Beste lezer, Commissaris Volbloed geniet nu van een welverdiende lange vakantie. Ondertussen schrijf ik verder aan de verhalen van zijn collega commissaris Punaise. Die zit op een ingewikkelde en zeer verdachte zaak. Met Herman Brusselmans in slechte papieren. Toch een voorspoedig 2009 gewenst. Jules Naemelucs
Thriller met en over Herman Brusselmans Spannende belevenissen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania
25-11-2008
Volbloed Episode 74 Aanval
Volbloed Episode 74 Aanval
Caran Dash, de CIA topagente is in telefonisch gesprek met Paris, de Hilton-ergename en goede vriendin van commissaris Bontekoe. 'Yes Paris, I know, I know.' 'Indeed Caran, you should know.' 'Wat dan, Paris?' 'Eén van Bontekoe's geheime duikerspakken met ingebouwde CIA mini-zenderchips is verdwenen uit zijn boot. Daar is wellicht die verdwenen Flo mee kunnen ontsnappen. We kunnen dit duikerspak opsporen via onze CIA satelieten en zo te weten komen waar dat kreng heenzwom en misschien in één klap haar schuilplaatst detecteren en platgooien?' 'Inderdaad Paris, eens de plaats gekend, kunnen we die bombarderen. Onze F-zestiens staan al klaar.' 'Waar zou die Flo kunnen zitten?' 'Volgens de laatste bevindingen wellicht op een illegale boot, Paris.' 'Zolang die Flo en haar kornuiten maar niet in één van mijn hotels logeren is alles okay Caran, mocht het toch zo zijn, niet laten bombarderen hé?' 'Tuurlijk niet meiske! Haha, goed nieuws komt er binnen! Ik hoor zojuist dat de plaats van die boot gedetecteerd is via het fameuze duikerspak. We hebben het doelwit dus gevonden en gaan erop af! Het zou zelfs een duikboot kunnen zijn, zegt de NASA ons nu.' 'Goed meid, laat maar vallen die bommen, de rotte appels eruit.' 'Zeker, komt in orde!' 'Waar verblijft onze Bontekoe eigenlijk op dit moment, Paris?' 'Weet ik niet, Caran. Hij belde mij gisteren, nadien niks meer gehoord.' 'Okay dan, bye love, tot later.' Vanop een basis niet ver van de Katho-eilanden draaien de jets warm, klaar om op te stijgen, richting hun doelwit: de opgespoorde onderzeeër met de verraderlijke Flo erin.
---------
'Volbloed, jongen, wat vertelt je me nu?' zegt Colombo. 'Je vrouw gekidnapt?' 'Ik denk het, Colombo. We waren op het strand gaan wandelen. Daar vonden we Brigitte in een ligstoel. Na een paar minuten ging ze samen met Sabine naar die strandtoiletten wat verderop. Ge kent dat, vrouwen onder mekaar. Toen ze wel lang wegbleven, ben ik eens gaan kijken. Nergens vond ik ze nog. Ik heb nog wat rondgeneusd, navraag gedaan. Twee zonnekloppers in de nabijheid vertelde me dat ze een ambulance hadden zien aankomen die blijkbaar twee zieke of dronken vrouwen oppikte en dan zeer snel wegreed, zonder sirene of wat dan ook! 'Volbloed, man, wat gebeurt hier toch allemaal? Wat is er toch aan de hand op mijn eilandje? Sinds jullie komst gebeuren hier vreemde dingen, verdwijningen, een moord, kidnapping etc...U zal me toch meer info moeten bezorgen, want dit is niet meer normaal.' Een zuchtende Colombo roept via zijn walkietalkie zijn kompaan op met de vraag na te kijken wie door de beschikbare ambulances op het eiland de laatste twee uur vervoerd werd en waar naartoe. 'Die fameuze ziekenwagen kan toch niet verdwijnen, zo zonder spoor. Er zijn bij mijn weten maar drie rode-kruiswagens op dit eiland, dus....we zullen die twee dames rap gevonden hebben.' 'Ik hoop het, inspecteur,' is al wat Volbloed kan uitbrengen. 'Ik wil hier snel weg, ik heb hier al een tijdje een heel slecht gevoel.' 'Is dat ginder Bontekoe niet?' 'Waar?' vraagt Colombo verwonderd. In de verte ziet hij iemand lopen, voorovergebogen. De man lijkt zich met moeite recht te houden alsof hij dronken is.
Gezoem. Lichtflitsen. Een flash. Weer gezoem. Gele en rode strepen doorspekt met gapende afgronden. Getokkel. Plots een vervormde kop. Vlak voor je neus. 'Madam, can you hear me?' Klappen op mijn wangen. Wat wil hij? Laat me rusten, dwazerik. Weer die flitsen. Volle licht. Mijn ogen verblind? 'Madam, can you talk te me?' 'Yesss....' Laat haar nog wat, ze is nog niet klaar zegt een donkerharige man tegen een andere baardmens. Wijzend: 'En zij daar?' 'Hetzelfde! Laten uitzweten, binnen het half uur hebben we ze terug.' 'Okay, chief.' Ze wordt eindelijk helder in haar hoofd en knippert met haar ogen. Waar ben ik in godsnaam? Wie is die vrouw daar? Vraagtekens in haar kloppende hersenen. Ze voelt zich slecht. Haar benen bewegingsloos. Vastgeklonken. Waar is Volbloed naartoe? Plots opent de deur. Verse lucht waait binnen. Twee heerschappen met donkere huid, donker haar en lange baarden lopen op haar toe. 'What is your name, madam?' 'Sabine Volbloed.' 'And your name miss?' 'Brigitte Pijpen.' 'Goed, ik leg jullie een en ander uit.' zegt de leider van de twee. 'Waar zijn wij in godsnaam? Is er een ongeval gebeurd?' wil Sabine weten, 'wat zoemt er zo?' 'Dat zijn de motoren, madam. U bevindt zich momenteel in een nucleair aangedreven duikboot, een meesterwerk van onze natie, onze laatste versie, Allah is groot!' Geruis in haar schedel. Droom ik? Ze bekijkt de vrouw naast haar. Is dat commissaris Brigitte Pijpen, die nu rechtzit en verdwaasd rondkijkt?' 'Waar gaan we heen?' fluistert Brigitte met afwezige blik. 'U heeft geluk, dames, veel geluk. Onze grote leider Sheik Ali heeft jullie fotos bestudeerd en verwacht jullie binnenkort.' 'Wat gaan we daar doen en waar? vraagt Sabine. 'U wordt de persoonlijke gezelschapsdames van onze grote leider Sheik Ali. Een groot voorrecht, mevrouwen!' Uw Sjeik kan de pot op zegt Sabine in haar eigen taal en dan weer in 't Engels: 'Wat kan ik die Sjeik bijbrengen? Waar is mijn man? Is dat hier een soort mislukte candid camera?' Ze zet een kwaad gezicht op. 'Onze leider heeft veel ervaring met zijn vrouwen en verwent ze één voor één.' 'Ik wil niet verwend worden, beste man, ik ben geen hoer!' 'Mevrouw, spreek dat woord niet uit! Hoer is een decadent begrip dat alleen uw decadente westerse wereld kent! U wordt een favoriete haremvrouw van onze leider, een voorrecht voor weinig vrouwen weggelegd!' U heeft geluk dat hij u koos zoniet hadden we u helemaal anders behandeld'
-------
'Garel, lukte het wat in Brussel Zuid? Was de fanfare daar? Was de ontvangst voldoende plechtig? Daar houden de mensen van, Garel, plechtigheden, hoe meer hoe liever.' 'Sorry, Term, maar ik ben niet zo een plechtigheidsmens! Te veel show en zo. Ik hou van rechtdoor, rechtuit!' 'Jaja, ik weet het Kucht, maar wat brengt dat op? Met al dat rechtdoor van jou zit ik nu met de gepelde garnalen, niet!' 'Ge bedoelt met de gebakken haring?' ''Met de gebakken peren zeker?' zegt een binnenstormende Clem. 'Maar wie we daar hebben, onze Clem, minister van landsverdediging, is terug!' roepen Term en Kucht bijna gelijktijdig uit. 'Hip hip hoera, hip hip hoera...!' 'Niet overdrijven, mannen.' zegt Clem, duidelijk nog niet bekomen van zijn avontuur in Rusland, in de streek van Tjernobil, in een gestrande wagon, zonder eten en drinken en omringd door wilde dieren. 'Nog wat groen, achter de oren?' vraagt Garel met een politiek blikje in zijn ogen. 'Wat is een politiek blikje?' wil Term weten. 'Wat?' 'Een politiek blikje, wat is dat?' 'Dat heb ik toch niet gezegd!' meldt Garel, volkomen terecht. 'Neen maar ik zag het in uw ogen, Garel.' antwoordt Term. 'Term, gij hebt een geweldige opmerkzaamheid, ik had het zelf niet gezien!' 'Wat? Dat politiek blikje, Clem,' antwoordt Garel terwijl Clem zich afvraagt of hij in Rusland een deel van zijn verstand achtergelaten heeft. 'Dus nog wat groen, Clem?' herhaalt Garel zijn vraag. 'Liever groen dan bont en blauw!' replikeert Clem met een politieke blik. 'Onder ons wil ik geen politieke blikken meer zien, heren,' vermaant onze eerste minister Term en allen zwijgen. Zwijgen is goud, denkt Garel Kucht, en goud is beter dan Fortisaandelen.' 'Hebt ge nieuws van die Caren Dash en onze jonge geheiminspecteur Tom Bonnen?' vraagt Clem. 'Die Dash is even terug naar de USA, om te rapporteren en om Bush bij te staan, die in zak en as zit sinds Obama gewonnen heeft, jongen.' zegt Term. 'En die Bonnen heb ik nu naar de Katho-eilanden gestuurd, als ondersteuning voor Volbloed en Bontekoe. Die gaan dat nodig hebben met al die verwikkelingen daar.' vervolgt hij. 'Ik heb ook Volbloed zijn vroegere secretaresse, Machteld, ge weet wel, die ik had opgeeist en die nu voor mij werkte, meegestuurd, kwestie van regelmatig goede verslagen van dat meiske te ontvangen en dus op de hoogte te blijven. Ik vertrouw die bende ginder anders niet meer! Ik hoorde zojuist nog dat Bontekoe zoek is, Bitskummer weg zou zijn met een helicopter en Brigitte en Sabine Volbloed gekidnapt zouden zijn? 'Wat voor een boeltje is me dat daar zeg.' gilt Garel Kucht, 'nog erger dan in de Congo!' 'Zwijg over die Congo, Garel, de nagel aan mijn doodskist zijt gij, samen met die Congo!' 'Vergadering opgeheven.' zegt Term plots, staat op en verlaat zijn bureau zonder één verder woord. 'Wat heeft die?' vraagt Clem aan Garel. 'In zijn bol gekregen, Clem,' antwoordt Garel en schakelt ongezien het opnametoestelletje in zijn binnenzak uit. 'Speelt gij Napoleon, zo met uw hand in uw jas?' vraagt Clem. Garel Kucht knikt wat verrast en besluiteloos en denkt: nu ook al opletten geblazen met die Clem, politiek is een harde stiel!
