Beste lezer, Commissaris Volbloed geniet nu van een welverdiende lange vakantie. Ondertussen schrijf ik verder aan de verhalen van zijn collega commissaris Punaise. Die zit op een ingewikkelde en zeer verdachte zaak. Met Herman Brusselmans in slechte papieren. Toch een voorspoedig 2009 gewenst. Jules Naemelucs
Thriller met en over Herman Brusselmans Spannende belevenissen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania
13-11-2008
Volbloed Episode 71 Eiland
Volbloed Episode 71 Eiland
'Term, wat is dat met die Bitskummer en die twee commissarissen zeg, daar op die Katho-eilanden?' vraagt Garel Kucht aan onze premier. 'En waar liggen die eigenlijk. Ik vind die niet terug in mijn atlas!' 'Uwen atlas dateert ook uit de jaren 50, Garel. Toen bestonden die nog niet!' 'En spreek stil aub Garel want we zitten in de Wetstraat en ik denk dat hier alles afgeluisterd wordt!' 'Door wie in godsnaam Term?' 'Door diezelfde, die te weten gekomen is dat wij onze Fortisaandelen verkocht hebben vooraleer Fortis de dieperik inging!' 'Oei! zegt Garel en zet de radio in Term zijn kantoor keihard. Fluisterend gaan ze door. 'Term, ik als minister van het buitenland mag toch wel weten wat er daar gebeurt zeker? 'Garel, houdt u kalm, ge hebt het bij Mobutu, pardon die andere apekop Kabila verknald, wees dus bescheiden!' 'Ik heb de laatste tijd weer veel moeten oplossen in uw plaats, Kucht,' zegt Term met klem. 'Vooreerst heb ik Poetin gekalmeerd met massa's Fortisaandelen, die is terug rustig en zal België niet binnenvallen en als hij het al doet alleen wallonië.' 'Waarom alleen Wallonië, Term?' 'Ik heb hem tijdens mijn bezoek een kaart van Wallonië geschonken, bovenaan bedrukt met "Het Koninkrijk België. Moest hij binnenvallen, het zal maar tot aan de taalgrens zijn." 'Weten Reynders en de PS dat?' 'Zijt ge zot Garel dat ik dat aan hen ga zeggen?' 'Ik dacht dat ge alle Fortisaandelen op tijd verkocht had?' 'Ja, maar ik had perfecte copies laten maken, die heb ik nu aan Poetin gegeven. Content dat hij was!' 'Ik vind dit riskant Term!' 'Perfecte namaak, Garel, zelfs Fortis ziet het verschil niet!' 'Hoe weet ge dat?' 'Die aandelen die ik verlapte op de beurs voor Fortis kapot ging, dat waren ook perfecte copies, Garel!' 'Maar Term, ge lijkt wel een kapitalistische liberaal geworden, zoals ge tekeer gaat, ge doet aan echte haute finance, Term!' 'Ge houdt dat voor uzelf hé Garel, of ik vertel de pers dat ge al tien jaar een maitresse hebt, in de Congo nog wel, ik weet haar zelfs wonen!' 'Maar ik heb helemaal geen maitresse,' antwoordt Kucht verontwaardigd. 'Bewijs dat maar eens, Charel?' zegt Term, met een venijnig lachje. 'Term, bedreig me niet of ik leg aan de pers uit hoe ge het volk van Vlaanderen bedrogen hebt.' 'Okay, okay Garel, we zijn het eens!' 'Morgen gaat gij in Brussel-Zuid met veel tamtam de Clem, Dré Pikkel en die Snik Goet met open armen ontvangen, met veel pers erbij. Dat leidt het volk af van onze echte problemen.' 'Maar wat hoor ik over die boot van die hoofdcommissaris Bontekoe en over die Volbloed en die moorden die gepleegd zouden zijn? Als dat in de pers komt zijn we weer vertrokken voor pakken miserie, Term!' 'Ik zal dat wel oplossen Garel!' Gij houdt er uw pollen van af voordat het weer patat is, hoor je!' 'Ik ben verantwoordelijk voor het buitenland, Term!' 'Officieel wel Garel, voor de rest gaat ge u kalm houden tot de verkiezingen van midden volgend jaar. Ik wil de komende feestdagen leuk en stabiel doorbrengen, hou dus uw bebbel over alles en nog wat!' 'Jaja Term,' en Garel Kucht verlaat het kantoor van Term. Onderweg haalt hij het miniopnameapparaatje uit de binnenzak van zijn jas. Als verzekering voor later denkt hij. Ik moet die Term in mijn macht houden en deze opname helpt me daarbij.
