Dáár val ik aan, dáár ga ik winnen ! En
dat deed je ook. Je overwinning in Luik-Bastenaken-Luik was een hemels moment.
Maar wat dan gezegd van de Scheldeprijs in 1996 ? Kilometers lang reed je met
50m voorsprong op een jagend peloton. Hoe hard ze ook reden, hoeveel renners er
ook kwamen helpen, niemand kreeg dat kleine gaatje dicht. Tot op de dag van
vandaag heb ik nog niemand U dat zien nadoen. En het WK in 1999 ? Een ganse
wedstrijd met 2 gebroken polsen, om dan nog als 7e te finishen:
groot, groter, grootst !
Maar toen begon jou ster te fel te schijnen.
Verdachtmakingen, opzienbarende arrestaties, en aanslepende processen. Ook
anderen hebben dit meegemaakt. Ze kwamen er soms nog sterker uit. Waarom heeft
het jou dan wel gekraakt ? Simpelweg omdat je een lieve jongen bent, die tegen
dit onrecht niet opkon. Een echte crimineel staat ook hier boven, kan zich
alles permitteren. Jij dus niet. Ja, waarschijnlijk was er vuur waar er rook
was, maar welke prof kon er in die tijd de eerste steen smijten ? Het werd je
allemaal teveel en het ging steeds meer de verkeerde kant uit. Je wou de mensen
plezieren van op je fiets. Je wou nog éénmaal laten zien wie de echte VDB was,
maar je kwam er niet meer aan toe.
De echte helden van deze wereld sterven meestal jong en dramatisch.
Ze zijn gedoemd een kort en krachtig bestaan te leiden. Het aardse leven is
niet aan hen besteed. Hun ster schijnt veel te hevig en hoort boven aan de
hemel te staan. Zij zijn niet zoals de fake-helden waar altijd alles op zn
pootjes valt. Daar zijn ze te eerlijk voor. Een eigenschap die in het aardse
leven niet altijd gewaardeerd wordt.
Ik ben God niet schreef je in je boek. Frank, Voor mij was
je dit wel ! Rust in Vrede.
Vandaag heb ik een uitstapje
gemaakt naar een Vrije Bond uit West-Vlaanderen. De LFT (weet écht niet waar de
afkorting voor staat). Ik heb pas enkele weken geleden over het bestaan van
deze Bond gehoord, en aangezien het hun laatste wedstrijd van het seizoen was,
wou ik er eens gaan proeven.
Aangezien het een criterium was,
reden alle reeksen samen. Dat betekende dus van 18 jaar tot 54 jaar !. En er
waren zelfs enkele Elite ZC van de partij. Direct na de start was het vlammen.
22 ronden, 15 bochten per ronde, kan je tellen ? Niet echt mn dada. Naar voor
rijden zat er niet in. Niet naar achter zakken was de boodschap. Op een gegeven
moment viel er een gat, er zat niet anders op dan op de 12 een sprintje te
trekken om dat gat terug te dichten. Op het einde stond er toch nog 40km/uur op
de teller. Meer dan de helft van de renners heeft de eindstreep niet gezien !
Na een ronde of 7 trokken
vooraan 4 renners in de aanval. En er was één C (mijn reeks) mee geglipt:
Patrick Watteny. En toen deze 4 elke ronde wat meer voorsprong namen, wist ik
het zeker: Het is over voor vandaag !
En toen had ik voor één keer het
geluk aan mn zijde. Pech voor Patrick, zn ketting brak in 2 ! Meteen zat er
terug een winstkans in. We waren toen maar met een 20-tal renners in de groep
en na even rondkijken bleken er maar 3 C-renners aan boord te zijn. Eén daarvan
was Dirk Pieters. Johan Vervaecke, die ik nog kende van de BVWB van vorig
seizoen, had me deze renner voor de start aangeduid als de rapste van de Cs !).
Hem moest ik dus in het oog houden.
