Beste lezer, Commissaris Volbloed geniet nu van een welverdiende lange vakantie. Ondertussen schrijf ik verder aan de verhalen van zijn collega commissaris Punaise. Die zit op een ingewikkelde en zeer verdachte zaak. Met Herman Brusselmans in slechte papieren. Toch een voorspoedig 2009 gewenst. Jules Naemelucs
Thriller met en over Herman Brusselmans Spannende belevenissen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania
07-11-2008
Volbloed Episode 68 Vermist
Volbloed Episode 68 Vermist.
Het kleine bootje meert aan tegen het gestrande motoryacht. De vreugde van het weerzien is overweldigend. Iedereen omhelst iedereen. De schipper van het reddingsbootje deelt voedselpakketen uit en flesjes drank. Hiermee laven Volbloed en zijn gezellen zich mateloos. 'Niet te veel in één keer drinken,' zegt Sabine die in het gewone leven verpleegkundige is en weet waarover ze praat. Als iedereen tot bedaren komt en de tranen van blijdschap opgedroogd zijn, praat de schipper via zijn marifoon met de kustwacht om verdere dingen te regelen. Ze zullen echter moeten wachten tot het hoge tij is om Bontekoe zijn schip los te trekken en weg te slepen tot aan het vasteland. Dat ligt ongeveer 20 km verderop. 'Bontekoe, hoe kom jij hier?' is het eerste wat Volbloed vraagt, nadat hij bekomen is van alle emoties, 'en jij, mijn prinses, hoe is het mogelijk dat jij hier bent?' Aandachtige lezers weten ondertussen dat hij Sabine bedoelt. Bontekoe en 'prinses' vertellen beurtelings het ganse verhaal. Ik werd vrijgelaten na het enige telefoontje dat ik mocht plegen. Ik belde mijn goede vriendin Paris Hilton op. Die vloog onmiddellijk naar haar Hilton in Peking. Vandaar belde ze Jacques Rogge op. Die heeft zeer nauwe contacten met de Chinese overheid sinds hij de Olympische spelen daar organiseerde. In een wip werd ik vrijgelaten en de Chinezen vlogen mij onmiddelijk naar België. Daar hoorde ik wat er gebeurd was. Om jullie te kunnen helpen moest ik dan een groot geheim prijsgeven. Ik moet jullie nu dus ook dat groot geheim verklappen, vrienden. Een geheim dat slechts enkele leden van de staatsveiligheid kenden. Ik ben al jaren spion en informant voor de staatsveiligheid en voor de CIA. Mijn zogenaamde vakantiebootreizen waren undercover-operaties voor mijn spionnenwerk. Vandaar dat sommigen, o.a. bepaalde leden van de geheime dienst, mij verdacht vonden, zoals Dré Pikkel bijvoorbeeld. Mijn boot is heel speciaal. In de kiel en in de boeg zijn fijngevoelige instrumenten ingebouwd, ontvangers en zenders die via spionagesatelieten van de Navo en het Pentagon alle bewegingen en gegevens van de boot registreren. Toen ik terug was en hoorde dat Volbloed, Bitskummer en Brigitte een opdracht gekregen hadden van Term, een opdracht die door de onverwachte stormen mislukte, met het resultaat dat jullie vermist waren, heb ik mijn dekmantel bij de betrokken topmensen van de overheid bekend gemaakt. Via Caran Dash met haar CIA topcontacten konden wij jullie opsporen. Jullie liggen niet zo ver van de Katho eilanden. Sabine Volbloed eiste meteen dat ze meeging, en dit werd toegestaan door Garel Kucht. En hier zijn we nu, beste vrienden, ik ben zeer blij met de goede afloop, ondanks het verlies van mijn dekmantel. Ik deed die geheime opdrachten zeer graag. Maar tot daartoe! Jullie zijn gered en ik ben uit een hachelijk avontuur gekropen. 'Waar is Flo eigenlijk?' vraagt Volbloed en kijkt in het rond. 'Zij is gisterenavond naar haar kajuit gegaan met migraine, sindsdien niet meer gezien eigenlijk.' meldt Brigitte. 'Onze gewonde zeekapitein ligt bij haar in de kajuit, ze ging hem verzorgen zei ze gisteren nog.' voegt Brigitte eraan toe. 'Flo, Flo,' roepen ze in koor, 'waar ben je?' Brigitte die bij Flo aanklopt krijgt geen antwoord en opent snel de kajuitdeur. Flo is nergens te zien. De gewonde kapitein ligt op een berrie en schijnt nog steeds te slapen. Bitskummer die de rest van het schip doorzoekt vindt ook geen Flo. 'Kan die overboord geslagen zijn vanacht?' wil Bontekeo weten. Niemand heeft daar een antwoord op. Flo is dus verdwenen. Op het schip is het vreugdegevoel plots weg....
Mag ik mijn oprechte dank uitspreken tegenover de Goden en tegenover de Amerikaanse kiezers? Voor die overwinning van Obama als nieuwe USA president!
De meerderheid van de amerikanen is dus toch niet zo dom als algemeen aangenomen. Blijft nu de vraag wanneer het Kwade weer gaat toeslaan. Ik denk dan aan JF Kennedy! Obama loopt groot risico zijn ambtstermijn nooit uit te doen! De ultraconservatieven (o.a. de oliemaffiabende van Bush en co) zullen wel een zwakzinnige gek vinden die op de nieuwe president raak zal schieten! Ik vrees het ergste. Maar vandaag is een historische dag geworden. Hopelijk blijft het niet bij een kleine vermelding in de geschiedenisboeken die nu nog ongeschreven zijn. Goden, laat Obama lang en gezond leven, bescherm hem tegen de duivels als het moet! Uw schepselen met een hart en een gezond verstand zullen er goed bij varen.
Bitskummer is naast Volbloed komen staan op het achterdek van Bontekoe zijn mooi maar door de storm erg toegetakeld motoryacht. Volbloed kijkt nog steeds door die verrekijker, met gefronst voorhoofd. Bitskummer merkt de frons en vraagt: 'Wat zie je?' 'Man niet te geloven, een enorm groot schip.' 'Wat, wat? Volbloed hallucineer je of wat? Dat bootje is een notedop groot!' zegt Bitskummer die in de verte staart. 'Dan moet je zelf maar eens kijken, Bitskummer, dat kun je niet geloven!' fluistert Volbloed en geeft de verrekijker aan zijn kompaan. Bitskummer kijkt erdoor, richting het bootje. 'Man, dat kan niet waar zijn, een enorm schip met op het dek allemaal vrouwen in bikini, man waar zijn we verzeild?' orakelt Bitskummer en klinkt té opgewekt voor de situatie waarin de heren zich bevinden. Met het blote oog zien ze enkel een klein speedbootje maar door die verrekijker een enorm schip met voor gezonde mannen op zijn minst zeer aantrekkelijke bemanning. Bitskummer richt de verrekijker nu naar de hemel en blijft dat groot schip vol blote vrouwen zien. Dan zucht hij en licht zijn schouders. 'Volbloed, dat is een regelrechte fop-verrekijker, wel een verrassend goeie, van die Bontekoe waarschijnlijk, de gek, de vrouwenzot!' 'Leuk gevonden maar net nu niet om te lachen.' valt Volbloed hem in de rede. Met het blote oog is nu te zien wie naar hen toevaart. 'Kunt ge geloven wat ik zie, Volbloed? Een mooie vrouw en een vent met een enorm repeteergeweer, en nog één aan het roer.' Volbloed knikt en blijft staren. Tot zijn ontzetting herkent hij in die vrouw plots zijn eigen Sabine, maar hij zwijgt want hij gelooft zijn ogen niet. Een paar seconden later, turend over die immense zee zegt Bitskummer: 'Volbloed, als ik het goed heb is die vrouw in die boot jouw vrouw, hoe kan dat nu?' Volbloed blijft voor hem uit staren, naar het schuitje in de verte en knikt bevestigend. 'Zijn wij beiden gek aan 't worden, mijn vriend?' vraagt Bitskummer. Brigitte die ondertussen op het dek verschenen is met een tweede verrekijker, mompelt: 'Chef, die vrouw in die boot lijkt op uw vrouw!' Volbloed is gaan zitten want hij kan het niet bevatten. Hoe komt zijn gezellin in godsnaam hier, ergens midden op zee waar hij ronddwaalt? Geen kat kan weten waar ze zitten en toch is ze daar? Droomt hij? Door de schrille gil van Brigitte ontwaakt Volbloed uit zijn verwarring. 'Chef, dit kan niet, die man in dat bootje met dat geweer is hoofdcommissaris Bontekoe! Ik sta versteld!' roept ze uit. 'Breekt mijn klomp meisje, je hebt gelijk!' is alles wat Volbloed over zijn lippen krijgt. 'Chef, ik ben door u benoemd tot commissaris, ik wil dus niet dat Bontekoe me weer aanspreekt met zijn 'Brigitteke van mij'. Als hij dat durft neem ik ontslag.' zegt de kordate jonge vrouw. 'Ik begrijp niet hoe hij hier kan opdagen, Brigitte? Hij zat een week geleden nog ergens in een Chinese gevangenis! We zijn duidelijk niet meer bij met het nieuws en de ontwikkelingen van de laatste dagen.' In de verte zien ze de twee bekenden in het bootje met hun armen zwaaien en juichen. Sabine en Bontekoe hebben Volbloed en co duidelijk herkend....
Commissaris Volbloed en zijn vriend Pikkel hadden dezelfde problemen. De ene in een boot, de andere in een treinwagon. Volbloed was omringd door water met haaien. Pikkel door wilde natuur met veel roofdieren. Beiden zaten ondertussen zonder eten en drinken. Met lege batterijen, geen water meer. Dus danig in de puree. Pikkel zat vast in een treinwagon, midden in de natuur. Volbloed zat ook vast, op een boot, want het levenloze vaartuig wiegelde niet langer op de deinende zee, maar was op een zandbank terechtgekomen. Volbloed was daar blij om want hij is niet-zeeziekbestendig en had zichzelf de laatste dagen minstens tweemaal uitgekotst.
Naar geheimagent Pikkel was een krakkemikkige oude stoomloc op weg, gestuurd door de Russische overheid. Dat had onze Garel Kucht, de minister van verre betrekkingen geregeld. Als die minister wat regelt is het altijd prijs. Kijk maar naar onze Congo en de Kivu-streek! Zo goed als opgelost.
Volbloed en Bitskummer hadden al vuurpijlen afgeschoten want ze dachten in de verre verte doorheen de lichte mist land te bespeuren. De twee dames hadden zich teruggetrokken in hun slaapkajuit want ze hadden last van regels en zonder verfrissend en reinigend water zaten ze daarmee wat in de problemen. Ik ben blij dat ik een vent ben dacht Volbloed en Bitskummer dacht hetzelfde maar zei ook niets. Na hun laatste vuurpijl zaten de beide mannen te wachten op wat komen ging. Die twee zagen er maar miserabel uit. Stoppelbaard van 10 dagen en niet gewassen. Ze hadden de watervoorraad aan de dames gegeven, gentlemen die ze zijn. Ze stonken nu wel tien uur boven de wind, vandaar dat ze op het bovendek in open lucht bleven zitten. Binnen in de kajuiten geurde het trouwens ook niet zo geweldig. Die vijfde passagier rook dat niet. De kapitein van dienst sliep immers, nog altijd in coma, zo leek het.