------
Volbloed zit met zijn Sabine op een zonnig terrasje met zicht op een prachtige zee. Beiden genieten van een Gin-Tonic. Volbloed met zijn ega, Bitskummer, Bontekoe en Brigitte zijn ingetrokken in het enige hotel dat het kustdorpje rijk is. Zij moeten op het eilandje blijven maar mogen zich vrij bewegen in het dorp. 'Op verplichte vakantie, mijn zoetje, is dat niet leuk?' zegt Sabine. 'Zeker meisje. Maar afwachten voor hoelang niet?' 'Kijk, daar wandelt Bitskummer, samen met Bontekoe. Ik betrouw die Bitskummer niet, Jules.' 'Waarom niet? Vrouwelijke intuitie, zoetje?' 'Die is meestal betrouwbaar.' antwoordt een glimlachende Sabine.
----
Bontekoe en Bitskummer lopen in snelle pas langs de ruwe rotsachtige kust van het eiland, alsof ze een bestemming hebben. 'Waar brengt ge me naartoe, Frits?' zegt Bontekoe. 'Ik heb bij navraag in het dorp een adres gekregen waar het afgelegen is en lekker te eten valt, Bontekoe, ik wil daar met jou dingen bespreken die de anderen niet aangaan.' 'Hopelijk is het niet te ver, Frits, mijn benen zijn nog snel vermoeid, nog niet volledig hersteld van mijn zwaar accident!' 'Ik denk dat het daar is.' Bitskummer wijst naar een klein gebouw, hoog op een klif, voor driekwart omringd door een blauwe schuimende zee. 'Te hoog voor mijn benen, Frits, daar geraak ik niet.' 'Toch wel Bontekoe, er is een lift aan de voet van de rots, zegden ze mij.'
De Colombo-achtige inspecteur en zijn assistent hebben ondertussen de boot grondig geïnspecteerd. De twee hebben elke passagier apart verhoord. Als iedereen is overgestapt op de patrouilleboot roepen de twee rechercheurs de groep bij elkaar. Heren en dames, we vertrekken nu naar onze kantoren. Ik ben verplicht om u nog enkele dagen op ons eiland vast te houden tot het onderzoek afgelopen is. Alleen mevrouw Sabine Volbloed en de heer Bontekoe zijn straks vrij om te vertrekken indien ze dit wensen. 'Uit de verhoren onthou ik:' 'Het lijkt erop dat Brigitte Pijpen de laatste was die de genaamde Flo nog gezien heeft. Rond één uur 's morgens, denkt ze.' Zowel Volbloed als Bitskummer hoorden 's nachts een tijdje aanhoudend geklots van water. Volbloed sliep niet en Bitskummer werd wakker van dat geklots. Het tijdstip is moeilijk te bepalen. Bitskummer denkt dat het tussen één en twee vannacht was.' 'Wat de kapitein betreft, iedereen is het over hem eens. Hij ademde duidelijk rustig en regelmatig. Zijn kleur was nogal bleekjes maar soms knipperde hij met de ogen alsof hij wakker ging worden. De laatste die hem zag was Bitskummer denken wij, gisteravond omstreeks negen uur.' 'Een vreemde manier van handelen,' mompelt Bontekoe, 'zo zijn conclusies aan mogelijke verdachten meedelen!' 'Hij lijkt wel op een schooldirecteur die stoute leerlingen vermaant;' zegt Brigitte. 'Trouwens Brigitteke van mij, ik heb nog een vraagske. Zei die Volbloed nu niet dat gij ook commissaris zijt? Was dat om meer indruk te maken tegenover die inspecteurs hier?' 'Neen commissaris, ten eerste ben ik geen Brigitteke van mij, ik wil dat nooit meer horen. Ten tweede ben ik inderdaad tot commissaris benoemd door hoofdcommissaris Volbloed.' zegt Brigitte en bekijkt Bontekoe met een giftige blik. Bontekoe zijn adamsappel gaat op en neer. Die heeft haar op de tanden gekregen denkt hij. Ik wist zelfs niet dat Volbloed hoofdcommissaris geworden is! Tijdens mijn afwezigheid is er nogal wat gebeurd! 'Goed,' zegt Colombo, 'nu kunnen we vertrekken naar het vasteland. De onderofficier en mijn assistent blijven op het gestrande schip, tot het tij keert. Bij vloed komt een sleepboot de boot weghalen.' 'Okay captain, go ahead!' De grommende motoren breken de doodse stilte op de vredige zee. De patrouilleboot verwijdert zich zijdelings van het gestrande motoryacht, als een krab, en zet dan koers naar de kust, full throttle, vijfentwintig kilometers verderop. 'Aan die onderzoekers niets zeggen over de duikerspakken, geen woord daarover aub,' fluistert Bontekoe de anderen in het oor. 'Duikerspakken? Waar? Waarover heeft hij het?' Dat vragen Brigitte, Sabine en de anderen zich in stilte af. 'Ik blijf bij jou zolang ze jou hier vasthouden, Jules.' fluistert Sabine in Volbloed's oor. 'Ik ga hier niet weg tot mijn boot vrijgegeven wordt.' zegt Bontekoe tegen Colombo.'Hoelang kan dit duren?' 'Dat hangt van onze snelheid af,' antwoord Colombo, 'op onze Katho eilanden nemen wij onze tijd, niet zoals bij jullie met je gehaastheid, slecht voor de gezondheid.' Een vrolijk lachje volgt. 'Dat kan hier nog lang duren vrees ik, Volbloed,' zegt Frits Bitskummer die er erg nerveus bijloopt. Ook Volbloed en Sabine merken dit op. 'Die Bitskummer, kent ge die al lang?' vraagt Sabine terwijl ze Bitskummer gadeslaat. 'Neen, zoetje, eigenlijk niet.' is Volbloed zijn stil antwoord.