Op 200m van de meet was er nog
een dubbele bocht, daar moest ik vooraan zitten. Ik zat op 100m vóór de dubbele
bochten nog rond de 9e plaats, in het wiel van Pieters. Dat was te
ver. Ik begon dus daar maar al te spurten, en slaagde erin vooraan de bochten
te nemen. Pieters was verrast, ik zag hem niet meer terug ! Nr. 98 dus, op een
diefje. Want zonder de pech hadden de bloemen voor Watteny geweest.
Toeval dat ik vandaag het geluk
aan mn kant had ? Mogelijk. Al is het verdacht dat ik net vandaag 13 jaar getrouwd ben !! ;-)
Bijna een maand na het behalen van de Belgische titel had ik
met de tricolore trui nog geen overwinning kunnen behalen. Het was inderdaad
even wennen om hierin rond te rijden. Je wordt meer in de gaten gehouden en
daar moet je mee rekening houden bij het indelen van je koers.
Net zoals in Vrasene meestal het Belgisch
kampioenschap plaats had werd er aan Café De Pluim in Oosteeklo telkens
gestreden voor de titel van Oostvlaams Kampioen. Die titel kon ik niet winnen
aangezien ik in de provincie Antwerpen woon, maar ik mocht er natuurlijk wel
van start gaan. Ondanks de vele ontsnappingen kwam het op het einde toch tot
een massaspurt en eentje die me op het lijf geschreven is. Een snelle bocht op
200m van de meet die ik als eerste nam, en dan fullspeed naar de meet ! Met
enkele lengten voorsprong won ik op Nico Tijtgat, een toffe gast en goeie vriend
uit Deinze. Hij kroonde zich dan ook tot Provinciaal kampioen van Oost Vlaanderen !
Interview na de eerste overwinning in kampioenentrui.
Samen met Provinciaal Kampioen Nico Tijtgat en z'n ouders.
19 juli 1998: Vrasene: Belgisch Kampioenschap (WAOD-T)
Het Belgisch kampioenschap had, zoals alle jaren, plaats in
Vrasene, een deelgemeente van Beveren. En ondanks mijn 3 zeges de afgelopen
weken en een prima vorm, was ik die dag totaal niet zenuwachtig. Waarom ook ?
Vorig jaar favoriet, maar de goeie ontsnapping gemist. Enkele weken terug: in
winnende positie op het Provinciaal kampioenschap, maar pedaalbreuk. Ik had
voor mezelf besloten dat dit voor mij niet weggelegd was en dat ik me dan ook
niet zenuwachtig moest maken om niets. Een goeie gedachte, zo bleek.
In de wedstrijd trok ik direct zelf in de aanval, en kreeg 3
renners mee. Maar alles kwam terug. Enkele ronde later een ontsnapping met 7,
weer was ik erbij, maar weer viel de volledige groep ons op de nek. Op 4 ronden
voor het einde trokken 7 renners in de aanval en deze maal had ik me laten
verrassen. Zie je wel, goed rijden, en als ze éénmaal wegrijden zonder jou, is
het de juiste ontsnapping. Weer niets vandaag !!. Dat is wat me door het hoofd
schoot. Maar het maakte me zo ongelofelijk kwaad dat ik vanuit misschien wel 20e
positie uit de groep demarreerde. Enkel Timbeur kon mn wiel houden en met zn
tweeën reden we van de groep weg. Intussen was het verschil met de kopgroep al
zeker 20. Maar de adrenaline bleef stromen. Ik moest en zou de leiders
bijhalen !! Bijna een volledige ronde heeft het geduurd, maar met de hulp van
Timbeur slaagde ik toch in mn opzet. En op dat moment was ik zeker: IK en
niemand anders zou hier vandaag kampioen worden ! Bij het ingaan van de laatste
ronde was er nog een premie, en door deze spurt splitste de groep in 2. Patrick
Joos, Eddy Nachtegaele, Freddy Vlerick en ik reden van de anderen weg. In de
sprint moest ik vooral met Freddy rekening houden. Hij was zeker niet van de
traagste. Maar hij wou waarschijnlijk té graag winnen. Bij elke poging van Eddy
of Patrick om nog weg te raken, sprong hij direct op het wiel. Ik moest me dus
geen zorgen maken, het zou een sprint met 4 worden. Net voor de laatste bocht
probeerde Nachtegaele het een laatste maal, en weer was het Freddy Vlerick die
direct reageerde. Ik zat dus ideaal geplaatst. Toen op een 300m van de meet Eddy
Nachtegaele de benen stilhield, wist ik mijn moment gekomen. Ik ging vol aan en
nam enkele lengten voorsprong. Het lukte me om deze tot op de meet vast te
houden. Ik was Belgisch Kampioen !!! Hiervoor was ik renner geworden. Als kind
vond ik dit zon knappe trui dat ik die zelf wel eens wou dragen. En vandaag,
op 36 jarige leeftijd, werd die jongensdroom waarheid !