Sabine en Jules Volbloed wandelen langs de kade van het dorpshaventje. De hoefijzervormige baai is bezaaid met palmbomen en amandelbomen. 'Kijk hier, ook nog sinaasappelen en daar dadels en vijgen!' jubelt Sabine en kijkt in het rond, naar al die heerlijke zuiderse vruchten. 'Het lijkt hier wat op Portofino in Italië, vindt je niet?' zegt Volbloed tegen zijn grote liefde. Het koppel kuiert nu al voor de derde dag doorheen dit kustdorpje en vraagt zich af wanneer die verdere verhoren komen. 'Bontekoe was niet aan het ontbijt deze morgen, vreemd toch.' zegt Sabine. 'Die Bontekoe is niet te schatten zoetje, die heeft waarschijnlijk weer één of ander tijdelijk lief opgescharreld en overnacht daar. We kennen hem, niet?' 'Brigitte vertelde me deze morgen dat de kamermeid opmerkte dat Bontekoe zijn bed onbeslapen was.' 'Zie je wel, die zit op een goeie wei, ergens ten velde. 'Ik vind dat raar Jules, zijn boot is gisterennamiddag naar het haventje gesleept en ligt daar nu moederziel alleen. Hij is toch gek op die boot? Hij zegt altijd dat die boot zijn lievelingsvrouw is! En nu kijkt hij er niet naar om?' Volbloed schudt zijn schouders, knuffelt zijn gezellin en zegt: 'Mijn lievelingsvrouw loopt naast mij. Bontekoe doet maar met zijn leven wat hij wil, maar veel echte warmte zit er niet in.' 'Daar rijdt die Colombo, kijk. Die komt eindelijk naar ons dorp. Ik hoop dat hij er werk van maakt, ik wil stilaan mijn vrijheid terug.' vervolgt Volbloed en kijkt naar de naderende ouwe roestige Renault. Met een ruk stopt de wagen vlak voor Volbloed en Sabine. De plaatselijke inspecteur stapt uit en kijkt heel sip. 'Meneer Volbloed, ik heb ondertussen vernomen dat u inderdaad hoofdcommissaris bent in uw land, met een uitstekende reputatie blijkt. Kan ik u in vertrouwen nemen?' 'Zeker inspecteur. Met wat kan ik u van dienst zijn?' 'Uw collega Bitskummer is blijkbaar gevlucht, meneer Volbloed. Een agent die hem schaduwde heeft dit bevestigd. 'Wat? Worden wij allemaal geschaduwd?' 'Inderdaad, als controle en voor uw veiligheid!' 'Hoe vluchtte hij dan?' 'Met een helicopter, meneer Volbloed, deze morgen! Een tweede probleem is dat uw andere collega nergens meer te bespeuren is. Hij werd door onze geheime dienst gisteren voor het laatst gezien met de heer Bitskummer, aan de Duivelsrots. Daarna geen teken van leven meer! Meneer Volbloed, hier is een telegram van uw premier Term, hij vraagt u om met ons mee te werken om deze zaak snel op te lossen. Kan ik op u rekenen?' 'Natuurlijk inspecteur, maar ik weet eigenlijk van niets. Die helicopter moet toch ergens heen gevlogen zijn?' 'Niet op ons eilandje, meneer, dat weten we zeker.' 'Hoe ver van hier is er nog land, inspecteur?' 'Veel te ver voor een helicopter, sir.' 'Waar is hij dan naartoe?' 'Naar een schip eventueel, ik laat dat nu natrekken.' 'Was die helicopter hier gestationeerd?' 'Neen, die kwam van over zee aangevlogen.' 'Man wat raar,' zucht Volbloed, 'heeft men al uitsluitsel over de dood van die kapitein?' 'Ja, inderdaad, die man had blijkbaar een val gemaakt op zijn hoofd, wel met veel bloedverkies, maar niet ernstig. De wetsdokter denkt dat hij viel na het innemen van een verdovingsmiddel. Hij werd daarna kunstmatig in coma gehouden door injecties recht in het hart. Daar zag de dokter al sporen van op het lichaam van de kapitein. De injecties bevatten een stof die voor ons nog onbekend is. Hij zou de laatste nacht ongeveer rond het tijdstip van de verdwijning van de genaamde Flo een dodelijke inspuiting gekregen hebben die hem snel, ongemerkt en definitief deed inslapen. Een zeer ernstige en georganiseerde misdaad dus. We hebben hier te maken met een criminele organisatie, meneer Volbloed, over de grenzen heen, dat is mijn persoonlijke mening.' Volbloed staart de azuurblauwe einder af, diep in gedachten, en zegt dan: 'Die kapitein zag er fit en monter uit. Die viel toen de storm opkwam, ik vond het al raar voor een kapitein die toch zeebenen heeft! We hadden juist onze aperitieven gekregen van die Flo. Zij gaf ons de aperitieven één voor één. Zij heeft wellicht die verdoving in het glas van de kapitein gekapt?' 'Maar waarom wilde ze die kapitein uitschakelen?' Misschien om zelf het commando over de boot te nemen? Had iemand anders van uw gezelschap zeevaartervaring, commissaris?' 'Eerlijk gezegd ik denk het niet. Tenzij Frits Bitskummer, die heeft een zeilboot?' 'Wij laten nu het eiland doorzoeken. Wellicht vinden we de vermiste Bontekoe snel. Meneer, mevrouw, ik kom straks naar het hotel, dan praten we verder. Nog een prettige namiddag.' Als Colombo uit hun gezichtsveld verdwenen is zegt Volbloed: 'Veel prettig is er niet meer aan, vrees ik.' 'Waar is Brigitte eigenlijk? Ik heb die na het ontbijt niet meer gezien. Waar zou die zitten?' mompelt Sabine. 'Misschien op het strandje?' 'Laten we eens gaan kijken?' 'Okay, zoetje.' De tortelduiven wandelen rustig verder, richting strand en beseffen niet dat ook zij gevaar lopen op dit anders zo vredig eilandje in de zon.
'Term, wat is dat met die Bitskummer en die twee commissarissen zeg, daar op die Katho-eilanden?' vraagt Garel Kucht aan onze premier. 'En waar liggen die eigenlijk. Ik vind die niet terug in mijn atlas!' 'Uwen atlas dateert ook uit de jaren 50, Garel. Toen bestonden die nog niet!' 'En spreek stil aub Garel want we zitten in de Wetstraat en ik denk dat hier alles afgeluisterd wordt!' 'Door wie in godsnaam Term?' 'Door diezelfde, die te weten gekomen is dat wij onze Fortisaandelen verkocht hebben vooraleer Fortis de dieperik inging!' 'Oei! zegt Garel en zet de radio in Term zijn kantoor keihard. Fluisterend gaan ze door. 'Term, ik als minister van het buitenland mag toch wel weten wat er daar gebeurt zeker? 'Garel, houdt u kalm, ge hebt het bij Mobutu, pardon die andere apekop Kabila verknald, wees dus bescheiden!' 'Ik heb de laatste tijd weer veel moeten oplossen in uw plaats, Kucht,' zegt Term met klem. 'Vooreerst heb ik Poetin gekalmeerd met massa's Fortisaandelen, die is terug rustig en zal België niet binnenvallen en als hij het al doet alleen wallonië.' 'Waarom alleen Wallonië, Term?' 'Ik heb hem tijdens mijn bezoek een kaart van Wallonië geschonken, bovenaan bedrukt met "Het Koninkrijk België. Moest hij binnenvallen, het zal maar tot aan de taalgrens zijn." 'Weten Reynders en de PS dat?' 'Zijt ge zot Garel dat ik dat aan hen ga zeggen?' 'Ik dacht dat ge alle Fortisaandelen op tijd verkocht had?' 'Ja, maar ik had perfecte copies laten maken, die heb ik nu aan Poetin gegeven. Content dat hij was!' 'Ik vind dit riskant Term!' 'Perfecte namaak, Garel, zelfs Fortis ziet het verschil niet!' 'Hoe weet ge dat?' 'Die aandelen die ik verlapte op de beurs voor Fortis kapot ging, dat waren ook perfecte copies, Garel!' 'Maar Term, ge lijkt wel een kapitalistische liberaal geworden, zoals ge tekeer gaat, ge doet aan echte haute finance, Term!' 'Ge houdt dat voor uzelf hé Garel, of ik vertel de pers dat ge al tien jaar een maitresse hebt, in de Congo nog wel, ik weet haar zelfs wonen!' 'Maar ik heb helemaal geen maitresse,' antwoordt Kucht verontwaardigd. 'Bewijs dat maar eens, Charel?' zegt Term, met een venijnig lachje. 'Term, bedreig me niet of ik leg aan de pers uit hoe ge het volk van Vlaanderen bedrogen hebt.' 'Okay, okay Garel, we zijn het eens!' 'Morgen gaat gij in Brussel-Zuid met veel tamtam de Clem, Dré Pikkel en die Snik Goet met open armen ontvangen, met veel pers erbij. Dat leidt het volk af van onze echte problemen.' 'Maar wat hoor ik over die boot van die hoofdcommissaris Bontekoe en over die Volbloed en die moorden die gepleegd zouden zijn? Als dat in de pers komt zijn we weer vertrokken voor pakken miserie, Term!' 'Ik zal dat wel oplossen Garel!' Gij houdt er uw pollen van af voordat het weer patat is, hoor je!' 'Ik ben verantwoordelijk voor het buitenland, Term!' 'Officieel wel Garel, voor de rest gaat ge u kalm houden tot de verkiezingen van midden volgend jaar. Ik wil de komende feestdagen leuk en stabiel doorbrengen, hou dus uw bebbel over alles en nog wat!' 'Jaja Term,' en Garel Kucht verlaat het kantoor van Term. Onderweg haalt hij het miniopnameapparaatje uit de binnenzak van zijn jas. Als verzekering voor later denkt hij. Ik moet die Term in mijn macht houden en deze opname helpt me daarbij.
