Ik ben Frank Suys
Ik ben een man en woon in Bornem - Hingene (België) en mijn beroep is Trainer Aseptic mfg. bij Pfizer-Puurs.
Ik ben geboren op 11/11/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen.
Dit blog is een overzicht van 33 jaar in de wielersport.De zwarte tekst gaat terug van 1977 tot 2008, groen= 2009/2010
Het is goed om een doel te hebben, maar het is de reis, die uiteindelijk telt
20-05-2009
13 oktober 1985: Boom Clubkampioenschap
1985 was het jaar van mijn eerste come-back (er zouden er nog wel enkele volgen J). Na het vorige seizoen had ik aangekondigd te zullen stoppen. Getrouwd, vader geworden, aant bouwen allemaal zaken waardoor het hoofd niet meer naar trainen en koersen staat. Maar naar de zomer toe begon het terug te kriebelen en op 2 juli stond ik terug aan de start van een wedstrijd. De resultaten waren er natuurlijk niet direct, maar met een9e plaats in Baasrode en een 4e in Berlare haalde ik in juli toch al enkele top-10 plaatsen. De rest van het seizoen was een aaneenschakeling van goede en minder goede wedstrijden, maar een overwinning zat er niet in.
Traditioneel sloten de Rupelspurters het seizoen af met hun Clubkampioenschap. Om met een goed gevoel de winter in te gaan wou ik daar nog wel iets neerzetten. Al zou dit zeker niet gemakkelijk zijn. De Rupelspurters hadden een topjaar achter de rug met maar liefst 149 overwinningen. Beroepsrenner Raoul Bruyndonckx (2overwinningen), liefhebbers Pascal Van Der Vorst (11), Francis Jansegers (9) en Dirk Van Verre (8) waren de voornaamste tegenstanders. Maar ook jongeren zoals Kurt Onclin (12) Rik Hofmans (12) en nieuweling Patrick Van Roosbroeck (19) waren in een wedstrijd over slechts 65 km niet te onderschatten. Na een wedstrijd vol schermutselingen reden we naar het einde toe met 6 voorop: Bruyndonckx, Jansegers, Van Verre, Van Dijck (Belgisch kampioen bij de Masters), Van Roosbroeck en ikzelf. Het voornaamste voor mij was de 2 liefhebbers te kloppen, maar allebei waren ze supersnel, dus moest ik het tactisch aanpakken. Van Roosbroeck en Van Dijck hadden geen concurrentie in hun reeks. Tegen hen ging ik zeggen dat ze de laatste 2 ronden om beurten moesten aanvallen. Wat ze ook deden. En wat ik hoopte gebeurde. Van Verre en Jansegers wilden duidelijk de wedstrijd winnen en gingen de vluchters telkens terug halen. Ik zat in een zetel. Op 400m van de meet probeerde Van Dijck het nog een laatste maal. Weer reed Jansegers er naartoe. Toen hij in het wiel kwam viel het even stil en toen was het mijn moment. Van op 300m ging ik aan. Jansegers was even verrast en moest een lengte goedmaken, wat hem maar half lukte J. Met een wiel voorsprong kroonde ik me voor de 2e maal tot Clubkampioen !!
De spannende sprint tegen Jansegers.
De verschillende clubkampioenen op een rij. vlnr Bodard (Jun.), ikzelf met zoon Roeland op 't stuur (Liefhebbers + algemeen), Van Roobroeck (nieuwel.) en Van Dijck (masters)
De vorm was er , zoveel is duidelijk. Na mn zege in Messancy reed ik niet meer uit de top 10. Maar winnen, het kan er maar altijd eentje hé J. In Schellebelle was het terug mijn beurt. En ik durf gerust zeggen dat ik die dag veruit de beste was. Reeds in de eerste ronde trok ik in de aanval met Patrick Mettepenningen. Een halve wedstrijd hielden we het vol tot we werden ingelopen door een 8-tal renners. Maar ik voelde me zo goed dat ik even later terug in de aanval trok, deze keer met de Nederlander Piet Van Rij (vader van huidig renner Jeroen). Piet was één blok graniet. Nen boenker zoals ze bij ons zeggen. Steeds op de grote molen en niet omzien. Een ideale vluchtmakker dus, vooral omdat zijn enig zwak punt zn sprint was. We werden niet meer verontrust en een kort sprintje was genoeg om mn 4e en laatste zege van het seizoen te behalen (geen fotos van deze wedstrijd L).