Pikkel, Clem en Snik in die wagon zaten er wat versuft bij. 'Ik hoor iets' zei Clem plots. 'Mijn lege buik die grolt.' antwoordde Pikkel. 'Troef.' riep Snik. Ze waren immers aan het kaarten, dat deden ze nu al voor de zesde dag. 'Zwijg' zei Clem. 'Shuut' zei Pikkel. En ja, waarachtig van heel ver klonk het geluid van een goede oude romantische stoomlocomotief. De machinist liet zijn stoomfluit op volle kracht zijn gang gaan. Alle drie sprongen ze recht en jubelden. Rond hun wagon verdwenen één voor één die wilde dieren die hen bijna een week hadden belaagd.
Toen de loc zich gekoppeld had aan de wagon gaf de machinist een brief aan Pikkel. In het Nederlands opgesteld. Hij las luidop.
'Heren Pikkel, Clem en Goet, U wordt op de kosten van de Belgische staat met deze loc en zijn Russische bemanning naar Brussel Zuid gebracht alwaar ik u zal onthalen met de aanwezige voltallige nationale en internationale pers erbij. De machinist zal zorgen voor het nodige eten en drinken. Goed reis, Getekend Garel Kucht. Minister van verre betrekkingen.'
'Ik hoor iets.' roept Bitskummer. 'Mijn lege maag.' antwoordt Volbloed. 'Neen, luister.' 'Een motor?' vraagt Volbloed. Dan zien ze bijna tegelijk aan de horizon een motorbootje opdagen. Volbloed springt recht. 'Brigitte, Flo, kom kijken, we zijn gered!' jubelt de commissaris. Nu zien ze duidelijk een motorboot naderen met twee figuren erin. 'Ik neem dat vuurpijlpistool, als wapen, je weet maar nooit.' fluistert Bitskummer. Volbloed vind dat een rare opmerking maar beseft dat op de wereldzeeën nogal wat piraten rondhangen en voelt zich plots veel minder blij. 'Brigitte en Flo, blijf in jullie kajuiten en geen geluid maken!' roept Volbloed naarbinnen. 'Waarom?' vraagt Brigitte met halfopen kajuitdeur. 'Je weet maar nooit, misschien zijn het piraten.' zegt Volbloed een beetje bedrukt.' 'Chef, onze dienstwapens liggen in mijn kajuit, hebben we die dan niet nodig?' 'Neen, Brigitte, hou ze bij jou, we zien wel!' Volbloed, ondanks een lege maag is weer volledig op zijn positieven. 'Hier een verrekijker,' zegt Brigitte en werpt het ding naar Volbloed. Vrouwen zijn toch altijd een tikkeltje sneller en logischer als het er op aankomt denkt Volbloed. Bitskummer en Volbloed wachten gespannen af wie op hen afkomt. Dan focust Volbloed de verrekijker en kijkt door het vizier. 'Jongens toch, wat is me dat zeg,' broebelt hij in zijn dialect. 'Wat, wat?' vraagt Bitskummer.
Beste lezer. Ik kreeg een vreemde mail van een pastoor die blijkbaar lang geleden nog verliefd geweest is op Tania of Patricia, de huidige vrouw van Herman Brusselmans. Ik wil u die mail niet onthouden, ofschoon de inhoud wat ranzig is.
Een schrijven van Pastoor Jozef Bonte: (de man correspondeert al eens op het gastenboek van Herman Brusselmans, u moet maar eens kijken. Via Google vindt u de juiste Brusselmans site wel.)
Quote
Beste Tania/Patricia,
Ik heb uw raad opgevolgd om mijn kerk te laten vollopen. Negerkes vind ik niet in de omgeving maar ik heb het thema Halloween gebruikt in mijn huis van God en het werkte! Uit de parochiezaal pikte ik de spiegelbol en een paar kleurenspots. Verder nam ik mee: de klankinstallatie en wat platen van Madonna.
Ik heb de kerk versierd met van die heksen en veel van die spoken die ik zelf maakte volgens de instructies van www.bloggen.be/sprokkels, ge moet maar eens kijken.
Bij aanvang van de mis zaten weer mijn drie trouwe gelovigen op de eerste rij. Drie ouwe vrouwkes van in de negentig! Verder alles leeg. Toen heb ik de muziek hard laten loeien en de kleurenspots op de draaiende spiegelbol gericht. De drie vooraan zijn gillend weggespurt, alhoewel niet overdrijven, weggeschuifeld, na een half uur waren ze de kerk al uit. Ondertussen was de kerkpoort opengeduwd door een bende jeugd, scouts en gidsen en ook de socialistische vakbond die vlak over de kerk een lokaal heeft en daar aan het vergaderen was, kwam in grote getale kijken. Ik zag ook jonge koppels met kinderen binnenstormen. Die begonnen te dansen en te swingen. Het werd een echt feest. De communie en heel de eucharistieviering viel weg.
Plots zag ik toch wel Herman Brusselmans binnenkomen zeker, met één van andere triple in zijn hand. In de andere hand hielt hij Patricia vast, pardon Tania. In zag haar, liep naar haar toe en kuste haar op de mond. Herman keek wat boos maar deed niets. 'Tania' zei ik. 'Wie zijt gij?' vroeg Tania. De feeks deed of ze me niet kende. 'Maar we zijn nog ooit samen op weekend geweest naar de grotten van Han. Weet ge dat niet meer? In een piepklein tentje, wij getwee?'
Tania keek naar Herman en deed verbaasd, de commediante! Ik pakte haar terug vast, met mijn ene hand op haar kont en de andere in haar bloese. Brusselmans had dat niet graag. Hij gooide zijn pint naar het altaar, greep me vast, duwde mijn Mijter verder over mijn kop tot onder mijn kin. Ik stikte bijna. Die Brusselmans moet veel aanhangers onder de jeugd hebben, want die hadden alles gezien en een hele bende stormde op me af, sloegen me neer, sleurden de kleren van mijn lijf. 'Niet zijn onderbroek!' riep Tania naar die gasten, 'Hij heeft maar ne kleine, 't is geen zicht!' Dus lieten ze mijn slip rond mijn achterste hangen. Ze sleurden me de kerk uit naar de grote kerstboom op het plein (die kerstboom is daar wel heel vroeg vind ik trouwens, maar de burgemeester, een vrijdenker, doet dat expres om mij te pesten denk ik.)... dus naar die enorme kerstboom in mijne bijna bloten; hangen ze mij daar in die boom en binden mij daarin vast! Steken dat dat deed, al die naalden in mijn handen en mijn voeten en in mijn kont. Ik riep in paniek: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen!'
Maar toen begon het pas. Iemand trok toch mijn slip naar beneden en iedereen op dat volle plein lachte luid! Ik schrompelde nog meer in mekaar en mijn pietje ook, zeker met die koude buiten. Twee graden boven nul is niet veel! In mijn kerk bleef Madonna maar doorzingen. Toen voelde ik iemand aan mijn lul zuigen, dat was achtentwintig jaar geleden zeg! Ik fluisterde : 'Patricia, zijt gij dat mijn schat?' In een wip stond hij rechtop, naar onze heer in de hemel wijzend. Ze antwoordde niet. 'Tania, zijij....t, zijij...t g....ijijij da...aaat?' kwam eruit en toen schoot ik die kerstboom vol spermawit. Vlokken langs alle kanten. Weer een ovatie van het publiek op dat plein. Maar die deerne bleef maar zuigen, tot ik een tweede salvo loste. Ik voelde mij in de hemel, met al die vleselijke heerlijkheden die ik achtentwintig jaar moest missen. Weer riep ik uit: 'Heer vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen!' Plots voelde ik een blote buik op de mijne. Ik dacht: 'waw, waw, Tania haar naakt buikje op de mijne'. Maar toen voelde ik op mijn buik naast die van mij, nog een tweede pik hard te keer gaan. Ik kokhalsde en braakte heel die boom weer vol, deze keer met kots. Mijn Mijter die Brusselmans over mijn hoofd had geduwd, vloog door de stuwkracht als een pijl de lucht in en landde op de top van de kerstboom als een schone piek.
Toen werd ik wakker in een nat bed. Man, wat was ik blij.
Unquote
Een vreemd verhaal, niet? Zou het echt autobiografisch zijn?
1 november. Het systeem. Moeder waarom leven wij? De titel van een boek van Lode Zielens. 1 november, dag van de doden, kristelijke dag, katholieke feest? Moeder waarom leven wij? Om dood te gaan, jongen! Het hele systeem deugt niet. Heeft de echte Jezus Christus uitstaans met dat hele kristelijk gedoe? Neen, de man was een historische figuur, ging in tegen de heersende klasse van toen. Vandaag zouden we zo iemand een terrorist durven noemen. Laten we bij de vraag blijven: Moeder waarom leven wij? Ik weet het niet, niemand wellicht. Het systeem is gruwelijk. Het kan dus niet door één of andere goede god uitgevonden zijn. Die had het systeem perfect gemaakt! Het gaat boven ons petje, waarom we even leven en dan toch zo snel terug dood moeten. Gruwelijk is het, ons een bewustzijn schenken zodat we goed beseffen dat we hier zo tijdelijk zijn, zonder verder uitzicht? De scheppers moeten sadisten zijn om zo een systeem in mekaar te steken! Of emotieloze krachten die dit alles hebben doen ontstaan. Is alles evolutie en toeval? Zoals Darwin ooit predikte. Neen toch, te veel oneindige toevalligheden om tot dit bestaan te komen! In het begin was er niets. Toen schiep God hemel en aarde. Eetbaar voer voor simpele en ongeletterde mensen, niet voor denkers! Missen wij eenvoudigweg een dimensie of twee om alles hier te kunnen bevatten? Wellicht is dat de reden dat 'ons hier zijn' onbegrijpelijk blijft. 1 november. Velen zijn ons voorgegaan. Wij zullen snel volgen, onwetend. Is er iets anders voor ons weggelegd? Onze scheppers zijn gruwelijke krachten. Het systeem is op papier een juweeltje van spitsvondigheden, maar zit met haken en ogen in mekaar, zeer onvolmaakt. Had Darwin toch gelijk: het systeem moet nog verder evolueren? Zijn wij prototypes? Proefbuiswezens die steeds weggeworpen worden tot de scheppers de perfectie bereiken? Conclusie: onze scheppers hebben ook hun beperkingen. Dat ze zolang moeten experimenteren om tot iets volmaakt te komen!? Dodelijke onvolmaaktheid. 1 november. Moeder waarom leven wij? Om snel dood te gaan, mijn jongen. Speelballetjes in het niets zijn wij, ineen geknutseld door wie of wat?. Alleen de doden blijven achter. Misschien weten die meer dan wij, de levenden?