------
De kleine onderzeeër is klaar om te duiken. Een jonge atlethische vrouw seint vanuit de controlekamer een bericht door, in code. 'Hier Firenze. Opdracht mislukt wegens storm en motorpech. Heb schade kunnen beperken. Sporen uitgewist waar mogelijk. Full report volgt asap. 'Kapitein, graag nu de diepte in,' lacht ze. 'Is de heli op komst?' 'Yes mam, hij zal ter plaatse zijn op het gevraagde uur.' 'U bent een moedige vrouw, mam, een echte kameraad.' De vrouw knikt en legt zich neer om wat te rusten. Acht uur lang zwemmen in koud zeewater is geen sinicure. Zeer zwaar, zelfs voor een getrainde oud-zwemkampioene....
In het gastenboek van Herman Brusselmans antwoordt Dolfke wel eens op vragen en opmerkingen van andere gasten. U moet maar eens kijken op www.brusselmans.be
Een zekere Wim schrijft: Beste Dolfke, Ik volg die gesprekken hier op de voet en vanuit mijn bed. Ik heb zelf acht à tien opgroeiende kinders. Pas toch maar op manneke! De vuile was van je mama en je tante buitenhangen is niet netjes hoor. Weten zij wel dat ge hier allerlei privédingen vertelt? En pas op manneke met onbekenden op dit internet, ge weet nooit met wie ge te doen hebt hé! Er zitten soms rare kwieten tussen hoor! Of gevaarlijke gasten! Iets anders nu. Je tante Marie is dus een lekker brokje? Vraag eens dat ze naar mij schrijft Dolfke, en of ze van kindjes maken houdt? Salukes. Wim
Dolfke zijn antwoord:
Die rare van daarjuist, Wim heet hij, kan dat onze buurman zijn? Die heet ook Wim, heeft ook héél veel kindjes en ligt altijd in zijn bed zegt ons buurvrouw. Behalve in de zomer, als mijn tante Marie in haar monokino in de tuin ligt te zonnen, dan komt hij altijd over de haag vanalles vragen. Oerenbok fluistert mijn tante dan. Hetzelfde woord dat daarstraks mijn mama tegen meester Frank riep, voordat hij met zijn valies weg was. Op reis denk ik. Mijn tante moest toch even ons mama troosten. Met oerenbokken zijn we niets meisje zei ze tegen mijn mama. Ze is de zus van ons mama, wist ge dat al? Dat woordje oerenbok staat niet in mijn woordenboekske. Ik zou graag weten wat dat wil zeggen. Waarschijnlijk een ander woord voor man denk ik. Gij denkt heel veel voor een klein bazeke zegt mijn nonkel Rudy altijd, maar ik zie die niet veel. Abnormaal veel zegt hij. Moest ik het niet weten ik zou denken dat ge al volwassen zijt, Dolfke, zegt hij dan. Hij is bewaker van een firma op de boekenbeurs. Hij bewaakt de stand van meneer Brusselmans denk ik. Ziede, ik ben weer bezig met te denken. Zou ik eens gaan bellen bij de buurman? Beter niet. Ons mama is ook naar de boekenbeurs met tante Marie en ik moet braaf thuis blijven. Ik denk dat ik bijna aan tweeduizendtweehonderd karakters ben, ik stop dus maar. Een lekker brokske zou dat een ander woord zijn voor vrouw? De heer en mevrouw, of De oerenbok en lekker brokske, Dat tweede klinkt toch schoner in het oor vind ik. Ik ken ook al een paar Engelse woorden, meneer Erwin, van mijn nonkel geleerd: Fok Joe! zegt hij altijd tegen zijn vriendin Patricia.