------
Volbloed zit met zijn Sabine op een zonnig terrasje met zicht op een prachtige zee. Beiden genieten van een Gin-Tonic. Volbloed met zijn ega, Bitskummer, Bontekoe en Brigitte zijn ingetrokken in het enige hotel dat het kustdorpje rijk is. Zij moeten op het eilandje blijven maar mogen zich vrij bewegen in het dorp. 'Op verplichte vakantie, mijn zoetje, is dat niet leuk?' zegt Sabine. 'Zeker meisje. Maar afwachten voor hoelang niet?' 'Kijk, daar wandelt Bitskummer, samen met Bontekoe. Ik betrouw die Bitskummer niet, Jules.' 'Waarom niet? Vrouwelijke intuitie, zoetje?' 'Die is meestal betrouwbaar.' antwoordt een glimlachende Sabine.
----
Bontekoe en Bitskummer lopen in snelle pas langs de ruwe rotsachtige kust van het eiland, alsof ze een bestemming hebben. 'Waar brengt ge me naartoe, Frits?' zegt Bontekoe. 'Ik heb bij navraag in het dorp een adres gekregen waar het afgelegen is en lekker te eten valt, Bontekoe, ik wil daar met jou dingen bespreken die de anderen niet aangaan.' 'Hopelijk is het niet te ver, Frits, mijn benen zijn nog snel vermoeid, nog niet volledig hersteld van mijn zwaar accident!' 'Ik denk dat het daar is.' Bitskummer wijst naar een klein gebouw, hoog op een klif, voor driekwart omringd door een blauwe schuimende zee. 'Te hoog voor mijn benen, Frits, daar geraak ik niet.' 'Toch wel Bontekoe, er is een lift aan de voet van de rots, zegden ze mij.'
De Colombo-achtige inspecteur en zijn assistent hebben ondertussen de boot grondig geïnspecteerd. De twee hebben elke passagier apart verhoord. Als iedereen is overgestapt op de patrouilleboot roepen de twee rechercheurs de groep bij elkaar. Heren en dames, we vertrekken nu naar onze kantoren. Ik ben verplicht om u nog enkele dagen op ons eiland vast te houden tot het onderzoek afgelopen is. Alleen mevrouw Sabine Volbloed en de heer Bontekoe zijn straks vrij om te vertrekken indien ze dit wensen. 'Uit de verhoren onthou ik:' 'Het lijkt erop dat Brigitte Pijpen de laatste was die de genaamde Flo nog gezien heeft. Rond één uur 's morgens, denkt ze.' Zowel Volbloed als Bitskummer hoorden 's nachts een tijdje aanhoudend geklots van water. Volbloed sliep niet en Bitskummer werd wakker van dat geklots. Het tijdstip is moeilijk te bepalen. Bitskummer denkt dat het tussen één en twee vannacht was.' 'Wat de kapitein betreft, iedereen is het over hem eens. Hij ademde duidelijk rustig en regelmatig. Zijn kleur was nogal bleekjes maar soms knipperde hij met de ogen alsof hij wakker ging worden. De laatste die hem zag was Bitskummer denken wij, gisteravond omstreeks negen uur.' 'Een vreemde manier van handelen,' mompelt Bontekoe, 'zo zijn conclusies aan mogelijke verdachten meedelen!' 'Hij lijkt wel op een schooldirecteur die stoute leerlingen vermaant;' zegt Brigitte. 'Trouwens Brigitteke van mij, ik heb nog een vraagske. Zei die Volbloed nu niet dat gij ook commissaris zijt? Was dat om meer indruk te maken tegenover die inspecteurs hier?' 'Neen commissaris, ten eerste ben ik geen Brigitteke van mij, ik wil dat nooit meer horen. Ten tweede ben ik inderdaad tot commissaris benoemd door hoofdcommissaris Volbloed.' zegt Brigitte en bekijkt Bontekoe met een giftige blik. Bontekoe zijn adamsappel gaat op en neer. Die heeft haar op de tanden gekregen denkt hij. Ik wist zelfs niet dat Volbloed hoofdcommissaris geworden is! Tijdens mijn afwezigheid is er nogal wat gebeurd! 'Goed,' zegt Colombo, 'nu kunnen we vertrekken naar het vasteland. De onderofficier en mijn assistent blijven op het gestrande schip, tot het tij keert. Bij vloed komt een sleepboot de boot weghalen.' 'Okay captain, go ahead!' De grommende motoren breken de doodse stilte op de vredige zee. De patrouilleboot verwijdert zich zijdelings van het gestrande motoryacht, als een krab, en zet dan koers naar de kust, full throttle, vijfentwintig kilometers verderop. 'Aan die onderzoekers niets zeggen over de duikerspakken, geen woord daarover aub,' fluistert Bontekoe de anderen in het oor. 'Duikerspakken? Waar? Waarover heeft hij het?' Dat vragen Brigitte, Sabine en de anderen zich in stilte af. 'Ik blijf bij jou zolang ze jou hier vasthouden, Jules.' fluistert Sabine in Volbloed's oor. 'Ik ga hier niet weg tot mijn boot vrijgegeven wordt.' zegt Bontekoe tegen Colombo.'Hoelang kan dit duren?' 'Dat hangt van onze snelheid af,' antwoord Colombo, 'op onze Katho eilanden nemen wij onze tijd, niet zoals bij jullie met je gehaastheid, slecht voor de gezondheid.' Een vrolijk lachje volgt. 'Dat kan hier nog lang duren vrees ik, Volbloed,' zegt Frits Bitskummer die er erg nerveus bijloopt. Ook Volbloed en Sabine merken dit op. 'Die Bitskummer, kent ge die al lang?' vraagt Sabine terwijl ze Bitskummer gadeslaat. 'Neen, zoetje, eigenlijk niet.' is Volbloed zijn stil antwoord.
------
De kleine onderzeeër is klaar om te duiken. Een jonge atlethische vrouw seint vanuit de controlekamer een bericht door, in code. 'Hier Firenze. Opdracht mislukt wegens storm en motorpech. Heb schade kunnen beperken. Sporen uitgewist waar mogelijk. Full report volgt asap. 'Kapitein, graag nu de diepte in,' lacht ze. 'Is de heli op komst?' 'Yes mam, hij zal ter plaatse zijn op het gevraagde uur.' 'U bent een moedige vrouw, mam, een echte kameraad.' De vrouw knikt en legt zich neer om wat te rusten. Acht uur lang zwemmen in koud zeewater is geen sinicure. Zeer zwaar, zelfs voor een getrainde oud-zwemkampioene....
In het gastenboek van Herman Brusselmans antwoordt Dolfke wel eens op vragen en opmerkingen van andere gasten. U moet maar eens kijken op www.brusselmans.be
Een zekere Wim schrijft: Beste Dolfke, Ik volg die gesprekken hier op de voet en vanuit mijn bed. Ik heb zelf acht à tien opgroeiende kinders. Pas toch maar op manneke! De vuile was van je mama en je tante buitenhangen is niet netjes hoor. Weten zij wel dat ge hier allerlei privédingen vertelt? En pas op manneke met onbekenden op dit internet, ge weet nooit met wie ge te doen hebt hé! Er zitten soms rare kwieten tussen hoor! Of gevaarlijke gasten! Iets anders nu. Je tante Marie is dus een lekker brokje? Vraag eens dat ze naar mij schrijft Dolfke, en of ze van kindjes maken houdt? Salukes. Wim
Dolfke zijn antwoord:
Die rare van daarjuist, Wim heet hij, kan dat onze buurman zijn? Die heet ook Wim, heeft ook héél veel kindjes en ligt altijd in zijn bed zegt ons buurvrouw. Behalve in de zomer, als mijn tante Marie in haar monokino in de tuin ligt te zonnen, dan komt hij altijd over de haag vanalles vragen. Oerenbok fluistert mijn tante dan. Hetzelfde woord dat daarstraks mijn mama tegen meester Frank riep, voordat hij met zijn valies weg was. Op reis denk ik. Mijn tante moest toch even ons mama troosten. Met oerenbokken zijn we niets meisje zei ze tegen mijn mama. Ze is de zus van ons mama, wist ge dat al? Dat woordje oerenbok staat niet in mijn woordenboekske. Ik zou graag weten wat dat wil zeggen. Waarschijnlijk een ander woord voor man denk ik. Gij denkt heel veel voor een klein bazeke zegt mijn nonkel Rudy altijd, maar ik zie die niet veel. Abnormaal veel zegt hij. Moest ik het niet weten ik zou denken dat ge al volwassen zijt, Dolfke, zegt hij dan. Hij is bewaker van een firma op de boekenbeurs. Hij bewaakt de stand van meneer Brusselmans denk ik. Ziede, ik ben weer bezig met te denken. Zou ik eens gaan bellen bij de buurman? Beter niet. Ons mama is ook naar de boekenbeurs met tante Marie en ik moet braaf thuis blijven. Ik denk dat ik bijna aan tweeduizendtweehonderd karakters ben, ik stop dus maar. Een lekker brokske zou dat een ander woord zijn voor vrouw? De heer en mevrouw, of De oerenbok en lekker brokske, Dat tweede klinkt toch schoner in het oor vind ik. Ik ken ook al een paar Engelse woorden, meneer Erwin, van mijn nonkel geleerd: Fok Joe! zegt hij altijd tegen zijn vriendin Patricia.
En zo gaan die gesprekken met andere gasten maar door....