Hier koers ik nooit meer !" De eerste woorden na een overwinning !!!
Aangezien ik op vakantie in het Groot Hertogdom Luxemburg had ik enkele koersen uitgekozen in het oosten van ons land. Eén daarvan was Messancy. In het uiterste zuidoosten van ons landje. Voor de start kwam ik er waaslander Jan Joos tegen. Hij vertelde me dat er 300m na de start een bocht naar rechts kwam en er ons dan een zeer zware klim wachtte. Ik daar dus direct naartoe om gaan te kijken. Toen ik de bocht nam ging de weg inderdaad omhoog, maar steil ?? Jan had overdreven en gerustgesteld keerde ik terug naar de start. Toen we tijdens de eerste ronde op die helling kwamen, trok ik in de aanval. Maar toen wachtte een grote verrassing: Na 200m draaide de baan naar rechts en wat ik daar zag was méér dan wat Joos me vertelde: een muur doemde op !!. Man, man wat was dat ! Ik schakelde kleiner, en kleiner, en kleiner, tot ik niet kleiner meer kon. En het bleef klimmen. Op 100m van de top werd ik door de eerste renners voorbij gereden en toen we boven kwamen hing ik in 5e positie. Na de afdaling keek ik voor het eerst om en wat zag ik ? Niemand meer ! Blijkbaar hadden we al een serieuze voorsprong. Ronde na ronde moest ik alles uit de kan halen om mn medevluchters te volgen. Dikwijls kwam ik boven met een lichte achterstand, maar in de afdaling kon ik steeds terugkomen. De laatste ronde had ik zeker 100m achter en duurde het lang voor ik weer kon aansluiten. Pas in de laatste kilometer lukte me dat. Maar zelfs dan had ik in de sprint geen last om mn medevluchters af te houden. De 6e eindigde op 7 minuten. Nooit zo hard afgezien en toch gewonnen. Maar mijn besluit stond vast:Hier koers ik nooit meer !
En dat er inderdaad betere klimmers zijn bewees de Deen Ostergaard. Hij reed 2 dagen later op hetzelfde parcours . 11 minuten sneller dan ik !!
Dinsdag. Eerst gaan werken met de vroege en daarna naar de koers in Opdorp. Slechts 37 renners aan de start maar wel enkele toppers. Onder andere hardrijder Luc Van Mol, huidig ploegleider Hendrik Redant, maar vooral plaatselijk renner Ferdi Dierickx. Ferdi had 2 dagen voordien de Ronde van België gewonnen en wou zich hier, in een koers georganiseerd door zijn supportersclub, natuurlijk nog eens laten zien. De koers bleef lang gesloten, zelfs tot bij het ingaan van de laatste ronde. Toen versnelde Luc van Mol met Dierickx in het wiel (hadden zij iets afgesproken ?). Deze gevaarlijke situatie had ik natuurlijk snel door en, samen met Patrick Van de Voorde en Peter Van Huffel, reed ik naar het tweetal toe. Het gat was direct geslagen en onmiddellijk volgende nieuwe aanvallen. Zonder succes. Op één kilometer van de meet probeerde Ferdi het nog een laatste keer. Even werd getwijfeld, maar ik wist dat ik snel moest reageren of de vogel was gaan vliegen. Ik slaagde erin het gaatje toe te rijden met Van Mol in het wiel. De andere 2 moesten loslaten. Maar toen ik op het wiel van Dierickx kwam, ging Van Mol zijn kans. Dit was te verwachten natuurlijk en gelukkig was ik nog sterk genoeg om ook deze aanval af te slaan. In de laatste 100m nam ik over om met enkele lengten voorsprong mijn tweede seizoenszege binnen te halen. Ontgoochelde gezichten aan de aankomstlijn, waar ze natuurlijk liever hun plaatselijk idool hadden zien winnen, maar ja, dat was mijn probleem niet hé