Alleen water en nog eens water tot aan de horizon. Driehonderdzestig graden in het rond. Dit is wat een vermoeide commissaris Volbloed ziet. De zee is rustig geworden. Zacht golvend water. Geen vogels te bespeuren. Volbloed concludeert meteen dat ze ver van het vasteland rondzwalpen. De commissaris zet zich neer in één van de zetels op het achterdek van de boot, een boot die stand gehouden heeft in de voorbije storm. Volbloed dankt daar de hemel voor, incluis de god van de zee, maar hij weet niet meer hoe die bij naam heet. Brigitte, de jonge commissaris, die allerlei sleutels en gereedschap in haar linkerhand houdt, kijkt naar Bitskummer in de open motorruimte van het schip. De man tracht leven in die machines te krijgen. Hij knutselde al heel zijn leven aan autos, als hobby, en hoopt zo'n marinemotor leven in te blazen. Bitskummer zeilt wat in zijn vrije tijd en heeft uitgerekend dat ze ergens aan de Khato eilanden ronddrijven. Hij heeft de zeekaarten van de kapitein bestudeerd en denkt te weten hoe land te bereiken, van zodra hij die verdomde motoren kan opstarten. De dienster die Flo heet komt even een luchtje scheppen. 'Goed gewerkt Flo,' zegt Volbloed. Het meisje heeft wat opgeruimd, braaksel weggespoeld en de kapitein, nog steeds bewusteloos, zijn diepe hoofdwonde zo goed en zo kwaad als mogelijk verzorgd. 'Frits, (want zo heet Bitskummer met zijn voornaam) kan jij niet trachten die kapotte marifoon te herstellen?' vraagt Volbloed. Vanuit het motorruim roept Bitskummer: 'Het spijt me Jules, maar daar ken ik zo goed als niets van!' 'Zonder communicatie met het vasteland of een ander schip zijn we hulpeloos.' zegt Volbloed. 'We zijn door die storm de antenne kwijt, Jules, het zou daaraan kunnen liggen,' antwoord Bitskummer. Bitskummer richt zich tot Brigitte en zegt: 'Probeer de contactsleutel nog eens, Brigitte.' 'Geen leven te bespeuren.' zegt Brigitte die blijft proberen. 'Geen leven!' Allen kijken mekaar aan en denken aan die arme lichtmatroos die overboord ging tijdens de storm en nooit meer teruggezien werd. Een vreemde stilte hangt als een zwaar deken over het gezelschap. 'Laten we wat eten en drinken, jongens,' zegt Volbloed en Flo loopt richting keuken. 'Ik haal wel wat voor iedereen, commissaris.' _____
Even recapituleren voor zij die niet meer kunnen volgen en voor de schrijver die soms de tel kwijt raakt. Hoofdcommissaris Bontekoe is opgesloten in een Chinese gevangenis. Geheim agent Dré Pikkel zit vast in een verlaten wagon van de Orient Expres, ergens in Rusland, niet ver van de gevaarlijke Tjernobyl centrale. Hij kan niet buitenkomen, met al die wilde dieren rond die wagon en de gevaarlijk straling van die kapotte centrale. Hij zit daar samen met onze minister van landsverdediging Clem, die zware diarhee heeft en met de jonge rechercheur in opleiding Snik Goet. De zwarte Special CIA Agent(e) Caran Dash toert rond in Rusland, zonder wettige papieren, ongevraagd en dus incognito, samen met de vliegende inspecteur Tom Bonnen. Ze zijn op zoek naar Bontekoe, die ontsnapt was uit het privédomein van Poetin, maar ondertussen terug ingerekend is door de Chinezen . Die Tom Bonnen won ooit veel boekenbonnen op Radio1 met een spel Midi Crimi, vandaar zijn naam, maar dit doet niet terzake. Hou dus geen rekening met deze laatste zin. Commissaris Volbloed zit met zijn jonge collega Brigitte Pijpen (haar echte naam) en het hoofd van de staatsveiligheid Frits Bitskummer genaamd, op het motoryacht van Bontekoe, midden op zee, echter totaal stuurloos en zonder mogelijkheid SOS of Pan Pan te seinen. Sabine, Volbloed's gezellin zit thuis, weet van niets en denkt dat haar schat verdwenen is. Onze premier Term heeft zijn reis naar Poetin weer uitgesteld want er was te veel storm om te helicopteren en nu is er geen spoor meer van de boot waarop Volbloed en co op hem wachtten. Machteld, ooit scriptmeisje, dan lievelingssecretaresse van Volbloed werd door Term opgeëist en werkt daar nog steeds, zij het tegen haar zin. Er zijn nog een paar tweederangspersonages die in dit verhaal voorkomen: Bart De Wever die ooit op het vijfde verdiep aan een dunne koord hing voor het raam van Volbloed zijn kantoor. Hij was daar door tegenstanders uitgehangen en deed in zijn broek van de schrik. Wie dit eigenlijk deed? Het onderzoek loopt nog, heel traag, typisch Belgisch. Prins Filip, die wel eens geintjes uithaalt met politieke figuren zoals Filip De Winter. Natuurlijk onze Albert en ons Paola, die zich zorgen maken over hun oudste. De situatie is voor een aantal personages dus tamelijk ernstig en pijnlijk. En de schrijver moet dit in goede banen leiden, een moeilijke, lastige en vervelende opdracht. Kan iemand mij wat helpen met hints en plotlijnen en dergelijke? Alvast bedankt. Alleen schrijven zonder hulp van derden is vermoeiend en bijzonder eenzaam.
Aan de pier van Blankenberge ligt een motoryacht met draaiende motoren. Dat yacht is eigendom van hoofdcommissaris Bontekoe en de geheime dienst heeft het in beslag genomen. Aan het roer staat een kapitein ter zee en in de leefruimte staat caviaar klaar en champagne. Een jonge knappe dienster en een lichtmatroos pellen verse garnalen in de keuken van het schip. Als Volbloed met de snelle politiewagen aankomt, samen met Brigitte en Bitskummer, is het al goed donker. Enkele toevallige wandelaars hangen wat rond maar een politiecordon belet hen dichterbij te komen. Volbloed en zijn begeleiders gaan onmiddellijk scheep en het motoryacht met zijn 1500 pk twinmotor kiest het ruime sop, een lange witte schuimende staart op de noordzee achterlatend. De omstaanders kijken het mooie snelle schip na, met grote ogen en bewondering en wandelen dan verder de pier af. 'Waar gaan we heen?' is het eerste wat Volbloed zegt. Hij is niet zo gek op diep en bewegend water en begrijpt niets van het hele gedoe. 'We varen naar Petersburg, chef,' zegt Brigitte. 'Wat zoeken we daar in godsnaam?' 'Een geheim gesprek met de Russen.' zegt Bitskummer. 'Maar Bontekoe zit in een Chinese gevangenis,' antwoord Volbloed terecht. 'Weet ik, maar eerst de zaak met Poetin oplossen, die zijn land grenst aan het vrije Europa, dus belangrijk! De zaak Bontekoe komt nadien.' vervolledigt Bitskummer, hoofd van de staatsveiligheid. 'Ik dacht dat de premier Term mij dringend wou zien?' zegt Volbloed verontwaardigd. 'Ja inderdaad, maar die doet nu zijn slaapje, die komt straks.' meldt Brigitte, de sexy vrouwelijke commissaris. 'Hoe geraakt die Term hier dan aan boord, midden op zee?' 'Met een legerhelicopter, de missie is geheim en moet dat blijven!' roept Bitskummer nogal luid want buiten waait het fel, met bliksemschichten, gedonder en diepzeegolven om u tegen te zeggen. 'Hier, neem een pilletje tegen de zeeziekte, chef.' Brigitte geeft haar baas en iedereen aan boord zo'n pilletje. Alleen de kapitein weigert. 'Ik wordt misselijk van pillen,' zegt hij en zet zijn automatische piloot aan. 'Kom, dames en heren, we gaan aan tafel.' en hij geeft iedereen een glas van de fijnste schuimwijn die in het westelijk halfrond te verkrijgen is. 'Waar zijn die schapen die we aan Poetin beloofd hebben?' wil Volbloed weten. 'Commissaris, premier Term heeft een beter idee. Hij gaat Poetin betalen met massa's aandelen van Belgische banken, iets dat Poetin zeker zal bevallen.' meldt Bitskummer. 'Leest die Poetin de internationale kranten dan niet?' vraagt de wijze Volbloed. 'Die aandelen zijn niets meer waard! Gaan we Poetin bedriegen of wat? Lost dat de crisis op? Is Term zot geworden? Waarom moet ik daar bij zijn?' Veel vragen tegelijk rollen uit Volbloed zijn mond. Hij wordt ook wat misselijk van al dat rollen en gewiebel van de boot. 'U moet mee om de hele deal een mooi kleedje van geloofwaardigheid te geven, chef. U staat ginds gisteren immers op de United Nations Listing als Meest Betrouwbare Rechercheur van Europa, vandaar!' zegt Brigitte, een tikkeltje fier op haar chef. 'Als ik met die waardeloze bankaandelen naar Poetin ga, zal ik rap van die lijst donderen en op een heel ander soort lijst terecht komen, die van beroemde Russische gevangenen, denk ik. Dat slik ik niet. Ik ben wel goed maar niet gek. Dat ze die Burggraaf Davignon sturen of die Maurits Lippens, die kunnen alles beter uitleggen en iedereen leugens wijsmaken, Poetin incluis. Ik doe niet mee.' zegt een kwade en lichtjes groene Volbloed en hij begint als gek garnalen te eten op de kosten van de belastingbetaler. Ik eet ze allemaal op voordat die Term hier met die helicopter aankomt, overdenkt hij en heeft binnenpretjes. 'Te veel eten is niet best met dit weer, meneer Volbloed,' zegt een bezorgde kapitein. 'Dit kan zeeziekte versnellen en u gaat zich dan zeer onwel voelen.' 'Ik voel we nu al onwel,' zegt Volbloed. 'Kan ik van hier per gsm mijn vrouw bereiken, kapitein?' 'We zijn te ver van het vasteland, sir, maar ik kan de kustwacht bereiken met de marifoon indien u wenst,' De boot is nu een speelbal van de woeste zee en kraakt in zijn voegen. Ik hoop dat Pikkel die boot van Bontekoe degelijk heeft laten herstellen na zijn crash op een baarbeker in Blankenberge denkt Volbloed. Zoniet ziet het er slecht uit. Een enorme aanstormende golf richting het motoryacht merkt de lichtmatroos, die nu aan het roer staat, te laat op. De enorme massa water dondert tegen het schip aan, dat slagzij haalt. De onfortuinlijke passagiers verliezen het evenwicht en slaan tegen alles en nog wat aan. De lichtmatroos is door de enorme knal over boord geslingerd, de kapitein wordt met zijn hoofd tegen de tafel gecatapulteerd en ligt op het tapijt, duidelijk buiten bewustzijn. Brigitte die zich aan de zetel vastgeklemd heeft vraagt vertwijfeld: 'Kapitein, waar zijn de zwemvesten en het reddingsvlot?' Maar geen antwoord. Het tapijt kleurt rood, vlak naast het slapende hoofd van de kapitein. Volbloed merkt dit als eerste op en roept: 'zoek de zwemvesten, allemaal!' Een nieuwe reuzegolf teistert de reeds manke boot en de motoren vallen uit. Stuurloos en gehavend wordt de boot van links naar rechts geslingerd terwijl het onweer op zee in volle kracht aanhoudt......