Ze zaten er verslagen bij. Nu was die hulpvaardige dienster Flo weg. Dat deed hen terugdenken aan de ongelukkige lichtmatroos die tijdens de hevige storm over boord viel en verdween in de verraderlijke kolkende zee. Op dit moment was de zee hun vriend. De zachte luwte op het azuurblauw wateroppervlak, het leek op een paradijs, een droom. Toch was er geen vrolijkheid. De boot van de kustwacht kwam langs om de gehavende kapitein op te halen. Een verpleger en dokter in witte jassen hadden de slapende kapitein met noodbed en al op het achterdek geplaatst, waar meer ruimte was voor een eerste onderzoek. Volbloed en de anderen kijken toe. De dokter bekijkt de man op het noodbed, beweegt met één vinger het ooglid van de patient, op en neer. Het lichtstraaltje van een soort minilampje schijnt in het oog. Hetzelfde ritueel met het ander oog. Dan neemt hij het deken van de man weg en betast de borstkas en de buik, alsof hij ze kneedt, voelt aan vingers en tenen en staart naar de torso, in diep gepeins. De anderen blijven met spanning toekijken. Hij zucht, schudt lichtjes met het hoofd en dekt de man af, met het laken, volledig tot ver over zijn hoofd. 'Waarschijnlijk vermoord.' zegt de dokter op monotone toon. Dan richt hij zich naar de schipper van de kustwacht. 'Ik denk moord,' herhaalt hij. De anderen bewegen niet en bekijken mekaar met doffe vragende ogen. De Kustwachtschipper roept de wal op. 'Pan Pan, politiebijstand gevraagd. Dringend wegens verdachte dood van een passagier, over.' 'Hallo, hier de kustwacht, wij sturen onmiddellijk een rechercheur, blijf ter plaatse en op post, out,' 'Waarom denkt u dat, dokter?' fluistert Bitskummer stilletjes, alsof niemand het mag horen. 'Als dokter heb ik de plicht bij een verdacht overlijden alleen met de politie en de onderzoeksrechter te praten, het spijt me;' zegt de dokter en stapt over het loopbruggetje richting de patrouilleboot. De verpleger blijft zwijgend naast het afgedekte lijk staan alsof hij het bewaakt. 'Vermoord?' fluistert commissaris Volbloed tegen zijn collega Bontekoe. Brigitte kijkt hen beide aan met vraagtekens in haar mooie ogen. Plots staat Bontekoe op en roept: 'De duikerspakken! Die moet ik bekijken!' en wil de trap af naar de kajuiten. 'Sorry, sir, maar u blijft beter hier, niets aanraken of verplaatsen tot de recherche ter plaatse is,' komt de kunstwachtkapitein tussenbeide. Bontekoe keert terug op zijn stappen en antwoordt: 'wij zijn commissarissen,' en hij wijst naar Volbloed. 'Ook deze dame is commissaris,' valt volbloed hem in de rede. Bontekoe bekijkt Volbloed verbaasd, fronst zijn voorhoofd, draait even zijn hoofd richting Brigitte maar zegt verder niets. 'U kan zeggen wat u wil heren, we hebben daar geen bewijzen van en trouwens u bent zeker niet bevoegd in dit deel van de wereld. U komt uit België nietwaar?' zegt een kustwachtofficier die naast de verpleger komt staan. 'Bontekoe, waarom had je het over duikersgerief?' wil Volbloed weten. 'Hoe denk je dat die Flo, of hoe heet ze, vanop mijn boot, midden in zee, bij zacht weer, plots verdwenen is, Volbloed? En hoe kan die kapitein vermoord zijn op dit schip? Door één van ons misschien?' Daar zit wat in denkt Volbloed en laat de film van de laatste 24 uren teruglopen in zijn geheugen. Hij tracht zich de dingen te herinneren die bijzonder of eigenaardig leken. Ook de op het eerste gezicht onbenullige zaken die de laatste uren gebeurden projecteert hij in zijn geoefend rechercheursbrein. Dan gaat er plots een lichtje branden. Zou het kunnen dat...denkt hij....
Lieve mensen, Kijk nog eens één keer naar Het Seppe Dagboek, op www.bloggen.be Je wordt er ijzig stil van. Zeur niet meer om kleinigheden in je leven. Wees tevreden dat je gespaard bleef van wat Seppe en zijn ouders overkomt. Jules
Het kleine bootje meert aan tegen het gestrande motoryacht. De vreugde van het weerzien is overweldigend. Iedereen omhelst iedereen. De schipper van het reddingsbootje deelt voedselpakketen uit en flesjes drank. Hiermee laven Volbloed en zijn gezellen zich mateloos. 'Niet te veel in één keer drinken,' zegt Sabine die in het gewone leven verpleegkundige is en weet waarover ze praat. Als iedereen tot bedaren komt en de tranen van blijdschap opgedroogd zijn, praat de schipper via zijn marifoon met de kustwacht om verdere dingen te regelen. Ze zullen echter moeten wachten tot het hoge tij is om Bontekoe zijn schip los te trekken en weg te slepen tot aan het vasteland. Dat ligt ongeveer 20 km verderop. 'Bontekoe, hoe kom jij hier?' is het eerste wat Volbloed vraagt, nadat hij bekomen is van alle emoties, 'en jij, mijn prinses, hoe is het mogelijk dat jij hier bent?' Aandachtige lezers weten ondertussen dat hij Sabine bedoelt. Bontekoe en 'prinses' vertellen beurtelings het ganse verhaal. Ik werd vrijgelaten na het enige telefoontje dat ik mocht plegen. Ik belde mijn goede vriendin Paris Hilton op. Die vloog onmiddellijk naar haar Hilton in Peking. Vandaar belde ze Jacques Rogge op. Die heeft zeer nauwe contacten met de Chinese overheid sinds hij de Olympische spelen daar organiseerde. In een wip werd ik vrijgelaten en de Chinezen vlogen mij onmiddelijk naar België. Daar hoorde ik wat er gebeurd was. Om jullie te kunnen helpen moest ik dan een groot geheim prijsgeven. Ik moet jullie nu dus ook dat groot geheim verklappen, vrienden. Een geheim dat slechts enkele leden van de staatsveiligheid kenden. Ik ben al jaren spion en informant voor de staatsveiligheid en voor de CIA. Mijn zogenaamde vakantiebootreizen waren undercover-operaties voor mijn spionnenwerk. Vandaar dat sommigen, o.a. bepaalde leden van de geheime dienst, mij verdacht vonden, zoals Dré Pikkel bijvoorbeeld. Mijn boot is heel speciaal. In de kiel en in de boeg zijn fijngevoelige instrumenten ingebouwd, ontvangers en zenders die via spionagesatelieten van de Navo en het Pentagon alle bewegingen en gegevens van de boot registreren. Toen ik terug was en hoorde dat Volbloed, Bitskummer en Brigitte een opdracht gekregen hadden van Term, een opdracht die door de onverwachte stormen mislukte, met het resultaat dat jullie vermist waren, heb ik mijn dekmantel bij de betrokken topmensen van de overheid bekend gemaakt. Via Caran Dash met haar CIA topcontacten konden wij jullie opsporen. Jullie liggen niet zo ver van de Katho eilanden. Sabine Volbloed eiste meteen dat ze meeging, en dit werd toegestaan door Garel Kucht. En hier zijn we nu, beste vrienden, ik ben zeer blij met de goede afloop, ondanks het verlies van mijn dekmantel. Ik deed die geheime opdrachten zeer graag. Maar tot daartoe! Jullie zijn gered en ik ben uit een hachelijk avontuur gekropen. 'Waar is Flo eigenlijk?' vraagt Volbloed en kijkt in het rond. 'Zij is gisterenavond naar haar kajuit gegaan met migraine, sindsdien niet meer gezien eigenlijk.' meldt Brigitte. 'Onze gewonde zeekapitein ligt bij haar in de kajuit, ze ging hem verzorgen zei ze gisteren nog.' voegt Brigitte eraan toe. 'Flo, Flo,' roepen ze in koor, 'waar ben je?' Brigitte die bij Flo aanklopt krijgt geen antwoord en opent snel de kajuitdeur. Flo is nergens te zien. De gewonde kapitein ligt op een berrie en schijnt nog steeds te slapen. Bitskummer die de rest van het schip doorzoekt vindt ook geen Flo. 'Kan die overboord geslagen zijn vanacht?' wil Bontekeo weten. Niemand heeft daar een antwoord op. Flo is dus verdwenen. Op het schip is het vreugdegevoel plots weg....
Mag ik mijn oprechte dank uitspreken tegenover de Goden en tegenover de Amerikaanse kiezers? Voor die overwinning van Obama als nieuwe USA president!
De meerderheid van de amerikanen is dus toch niet zo dom als algemeen aangenomen. Blijft nu de vraag wanneer het Kwade weer gaat toeslaan. Ik denk dan aan JF Kennedy! Obama loopt groot risico zijn ambtstermijn nooit uit te doen! De ultraconservatieven (o.a. de oliemaffiabende van Bush en co) zullen wel een zwakzinnige gek vinden die op de nieuwe president raak zal schieten! Ik vrees het ergste. Maar vandaag is een historische dag geworden. Hopelijk blijft het niet bij een kleine vermelding in de geschiedenisboeken die nu nog ongeschreven zijn. Goden, laat Obama lang en gezond leven, bescherm hem tegen de duivels als het moet! Uw schepselen met een hart en een gezond verstand zullen er goed bij varen.
Bitskummer is naast Volbloed komen staan op het achterdek van Bontekoe zijn mooi maar door de storm erg toegetakeld motoryacht. Volbloed kijkt nog steeds door die verrekijker, met gefronst voorhoofd. Bitskummer merkt de frons en vraagt: 'Wat zie je?' 'Man niet te geloven, een enorm groot schip.' 'Wat, wat? Volbloed hallucineer je of wat? Dat bootje is een notedop groot!' zegt Bitskummer die in de verte staart. 'Dan moet je zelf maar eens kijken, Bitskummer, dat kun je niet geloven!' fluistert Volbloed en geeft de verrekijker aan zijn kompaan. Bitskummer kijkt erdoor, richting het bootje. 'Man, dat kan niet waar zijn, een enorm schip met op het dek allemaal vrouwen in bikini, man waar zijn we verzeild?' orakelt Bitskummer en klinkt té opgewekt voor de situatie waarin de heren zich bevinden. Met het blote oog zien ze enkel een klein speedbootje maar door die verrekijker een enorm schip met voor gezonde mannen op zijn minst zeer aantrekkelijke bemanning. Bitskummer richt de verrekijker nu naar de hemel en blijft dat groot schip vol blote vrouwen zien. Dan zucht hij en licht zijn schouders. 'Volbloed, dat is een regelrechte fop-verrekijker, wel een verrassend goeie, van die Bontekoe waarschijnlijk, de gek, de vrouwenzot!' 'Leuk gevonden maar net nu niet om te lachen.' valt Volbloed hem in de rede. Met het blote oog is nu te zien wie naar hen toevaart. 'Kunt ge geloven wat ik zie, Volbloed? Een mooie vrouw en een vent met een enorm repeteergeweer, en nog één aan het roer.' Volbloed knikt en blijft staren. Tot zijn ontzetting herkent hij in die vrouw plots zijn eigen Sabine, maar hij zwijgt want hij gelooft zijn ogen niet. Een paar seconden later, turend over die immense zee zegt Bitskummer: 'Volbloed, als ik het goed heb is die vrouw in die boot jouw vrouw, hoe kan dat nu?' Volbloed blijft voor hem uit staren, naar het schuitje in de verte en knikt bevestigend. 'Zijn wij beiden gek aan 't worden, mijn vriend?' vraagt Bitskummer. Brigitte die ondertussen op het dek verschenen is met een tweede verrekijker, mompelt: 'Chef, die vrouw in die boot lijkt op uw vrouw!' Volbloed is gaan zitten want hij kan het niet bevatten. Hoe komt zijn gezellin in godsnaam hier, ergens midden op zee waar hij ronddwaalt? Geen kat kan weten waar ze zitten en toch is ze daar? Droomt hij? Door de schrille gil van Brigitte ontwaakt Volbloed uit zijn verwarring. 'Chef, dit kan niet, die man in dat bootje met dat geweer is hoofdcommissaris Bontekoe! Ik sta versteld!' roept ze uit. 'Breekt mijn klomp meisje, je hebt gelijk!' is alles wat Volbloed over zijn lippen krijgt. 'Chef, ik ben door u benoemd tot commissaris, ik wil dus niet dat Bontekoe me weer aanspreekt met zijn 'Brigitteke van mij'. Als hij dat durft neem ik ontslag.' zegt de kordate jonge vrouw. 'Ik begrijp niet hoe hij hier kan opdagen, Brigitte? Hij zat een week geleden nog ergens in een Chinese gevangenis! We zijn duidelijk niet meer bij met het nieuws en de ontwikkelingen van de laatste dagen.' In de verte zien ze de twee bekenden in het bootje met hun armen zwaaien en juichen. Sabine en Bontekoe hebben Volbloed en co duidelijk herkend....