1984 werd weer zon jaar met een trage start. Eind mei was ik er nog niet in geslaagd om één maal bij de eerste 5 te rijden ! En toen begon juni: Vrijdagavond, koers op St. Rita in Kontich. 42 renners aan de start. En ik had het weer niet gemakkelijk. Het leek wel of ik gans de wedstrijd achter de feiten aanliep. Ik herinner me niet tijdens de wedstrijd helemaal vooraan te hebben gezeten. Maar, waarschijnlijk met wat geluk, was ik toch mee toen de groep halfkoers in 2 splitste. Met 23 bleven we over. En ook daarna regende het aanvallen. Bij het ingaan van de laatste ronde was deze groep zelfs in 4 gesplitst en zat ik in de derde ! Maar gelukkig kwam alles toch nog bij mekaar. Op 3 km van de meet moesten we nog over een viaduct over de autostrade. En blijkbaar had ik op dat moment toch wat betere benen, want ik plande daar een alles-of-niets aanval. Net op het moment dat ik aanzette, deed ook Eddy Vaes dit aan de andere kant. We vonden mekaar direct en deden een tussensprint tot boven. Genoeg om 100m voorsprong te nemen zo bleek. Nu was het zaak niet meer te treuzelen. Ik kende Eddy op dat moment niet, maar één of twee was altijd beter dan terug worden bijgehaald. En zo dacht ook mn medevluchter erover. We slaagden erin onze voorsprong te behouden, en aangezien Vaes zich geen sprinter wist, had ik geen enkele moeite om hem te verslaan.
Na een slechte seizoenstart zonder Top 5-plaatsen dan toch onverwacht een eerste zege !!
Geen koers voor mij tijdens dit verlengde weekend ! Vorige week ging het zo slecht dat ik besliste om Dr. Tempels te raadplegen.Bloed trekken is dan meestal de enige mogelijkheid om te ontdekken wat er aan de hand is. Niets, zo blijkt, alle waarden bleken goed te zijn ! Is dit nu goed nieuws of slecht ? Want er is wel degelijk iets aan de hand. Overtraind ? of toch versleten ? Voor alle zekerheid laat ik ook nog een cardiogram van mn hart nemen, maar laat ons hopen dat dit enkel nodig is om een probleem hier uit te sluiten. Dus momenteel zit er niets anders op dan het een weekje kalmaan te doen en niet te koersen. Normaal keer ik volgende week donderdag terug in het peloton in Beveren. En de rest van de maand heb ik me voor genomen geen twee wedstrijden na mekaar te rijden. Hopelijk keert dit rap in de goede richting, anders zou dit wel eens een tristig seizoen kunnen worden !
Na 3 overwinningen in Klein-Gelmen ging ik al eens meer richting Limburg . Zo bijvoorbeeld ook naar Sint-Truiden. 84 renners kwamen er aan de start op een prachtig parcours. Je zou er zelfs een Formule 1-wedstrijd kunnen laten doorgaan. Een bijna perfect vierkant met brede tweevaksbanen. Na enkele ronden trokken we in de aanval met 16, om vrij snel een voorsprong van 20 bijeen te fietsen. Maar dan: Psssss , mn achterband gaf de geest. Gelukkig was het niet ver van waar mijn vader stond met mn reservefiets. Toen ik die genomen had kon ik nog juist bij het peloton aansluiten. En toen kreeg ik een adrenalinestoot om U tegen te zeggen. Ik reed in één ruk naar voor in de groep en trok meteen in de aanval. Edmond Grenier en Marc Hulstaert waren de twee enigen die meekonden. Maar intussen hadden we wel 30 achterstand op de 15 leiders. We draaiden rond alsof ons leven ervan afhing. Ronde na ronde konden we enkele seconden van onze achterstand afpitsen. Toen we de voorlaatste ronde ingingen waren we tot op 10 genaderd. En Grenier vond dat het welletjes geweest was. Hij zette zich op kop, met de grote molen, en reed in één ruk de resterende seconden dicht. En dat was ideaal voor mij. Ik had heel even op adem kunnen komen. Toen we aansloten ging ik direct aan de andere kant van de baan rijden en trok meteen in de aanval ! De anderen waren blijkbaar verrast, en bij het ingaan van de laatste ronde had ik 50m voorsprong. Die voorsprong zou nooit groter worden, maar ik wou niet meer afgeven. Een ganse koers vechten om vooraan te komen, dat moest beloond worden !! Alles deed pijn, maar de adrenalinestoot was sterk genoeg om dit nog even vol te houden. En het lukte. Met een voorsprong van 3 luttele seconden reed ik over de aankomst. Qua prestatie denk ik dat dit één van de mooiste uit mn carrière is geworden. Ter illustratie: Grenier werd nog 11e, Hulstaert 17e. En de groep, die eindigde op meer dan 2 minuten !!