Hoofdcommissaris Volbloed zit in zijn kamerjas te genieten van een boek van Herman Brusselmans. Zijn gezellin Sabine heeft pompoensoep gemaakt en lamsgebraad, één van Volbloed's favorieten. De kater Frosty ligt heen en weer te draaien op zijn rug, in de zetel naast Volbloed. Met zijn aperitiefje in de hand wandelt hij sloom naar de keuken. 'Alles is klaar, zoetje.' zegt zijn allerliefste. Hij glundert en antwoordt: 'dan ben ik ook klaar, prinses!' Beiden wisselen een blik van begrip en zetten zich aan tafel. De commissaris heeft een lang weekend genomen, dat begon op donderdagavond en gaat eindigen de komende dinsdagmorgen. 'Leuk, zo eens kunnen ontspannen, weg van alle zever en kommer van de laatste tijd,' zegt een tevreden man en kijkt zijn vrouw liefdevol aan. Dan horen beiden het geluid van een sirene. Is er wat gebeurd in de buurt, vraagt Volbloed zich af. Maar het geloei neemt toe en eindigt voor de deur van Volbloed en Sabine. 'Dedju, Dedju, wie is dat?' De huisbel rinkelt en Sabine stapt naar de voordeur. Voor haar staan een man en een vrouw. 'Dag mevrouw,' begint de man. 'Is hoofdcommissaris Volbloed thuis?' vervolgt de vrouw, 'via zijn gsm was hij niet bereikbaar en het is dringend!' Zijn gsm staat dan eens af om rust te hebben denkt Sabine en dan komen die kiekens hem thuis lastig vallen. 'Hij heeft wel officieel verlof,' repliceert ze. 'Bent u niet commissaris Brigitte Pijpen?' wil ze weten. 'Klopt mevrouw, maar onze chef wordt gevraagd bij premier Term. Ook de chef van de staatsveiligheid, mr Bitskummer hier naast mij zal aanwezig zijn, en het is van levensbelang dat uw echtgenoot daar ook aanwezig is.' Sabine die haar man eindelijk eens voor vier volle dagen voor haar alleen wou, is boos en ontgoocheld en flapt eruit: 'Kan die eerste minister eens niks alleen organiseren, moet mijn Jules bij alles bij zijn?' Kwaad loopt ze van de voordeur weg en laat beiden aan hun lot over. Volbloed heeft alles op afstand gehoord, heeft zijn kamerjas reeds verwisseld voor zijn mantel en zegt: 'Ok Brigitte en Bitskummer, laten we voortmaken, ik wil maximum twee uren besteden aan wat Term weer te zeggen heeft en dan vertrek ik naar het buitenland zonder adres achter te laten, dan laten ze mij gerust. Die Term hangt mijn kas uit.' De politiewagen scheurt de straat uit. Weer naar die Wetstraat, denkt Volbloed.....en voor wat nu weer? 'Chef, er is iets ernstig met Bontekoe gebeurd, hij zit nu opgesloten in een Chinese gevangenis. De Chinezen zijn erg boos op België omdat hij geen papieren bijheeft en ook geen Chinees spreekt. Ze willen die Caran Dash niet ontvangen, die zit niet ver van de Chinese grens en wou bemiddelen. De chinezen weten blijkbaar dat Caran Dash een CIA agente is en beschouwen haar en ook Bontekoe als spionnen en terroristen, werd zopas aan Term medegedeeld.' 'Kan die minister Clem niet onderhandelen? Die zit al halfweg richting China in een treinwagon, dat ze die laten doorrijden tot in China!' 'Neenee Chef, Term heeft een ander plan.' zegt Brigitte. 'Een ander misschien maar een beter zeker niet, Brigitte!' Volbloed is echt spinnijdig. 'Waarom geven ze die Chinezen niet een paar miljard euros en die Poetin ook en klaar is kees. Ze spekken wel al die corrupte banken met ons geld, zonder iets terug te krijgen. Waarom dan niet een paar miljard aan de Chinezen en Poetin geven om Bontekoe veilig en wel terug te halen? Banken zijn trouwens gelegaliseerde bandieten, ik heb het al altijd gezegd en het is nu uitgekomen, en politici in het algemeen zijn onbetrouwbaar!' Volbloed kookt nu. 'Waarom rijden wij richting kust in plaats van naar de Wetstraat?' vraagt Volbloed zich nu af....
Geheimagent Pikkel wandelt op en neer in de wagon van de Orient Expres. Buiten is het pikkedonker. In de wagon heeft hij de lichten laten doven om de oude batterijen te sparen. Zijn ogen wennen aan de duisternis en wat hij ziet en hoort verheugt hem weinig. Allerlei wilde dieren lopen rond het treinstel en sommigen maken angstaanjagend lawaai. Iets tussen lachen en brullen. Die beesten lijken met hun kop of horens tegen de wand van de wagon te beuken. Hierdoor danst de trein op zijn vering en de deuken die gemaakt worden zijn tot in de wagon zichtbaar. Veel stemming is er dus niet bij de drie heren binnentreins. Snik, de jonge rechercheur in opleiding rilt van de kou en van de schrik. 'Hier neem een deken, dat doet deugd.' tracht Pikkel hem te troosten. Clem, de minister van ons leger ziet nog altijd groen, vooral zijn aangezicht, hoewel hij tot een oranje partij behoort bedenkt Pikkel, een eigen mopje om er de moed in te houden. Clem zijn maag- en darmstelsel zijn erg ontregeld en één toilet durft Pikkel niet meer gebruiken wegens de ondraaglijke geuren. Gelukkig is er nog een tweede toilet aan het andere einde van de wagon. De proviand die Pikkel uit het gestrande vliegtuig haalde is al opgegeten en nog maar één fles bronwater blijft over. Morgen bij dag zal hij de trein uit moeten om meer eten en drinken uit het legervliegtuig te halen. Dat zint hem niet gezien het gevaar van straling in de omgeving. Een Orient Expres met rijke Amerikanen die op een spoorlijn rijdt vlak naast de kapotte Tjernobyl kerncentrale, wie in godsnaam organiseert zoiets bedenkt Pikkel. Zou dat een stille wraak van Putin zijn, op die stinkend rijke Amerikanen? Pikkel weet het niet.
-----
Hoofdcommissaris Volbloed heeft in zijn bureau een lang gesprek met de sexy commissaris Brigitte Pijpen. Plots denkt hij: die vrouw in mijn droom vannacht die al haar kleren uitdeed, dat was Brigitte potverdorie, en hij loopt rood aan. 'Heeft u last van hoge bloeddruk, chef?' vraagt de jonge vrouw bezorgd. Volbloed brabbelt iets wat Pijpen niet verstaat en praat verder. Ze komen tot het besluit dat een locomotief moet gestuurd worden vanuit een bijgelegen station op die Orient Expres spoorlijn, dit om de onfortuinlijke wagon en zijn tijdelijke bewoners te evacuëren. Wachten op de terugreis van die Orient Expres kan nog weken duren en dat wil Volbloed zijn vriend Pikkel niet aandoen. Volbloed heeft daarvoor reeds onze buitenlandse minister Garel Kucht gebeld en dingen met hem doorgesproken. Kucht ging het nodige doen beloofde hij aan Volbloed. Tevens wachten zij op nieuws van Caran Dash die vertrokken is, samen met de vliegende inspecteur Tom Bonnen, om Bontekoe ergens in Rusland op te pikken. Deze top CIA agente kent vloeiend Russisch en dit kan van pas komen, zeker als men in Rusland ongevraagd en onaangekondigd rondtoert. Zij is permanent in contact met de head office van de CIA in Washington die er ondertussen in geslaagd is de 4x4 die Bontekoe bij zijn ontsnapping gestolen heeft op te sporen via hun satelieten en de gegevens van de gps in die auto die toebehoort aan Putin en waarvan de CIA de kleinste details kent, ook het type gps en zijn codes. De CIA maakt dan wel grove fouten maar blijft soms straffe dingen doen als het erop aankomt mannen als Putin te bespioneren. Volbloed heeft Pikkel telefonisch verwittigd van de nieuwe plannen, om hem gerust te stellen. Pikkel is daar blij mee en tracht wat te slapen om fit te blijven want ze kunnen daar nog dagen zitten en hij heeft de leiding. Die twee andere heren zijn erg van de kook en weinig optimistisch. Pikkel moet er de moed inhouden en hij kan dat als geheimagent.
-----
De onfortiunlijke maar moedige Bontekoe is ondertussen wel gevlucht, maar in de verkeerde richting. Hij is ergens langs een boswegje hoog in de bergen terecht gekomen in China. Hij vond al dat de mensen er anders uitzagen en hun taal duidelijk verschillend was van wat hij de vorige dagen hoorde brabbelen. Twee keer heeft hij in een boerderij diesel gestolen en wat eten om te overleven. Bontekoe ziet er nog altijd erg gekneusd uit en spreekt nog moeilijk. Als iemand hem aanspreekt doet hij of hij stom en doof is, een goeie manier om geen argwaan te wekken. Zijn orientatiegevoel is echter volledig weg na zijn crash met dat vliegtuigje van de Bin Laden Corporation, vliegtuigje dat hij verkeerdelijk instapte en dat met hem vloog in plaats van andersom. Hij rijdt dus volledig de verkeerde richting uit. Daarbij heeft hij in een kwade bui die verdomde gps waar hij niks van begreep uit die jeep gesleurd en onderweg weggegooid. Caran Dash en de CIA zijn dus op zoek naar een gps die ergens in Rusland in de struiken naast een weg ligt. Weer tegenslag voor iedereen! Het leven kan hard zijn en de omstandigheden onvoorspelbaar.