Commissaris Volbloed en zijn vriend Pikkel hadden dezelfde problemen. De ene in een boot, de andere in een treinwagon. Volbloed was omringd door water met haaien. Pikkel door wilde natuur met veel roofdieren. Beiden zaten ondertussen zonder eten en drinken. Met lege batterijen, geen water meer. Dus danig in de puree. Pikkel zat vast in een treinwagon, midden in de natuur. Volbloed zat ook vast, op een boot, want het levenloze vaartuig wiegelde niet langer op de deinende zee, maar was op een zandbank terechtgekomen. Volbloed was daar blij om want hij is niet-zeeziekbestendig en had zichzelf de laatste dagen minstens tweemaal uitgekotst.
Naar geheimagent Pikkel was een krakkemikkige oude stoomloc op weg, gestuurd door de Russische overheid. Dat had onze Garel Kucht, de minister van verre betrekkingen geregeld. Als die minister wat regelt is het altijd prijs. Kijk maar naar onze Congo en de Kivu-streek! Zo goed als opgelost.
Volbloed en Bitskummer hadden al vuurpijlen afgeschoten want ze dachten in de verre verte doorheen de lichte mist land te bespeuren. De twee dames hadden zich teruggetrokken in hun slaapkajuit want ze hadden last van regels en zonder verfrissend en reinigend water zaten ze daarmee wat in de problemen. Ik ben blij dat ik een vent ben dacht Volbloed en Bitskummer dacht hetzelfde maar zei ook niets. Na hun laatste vuurpijl zaten de beide mannen te wachten op wat komen ging. Die twee zagen er maar miserabel uit. Stoppelbaard van 10 dagen en niet gewassen. Ze hadden de watervoorraad aan de dames gegeven, gentlemen die ze zijn. Ze stonken nu wel tien uur boven de wind, vandaar dat ze op het bovendek in open lucht bleven zitten. Binnen in de kajuiten geurde het trouwens ook niet zo geweldig. Die vijfde passagier rook dat niet. De kapitein van dienst sliep immers, nog altijd in coma, zo leek het.
Pikkel, Clem en Snik in die wagon zaten er wat versuft bij. 'Ik hoor iets' zei Clem plots. 'Mijn lege buik die grolt.' antwoordde Pikkel. 'Troef.' riep Snik. Ze waren immers aan het kaarten, dat deden ze nu al voor de zesde dag. 'Zwijg' zei Clem. 'Shuut' zei Pikkel. En ja, waarachtig van heel ver klonk het geluid van een goede oude romantische stoomlocomotief. De machinist liet zijn stoomfluit op volle kracht zijn gang gaan. Alle drie sprongen ze recht en jubelden. Rond hun wagon verdwenen één voor één die wilde dieren die hen bijna een week hadden belaagd.
Toen de loc zich gekoppeld had aan de wagon gaf de machinist een brief aan Pikkel. In het Nederlands opgesteld. Hij las luidop.
'Heren Pikkel, Clem en Goet, U wordt op de kosten van de Belgische staat met deze loc en zijn Russische bemanning naar Brussel Zuid gebracht alwaar ik u zal onthalen met de aanwezige voltallige nationale en internationale pers erbij. De machinist zal zorgen voor het nodige eten en drinken. Goed reis, Getekend Garel Kucht. Minister van verre betrekkingen.'
'Ik hoor iets.' roept Bitskummer. 'Mijn lege maag.' antwoordt Volbloed. 'Neen, luister.' 'Een motor?' vraagt Volbloed. Dan zien ze bijna tegelijk aan de horizon een motorbootje opdagen. Volbloed springt recht. 'Brigitte, Flo, kom kijken, we zijn gered!' jubelt de commissaris. Nu zien ze duidelijk een motorboot naderen met twee figuren erin. 'Ik neem dat vuurpijlpistool, als wapen, je weet maar nooit.' fluistert Bitskummer. Volbloed vind dat een rare opmerking maar beseft dat op de wereldzeeën nogal wat piraten rondhangen en voelt zich plots veel minder blij. 'Brigitte en Flo, blijf in jullie kajuiten en geen geluid maken!' roept Volbloed naarbinnen. 'Waarom?' vraagt Brigitte met halfopen kajuitdeur. 'Je weet maar nooit, misschien zijn het piraten.' zegt Volbloed een beetje bedrukt.' 'Chef, onze dienstwapens liggen in mijn kajuit, hebben we die dan niet nodig?' 'Neen, Brigitte, hou ze bij jou, we zien wel!' Volbloed, ondanks een lege maag is weer volledig op zijn positieven. 'Hier een verrekijker,' zegt Brigitte en werpt het ding naar Volbloed. Vrouwen zijn toch altijd een tikkeltje sneller en logischer als het er op aankomt denkt Volbloed. Bitskummer en Volbloed wachten gespannen af wie op hen afkomt. Dan focust Volbloed de verrekijker en kijkt door het vizier. 'Jongens toch, wat is me dat zeg,' broebelt hij in zijn dialect. 'Wat, wat?' vraagt Bitskummer.
Beste lezer. Ik kreeg een vreemde mail van een pastoor die blijkbaar lang geleden nog verliefd geweest is op Tania of Patricia, de huidige vrouw van Herman Brusselmans. Ik wil u die mail niet onthouden, ofschoon de inhoud wat ranzig is.
Een schrijven van Pastoor Jozef Bonte: (de man correspondeert al eens op het gastenboek van Herman Brusselmans, u moet maar eens kijken. Via Google vindt u de juiste Brusselmans site wel.)
Quote
Beste Tania/Patricia,
Ik heb uw raad opgevolgd om mijn kerk te laten vollopen. Negerkes vind ik niet in de omgeving maar ik heb het thema Halloween gebruikt in mijn huis van God en het werkte! Uit de parochiezaal pikte ik de spiegelbol en een paar kleurenspots. Verder nam ik mee: de klankinstallatie en wat platen van Madonna.
Ik heb de kerk versierd met van die heksen en veel van die spoken die ik zelf maakte volgens de instructies van www.bloggen.be/sprokkels, ge moet maar eens kijken.
Bij aanvang van de mis zaten weer mijn drie trouwe gelovigen op de eerste rij. Drie ouwe vrouwkes van in de negentig! Verder alles leeg. Toen heb ik de muziek hard laten loeien en de kleurenspots op de draaiende spiegelbol gericht. De drie vooraan zijn gillend weggespurt, alhoewel niet overdrijven, weggeschuifeld, na een half uur waren ze de kerk al uit. Ondertussen was de kerkpoort opengeduwd door een bende jeugd, scouts en gidsen en ook de socialistische vakbond die vlak over de kerk een lokaal heeft en daar aan het vergaderen was, kwam in grote getale kijken. Ik zag ook jonge koppels met kinderen binnenstormen. Die begonnen te dansen en te swingen. Het werd een echt feest. De communie en heel de eucharistieviering viel weg.
Plots zag ik toch wel Herman Brusselmans binnenkomen zeker, met één van andere triple in zijn hand. In de andere hand hielt hij Patricia vast, pardon Tania. In zag haar, liep naar haar toe en kuste haar op de mond. Herman keek wat boos maar deed niets. 'Tania' zei ik. 'Wie zijt gij?' vroeg Tania. De feeks deed of ze me niet kende. 'Maar we zijn nog ooit samen op weekend geweest naar de grotten van Han. Weet ge dat niet meer? In een piepklein tentje, wij getwee?'
Tania keek naar Herman en deed verbaasd, de commediante! Ik pakte haar terug vast, met mijn ene hand op haar kont en de andere in haar bloese. Brusselmans had dat niet graag. Hij gooide zijn pint naar het altaar, greep me vast, duwde mijn Mijter verder over mijn kop tot onder mijn kin. Ik stikte bijna. Die Brusselmans moet veel aanhangers onder de jeugd hebben, want die hadden alles gezien en een hele bende stormde op me af, sloegen me neer, sleurden de kleren van mijn lijf. 'Niet zijn onderbroek!' riep Tania naar die gasten, 'Hij heeft maar ne kleine, 't is geen zicht!' Dus lieten ze mijn slip rond mijn achterste hangen. Ze sleurden me de kerk uit naar de grote kerstboom op het plein (die kerstboom is daar wel heel vroeg vind ik trouwens, maar de burgemeester, een vrijdenker, doet dat expres om mij te pesten denk ik.)... dus naar die enorme kerstboom in mijne bijna bloten; hangen ze mij daar in die boom en binden mij daarin vast! Steken dat dat deed, al die naalden in mijn handen en mijn voeten en in mijn kont. Ik riep in paniek: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen!'