Halfwedstrijd: Met Grenier en Hulstaert op 30" van de leidersgroep van 15
Nog 2 ronden: achterstand 10"
Ingaan van de laatste ronde: der op en der over !!
Afgezien ! alles doet pijn ! Maar op zo'n moment voel je daar niets van !
Juni 1983, kermis in Klein-Gelmen. Zoals altijd had ik persoonlijk een uitnodiging gekregen van voorzitter Jozef Fransis. Koers om 15u, 22 rondjes van 4,9 km over het gekende parcours met 2 hellingen, 2 afdalingen en de laatste ronde rechtdoor voor een aankomst bergop. 44 renners kwamen er aan de start. Na heel wat kleine schermutselingen viel in de dertiende ronde de beslissing. Luc Mertens en Martin Wathiong trokken in de aanval. Even later kregen ze het gezelschap van Danny Van Roy en Aloïs Wouters en nog een ronde later kon ik samen met Pierrot Cuypers, Gerard Cortenray en Ronny Haesen aansluiten. Met zn achten reden we de rest van de wedstrijd op kop. 3 ronden voor het einde ging ik terug in de aanval en enkel Cuypers en Wouters konden nog aansluiten. Wouters kende ik, hem klopte ik hier enkele jaren geleden in een millimeterspurt. Pierrot Cuypers was me totaal onbekend, al zei zn naam me wel iets. En dat was mogelijk, want bleek dat hij het jaar daarvoor nog beroepsrenner en ploegmaat was van Fons De Wolf bij de Vermeer-Thijs ploeg en met deze ploeg zelfs had deelgenomen aan de Ronde Van Frankrijk !! Wouters bleek er door te zitten dus het werd een spurt met 2. Cuypers begon van ver op kop zodat ik ideaal geplaatst zat. Toen ik op 100m van de meet mn aanval wou inzetten, week hij plots af naar recht. Zoals je op de foto kan zien, was er net een nieuwe asfaltlaag gelegd en was de zijkant vergelijkbaar met een grintpadje. Daar kwam ik in terecht, geen mogelijkheid om uit te wijken ! Ondanks enkele zware slippers slaagde ik er toch nog in uit het padje te raken en zelf om Cuypers in de laatste meters te remonteren ! Pierrot kwam zich direct na de aankomst verontschuldigen voor zijn toch wel onsportief gedrag. Dus streep erover, no hard feelings ! En god, wat kon het mij ook schelen ! Ik had eindelijk mn eerste Belgische liefhebbersoverwinning vast ! En dat tussen de vele Klein-Gelmenaars die me steeds meer als een plaatselijk renner gingen beschouwen. Meer dan 100 km van huis !!
De sprint tegen Cuypers, met links de losse asfalt waar ik in geraakte.
Met de bloemen, de 3e keer al in Klein-Gelmen !!
Voozitter Jozef Fransis stuurde me alle krantenartikels op die hij van de wedstrijd kon vinden.