Hoofdcommissaris Volbloed loopt door een wei vol bloemen. In de verte ziet hij een paar schaarsgeklede jonge vrouwen naderen en hij krijgt zowaar een erectie. Plots merkt hij dat hij geen broek draagt en evenmin een onderbroek. Die sexy vrouwen zijn ondertussen al dichtbij gekomen en Volbloed weet niet waar hij het heeft. Hij probeert zijn zware erectie te bedekken met beide handen maar dat lukt niet zo goed. Eén van die vrouwen doet haar slipje en beha uit, vlak voor hem en grijpt naar zijn stijve penis. De verleiding is te groot om daar aan te weerstaan. Dan schiet hij wakker. Donkerte alom. Naast hem in bed lacht zijn gezellin hem toe. Haar rechterhand rust op zijn gevoelige delen onder de lakens. Hij omhelst haar vol passie. Dan gaat zijn gsm af. 'Waarom staat die op?' vraagt Sabine. 'Ik verwacht elk moment een belangrijk bericht van Term,' zegt hij. 'Werkt die 's nacht ook al?' 'Ik vrees van wel, schat!' Volbloed wipt met zijn gsm en zijn erectie uit bed. 'Hallo.' 'Volbloed, hier Term, man miserie, Putin is Bontekoe kwijt en hij is razend, hij denkt dat onze geheime dienst dat heeft geflikt!' 'Meneer de eerste minister, wat gaan we dan doen?' 'Zorgen dat we Bontekoe vinden, man,' zegt onze premier. 'Vraagt die CIA agente Caran Dash die bevriend is met Bush om uit te zoeken met hun satelieten waar die Bontekoe van ons uithangt, ergens op Russisch grondgebied. Als we hem op tijd traceren kunnen we de gemoederen bij Putin en de zijnen bedaren. Doe het nu, Volbloed, en vraag het hoofd van onze geheime dienst intens mee te werken.' 'Bedoel je die Bitskummer, meneer de minister?' 'Meneer de eerste minister Volbloed, en ja, die bedoel ik!' Klik hoort Volbloed en kijkt zijn gezellin aan met een tedere maar gespannen blik. Dan zegt hij: 'Term denkt dat ik kan toveren. Een voordeel is dat die Dash en die Bitskummer een verhouding hebben, die liggen tien tegen één nu samen in één bed, dus één telefoontje zal volstaan!' en hij lacht zijn tanden bloot. Zijn vriendin zet een teutmondje en werpt een kusje. Goed dat ik zo een schat van een vrouw heb denkt Volbloed, ze schenkt mij geluk en dat maakt mijn leven mooi. Maar waar zit die Bontekoe?Volbloed belt het nummer van Caran Dash maar geen antwoord. Dan het nummer van Bitskummer die na een tijdje toch opneemt. Met een slaapstem zegt hij 'Hallo.' 'Hier Volbloed. Is Caran Dash daar?' wil Volbloed met volle stem weten. Hij zegt dat zo luid dat de vrouw van Bitskummer naast hem alles hoort. Bitskummer spurt de slaapkamer uit met de gsm in zijn hand en fluistert verontwaardigd: 'Volbloed zijt ge zot geworden, ik lig bij mijn vrouw en gij vraagt of Caran bij mij ligt. Stront aan de knikker ga ik krijgen. Ze heeft waarschijnlijk alles gehoord, dommerik toch, waar staat uw hoofd?' 'Sorry Bitskummer, ik wist niet dat ge getrouwd zijt en uw vrouw bedriegt. Ik zag je aan voor een vrijgezel. Weet Caran dat ge gehuwd zijt?' 'Volbloed, waar moei jij je mee, in godsnaam!' 'To the point dan,' zegt Volbloed en doet de hele uitleg en meldt wat Term van hen verwacht. 'Kan jij dan ten gepaste tijde Caran optrommelen en haar inlichten? vraagt Volbloed met ingehouden stem. 'Ok, Volbloed, doe ik.' Klik. Volbloed zucht. Wat een konijnenkot is deze wereld toch gaat door zijn hoofd. Hij herinnert zich opnieuw zijn droom en is blij dat zijn gezellin nog wakker is als hij het bed induikelt, van plan om alleen nog aan sex met zijn schat te denken.
Dré Pikkel de geheimagent heeft zijn collega/vriend hoofdcommissaris Volbloed aan de lijn en legt hem de benarde situatie uit. 'Dré jongen wat een ellende zeg. Ik bel met onze premier Term en leg hem de situatie uit.' Een kwartiertje later belt Volbloed al terug. 'Dré, Term zegt me dat ge daar in die wagon moet blijven tot die Orient Expres van Cook passeert op zijn terugreis. Die zal jullie wagon dan terug aankoppelen, richting België.' 'Maar Volbloed, onze minister van landsverdediging Clem zegde mij zojuist dat hij dringend terug moet voor vergaderingen met de generaals.' 'Er is hier niets te verdedigen zegt Term, Clem kan dus gemist worden.' 'Er is een bijkomend probleem Dré, waar jullie nu staan ligt achter die bossen de kapotte centrale van Tjernobyl!' 'Wat? En die trein rijdt door dit gebied!' roept Pikkel door zijn gsm. 'Kan geen kwaad voor de mensen als ze in de trein blijven en die blijft doorrijden, maar er is nogal wat straling als ge daar zou stoppen en uitstappen en daar blijft rondhangen. Hebt ge die wilde dieren niet gezien, die hebben bijna allemaal zweren en nieuwgeborenen drie ogen, soms twee koppen. Dit alles vertelde Putin nu aan Term. Die geiten die opgevreten worden door die arme wilde dieren is niet erg meldde Putin. Goed voor hun gezondheid zei Putin, vers gezond vlees voor die sukkelaarkes, ze verdienen het zei Putin nog. Putin is begaan met de fauna van zijn land zegt Term, dus geen crisis met Rusland, Term was blij toen hij het mij vertelde!' Volbloed zwijgt nu even na zijn lange uitleg en wacht op reactie van Pikkel, die echter niet blij is met het gegeven Tjernobyl en het feit dat hij daar nog lang moet blijven zitten. 'Wanneer komt die trein langs?' 'Niet geweten Dré, de treinen in Rusland hebben altijd veel vertraging,een week of twee?' 'Volbloed, wanneer halen we commissaris Bontekoe dan op bij Putin?' 'Tot er nieuwe geiten geleverd worden bij Putin, Dré.' 'Amaai, arme Bontekoe, daar op de farm bij Putin, ergens opgesloten op dat landgoed.' 'Ja jongen, ik weet het, niets aan te doen, ik bel je terug van zodra ik meer nieuws heb, hou je taai Dré.' zegt Volbloed en sluit af. 'En?' vraagt een groene Clem die uit het toilet komt.
Wat noch Volbloed, noch Term, noch Putin weten is dat de goedopgesloten Bontekoe vorige nacht op het landgoed van Putin ontsnapt is, een stevige 4x4 met GPS en landkaarten gepikt heeft en nu al ver weg is. Bontekoe is goed hersteld van zijn hachelijk avontuur en weet wat hij moet doen. Putin zal niet blij zijn. Onze premier Term zit binnenkort dus weer met een crisisje erbij. Maar de mens is dat ondertussen gewoon....
Als geheimagent Pikkel zich omdraait ziet hij een horde wolven naderbij sluipen. Bliksemsnel haalt hij zijn cold boven en vuurt in de richting van de dieren. Eén wolf valt dodelijk neer. De anderen kiezen het hazepad en verdwijnen in de verte tussen het loof van de bossen. In hun zog volgen enkele leeuwen en een paar tijgers. 'Naar de wagon,' roept Pikkel en kijkt rond waar Snik uithangt. Die is nergens te bespeuren. 'Waar is die snotneus naartoe?' fluistert Pikkel en kijkt gespannen naar een bevende minister van landsverdediging. 'Ik loop naar het vliegtuig om uit te zoeken waar de anderen zijn, jij blijft hier,' roept Dré tegen de minister en klapt de treindeur achter Clem zijn rug dicht. In zijn loopje naar het vliegtuig merkt hij in de verte een leeuw op die een groot pak meesleurt. De opkomende mist belet Pikkel echter het zicht. Het pak in de muil van het roofdier kan hij niet identificeren. Is het een mens? Aan de andere zijde van het vliegtuig achter enkele struiken ziet hij in het zand rode vlekken, vers bloed, en twee flessen bier naast een knapzak. Hij slikt en weet dat het ernstig is. In het vliegtuig verzamelt hij snel wat proviand, flessen water en munitie. Alles gooit hij in een grote reiszak die in de cockpit ligt. Hij loopt doorheen het vliegtuig. Geen piloten te bespeuren. Hij snelt het vliegtuig uit, richting de treinwagon, zich bewust van het gevaar. Dan merkt hij enkele tijgers op die behoedzaam het vliegtuig naderen. Pikkel kan afstanden inschatten als geen ander, een gave die hij tijdens zijn opleiding als geheimagent nog bijschaafde. Die training van toen komt hem nu van pas. De roofdieren blijven op een redelijke afstand dus geen kogels verspillen, tenzij het levensbedreigend gevaar betekent, is hem geleerd. Dan ziet hij Clem die uit de wagon klautert en in zijn richting strompelt. Verdomme mompelt hij, met die bange kiekens hebt ge altijd last. Hij roept naar Clem: 'Terug in die wagon Clem, nu!' Dan ziet hij voor hem een stuk stof liggen, een mouw of zoiets, blauw met gouden strepen en vol bloed. Shit mompelt hij. Bij de wagon gekomen merkt hij doorheen een raampje dat Snik daar zit. Oef gaat over zijn lippen. 'Zijn die piloten meegesleurd door roofdieren?' overpeinst hij en kijkt naar zijn horloge. Het wordt al donker. Hoe krijg ik die geiten terug in dat vliegtuig?' bedenkt hij. 'En waar zijn die allemaal naar toe?'. Man toch, wat een miserie, mompelt hij. In de wagon vraagt Pikkel aan een bevende Snik: 'Waar is Clem?' 'Op het toilet.' antwoordt de jonge rechercheur in opleiding. Pikkel klopt op de deur van het kleine kamertje en vraagt: 'Meneer Clem, alles in orde?' 'Neen, ik ben ziek, overgeven en misselijk.' hoort hij Clem klagen, met een klein stemmetje. Pikkel kan het niet laten rapport uit te brengen van de penibele situatie. 'Bijna alle geiten zijn weggevlucht vanwege die wilde dieren, Clem, we hebben geen pasmunt meer voor Putin!' 'Weet u als minister een oplossing hiervoor? En hoe denkt u hier weg te geraken, zonder piloten?' 'Bel naar hoofdcommissaris Volbloed, Pikkel, en laat een ander vliegtuig komen met nieuwe geiten voor Putin!' antwoordt Clem tussen twee braakpartijen. Dré Pikkel denkt er het zijne van, neem zijn GSM en tikt het nummer van zijn vriend Volbloed in. Die brave ziel zal het weer moeten oplossen bedenkt hij. 'Met Volbloed,' klinkt het. Pikkel is blij zijn vriend te horen.
Eindelijk kwam ook Clem, onze legerminister, het vliegtuig uit. Hij had zich de reis met de C130 anders voorgesteld. De geheime dienst werd een legervliegtuig aangeboden, nadat onze premier bij Clem daarop had aangedrongen. Onze premier Term was miraculeus snel hersteld na zijn ongeval met zijn luchter. Alleen nog een lelijke kwetsuur op het voorhoofd van de premier was merkbaar. Een goede ziener herkende onmiddellijk de vorm van de onderkant van een kroonluchter in het voorhoofd van de eerste minister. Clem kon niet tegen vliegen en was niet gewend zo avontuurlijk de lucht in te gaan; Clem kwam zelden van de grond omdat zijn vrouw daar niet van hield (ge zult als vent maar pech hebben met een libidoloze vrouw te huwen! Dat hebt ge natuurlijk met die katholieke huwelijken zonder sex vooraf!).*** Vandaar dat hij de hele tijd op de pot zat in het vliegtuig, hij had geen ervaring betreffende van-de-grond-komen en kotsen was zijn deel want er was veel turbulentie! Nu Clem terug op vaste bodem loopt ontgroent zijn kop en durft Pikkel vragen: 'Hoe komt het dat Term zo snel genezen is?' 'Allemaal door die bankcrisis! Term heeft al zijn geld in aandelen van Fortis en Dexia gestoken. Toen men hem vertelde dat hij in actie moest komen om zijn geld te redden, was hij klaarwakker. Ik kan mij niet van de gedachte ontdoen dat Term wat comedie speelde met dat luchter-accident om zo de aandacht af te leiden van het feit dat hij al vijftien maanden politiek ter plaatse trappelde.' zegt Clem. 'Waar is hij nu? wil Pikkel weten. 'Zijn Fortis-aandelen aan 't verkopen aan den ouwen dikke van de CVP. In ruil hiervoor mag Jean-Luc voorzitter worden van Dexia. Weer zo een combine zeker? Vertel dat allemaal niet door, hé Dré! Als dat aan de oren komt van het slimme deel van de bevolking is het oorlog!' 'Maar dan zit u toch goed, als minister van ons leger!' wil Pikkel zeggen maar hij zwijgt en bazelt: 'Nee Clem, natuurlijk niet, ik kan een paar geheimen bewaren. Daarbij, het slimme deel van onze bevolking is zo miniscuul klein dat ge geen risico loopt.'