Maar toen begon het pas. Iemand trok toch mijn slip naar beneden en iedereen op dat volle plein lachte luid! Ik schrompelde nog meer in mekaar en mijn pietje ook, zeker met die koude buiten. Twee graden boven nul is niet veel! In mijn kerk bleef Madonna maar doorzingen. Toen voelde ik iemand aan mijn lul zuigen, dat was achtentwintig jaar geleden zeg! Ik fluisterde : 'Patricia, zijt gij dat mijn schat?' In een wip stond hij rechtop, naar onze heer in de hemel wijzend. Ze antwoordde niet. 'Tania, zijij....t, zijij...t g....ijijij da...aaat?' kwam eruit en toen schoot ik die kerstboom vol spermawit. Vlokken langs alle kanten. Weer een ovatie van het publiek op dat plein. Maar die deerne bleef maar zuigen, tot ik een tweede salvo loste. Ik voelde mij in de hemel, met al die vleselijke heerlijkheden die ik achtentwintig jaar moest missen. Weer riep ik uit: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen!' Plots voelde ik een blote buik op de mijne. Ik dacht: 'waw, waw, Tania haar naakt buikje op de mijne'. Maar toen voelde ik op mijn buik naast die van mij, nog een tweede pik hard te keer gaan. Ik kokhalsde en braakte heel die boom weer vol, deze keer met kots. Mijn Mijter die Brusselmans over mijn hoofd had geduwd, vloog door de stuwkracht als een pijl de lucht in en landde op de top van de kerstboom als een schone piek.
Toen werd ik wakker in een nat bed. Man, wat was ik blij.
Unquote
Een vreemd verhaal, niet? Zou het echt autobiografisch zijn?
1 november. Het systeem. Moeder waarom leven wij? De titel van een boek van Lode Zielens. 1 november, dag van de doden, kristelijke dag, katholieke feest? Moeder waarom leven wij? Om dood te gaan, jongen! Het hele systeem deugt niet. Heeft de echte Jezus Christus uitstaans met dat hele kristelijk gedoe? Neen, de man was een historische figuur, ging in tegen de heersende klasse van toen. Vandaag zouden we zo iemand een terrorist durven noemen. Laten we bij de vraag blijven: Moeder waarom leven wij? Ik weet het niet, niemand wellicht. Het systeem is gruwelijk. Het kan dus niet door één of andere goede god uitgevonden zijn. Die had het systeem perfect gemaakt! Het gaat boven ons petje, waarom we even leven en dan toch zo snel terug dood moeten. Gruwelijk is het, ons een bewustzijn schenken zodat we goed beseffen dat we hier zo tijdelijk zijn, zonder verder uitzicht? De scheppers moeten sadisten zijn om zo een systeem in mekaar te steken! Of emotieloze krachten die dit alles hebben doen ontstaan. Is alles evolutie en toeval? Zoals Darwin ooit predikte. Neen toch, te veel oneindige toevalligheden om tot dit bestaan te komen! In het begin was er niets. Toen schiep God hemel en aarde. Eetbaar voer voor simpele en ongeletterde mensen, niet voor denkers! Missen wij eenvoudigweg een dimensie of twee om alles hier te kunnen bevatten? Wellicht is dat de reden dat 'ons hier zijn' onbegrijpelijk blijft. 1 november. Velen zijn ons voorgegaan. Wij zullen snel volgen, onwetend. Is er iets anders voor ons weggelegd? Onze scheppers zijn gruwelijke krachten. Het systeem is op papier een juweeltje van spitsvondigheden, maar zit met haken en ogen in mekaar, zeer onvolmaakt. Had Darwin toch gelijk: het systeem moet nog verder evolueren? Zijn wij prototypes? Proefbuiswezens die steeds weggeworpen worden tot de scheppers de perfectie bereiken? Conclusie: onze scheppers hebben ook hun beperkingen. Dat ze zolang moeten experimenteren om tot iets volmaakt te komen!? Dodelijke onvolmaaktheid. 1 november. Moeder waarom leven wij? Om snel dood te gaan, mijn jongen. Speelballetjes in het niets zijn wij, ineen geknutseld door wie of wat?. Alleen de doden blijven achter. Misschien weten die meer dan wij, de levenden?
Alleen water en nog eens water tot aan de horizon. Driehonderdzestig graden in het rond. Dit is wat een vermoeide commissaris Volbloed ziet. De zee is rustig geworden. Zacht golvend water. Geen vogels te bespeuren. Volbloed concludeert meteen dat ze ver van het vasteland rondzwalpen. De commissaris zet zich neer in één van de zetels op het achterdek van de boot, een boot die stand gehouden heeft in de voorbije storm. Volbloed dankt daar de hemel voor, incluis de god van de zee, maar hij weet niet meer hoe die bij naam heet. Brigitte, de jonge commissaris, die allerlei sleutels en gereedschap in haar linkerhand houdt, kijkt naar Bitskummer in de open motorruimte van het schip. De man tracht leven in die machines te krijgen. Hij knutselde al heel zijn leven aan autos, als hobby, en hoopt zo'n marinemotor leven in te blazen. Bitskummer zeilt wat in zijn vrije tijd en heeft uitgerekend dat ze ergens aan de Khato eilanden ronddrijven. Hij heeft de zeekaarten van de kapitein bestudeerd en denkt te weten hoe land te bereiken, van zodra hij die verdomde motoren kan opstarten. De dienster die Flo heet komt even een luchtje scheppen. 'Goed gewerkt Flo,' zegt Volbloed. Het meisje heeft wat opgeruimd, braaksel weggespoeld en de kapitein, nog steeds bewusteloos, zijn diepe hoofdwonde zo goed en zo kwaad als mogelijk verzorgd. 'Frits, (want zo heet Bitskummer met zijn voornaam) kan jij niet trachten die kapotte marifoon te herstellen?' vraagt Volbloed. Vanuit het motorruim roept Bitskummer: 'Het spijt me Jules, maar daar ken ik zo goed als niets van!' 'Zonder communicatie met het vasteland of een ander schip zijn we hulpeloos.' zegt Volbloed. 'We zijn door die storm de antenne kwijt, Jules, het zou daaraan kunnen liggen,' antwoord Bitskummer. Bitskummer richt zich tot Brigitte en zegt: 'Probeer de contactsleutel nog eens, Brigitte.' 'Geen leven te bespeuren.' zegt Brigitte die blijft proberen. 'Geen leven!' Allen kijken mekaar aan en denken aan die arme lichtmatroos die overboord ging tijdens de storm en nooit meer teruggezien werd. Een vreemde stilte hangt als een zwaar deken over het gezelschap. 'Laten we wat eten en drinken, jongens,' zegt Volbloed en Flo loopt richting keuken. 'Ik haal wel wat voor iedereen, commissaris.' _____
Even recapituleren voor zij die niet meer kunnen volgen en voor de schrijver die soms de tel kwijt raakt. Hoofdcommissaris Bontekoe is opgesloten in een Chinese gevangenis. Geheim agent Dré Pikkel zit vast in een verlaten wagon van de Orient Expres, ergens in Rusland, niet ver van de gevaarlijke Tjernobyl centrale. Hij kan niet buitenkomen, met al die wilde dieren rond die wagon en de gevaarlijk straling van die kapotte centrale. Hij zit daar samen met onze minister van landsverdediging Clem, die zware diarhee heeft en met de jonge rechercheur in opleiding Snik Goet. De zwarte Special CIA Agent(e) Caran Dash toert rond in Rusland, zonder wettige papieren, ongevraagd en dus incognito, samen met de vliegende inspecteur Tom Bonnen. Ze zijn op zoek naar Bontekoe, die ontsnapt was uit het privédomein van Poetin, maar ondertussen terug ingerekend is door de Chinezen . Die Tom Bonnen won ooit veel boekenbonnen op Radio1 met een spel Midi Crimi, vandaar zijn naam, maar dit doet niet terzake. Hou dus geen rekening met deze laatste zin. Commissaris Volbloed zit met zijn jonge collega Brigitte Pijpen (haar echte naam) en het hoofd van de staatsveiligheid Frits Bitskummer genaamd, op het motoryacht van Bontekoe, midden op zee, echter totaal stuurloos en zonder mogelijkheid SOS of Pan Pan te seinen. Sabine, Volbloed's gezellin zit thuis, weet van niets en denkt dat haar schat verdwenen is. Onze premier Term heeft zijn reis naar Poetin weer uitgesteld want er was te veel storm om te helicopteren en nu is er geen spoor meer van de boot waarop Volbloed en co op hem wachtten. Machteld, ooit scriptmeisje, dan lievelingssecretaresse van Volbloed werd door Term opgeëist en werkt daar nog steeds, zij het tegen haar zin. Er zijn nog een paar tweederangspersonages die in dit verhaal voorkomen: Bart De Wever die ooit op het vijfde verdiep aan een dunne koord hing voor het raam van Volbloed zijn kantoor. Hij was daar door tegenstanders uitgehangen en deed in zijn broek van de schrik. Wie dit eigenlijk deed? Het onderzoek loopt nog, heel traag, typisch Belgisch. Prins Filip, die wel eens geintjes uithaalt met politieke figuren zoals Filip De Winter. Natuurlijk onze Albert en ons Paola, die zich zorgen maken over hun oudste. De situatie is voor een aantal personages dus tamelijk ernstig en pijnlijk. En de schrijver moet dit in goede banen leiden, een moeilijke, lastige en vervelende opdracht. Kan iemand mij wat helpen met hints en plotlijnen en dergelijke? Alvast bedankt. Alleen schrijven zonder hulp van derden is vermoeiend en bijzonder eenzaam.