1983, mijn derde jaar al bij de Liefhebbers. Het seizoen leek véél beter van start te gaan dan andere jaren. In de oefenkoersen was ik 2x de beste, de vorm was dus goed. Maar net voor de eerste wedstrijd werd ik ziek, waardoor ik pas eind maart terug in competitie aantrad. Pas half mei kwam ik er terug door: 2e in St. Amands, 3e in Gentbrugge en Zaventem, 4e in Bornem en 5e in Nederokkerzeel en Tienen. Intussen waren we al eind juni. Buiten de ritzege in Spanje en het Clubkampioenschap was ik er tot nu toe nog altijd niet in geslaagd op Belgische bodem een echte liefhebberswedstrijd te winnen. Het werd hoogtijd dat daar verandering in kwam. Maar waar zou ik die eerste wedstrijd binnen kunnen halen ? Juist: KLEIN-GELMEN !!!
Waarschijnlijk heb je al gedacht: Weinig nieuws over dit seizoen! Inderdaad het gaat nog niet zoals het moet. Om het met een geijkte zin te zeggen: Ze rijden 5 km per uur te snel voor mij ! Maar geef me nog een maand . Zolang er leven is, is er hoop.
Het tweede jaar bij de Liefhebbers was weer veel minder dan het eerste (ook bij de Juniores had ik dat voorgehad). Half juli was ik er nog niet in geslaagd één maal bij de eerste 10 te rijden !! Pas toen kwam ik in vorm. Met oa 2 tweede plaatsen in Wintam en Branst. Beide wedstrijden werd ik geklopt door de latere Olympisch kampioen in de puntenkoers, Roger Ilegems. In Wintam kwamen we apart aan, in Branst was het een massaspurt met meer dan 100 renners !
Ik was dus juist in vorm om naar de Ronde van de Kempen (de huidige Ronde van Antwerpen) te trekken. We vertrokken er met een sterke ploeg. Paul Van Campenhout, Rudy Cleemput, Eddy Claus en ikzelf, samen met de gastrenners Johan Koppen en Rudi Dexters. Dexters was onze kopman. Hij ontgoochelde niet want won oa een rit. Een jaar later zou hij naar de Profs overstappen.
Maar zelf deed ik het ook meer dan behoorlijk. Na de eerste rit mocht ik al de trui van beste jongere aantrekken. De tweede rit verloor ik al mijn kansen. Een slechte dag waardoor ik in een groep op 20 eindigde ! Maar daarna ging het weer beter. Regelmatig mee in ontsnappingen en één zelfs die tot het einde standhield. Een vijfde plaats haalde ik die dag. En als je in de afsluitende tijdrit nog een 13e plaats haalt op 100, dan weet je dat je die ronde goed verteerd hebt.
De rest van het seizoen haalde ik nog enkele ereplaatsen, maar een overwinning zat er niet meer in. Een jaar zonder overwinningen !! Dat mag geen tweede keer gebeuren !!
vlnr: Suys, Van Campenhout, Koppen, Cleemput, Claus en Dexters
Leider in het jongerenklassement na de proloog en de eerste rit.
Ondanks de onverwacht sterke seizoenstart, slaagde ik er in mn debuutjaar bij de liefhebbers niet meer in om nog een overwinning te behalen. Mn beste plaats haalde ik in jawel: Klein-Gelmen J waar ik 4e werd. In de sprint om de derde plaats verloor ik van plaatselijk renner Willy Boden (weet je nog ? door hem kwam ik in Klein-Gelmen terecht). Maar geen klagen van dit seizoen. Verschillende top-10 plaatsen en zelfs een 5e in een Interclub te Hoboken. Een geslaagd seizoen.
En op het einde van dat seizoen kwam er nog een kers op de taart. Het clubkampioenschap van de Rupelspurters werd traditioneel op de laatste zondag van het wielerseizoen gereden.72 renners kwamen er aan de start uit de verschillende categorieën. Hieronder 24 Liefhebbers.