Ondertussen is aan de andere kant van de C130 zich een drama aan het voltrekken. Een dertigtal geiten is al meegesleurd, het bos in, door leeuwen, tijgers, wolven en andere schone zoogdieren. 't Is te hopen dat Putin zijn beloofde Vlaamse geitjes niet gaat tellen bij levering. De beurscrisis, de bankcrisis, de economische crisis en de staatscrisis zullen peulschillen zijn in vergelijking met Putin bedriegen door hem minder geiten te leveren dan beloofd. Onze Belgische geheime ruilhandel omwille van commissaris Bontekoe draait op een catastrofe uit......ook al omdat ondertussen nog eens vijftig geiten opgeslokt worden, deze keer door een hele berenfamilie die op reis was door de Russiche pampas en toevallig passeerde. Dat Clem en Pikkel deze uitroeiing van hun stapel niet opmerken is begrijpelijk, ze zijn met mekaar in gesprek. Maar waar zitten die Marcel en zijn baas, colonel vliegenier Captain? Die zijn ondertussen toch ook niet door die wilde dieren meegesleurd en opgepeuzeld......? Het ziet er nog slechter uit dan we eerst dachten....
***
Voor de jongere lezers raad de schrijver aan geen kat in een zak te kopen maar wel altijd kwaliteitsvolle condooms te gebruiken bij het erotisch uittesten van een mogelijke levenspartner. Dat geldt zowel voor jongens als voor meisjes. Er lopen ook veel impotente gasten rond, meisjes, met veel blabla tot ze tot actie moeten overgaan! Goeie en handige minnaars zijn dun bezaaid, er lopen er weinig van rond, bekwame wippers zijn zeldzaam, hou daar rekening mee bij uw keuze , jongedames!
Wordt vervolgd, maar pas binnen een goeie 10 dagen....
De gezagvoerder kijkt zijn co-piloot aan en zegt: 'Dit is nieuw voor ons, hebben we alleen op de simulator geoefend! Nu gaan we het echt moeten doen, Marcel!' Marcel knikt en trekt zich nog wat vaster. De indrukwekkende C130 hangt boven de treinwagon van Wagon Lits Cook, om het terrein te verkennen. 'Mooie wagon,' merkt Marcel op terwijl de captain opnieuw aanvliegt, dit keer om te landen. 'Laten we hopen dat de wielen het houden,' zucht de gezagvoerder. Achter hen zit Dré Pikkel, de geheimagent, die zich heeft vastgesnoerd en het gesprek van de twee piloten aanhoort. Met gemengde gevoelens ziet Dré de vervaarlijke machine dalen richting de treinwagon waarin Snik zit. Snik, in opleiding bij de recherche van Volbloed, ziet het licht rond hem weer verdwijnen. Zodadelijk zal er een bombardement losbarsten, door Russische Migs of zoiets, denkt hij. Snik Goet is danig in de war en zwaar overspannen vanwege zijn laatste weken in die Orient Expres, richting Siberië, met vier Russen op zijn hielen. 'Daar gaan we' zegt de captain in volle concentratie en met verbeten blik. 'Zijn de geiten vastgesjord?' 'Yes, captain.' Achterin het vliegtuig is het een gebleir van jewelste. De C130 raakt de eerste zoden. Een zware klap. De wielen huppelen over het hobbelige landschap en slikken de bulten in het weiland als veelvraten. Het grote vrachtvliegtuig is geland en staat nu stil vlak naast de wagon van Snik. Die zit weggedoken in zijn coupé, verstijfd van schrik. Nu de stilte terugkeert in het landschap, licht hij zijn hoofd en durft door zijn raampje kijken. Hij ziet achteraan aan het vliegtuig twee mannen op de landingsstrook lopen, richting zijn wagon. De nacht gaat plots over in de ochtend en hij herkent geheimagent Pikkel, die hij ooit zag in de burelen van commissaris Volbloed. Snik durft nu eindelijk een treindeur openen. Als Pikkel dichterbij komt zegt hij tegen de wenende Snik: 'Jongen, uw baas heeft samen met ons dingen geregeld. Ge zijt veilig.' Als ze Snik wat te eten gegeven hebben, vertelt Dré Pikkel het ware verhaal. 'Snik, gij hebt als lokvogel moeten dienen. We wilden weten in hoeverre Putin de deal tussen hem en Term serieus nam. Vandaar dat we de trage weg kozen, via de trein en jij werd uitgestuurd. Door het feit dat Putin vier waakhonden de trein opstuurde om jou te schaduwen wisten we dat hij het meende. Op zijn Russisch hé, jongen!' Toen jij je baas echter nieuws liet via de telefoon en meldde dat je in paniek was, hebben we je verdere reis vroegtijdig afgeblazen en aldus aan Wagon Lits Cook gevraagd jouw wagon 's nachts af te koppelen en op een zijspoor te plaatsen. Vanop het dak hebben de Russische spionnen op onze vraag en met goedkeuring van Putin slaapgas ingespoten in je coupé, zodat alle andere passagiers konden verplaatst worden naar de andere wagons, zonder dat jij iets opmerkte van het rangeren en het geroezemoes. Aan de andere passagiers werd verteld dat iedereen moest verhuizen wegens een ernstig mechanisch defect aan deze wagon. In ons vliegtuig zitten 300 geiten, als uitwisseling voor Commissaris Bontekoe. We vliegen nu incognito door naar de farm van Putin en wisselen de geiten uit voor commissaris Bontekoe. De commissaris is reeds bij Putin himself, hij werd er deze morgen vanuit Siberië heengebracht.' 'Alles verloopt dus volgens plan, Snik. We gaan de beesten nu luchten en laten ze wat eten op de grasvelden hier en dan vertrekken we in de namiddag richting de boerderij van Putin.' 'Blij toch?' vraagt Pikkel nog, maar de jonge rechercheur is danig vermoeid, krijgt nu de weerslag en dommelt in. Wat Snik dus niet meer heeft kunnen melden aan Pikkel is dat daar veel wilde dieren loslopen die nu even op de vlucht zijn vanwege het kabaal van de landing. Maar die beesten zijn er nog. Vanuit de bossen verderop kijken ze toe en likken ze hun lippen als ze die heerlijke geitjes uit het vliegtuig zien huppelen, in massa.
Verbaasd was ik toen ik onlangs deze twee mails in mijn inbox vond. In verband met Herman Brusselmans nogwel! Ik wil ze u niet onthouden. Twee uittreksels krijgt u te lezen.
Ik verneem dat Brusselmans een raadsman ingeschakeld heeft omwille van zijn besmette gastenboek. Langs deze weg maak ik me dan ook kenbaar aan die raadsman. Ik verwijs naar het werk 'Mank' Ik ben de zoon van die schoenlapper. Ik heb dus helemaal geen zelfmoord gepleegd zoals Herman misleidend in zijn boek vermeldt. Ten tweede is mijn moeder niet gek zoals hij valselijk wil aantonen in datzelfde boek. Het meest verwerpelijke is dat het wel waar is dat hij mijn vader altijd met een foefke naar de kelder stuurde om er dan tussenuit te muizen zonder te betalen. In zijn boek doet hij dat maar drie keer, maar in het werkelijke leven heeft hij mijn vader zeker dertig keer zo geflikt. Ook dat dwaze liedje 'Plitse pletse plot..enz.' dat mijn vader zogezegd zong tijdens zijn werk is onwaar. Vader speelde piano maar zong nooit! Verder slikte hij nooit spijkers in. Hij gebruikte de beste schoenlijm die er toen te verkrijgen was, zeker geen nagels. Ik dien dus klacht in wegens belediging en eerroof, tenzij Brusselmans alsnog de onbetaalde rekeningen met hoge interest vereffent en een nieuwe versie van 'Mank' publiceert met de nodige rechtzettingen en verontschuldigingen. In één woord;: een nieuwe 'kut edition'. Het kan zijn dat dat met een C moet zijn, ik ben maar de zoon van een schoenlapper en geen geleerde schrijver. Ik geef hem één week om hierop te reageren anders gaat hij bloeien voor de rechtbank en hij weet van eerdere processen hoe dat dan afloopt met zijn geldbeugel.... Getekend :De zoon van Gustaaf, de vroegere schoenlapper van Herman Brusselmans.
De dame uit Nederland heeft gelijk. Het moet maar eens gedaan zijn met die Brusselmans te sparen. Ik ben Kathy Strobbe uit zijn roman 'Mank'. Ik heb helemaal niet met Herman genegenenzestigd zoals hij in zijn boek zo vlot beschrijft, hooguit wat geknuffeld en eerlijk gezegd zijn geknuffel is amateuristisch en pubergepruts! Hij stoeft heel veel met sex-verhalen in zijn boeken maar in 't echt brengt hij er niks van terecht, ik weet het uit goede bron, van zijn vrouw. Een halve emmer sperma in mijn mond en doorgeslikt...? Hooguit een drup of twee meldde zijn ega mij! Erger is dat kort na het verschijnen van 'Mank' mijn man, een Brusselmansfan tot dan, die roman las en mij onmiddellijk liet zitten met mijn twee kindjes, die nog elke avond vragen wanneer die meneer met al zijn gekleurde kabouters, huisjes en bossen op bezoek komt.....
Ik ben die roman 'Mank' onmiddellijk opnieuw gaan lezen en het is niet schoon hoe hij over die twee mensen schrijft! Alhoewel ik lees Brusselmans wel graag. Jules
Je verwacht op zo'n bloggen-ding veel zwans, onnozelheid, flauwe kul en waardeloze dingen. Zo dacht ik tenminste tot ik op twee blogs terecht kwam die intriest zijn.
U moet maar eens kijken op: www.bloggen.be/ Het Seppe dagboek
Seppe, jongen, onrechtvaardig is het.
Toevallig val ik op deze blog. Een intrieste blog. Daar word ik stil van. Kinderen voortijdig afgemaakt door onheelbare ziektes. Om opstandig te worden. Woorden die deze ellende verzachten bestaan niet, medicijnen zijn machteloos. Ouders die zo iets meemaken moeten door een hel gaan en toch sterk zijn om het zieke kind te begeleiden. Wat zijn we toch onvolmaakt en falend. Waar is die geweldige oneindig goede god, die ons schiep, meneer pastoor? Smijt uw bijbel weg of beschouw hem als bijeengeraapte langdradige idiote verhalen, langgeleden geschreven door een hoop fantasisten en neuroten..... Jules
Dag moedige weduwe met kindjes. Het is een wrede wereld waarin we leven. Vrede in deze wereld komt er wellicht nooit. Veel dwaasheid heerst er en diepe ellende vloeit daaruit voort. Je man had een beroep met grote risico's en het lot besliste hard. Woorden die helen bestaan daar niet voor. Mijn moeder werd ook weduwe met twee kindjes. Een dochterke van 9 jaar en ikzelf, nog in haar buik, toen mijn vader verongelukte, 32 jaar was hij, al lang geleden ondertussen. Van een toen nog open tram gevallen en dood was hij. Een mogelijke troost kan voor jou zijn dat mijn moeder na veel pijn, enkele jaren later een nieuw leven begonnen is, met zelfs nog twee kindjes erbij en terug heel gelukkig werd. Ik ben ondertussen zelf al in de vijftig, maar ik weet dus dat na de pijn die je nu meemaakt, een nieuw en gelukkig leven mogelijk is. Mijn eigen moeder was het bewijs. Veel sterkte wens ik je. Het komt nog goed voor jezelf en je kinderen, het kan, al zal je dat op dit ogenblik niet willen en kunnen bevatten. Jules
Deze wereld kent veel stille en onzichtbare ellende. De massa die daarvan gespaard blijft beseft dat niet! Misschien moet in de scholen wat meer gepraat worden over dit facet van ons bestaan. Er kunnen alleen betere en meer begrijpende volwassenen uit ontstaan.