Aan de pier van Blankenberge ligt een motoryacht met draaiende motoren. Dat yacht is eigendom van hoofdcommissaris Bontekoe en de geheime dienst heeft het in beslag genomen. Aan het roer staat een kapitein ter zee en in de leefruimte staat caviaar klaar en champagne. Een jonge knappe dienster en een lichtmatroos pellen verse garnalen in de keuken van het schip. Als Volbloed met de snelle politiewagen aankomt, samen met Brigitte en Bitskummer, is het al goed donker. Enkele toevallige wandelaars hangen wat rond maar een politiecordon belet hen dichterbij te komen. Volbloed en zijn begeleiders gaan onmiddellijk scheep en het motoryacht met zijn 1500 pk twinmotor kiest het ruime sop, een lange witte schuimende staart op de noordzee achterlatend. De omstaanders kijken het mooie snelle schip na, met grote ogen en bewondering en wandelen dan verder de pier af. 'Waar gaan we heen?' is het eerste wat Volbloed zegt. Hij is niet zo gek op diep en bewegend water en begrijpt niets van het hele gedoe. 'We varen naar Petersburg, chef,' zegt Brigitte. 'Wat zoeken we daar in godsnaam?' 'Een geheim gesprek met de Russen.' zegt Bitskummer. 'Maar Bontekoe zit in een Chinese gevangenis,' antwoord Volbloed terecht. 'Weet ik, maar eerst de zaak met Poetin oplossen, die zijn land grenst aan het vrije Europa, dus belangrijk! De zaak Bontekoe komt nadien.' vervolledigt Bitskummer, hoofd van de staatsveiligheid. 'Ik dacht dat de premier Term mij dringend wou zien?' zegt Volbloed verontwaardigd. 'Ja inderdaad, maar die doet nu zijn slaapje, die komt straks.' meldt Brigitte, de sexy vrouwelijke commissaris. 'Hoe geraakt die Term hier dan aan boord, midden op zee?' 'Met een legerhelicopter, de missie is geheim en moet dat blijven!' roept Bitskummer nogal luid want buiten waait het fel, met bliksemschichten, gedonder en diepzeegolven om u tegen te zeggen. 'Hier, neem een pilletje tegen de zeeziekte, chef.' Brigitte geeft haar baas en iedereen aan boord zo'n pilletje. Alleen de kapitein weigert. 'Ik wordt misselijk van pillen,' zegt hij en zet zijn automatische piloot aan. 'Kom, dames en heren, we gaan aan tafel.' en hij geeft iedereen een glas van de fijnste schuimwijn die in het westelijk halfrond te verkrijgen is. 'Waar zijn die schapen die we aan Poetin beloofd hebben?' wil Volbloed weten. 'Commissaris, premier Term heeft een beter idee. Hij gaat Poetin betalen met massa's aandelen van Belgische banken, iets dat Poetin zeker zal bevallen.' meldt Bitskummer. 'Leest die Poetin de internationale kranten dan niet?' vraagt de wijze Volbloed. 'Die aandelen zijn niets meer waard! Gaan we Poetin bedriegen of wat? Lost dat de crisis op? Is Term zot geworden? Waarom moet ik daar bij zijn?' Veel vragen tegelijk rollen uit Volbloed zijn mond. Hij wordt ook wat misselijk van al dat rollen en gewiebel van de boot. 'U moet mee om de hele deal een mooi kleedje van geloofwaardigheid te geven, chef. U staat ginds gisteren immers op de United Nations Listing als Meest Betrouwbare Rechercheur van Europa, vandaar!' zegt Brigitte, een tikkeltje fier op haar chef. 'Als ik met die waardeloze bankaandelen naar Poetin ga, zal ik rap van die lijst donderen en op een heel ander soort lijst terecht komen, die van beroemde Russische gevangenen, denk ik. Dat slik ik niet. Ik ben wel goed maar niet gek. Dat ze die Burggraaf Davignon sturen of die Maurits Lippens, die kunnen alles beter uitleggen en iedereen leugens wijsmaken, Poetin incluis. Ik doe niet mee.' zegt een kwade en lichtjes groene Volbloed en hij begint als gek garnalen te eten op de kosten van de belastingbetaler. Ik eet ze allemaal op voordat die Term hier met die helicopter aankomt, overdenkt hij en heeft binnenpretjes. 'Te veel eten is niet best met dit weer, meneer Volbloed,' zegt een bezorgde kapitein. 'Dit kan zeeziekte versnellen en u gaat zich dan zeer onwel voelen.' 'Ik voel we nu al onwel,' zegt Volbloed. 'Kan ik van hier per gsm mijn vrouw bereiken, kapitein?' 'We zijn te ver van het vasteland, sir, maar ik kan de kustwacht bereiken met de marifoon indien u wenst,' De boot is nu een speelbal van de woeste zee en kraakt in zijn voegen. Ik hoop dat Pikkel die boot van Bontekoe degelijk heeft laten herstellen na zijn crash op een baarbeker in Blankenberge denkt Volbloed. Zoniet ziet het er slecht uit. Een enorme aanstormende golf richting het motoryacht merkt de lichtmatroos, die nu aan het roer staat, te laat op. De enorme massa water dondert tegen het schip aan, dat slagzij haalt. De onfortuinlijke passagiers verliezen het evenwicht en slaan tegen alles en nog wat aan. De lichtmatroos is door de enorme knal over boord geslingerd, de kapitein wordt met zijn hoofd tegen de tafel gecatapulteerd en ligt op het tapijt, duidelijk buiten bewustzijn. Brigitte die zich aan de zetel vastgeklemd heeft vraagt vertwijfeld: 'Kapitein, waar zijn de zwemvesten en het reddingsvlot?' Maar geen antwoord. Het tapijt kleurt rood, vlak naast het slapende hoofd van de kapitein. Volbloed merkt dit als eerste op en roept: 'zoek de zwemvesten, allemaal!' Een nieuwe reuzegolf teistert de reeds manke boot en de motoren vallen uit. Stuurloos en gehavend wordt de boot van links naar rechts geslingerd terwijl het onweer op zee in volle kracht aanhoudt......
Hoofdcommissaris Volbloed zit in zijn kamerjas te genieten van een boek van Herman Brusselmans. Zijn gezellin Sabine heeft pompoensoep gemaakt en lamsgebraad, één van Volbloed's favorieten. De kater Frosty ligt heen en weer te draaien op zijn rug, in de zetel naast Volbloed. Met zijn aperitiefje in de hand wandelt hij sloom naar de keuken. 'Alles is klaar, zoetje.' zegt zijn allerliefste. Hij glundert en antwoordt: 'dan ben ik ook klaar, prinses!' Beiden wisselen een blik van begrip en zetten zich aan tafel. De commissaris heeft een lang weekend genomen, dat begon op donderdagavond en gaat eindigen de komende dinsdagmorgen. 'Leuk, zo eens kunnen ontspannen, weg van alle zever en kommer van de laatste tijd,' zegt een tevreden man en kijkt zijn vrouw liefdevol aan. Dan horen beiden het geluid van een sirene. Is er wat gebeurd in de buurt, vraagt Volbloed zich af. Maar het geloei neemt toe en eindigt voor de deur van Volbloed en Sabine. 'Dedju, Dedju, wie is dat?' De huisbel rinkelt en Sabine stapt naar de voordeur. Voor haar staan een man en een vrouw. 'Dag mevrouw,' begint de man. 'Is hoofdcommissaris Volbloed thuis?' vervolgt de vrouw, 'via zijn gsm was hij niet bereikbaar en het is dringend!' Zijn gsm staat dan eens af om rust te hebben denkt Sabine en dan komen die kiekens hem thuis lastig vallen. 'Hij heeft wel officieel verlof,' repliceert ze. 'Bent u niet commissaris Brigitte Pijpen?' wil ze weten. 'Klopt mevrouw, maar onze chef wordt gevraagd bij premier Term. Ook de chef van de staatsveiligheid, mr Bitskummer hier naast mij zal aanwezig zijn, en het is van levensbelang dat uw echtgenoot daar ook aanwezig is.' Sabine die haar man eindelijk eens voor vier volle dagen voor haar alleen wou, is boos en ontgoocheld en flapt eruit: 'Kan die eerste minister eens niks alleen organiseren, moet mijn Jules bij alles bij zijn?' Kwaad loopt ze van de voordeur weg en laat beiden aan hun lot over. Volbloed heeft alles op afstand gehoord, heeft zijn kamerjas reeds verwisseld voor zijn mantel en zegt: 'Ok Brigitte en Bitskummer, laten we voortmaken, ik wil maximum twee uren besteden aan wat Term weer te zeggen heeft en dan vertrek ik naar het buitenland zonder adres achter te laten, dan laten ze mij gerust. Die Term hangt mijn kas uit.' De politiewagen scheurt de straat uit. Weer naar die Wetstraat, denkt Volbloed.....en voor wat nu weer? 'Chef, er is iets ernstig met Bontekoe gebeurd, hij zit nu opgesloten in een Chinese gevangenis. De Chinezen zijn erg boos op België omdat hij geen papieren bijheeft en ook geen Chinees spreekt. Ze willen die Caran Dash niet ontvangen, die zit niet ver van de Chinese grens en wou bemiddelen. De chinezen weten blijkbaar dat Caran Dash een CIA agente is en beschouwen haar en ook Bontekoe als spionnen en terroristen, werd zopas aan Term medegedeeld.' 'Kan die minister Clem niet onderhandelen? Die zit al halfweg richting China in een treinwagon, dat ze die laten doorrijden tot in China!' 'Neenee Chef, Term heeft een ander plan.' zegt Brigitte. 'Een ander misschien maar een beter zeker niet, Brigitte!' Volbloed is echt spinnijdig. 'Waarom geven ze die Chinezen niet een paar miljard euros en die Poetin ook en klaar is kees. Ze spekken wel al die corrupte banken met ons geld, zonder iets terug te krijgen. Waarom dan niet een paar miljard aan de Chinezen en Poetin geven om Bontekoe veilig en wel terug te halen? Banken zijn trouwens gelegaliseerde bandieten, ik heb het al altijd gezegd en het is nu uitgekomen, en politici in het algemeen zijn onbetrouwbaar!' Volbloed kookt nu. 'Waarom rijden wij richting kust in plaats van naar de Wetstraat?' vraagt Volbloed zich nu af....
Geheimagent Pikkel wandelt op en neer in de wagon van de Orient Expres. Buiten is het pikkedonker. In de wagon heeft hij de lichten laten doven om de oude batterijen te sparen. Zijn ogen wennen aan de duisternis en wat hij ziet en hoort verheugt hem weinig. Allerlei wilde dieren lopen rond het treinstel en sommigen maken angstaanjagend lawaai. Iets tussen lachen en brullen. Die beesten lijken met hun kop of horens tegen de wand van de wagon te beuken. Hierdoor danst de trein op zijn vering en de deuken die gemaakt worden zijn tot in de wagon zichtbaar. Veel stemming is er dus niet bij de drie heren binnentreins. Snik, de jonge rechercheur in opleiding rilt van de kou en van de schrik. 'Hier neem een deken, dat doet deugd.' tracht Pikkel hem te troosten. Clem, de minister van ons leger ziet nog altijd groen, vooral zijn aangezicht, hoewel hij tot een oranje partij behoort bedenkt Pikkel, een eigen mopje om er de moed in te houden. Clem zijn maag- en darmstelsel zijn erg ontregeld en één toilet durft Pikkel niet meer gebruiken wegens de ondraaglijke geuren. Gelukkig is er nog een tweede toilet aan het andere einde van de wagon. De proviand die Pikkel uit het gestrande vliegtuig haalde is al opgegeten en nog maar één fles bronwater blijft over. Morgen bij dag zal hij de trein uit moeten om meer eten en drinken uit het legervliegtuig te halen. Dat zint hem niet gezien het gevaar van straling in de omgeving. Een Orient Expres met rijke Amerikanen die op een spoorlijn rijdt vlak naast de kapotte Tjernobyl kerncentrale, wie in godsnaam organiseert zoiets bedenkt Pikkel. Zou dat een stille wraak van Putin zijn, op die stinkend rijke Amerikanen? Pikkel weet het niet.