Reeds in de eerste ronde trok ik alleen in de aanval. Enkele ronden later konden nog 3 liefhebbers aansluiten: Paul Van Campenhout, Patrick Flies en leeftijdsgenoot Gino Van den Bossche. Slechts één renner kon nog komen aansluiten: Junior Herman Van Lent. Met zn vijven moesten we wel de ganse wedstrijd knokken voor 10-15 seconden voorsprong. Daarnaast moest ik er ook nog op letten dat niemand kon weg geraken. Maar ik was sterk genoeg die dag en kon iedere poging teniet doen. In de sprint had ik geen probleem met mn medevluchters. De titel van Clubkampioen was binnen. Er zouden er later nog 2 volgen.
18 tot 23 februari 1981: Ronde vd Catalaanse Kust (Spanje)
Beloften bestonden toen nog niet. Op je 19e moest je de stap zetten naar de Liefhebbers. Te vergelijken met de Elite zonder Contract van nu. Ik was intussen afgestudeerd en aan het werk bij het Ministerie van Landsverdediging !!. (in de praktijk was dit een job als klerk. Dossiers opzoeken in Kontich kazerne en doorsturen naar Brussel. Weinig werk, veel pauzes J. En aangezien de verlofregeling daar ook meeviel, kon ik reeds in februari 2 weken verlof nemen om ,onder leiding van de Cois (Herremans, vader van Christel) met een groep renners naar Spanje (Lloret De Mar) te trekken op oefenkamp. Ginder gingen we ook deelnemen aan de Ronde van de Catalaanse kust, een 5-daagse rittenwedstrijd met Spanjaarden, Nederlanders, Italianen en wij, de Belgen, aan de start. Het is me daar duidelijk geworden dat ik geen voorjaarrenner ben, door, en enkel door, de temperatuur hier in België in maart-april. In Spanje ging het wel vlot, want ondanks het feit dat ik maar pas Liefhebber was, reed ik er een beer van een Ronde. De eerste rit werd ik 14e, de 2e rit 9e, telkens door de groepssprint te winnen.
En toen kwam rit 3, een criterium in de straten van Lloret met telkens een nijdige helling naar de aankomstlijn. Half wedstrijd trok ik in de aanval en nam 15-20 seconden voorsprong. Twee ronden ( van amper 1 km) voor het einde had ik nog steeds 20. Maar toen ging het snel. Patrick Van Damme had de ganse wedstrijd in de wielen kunnen zitten en had zich nu alleen kunnen loswerken. En bij mij was het beste eraf. Maar nu nog afgeven, dat kon toch niet ! Met de laatste krachten trok ik de laatste maal de helling op met een spurtende Van Damme achter mij. Hij resultaat kan je zien: na 30 km alleen voorop nog 1 fietslengte voorsprong !!. Dit was één van de mooiste overwinningen uit mn carrière.
De 2 laatste ritten werd ik ook nog 2e en 3e. In het eindklassement werd ik mooi 2e na Patrick Van Damme.
De "sprint" van de 3e rit.
Het "Masta"-team in de Ronde van de Catalaanse kust. De renners vlnr: Danny Vergauwen, Francis Jansegers, Patrick Pauwels, Alex Philips, Danny Van Riet, Dirk Van Verre, Patrick Hendrickx, Hugo De Cock, Loos, Thierry Christie, Suys, Patrick Van Damme, Neefs, JM Vernie, Benno Present, Benny Champagne. Vooraan derde van links: Cois Herremans.
Na 3 weken terug een wedstrijd gereden. Twee zelfs.
Zaterdag had ik mezelf voorgenomen om terug gewoon koersritme op te doen en me te laten meedrijven. Geen wonder dus dat, toen de groep in drie brak, ik in het laatste deel zat. Voor de moral heb ik op het einde de sprint van die groep nog gewonnen, maar buiten de prijzen.
Vandaag in Zeveneken ging ik het anders aanpakken. Meespringen waar ik kon. Maar in de tweede ronde gingen er een heel pak de grond op. Ik lag er niet bij, maar moest toch voet aan grond zetten. De 100m achterstand die ik daarmee opliep kon ik niet meer dichtrijden, ook niet met de hulp van nog vijf andere ongelukkigen die even later bij mij aansloten. Uiteindelijk werd ik toch nog 18e in de wedstrijd, en 10e in mijn reeks, de Ds.