Episode 56. Ontkoppeld Snik Goet, de jonge rechercheur in opleiding schrok wakker. Voor hij goed en wel rechtzat in zijn treinbed voelde hij nattigheid. Dit kwam niet door bedwateren. Neen, hij had het idee dat de trein stilstond en de gehele omgeving was geluidloos. Zijn indruk werd bevestigd toen hij naar het raampje stapte in zijn blootje. Snik sliep altijd in zijn blootje. Daarbuiten zag hij zo goed als niks want het was pikkedonker en de maan was duidelijk niet van de partij. Een vreemde stilte was alles wat hem overviel. Snik blokkeerde de laatste dagen van de treinreis altijd zijn deur naar de loopgang omdat hij bijzonder ongerust was dat hij slapend zou worden vermoord door die vier Russen die hem tijdens de dag altijd volgden. Nu besefte hij ook dat het licht in zijn coupé niet werkte. Als rechercheur in opleiding en oud-scout had hij steeds een pillamp bij zich, en die kwam van pas! Stilletjes duwde hij de deurkruk naar beneden, maar bewegen deed de deur niet. Hij zat opgesloten! Zijn ogen wenden aan de duisternis en nu zag hij vage schimmen van dieren die rond de trein slopen. Zover hij kon turen bemerkte hij alleen natuur, bomen, struiken en weiland. Geen huis of iets dat erop trok was te bespeuren. Lichte angst overviel hem. Wat was er aan de hand? Dan hoorde hij gelach en keek op. Het lachen kwam van buiten maar mensen zag hij nergens. Dieren huppelden op en neer, heen en terug, als nerveuze treinwachters. 'Bewaken ze mij of wachten ze op mij?' fluisterde Snik tegen zichzelve. Met kloppend hart kleedde hij zich snel aan. Hij moest weten waar iedereen was. Met zijn schouder drukte hij tegen de deur van zijn couchette. Eerst zacht en dan met rukken. Er kwam beweging in en hij bleef tegen de deur drummen tot ze uit de hengsels sloeg. Met een slag vloog hij de gang in, met zijn hoofd tegen het raam. Even donker en onheilspellend was het beeld op zijn netvliezen. Zijn flauw lichtbundeltje bescheen gras, verderop zag hij struiken en bossen, iets anders was er blijkbaar niet. Waarom staat die trein hier stil? Geen perron of station te zien, wel een paar zijsporen! Een siddering loopt door zijn lijf. Niemand te zien, geen levende ziel in die trein? Mijn wagon gerangeerd op een zijspoor? Waarom in godsnaam? 'Hallo' roept hij met beverige stem. 'Hallo, anybody here?' Stilte is het enige antwoord. Snik hoort zijn hart kloppen en loopt rond in de gang als een kip zonder kop. Hij weet dat het personeel in het eerste treinstel gehuisvest is en wil weten wat die trein overkomen is. Hij wil door de sluisdeur op het einde naar de volgende gekoppelde wagon, maar die is er niet! Al wat hij ziet is een deur die uitgeeft op de pampas, met weer die rare dieren. Zijn het honden? Of everzwijnen? Te donker buiten om zeker te zijn. Bliksemsnel loopt Snik de wagon af in de andere richting, waar de restauratiewagon aangekoppeld zit. Zijn lichtbundeltje wipt op en neer bij het lopen. Als hij op het einde is slaat zijn hart over. Doorheen het raampje van de sluisdeur ziet hij weer geen andere wagon maar de vrije natuur. Is hij moederziel alleen in deze achtergebleven wagon? Snik denkt: hoe kan mijn wagon ontkoppeld zijn terwijl de restauratiewagon die erachter hing er niet meer is. Droom ik? denkt hij. Hij doorzoekt instinktmatig alle coupés. Alles ligt er overhoop maar geen kledij of andere spullen van de medepassagiers te ontdekken. Ook die vier Amerikanen waar hij al eens een babbeltje mee deed zijn van de aardbol verdwenen . Ben ik in een paralelle wereld terechtgekomen? Zijn er extra-terrestere bezoekers geweest terwijl ik sliep? Hebben ze mij over het hoofd gezien? Of was ik te jong voor hen? Ik ben zeker de jongste van heel die treinbevolking bedenkt hij, al die ouwe rijkerds op die Orient Expres! Ik moet bellen en hulp vragen, maar hoe? Naar buiten durft hij niet wegens de duisternis en al die rare dieren die hij vaag ontwaart. Snik is gaan liggen, zijn knieën knikken en zijn hart bonst. Hij is ten einde raad. Zijn hersens werken op volle toeren maar een oplossing ziet hij niet. Te veel vragen naar antwoorden spoken door zijn brein en bang is hij; angst die binnensluipt in zijn grijze cellen blokkeert zijn denkvermogen. Muisstil is het, behalve af en toe het gelach dat van buiten lijkt te komen? Zou ik een deur naar buiten openen om rond te kijken? Hij aarzelt want die rare dieren lopen rondom zijn trein, in alle richtingen en het lijkt alsof zij lachen. Ze hebben mij op een zijspoor geplaatst bedenkt hij nu, en deze wagon afgezonderd. Maar waarom in hemelsnaam? Waarom heb ik dat niet gemerkt, ik een onvaste slaper? Heeft iemand mij gisteravond iets te drinken gegeven met een slaapmiddel? Iets in mijn eten? Hij overloopt zijn voorbije avond, dit deed ik,... en dit... en die sprak me aan... en dat gebeurde er..., maar de bevende Snik vindt geen antwoorden op zijn vragen. Dan hoort hij een vaag geronk. Het ronken lijkt op het lawaai dat landbouwtractoren maken. Vroeger, bij zijn ouders thuis hoorde hij die landbouwmachines wel eens, vooral 's nachts als hij wilde slapen en tijdens zijn examentijd, rotdingen waren het. Het tractorengeluid verandert snel in donderend geraas. Alle dieren rond de trein stormen plots weg. De grasvelden naast de spoorbaan zijn nu leeg en tesamen met een oorverdovend lawaai wordt plots de ganse trein en de omgeving verlicht. Snik kan zijn oren en ogen niet geloven. Het donderend geraas neemt toe en vanuit zijn treincoupé ziet Snik uitgestrekte velden rond de spoorbaan, die vanuit de hemel fel verlicht worden. Hij denkt dat hij droomt....
40. Ontcijfering nabij? 'De lelies liggen er verwaterd bij. De kikvors kwaakt in het ongewisse. Fonteinen zijn verboden. De sloot is bevuild en de inktvis spuit.' De vrouw van de premier heeft ondertussen de geheime boodschap van de president van de USA al tien keer gelezen. Ondanks al de geheime codeboeken van haar man kan ze er noch kop noch staart aan krijgen. 'Wat kan dat toch betekenen?' vraagt ze aan haar ingehuurde detective in zijn minibusje vol afluisterapparatuur. 'Zonder de ontcijfering gaan de Russen of de Iranezen voor zo een Gezelle-versje niks betalen, weet u!' zegt de privé-rechercheur duidelijk ontgoocheld. 'De lelies liggen er verwaterd bij?': 'Dat wil waarschijnlijk zeggen dat ons huwelijk maar slappe thee is.' 'De kikvors kwaakt in het ongewisse.': 'Dat is mijn man in zijn bed, denk ik!' 'Fonteinen zijn verboden.': 'Hij mag mij niet meer aanraken!' zegt de vrouw en trekt een vieze snoet. 'De sloot is bevuild en de inktvis spuit.': 'Hij doet aan zelfbevrediging sindsdien, nu weet ik het!' kraait zij. De ega van de premier roept dit alles nogal luid in de afluister-minibus. 'Maar mevrouw toch, dit is een telegram van de nummer 1 van Amerika, die gaat zich toch niet bezighouden met uw privé sexleven of wat er blijkbaar nog van overblijft!' weerlegt de detective op een directe wijze. 'Och, wat een geluk dat ik me dan vergis.' zegt de vrouw. 'Verder zoeken, mevrouw,' maant de detective aan. 'Zo een telegram heeft maar waarde voor de vijand als hij vers is, en verstaanbaar!' De man in het minibusje weet dat perfect want hij heeft al veel 'zaakjes' gedaan. --- 'Clem, hebt gij zojuist mijn vrouw niet horen roepen?' vraagt Term verbaasd. 'Krijgt ge al achtervolgingswaanzin, Term?' antwoordt onze minister van landsverdediging. 'Ik hoorde iets, Clem, en ik wil geen Belgische Watergate-toestanden, man!' fluistert Term en begint de kamer af te lopen op zoek naar verborgen micro's en dergelijke. Onze eerste minister had dus gelijk. Zijn vrouw had veel te hard geroepen in die minivan en door radiogolfterugkaatsingsresonantiefrequentieproblematiek kon hij zijn eigen afluisterende vrouw horen roepen in zijn bureel! 'Potverdorie, potverdorie.' wordt er gekrijst in de koptelefoon van de detective. Die trekt de potten van zijn hoofd en gilt van de pijn aan zijn trommelvliezen. 'Ontdekt.' zegt hij moedeloos. 'Deju, deju,' springt de vrouw van onze premier bij. 'Deju, deju, we worden hier afgeluisterd!' gilt ook de premier. 'Wie kan dat zijn, Clem?' 'Somers?' 'Neen, De Winter denk ik, hebt ge hem in 't oog gehouden toen hij hier was, Clem?' 'Ben ik hier voor alles verantwoordelijk?' wil Clem weten. 'Kunt ge zelf ook eens opletten?' 'Ik ben wel de eerste minister, ik delegeer en geef bevelen!' merkt de premier op, heel gepast trouwens. 'Ge zijt hier niet in 't leger, Term!' zegt Clem, ook gepast. 'Roep onze uiterst-geheim-agent Pikkel op, Clem, die moet dit zaakje uitpluizen!' En weg is de bleke man die liever minister-president had gebleven van het miezerige staatje Vlaanderen dan premier van onze Koning zijn Rijk, maar dat is een ander verhaal.
