Ik deelde de kamer met een Nederlandse collega, een fietsende pelgrim. Samen nemen we een stevig ontbijt. We wisselen ervaringen uit en geven elkaar tips wat voeding, uitrusting, slaapplaatsen en dergelijke betreft. Ik neem een schilderachtige weg stroomopwaarts langs de Yonne en sla rechts af om het wijnbouwdorp Coulanges-la-Vineuse (heel toepasselijke naam)te bezoeken. Men maakt er Bourgognewijn van de pinot noirdruif. Ik vervolg mijn weg verder zuidwaarts. Voor het eerst sinds mijn vertrek in België heb ik de wind in de rug. In plaats van 20 km/u. met de mond wijd open rijd ik nu 25 km/u. met de vingers in de neusgaten. Na talrijke pauzes om foto's te maken, te eten en met voorbijgangers kennis te maken, kom ik aan het 'Canal du Nivernais' waarlangs een mooi fietspad is aangelegd ten behoeve van het fietstoerisme. Een circuit van ruim 600 km fietspaden langs de Bourgondische kanalen staat beschreven in een Nederlandtalige fietsgids. Maar dat zal ik later eens doen. Even na de middag kom ik aan in Vézelay, na 67 km. In het toerismebureau verwijzen ze mij naar de monniken (naast de basiliek) om onderdak te vragen maar ik kan er pas vanaf 16u. terecht. Dus ga ik eerst de basiliek bezoeken. Daar loop ik mijn Hollandse kamergenoot van vorige nacht weer tegen het lijf. Die heeft mijn raad opgevolgd en hetzelfde eten (rozijnenbroodjes) en drinken gekocht. Ik volg een heel theologische uitleg van een officiële gids onder het tympaan en ga vervolgens de kerk binnen. In de crypte steek ik een kaars aan bij de relieken van de heilige Maria Magdalena, de patroonheilige van de basiliek. Als ik het aanpalende klooster bezoek, word ik terecht gewezen door een kloosterzuster omdat ik mijn fietshelm nog op heb. Aan het onthaal van de basiliek vraag ik aan een strenge dame een stempel voor in mijn pelgrimsboekje. Ze zegt dat ik niet bij de monniken terecht kan voor onderdak 'parce qu'ils sont en travaux'. En dat ik naar de jeugdherberg moet. Ik fiets erheen en krijg te horen dat alles volzet is. Tenzij Nederlandse pelgrims mij een vrij bed in hun kamer willen geven. Wat ze dadelijk toestaan. Ik installeer me en zet mijn fiets in het droge want het is intussen stevig gaan regenen. Na wat bijpraten met lieve Hollandse collega's ga ik boodschappen voor ze doen en een goedkoop restaurantje opsporen. Ca y est: trouvé: Auberge de la Coquille! Toeval of niet maar ik zit hier weer in gezelschap van een stel Hollanders. Jonggepensioneerden. Ze hebben 4 1/2 maand uitgetrokken om naar Santiago de Compostela te stappen. De maaltijd is heel verzorgd: 3 gangen voor slechts 18,50 euro. Morgen probeer ik Autun te bereiken aan de overkant van het natuurpark van de Morvan.