Een foto tijdens de wedstrijd met links van mij Timbeur. Met hem reed ik nog naar de kopgroep toe.
De Sprint. Twee lengten voorsprong op Freddy Vlerick. Verderop Patrick Joos en Eddy Nachtegaele
Kalender & Uitslagen 2010: 16/10: Oosteeklo: 2e 10/10: Lochristi: 4e 09/10: Lotenhulle: 6e 03/10: Merelbeke: 5e 26/09: Outer (EK): 5e 23/09: Landegem: 5e 19/09: Boom (PK): 5e (2e) 18/09: Stasegem: 1e 13/09: Schriek: 11e 11/09: Kruishoutem: 1e 10/09: Nieuwkerken-Ws: / 05/09: Wielsbeke: 1e 2/009: Kalfort: 5e 01/09: Kalfort: 6e 29/08: Ooigem: 2e 28/08: Asbeek (BK): / 22/08: Aalst: 1e 21/08: Izegem: 2e 19/08: St. Lievens Esse: 8e 14/08: Kap.odB (BNL): 19e 13/08: Evergem (BK): 2e 08/08: Buggenhout: 8e 07/08: Ertvelde: 9e 05/08: Beveren: 6e 02/08: Destelbergen: /
31/07: Semmerzake: 3e 28/07: Aalst: 14e 26/07: Bazel: 10e 25/07: Merelbeke: 8e 23/07: Beveren: 2e 21/07: Aalst: 16e 18/07: Temse: 12e 17/07: Poeke: 3e 11/07: Destelbergen: 5e 07/07: St. Gillis Waas: 2e 04/07: Dikkelvenne: 3e 27/06: O-nieuwk.(BK):4e 26/06:
Wingene: 1e 25/06: Wachtebeke: / 20/06: Wichelen: 3e 19/06: Ertvelde: 3e 17/06: Beveren: / 13/06: Halle: 12e 12/06: Eksaarde: / 09/06: Lochristi: / 06/06: Mater: 3e 05/06: Wintam:1e 02/06: Beveren: / 29/05: Kruishoutem: val 25/05: Ijzendijke: 5e 23/05: Affligem: 4e 22/05: Wolvertem: 7e 15/05: Aalst: / 14/05: Boekhoute: 10e 09/05: Zaffelare: 10e 08/05: Slypskapelle: 1e 06/05: Beveren: 3e 02/05: Moerzeke:/ (plat) 01/05: Mol-Wezel 5e 25/04: Boom: 4e 24/04: Buggenhout: / 18/04: Burst: 1e 17/04: Kruishoutem: 1e 11/04: Balegem: / 10/04: Lotenhulle: 3e 05/04: Oostakker: 9e 03/04: Malderen: 10e 28/03: St. Lievens Esse 7e 27/03: Meigem: 8e 21/03: Hamme: 6e 20/03: St. Amands: 20e 14/03: Haaltert: / (plat) 13/03: Oordegem: 7e 07/03: Iddergem: 15e 06/03: Essene: 17e 28/02: Oordegem: /