En zo gaan die gesprekken met andere gasten maar door....
Ze zaten er verslagen bij. Nu was die hulpvaardige dienster Flo weg. Dat deed hen terugdenken aan de ongelukkige lichtmatroos die tijdens de hevige storm over boord viel en verdween in de verraderlijke kolkende zee. Op dit moment was de zee hun vriend. De zachte luwte op het azuurblauw wateroppervlak, het leek op een paradijs, een droom. Toch was er geen vrolijkheid. De boot van de kustwacht kwam langs om de gehavende kapitein op te halen. Een verpleger en dokter in witte jassen hadden de slapende kapitein met noodbed en al op het achterdek geplaatst, waar meer ruimte was voor een eerste onderzoek. Volbloed en de anderen kijken toe. De dokter bekijkt de man op het noodbed, beweegt met één vinger het ooglid van de patient, op en neer. Het lichtstraaltje van een soort minilampje schijnt in het oog. Hetzelfde ritueel met het ander oog. Dan neemt hij het deken van de man weg en betast de borstkas en de buik, alsof hij ze kneedt, voelt aan vingers en tenen en staart naar de torso, in diep gepeins. De anderen blijven met spanning toekijken. Hij zucht, schudt lichtjes met het hoofd en dekt de man af, met het laken, volledig tot ver over zijn hoofd. 'Waarschijnlijk vermoord.' zegt de dokter op monotone toon. Dan richt hij zich naar de schipper van de kustwacht. 'Ik denk moord,' herhaalt hij. De anderen bewegen niet en bekijken mekaar met doffe vragende ogen. De Kustwachtschipper roept de wal op. 'Pan Pan, politiebijstand gevraagd. Dringend wegens verdachte dood van een passagier, over.' 'Hallo, hier de kustwacht, wij sturen onmiddellijk een rechercheur, blijf ter plaatse en op post, out,' 'Waarom denkt u dat, dokter?' fluistert Bitskummer stilletjes, alsof niemand het mag horen. 'Als dokter heb ik de plicht bij een verdacht overlijden alleen met de politie en de onderzoeksrechter te praten, het spijt me;' zegt de dokter en stapt over het loopbruggetje richting de patrouilleboot. De verpleger blijft zwijgend naast het afgedekte lijk staan alsof hij het bewaakt. 'Vermoord?' fluistert commissaris Volbloed tegen zijn collega Bontekoe. Brigitte kijkt hen beide aan met vraagtekens in haar mooie ogen. Plots staat Bontekoe op en roept: 'De duikerspakken! Die moet ik bekijken!' en wil de trap af naar de kajuiten. 'Sorry, sir, maar u blijft beter hier, niets aanraken of verplaatsen tot de recherche ter plaatse is,' komt de kunstwachtkapitein tussenbeide. Bontekoe keert terug op zijn stappen en antwoordt: 'wij zijn commissarissen,' en hij wijst naar Volbloed. 'Ook deze dame is commissaris,' valt volbloed hem in de rede. Bontekoe bekijkt Volbloed verbaasd, fronst zijn voorhoofd, draait even zijn hoofd richting Brigitte maar zegt verder niets. 'U kan zeggen wat u wil heren, we hebben daar geen bewijzen van en trouwens u bent zeker niet bevoegd in dit deel van de wereld. U komt uit België nietwaar?' zegt een kustwachtofficier die naast de verpleger komt staan. 'Bontekoe, waarom had je het over duikersgerief?' wil Volbloed weten. 'Hoe denk je dat die Flo, of hoe heet ze, vanop mijn boot, midden in zee, bij zacht weer, plots verdwenen is, Volbloed? En hoe kan die kapitein vermoord zijn op dit schip? Door één van ons misschien?' Daar zit wat in denkt Volbloed en laat de film van de laatste 24 uren teruglopen in zijn geheugen. Hij tracht zich de dingen te herinneren die bijzonder of eigenaardig leken. Ook de op het eerste gezicht onbenullige zaken die de laatste uren gebeurden projecteert hij in zijn geoefend rechercheursbrein. Dan gaat er plots een lichtje branden. Zou het kunnen dat...denkt hij....