Na een moeizame seizoenstart waren de 2 overwinningen meer dan welkom. Daarna ging het nog enkele weken vlotjes, zonder echter nog een overwinning te kunnen toevoegen. Op één maand tijd werden nog drie 2e plaatsen en drie 3e plaatsen gereden. Een derde overwinning zat er aan te komen. Maar voor ik het wist was m'n seizoen voorbij: Kinkhoest !! Voor zij die dit niet kennen, dat is hoesten, hoesten en nog eens hoesten. Als volwassenen is dit al enorm lastig, maar m'n nichtje, dat toen een jaar of 4-5 was en het van mij overkreeg, die heeft pas echt afgezien ! Je wenst het niemand toe. Maar voor mij was het dus afgelopen. Na een prachtig eerste jaar met 7 overwinningen, moest ik het nu met amper 2 stellen. En volgend jaar naar de Liefhebbers (Beloften bestonden toen nog niet). Hoe zou dat aflopen ? Ik ging echter niet meer dezelfde fout maken dan vorig jaar. Deze keer zou er in de winter wél getraind worden !
De wedstrijd in Eikevliet werd een clash tussen streekrenners en een duel tussen Rupelspurters en Hoboken WAC. Alhoewel
Ik had in eigen gemeente iets te bewijzen na een, tot hiertoe, zwak seizoen. Eikevliet is een klein gehuchtje van Hingene, toen vooral gekend om zn restaurantboot op de vijver. Vele streekrenners aan de start die toen allen reden voor, of de Rupelspurters, of Hoboken WAC. Half wedstrijd reden we met 5 voorop. De WACers Frank Van De Vijver en Chris Blommaert (beiden uit Bornem) en de Rupelspurters Bart De Cock, Yvo Pauwels (Mariekerke) en ikzelf. 3 tegen 2 denk je dan. Maar toen Frank of Chris aanvielen moest ik telkens het gat dichten en toen ik het probeerde kreeg ik mn 2 ploegmaten in mn wiel ! Ik heb me toen eventjes héél kwaad gemaakt en dat hielp. Ze gingen nu ook achter de WACers aan. Van toen af was ik zeker, ik wist me de snelste in de spurt. En zoals je ziet had ik overschot.
Daarstraks nog even gaan losrijden. Had ik beter niet gedaan ! Op enkele km van huis trok vóór mij een auto op aan een kruispunt, om dan plots alles dicht te slaan. Ik kon hem niet meer ontwijken en botste er achteraan op. Voor mezelf viel de schade wonderwel mee (buiten een buil op het voorhoofd en enkele schaafwondjes). Maar mn fiets is er, zoals je ziet, erger aan toe ! Volledig doorgebroken ! Geen koers dit weekend Er zijn betere manieren om een seizoen te starten.
Zo goed als 1979 was, zo slecht was 1980. Als je 7x kan winnen in je eerste jaar als junior, verwacht je het 2e jaar minstens het dubbele. Nee dus ! In de eerste maanden wou het niet vlotten. Te weinig getraint in de winter ? Waarschijnlijk wel. Een 3e plaats in maart, een 4e in april en een 2e in mei. Dat was alles van top 5 plaatsen wat ik kon voorleggen. Tot er terug een koers was in Klein-Gelmen. Je weet nog wel, dat kleine Limburgse dorpje waar ik het jaar voordien m'n laatste wedstrijd won. In de 7e van de 17 af te leggen ronden viel de beslissing. Met 6 trokken we in de aanval: Paul Carmans, Marino Grossi, Werner Frans, Arno Creten, Luc Smets en ikzelf. Alleen tegen 5 Limburgers, waarvan er dan nog 4 bij dezelfde ploeg reden. Toen ik in de voorlaatste ronde op één van de hellingen versnelde, bleek er niemand te volgen. Ik nam direct 50 m en kon deze voorsprong stelselmatig uitbouwen. Met 20 voorsprong bereikte ik de aankomstlijn. De eerste maal dat ik een overwinning behaalde met voorsprong. Een tweede succes in Klein-Gelmen !