-----
Hoofdcommissaris Volbloed heeft in zijn bureau een lang gesprek met de sexy commissaris Brigitte Pijpen. Plots denkt hij: die vrouw in mijn droom vannacht die al haar kleren uitdeed, dat was Brigitte potverdorie, en hij loopt rood aan. 'Heeft u last van hoge bloeddruk, chef?' vraagt de jonge vrouw bezorgd. Volbloed brabbelt iets wat Pijpen niet verstaat en praat verder. Ze komen tot het besluit dat een locomotief moet gestuurd worden vanuit een bijgelegen station op die Orient Expres spoorlijn, dit om de onfortuinlijke wagon en zijn tijdelijke bewoners te evacuëren. Wachten op de terugreis van die Orient Expres kan nog weken duren en dat wil Volbloed zijn vriend Pikkel niet aandoen. Volbloed heeft daarvoor reeds onze buitenlandse minister Garel Kucht gebeld en dingen met hem doorgesproken. Kucht ging het nodige doen beloofde hij aan Volbloed. Tevens wachten zij op nieuws van Caran Dash die vertrokken is, samen met de vliegende inspecteur Tom Bonnen, om Bontekoe ergens in Rusland op te pikken. Deze top CIA agente kent vloeiend Russisch en dit kan van pas komen, zeker als men in Rusland ongevraagd en onaangekondigd rondtoert. Zij is permanent in contact met de head office van de CIA in Washington die er ondertussen in geslaagd is de 4x4 die Bontekoe bij zijn ontsnapping gestolen heeft op te sporen via hun satelieten en de gegevens van de gps in die auto die toebehoort aan Putin en waarvan de CIA de kleinste details kent, ook het type gps en zijn codes. De CIA maakt dan wel grove fouten maar blijft soms straffe dingen doen als het erop aankomt mannen als Putin te bespioneren. Volbloed heeft Pikkel telefonisch verwittigd van de nieuwe plannen, om hem gerust te stellen. Pikkel is daar blij mee en tracht wat te slapen om fit te blijven want ze kunnen daar nog dagen zitten en hij heeft de leiding. Die twee andere heren zijn erg van de kook en weinig optimistisch. Pikkel moet er de moed inhouden en hij kan dat als geheimagent.
-----
De onfortiunlijke maar moedige Bontekoe is ondertussen wel gevlucht, maar in de verkeerde richting. Hij is ergens langs een boswegje hoog in de bergen terecht gekomen in China. Hij vond al dat de mensen er anders uitzagen en hun taal duidelijk verschillend was van wat hij de vorige dagen hoorde brabbelen. Twee keer heeft hij in een boerderij diesel gestolen en wat eten om te overleven. Bontekoe ziet er nog altijd erg gekneusd uit en spreekt nog moeilijk. Als iemand hem aanspreekt doet hij of hij stom en doof is, een goeie manier om geen argwaan te wekken. Zijn orientatiegevoel is echter volledig weg na zijn crash met dat vliegtuigje van de Bin Laden Corporation, vliegtuigje dat hij verkeerdelijk instapte en dat met hem vloog in plaats van andersom. Hij rijdt dus volledig de verkeerde richting uit. Daarbij heeft hij in een kwade bui die verdomde gps waar hij niks van begreep uit die jeep gesleurd en onderweg weggegooid. Caran Dash en de CIA zijn dus op zoek naar een gps die ergens in Rusland in de struiken naast een weg ligt. Weer tegenslag voor iedereen! Het leven kan hard zijn en de omstandigheden onvoorspelbaar.
Hoofdcommissaris Volbloed loopt door een wei vol bloemen. In de verte ziet hij een paar schaarsgeklede jonge vrouwen naderen en hij krijgt zowaar een erectie. Plots merkt hij dat hij geen broek draagt en evenmin een onderbroek. Die sexy vrouwen zijn ondertussen al dichtbij gekomen en Volbloed weet niet waar hij het heeft. Hij probeert zijn zware erectie te bedekken met beide handen maar dat lukt niet zo goed. Eén van die vrouwen doet haar slipje en beha uit, vlak voor hem en grijpt naar zijn stijve penis. De verleiding is te groot om daar aan te weerstaan. Dan schiet hij wakker. Donkerte alom. Naast hem in bed lacht zijn gezellin hem toe. Haar rechterhand rust op zijn gevoelige delen onder de lakens. Hij omhelst haar vol passie. Dan gaat zijn gsm af. 'Waarom staat die op?' vraagt Sabine. 'Ik verwacht elk moment een belangrijk bericht van Term,' zegt hij. 'Werkt die 's nacht ook al?' 'Ik vrees van wel, schat!' Volbloed wipt met zijn gsm en zijn erectie uit bed. 'Hallo.' 'Volbloed, hier Term, man miserie, Putin is Bontekoe kwijt en hij is razend, hij denkt dat onze geheime dienst dat heeft geflikt!' 'Meneer de eerste minister, wat gaan we dan doen?' 'Zorgen dat we Bontekoe vinden, man,' zegt onze premier. 'Vraagt die CIA agente Caran Dash die bevriend is met Bush om uit te zoeken met hun satelieten waar die Bontekoe van ons uithangt, ergens op Russisch grondgebied. Als we hem op tijd traceren kunnen we de gemoederen bij Putin en de zijnen bedaren. Doe het nu, Volbloed, en vraag het hoofd van onze geheime dienst intens mee te werken.' 'Bedoel je die Bitskummer, meneer de minister?' 'Meneer de eerste minister Volbloed, en ja, die bedoel ik!' Klik hoort Volbloed en kijkt zijn gezellin aan met een tedere maar gespannen blik. Dan zegt hij: 'Term denkt dat ik kan toveren. Een voordeel is dat die Dash en die Bitskummer een verhouding hebben, die liggen tien tegen één nu samen in één bed, dus één telefoontje zal volstaan!' en hij lacht zijn tanden bloot. Zijn vriendin zet een teutmondje en werpt een kusje. Goed dat ik zo een schat van een vrouw heb denkt Volbloed, ze schenkt mij geluk en dat maakt mijn leven mooi. Maar waar zit die Bontekoe?Volbloed belt het nummer van Caran Dash maar geen antwoord. Dan het nummer van Bitskummer die na een tijdje toch opneemt. Met een slaapstem zegt hij 'Hallo.' 'Hier Volbloed. Is Caran Dash daar?' wil Volbloed met volle stem weten. Hij zegt dat zo luid dat de vrouw van Bitskummer naast hem alles hoort. Bitskummer spurt de slaapkamer uit met de gsm in zijn hand en fluistert verontwaardigd: 'Volbloed zijt ge zot geworden, ik lig bij mijn vrouw en gij vraagt of Caran bij mij ligt. Stront aan de knikker ga ik krijgen. Ze heeft waarschijnlijk alles gehoord, dommerik toch, waar staat uw hoofd?' 'Sorry Bitskummer, ik wist niet dat ge getrouwd zijt en uw vrouw bedriegt. Ik zag je aan voor een vrijgezel. Weet Caran dat ge gehuwd zijt?' 'Volbloed, waar moei jij je mee, in godsnaam!' 'To the point dan,' zegt Volbloed en doet de hele uitleg en meldt wat Term van hen verwacht. 'Kan jij dan ten gepaste tijde Caran optrommelen en haar inlichten? vraagt Volbloed met ingehouden stem. 'Ok, Volbloed, doe ik.' Klik. Volbloed zucht. Wat een konijnenkot is deze wereld toch gaat door zijn hoofd. Hij herinnert zich opnieuw zijn droom en is blij dat zijn gezellin nog wakker is als hij het bed induikelt, van plan om alleen nog aan sex met zijn schat te denken.
Dré Pikkel de geheimagent heeft zijn collega/vriend hoofdcommissaris Volbloed aan de lijn en legt hem de benarde situatie uit. 'Dré jongen wat een ellende zeg. Ik bel met onze premier Term en leg hem de situatie uit.' Een kwartiertje later belt Volbloed al terug. 'Dré, Term zegt me dat ge daar in die wagon moet blijven tot die Orient Expres van Cook passeert op zijn terugreis. Die zal jullie wagon dan terug aankoppelen, richting België.' 'Maar Volbloed, onze minister van landsverdediging Clem zegde mij zojuist dat hij dringend terug moet voor vergaderingen met de generaals.' 'Er is hier niets te verdedigen zegt Term, Clem kan dus gemist worden.' 'Er is een bijkomend probleem Dré, waar jullie nu staan ligt achter die bossen de kapotte centrale van Tjernobyl!' 'Wat? En die trein rijdt door dit gebied!' roept Pikkel door zijn gsm. 'Kan geen kwaad voor de mensen als ze in de trein blijven en die blijft doorrijden, maar er is nogal wat straling als ge daar zou stoppen en uitstappen en daar blijft rondhangen. Hebt ge die wilde dieren niet gezien, die hebben bijna allemaal zweren en nieuwgeborenen drie ogen, soms twee koppen. Dit alles vertelde Putin nu aan Term. Die geiten die opgevreten worden door die arme wilde dieren is niet erg meldde Putin. Goed voor hun gezondheid zei Putin, vers gezond vlees voor die sukkelaarkes, ze verdienen het zei Putin nog. Putin is begaan met de fauna van zijn land zegt Term, dus geen crisis met Rusland, Term was blij toen hij het mij vertelde!' Volbloed zwijgt nu even na zijn lange uitleg en wacht op reactie van Pikkel, die echter niet blij is met het gegeven Tjernobyl en het feit dat hij daar nog lang moet blijven zitten. 'Wanneer komt die trein langs?' 'Niet geweten Dré, de treinen in Rusland hebben altijd veel vertraging,een week of twee?' 'Volbloed, wanneer halen we commissaris Bontekoe dan op bij Putin?' 'Tot er nieuwe geiten geleverd worden bij Putin, Dré.' 'Amaai, arme Bontekoe, daar op de farm bij Putin, ergens opgesloten op dat landgoed.' 'Ja jongen, ik weet het, niets aan te doen, ik bel je terug van zodra ik meer nieuws heb, hou je taai Dré.' zegt Volbloed en sluit af. 'En?' vraagt een groene Clem die uit het toilet komt.
Wat noch Volbloed, noch Term, noch Putin weten is dat de goedopgesloten Bontekoe vorige nacht op het landgoed van Putin ontsnapt is, een stevige 4x4 met GPS en landkaarten gepikt heeft en nu al ver weg is. Bontekoe is goed hersteld van zijn hachelijk avontuur en weet wat hij moet doen. Putin zal niet blij zijn. Onze premier Term zit binnenkort dus weer met een crisisje erbij. Maar de mens is dat ondertussen gewoon....