Gisteren eerste wedstrijd gereden in Oosteeklo. Was het goed ? k Weet het eigenlijk zelf niet. Vrij vroeg in de wedstrijd trokken 9 renners in de aanval, waaronder 3Ds (voor zij die de WAOD-systeem niet kennen: De C en Ds starten altijd samen, de A en Bs (de jongsten) meestal een minuut voor of achter ons. Ik rij in de D-reeks) . In de 4e van de 12 ronden gingen we met 8 renners (waaronder ook 3 Ds) in de tegenaanval.
Bijna een ganse wedstrijd zijn we daartussen blijven hangen. Ik zat constant aan de limiet, wat niet goed is. Maar het feit dat ik dat bijna een volledige koers heb volgehouden is wel een goed teken. In de voorlaatste ronde kwamen de koplopers van de AB-reeks ons voorbij met, jawel, in hun zog de CD-groep ! Een steeds weerkerend probleem. Op dat moment heb ik niet meer aangedrongen en ben achteraan in de groep over de meet gebold. Aangezien ik nooit een vroege vogel ben geweest, is er dus nog geen rden tot paniek. Goeie training zei Wim Heyndrickx na de wedstrijd. En gelijk had hij !
Kalender & Uitslagen 2010: 16/10: Oosteeklo: 2e 10/10: Lochristi: 4e 09/10: Lotenhulle: 6e 03/10: Merelbeke: 5e 26/09: Outer (EK): 5e 23/09: Landegem: 5e 19/09: Boom (PK): 5e (2e) 18/09: Stasegem: 1e 13/09: Schriek: 11e 11/09: Kruishoutem: 1e 10/09: Nieuwkerken-Ws: / 05/09: Wielsbeke: 1e 2/009: Kalfort: 5e 01/09: Kalfort: 6e 29/08: Ooigem: 2e 28/08: Asbeek (BK): / 22/08: Aalst: 1e 21/08: Izegem: 2e 19/08: St. Lievens Esse: 8e 14/08: Kap.odB (BNL): 19e 13/08: Evergem (BK): 2e 08/08: Buggenhout: 8e 07/08: Ertvelde: 9e 05/08: Beveren: 6e 02/08: Destelbergen: /
31/07: Semmerzake: 3e 28/07: Aalst: 14e 26/07: Bazel: 10e 25/07: Merelbeke: 8e 23/07: Beveren: 2e 21/07: Aalst: 16e 18/07: Temse: 12e 17/07: Poeke: 3e 11/07: Destelbergen: 5e 07/07: St. Gillis Waas: 2e 04/07: Dikkelvenne: 3e 27/06: O-nieuwk.(BK):4e 26/06:
Wingene: 1e 25/06: Wachtebeke: / 20/06: Wichelen: 3e 19/06: Ertvelde: 3e 17/06: Beveren: / 13/06: Halle: 12e 12/06: Eksaarde: / 09/06: Lochristi: / 06/06: Mater: 3e 05/06: Wintam:1e 02/06: Beveren: / 29/05: Kruishoutem: val 25/05: Ijzendijke: 5e 23/05: Affligem: 4e 22/05: Wolvertem: 7e 15/05: Aalst: / 14/05: Boekhoute: 10e 09/05: Zaffelare: 10e 08/05: Slypskapelle: 1e 06/05: Beveren: 3e 02/05: Moerzeke:/ (plat) 01/05: Mol-Wezel 5e 25/04: Boom: 4e 24/04: Buggenhout: / 18/04: Burst: 1e 17/04: Kruishoutem: 1e 11/04: Balegem: / 10/04: Lotenhulle: 3e 05/04: Oostakker: 9e 03/04: Malderen: 10e 28/03: St. Lievens Esse 7e 27/03: Meigem: 8e 21/03: Hamme: 6e 20/03: St. Amands: 20e 14/03: Haaltert: / (plat) 13/03: Oordegem: 7e 07/03: Iddergem: 15e 06/03: Essene: 17e 28/02: Oordegem: /