41. Nieuwe medewerker 'Uw naam is dus Goet met een t, nietwaar?' zegt de nieuwe hoofdcommissaris Volbloed. 'En uw voornaam is Niks?' 'Niks Goet dus!' 'Neen, Snik, meneer,' zegt de bedeesde jongeman. U bent dus Goet Snik? vraagt Volbloed verwonderd om wat hij zojuist zichzelf luidop hoorde zeggen. Tom Bonnen die erbij zit holt naar buiten alvorens in een lachbui uit te barsten. Ook de privé secretaresse van Volbloed, Machteld, zit aan de zijde van Volbloed. Hij heeft dat meisje zopas bevorderd en dat ruikt naar corruptie, maar Volbloed dacht: het is nu of nooit, De Wael zit zelf in moeilijkheden, dus ik, kleine garnaal, slip wel door het kattegat. Machteld, een pracht van een secretaresse, die zelfs de gedachten van haar baas kan lezen, vindt dat een rare gedachtenuitdrukking van Volbloed maar zegt niets, behalve: 'Vanwaar dat kattegat, meneer Volbloed?' 'Dat is het begin van een gedichtje dat ik ooit lang geleden op school moest van buiten leren, meisje. Dat ging zo: er zwom een garnaal door het Kattegat, hij was op weg naar Zweden,...etc. Ik denk dat dat een zee-engte is ergens in het noorden zegt de nieuwe grote chef van de recherche. De vorige ligt immers nog steeds geradbraakt ergens in Siberië op de ziekenboeg van een Russische zwaar bewaakte kazerne. Bij het horen van de naam van de nieuwe medewerker doet Machteld alsof ze een verschrikkelijke hoestbui krijgt en haalt er een hoop zakdoeken bij die ze volsnottert. Ook Caran Dash die in de lederen coach zit (Volbloed heeft nu het bureel van Bontekoe ingenomen) moet plots heel dringend naar het toilet. 'U bent dus in opleiding, meneer Goet Snik, onder de bevoegdheid van Commissaris Brigitte Pijpen zegt hij met uitgestreken gelaat. Volbloed kan immers heel serieus zijn. 'Uw ouders hebben wel in functie van uw familienaam een niet zo geschikte voornaam gekozen, vind ik, Snik,' voegt Volbloed er beleefd aan toe. 'Al contact met Putin gehad, Volbloed?' vraagt Dré Pikkel die plots binnentreedt. 'Ja maar ik verstond hem niet, Dré, die spreekt slecht Engels, man.' Ik ga Caran Dash laten terugbellen, die spreekt als CIA superagente perfect Russisch. 'Kan de Karel van buitenlandse relaties dat niet doen?' 'Die zit weer in de Congo op Kabila zijn zenuwen te werken, een full-time job, die heeft dus geen tijd voor bagatellen.' 'Iemand moet nu alle regeringsgebouwen onderzoeken op aanwezige micro's.' gaat Pikkel verder. 'Een inventaris maken?' wil Volbloed weten. 'Neeneen, op afluisterapparatuur!' Volbloed, een voorzichtig en redelijk bekwaam man begint onmiddelijk heel stil te spreken. 'Ik versta je niet!' roept Dré die wat hardhorig is. 'Shuu...ut,' doet Volbloed teken. Pikkel begrijpt het nu en begint alles op te schrijven en door te geven aan Volbloed. 'Oeioeioei,' zegt de nieuwe hoofdcommissaris als hij leest wat Dré hem voorlegt. 'Waarom gaat ge naar Rusland en gaat de Clem mee?' 'Om de geheime code van die Amerikaanse boodschap aan onze premier te ontcijferen.' 'Die Russen lossen dat gedichtje van Bush in drie minuten op Volbloed, en tegelijkertijd probeer ik te weten te komen hoe en waar Bontekoe verblijft. 'Doe daar niet te veel moeite voor Dré, laat Bontekoe de tijd om op zijn positieven te komen.' En zo zie je maar dat zelfs een goed mens als Volbloed wel eens te veel aan zichzelf denkt en aan zijn huidige gunstige positie, zonder Bontekoe. Het zit hem in de oergenen, niet?
42. Vergadering Commissaris Volbloed roept zijn medewerkers bijeen en vergadert. 'Vliegende brigade-inspecteur Tom Bonnen, waar staan wij nu?' 'We staan met zijn allen in uw nieuw bureau, chef!' zegt de inspecteur beleefd. 'Tom, ik bedoel met de zaken, jongen.' 'Ik som ze even op': - onze hoofdcommissaris Bontekoe, die in Rusland gevangen zit. Enige vooruitgang? - de boodschap van Bush aan onze premier, is die al ontcijferd? - waarvan zou onze Bontekoe verdacht worden? - wat doet die Bush-bodyguard Caran Dash in godsnaam in België? - madame Propre, de poetsvrouw van Bontekoe, is dat wel een poetsvrouw? - die De Term is dat wel onze eerste minister? - die Le Clem is dat wel een echte minister? - die afluistering in de kantoren van de Wetstraat, wie zit daarachter? - wie heeft onlangs mijn twijfelaar uit mijn bureel gestolen? - enzoverder... 'Er is nog veel zoekwerk dat moet opgelost worden.' zucht Volbloed. 'Dré Pikkel gaat nu naar Rusland op verkenning, die gaan we dus een tijdje missen.' 'Brigitte, de beste undercoveragente die we ooit hadden, is nu tot commissaris benoemd.' 'Onze nieuwe medewerker Snik Goet wordt nu undercover.' 'Tot zover de algemene inlichtingen.' zegt Machteld, de privé-secretaresse van de grote chef. Plots treedt de kroonprins binnen langs de achterdeur. Hij doet dit met een zekere koninklijkheid, eigen aan een prins. 'Haha, hihi, hoho, nu geb ik die Term en die Clem toch liggen gad, meneer de commissaris!' zegt Filip tegen het ganse gezelschap. 'Ik had mij verkleed in Filip De Winter en ze zijn erin gedoken!' 'Erin gelopen bedoelt u waarschijnlijk,' fluistert Volbloed de prins toe. Omdat hij niet weet hoe een prins aan te spreken, vervolgt hij met 'Sire, hoogedelgeboren jonkman, eminentieve monseigneur, heer prins, roi future.' en hoopt dat er toch een paar titels kloppen. 'Ik gha dat blijve maken, die twee wat koeieneren met mijn vermomming' 'Blijven doen.' fluistert nu Brigitte Pijpen, de commissaris. De prins hoorde dit en vervolgt: 'Ik blijf het zeker blijven doen, mevrouw, ik ben al aan mijn vijfde kleine en werk dagelijks aan een zesde. Mijn Mathilde doet trouwens vlijtig mee!' 'Ik zit op de wip, op weg naar de zesde kleine, en waarschijnlijk ook op weg naar koningboezem!' 'Koningschap, bedoelt u waarschijnlijk,' mengt Tom zich nu. 'Niks daarvan, meneer Tom, de koning komt niet op het schab in dit land. Ik ben er klaar voor, om de nieuwe vrieskou te worden!' 'U bedoelt waarschijnlijk Vorst, toekomstige sire,' zegt Brigitte, die het spijtig vindt dat zij niet die Mathilde is. Ze heeft immers altijd al van niet te slimme rijkelijke stijve harken gehouden. Ze weet dat ze die aankan met haar sexy lachje en bijpasssend lijf. Maar Mathilde was haar voor!
43. Plagerijen Dré Pikkel neemt het woord. 'Alvorens te vertrekken naar Moscou, beste vrienden, kan ik al melden dat het fameuze bericht in dichtvorm van Bush aan Term niet van Bush kwam en niet gericht was aan Term! Een mogelijke nieuwe crisis was er dus geen, zoals meestal in die Wetstraat.' 'Ik was deze morgen op audientie bij Albert en die vertelde mij, confidentieel, dat zijn zoon verliefd is op Caran Dash en dat hij dat mooi gedichtje voor haar geschreven had! Filip heeft het stiekem op het bureel van Caran gelegd. Iemand anders evenwel heeft dat berichtje gevonden, het in een briefomslag gestoken en erop geschreven: van Bush aan Term! Die grapjas zoeken we nu. Als we hem of haar vinden gaat hij of zij mee naar Siberië als uitwisseling aan Putin, in ruil voor onze Bontekoe! Term is al op de hoogte en is heel boos.' 'Hebt ge Albert verteld wat zijn Filip heeft uitgespookt bij Term en Clem door zich in Filip De Winter te verkleden?' wil Volbloed weten. 'Neen, natuurlijk niet, ik hoop dat hij zo'n geintjes blijft uithalen, dan wordt hij nog ooit een olijke koning.' 'Zoals die andere prins die bij de geboorte van zijn kind, voor de voltalige pers een hele meter uit zijn broek haalt!' lacht Pikkel. 'Heeft die er één van een volle meter lang?' wil Brigitte onmiddellijk weten; in die dingen is de sexy commissaris immers erg geïnteresseerd. 'Neen Brigitte, op de vraag of hij al een meter had voor zijne pasgeboren kleine, haalde hij een stokmeter uit zijn broek.' 'Het was wel een lintworm, pardon lintmeter!' verbetert Machteld haar wat verstrooide baas. Plots horen ze getik in de kamer. 'Waar komt dat vandaan?' vraagt Volbloed zich luidop af. 'Van aan het venster, iemand tikt op het raam, commissaris,' licht Machteld toe. 'Maar we zitten hier op de zevende verdieping! Hoe kan er iemand langs buiten op het raam tikken?' 'Verdorie, het lijkt Bart De Breier te zijn, of De Nayer, of De Stikker, hoe heet die in godsnaam?!' 'De Cactus heb ik ergens opgevangen, chef,' zegt Tom. 'Neenee, Bart De Wever is het!' verbetert Volbloed. 'Wat doet die daar buiten in het ijle?' 'Roep de brandweer op, Tom.' beveelt Volbloed. Buiten hangt inderdaad de dikke Bart, aan de buitenzijde van het vensterraam nogwel, met een wat benepen uitdrukking op zijn gezicht. Volbloed wil het raam openen maar merkt nu dat dit niet open kan wegens moderne airconditioning in het lokaal van Bontekoe! 'Waarom had die Bontekoe airco en zaten wij in de zomer te zweten?' vragen de anderen zich af. 'Hey, ik hang hier wel hé, mannen!' horen ze de buitenhangende De Wever gillen. Inderdaad, 'de Cactus in de broek van Term', ook Bart genaamd, hangt aan een koord, ziet ons gezelschap nu ook. Een nogal dunne koord, vindt Volbloed, die Bart aanmaant om weinig te bewegen en vooral een schietgebedje te doen. Volbloed is immers een gelovig man. 'Snik, ga naar het dak van dit gebouw en gooi een tweede stevige koord in de richting van deze paniekerende zwaarlijvige medemens,' en hij wijst naar Cactus Bart die ondertussen al in zijn broek gedaan heeft, hoe zoudt ge zelf zijn, in zijn penibele situatie en als ge dringend naar de koer moet?
44. Aan een dun koordje hangen, zeven hoog. Op de grond onder de gedaante die zeven hoog hangt, aan een dunne koord, hebben brandweerlui de trampoline die ze er eerst geplaatst hadden, in geval de koord zou breken, weer weggenomen. Het is immers een spiksplinter- nieuwe springmatras, geleend van Filip, en er zijn al enkele vieze geelbruine vettige dingen opgespat, komende van daarboven. Die papperige vlekken geven daarbij een kwalijke geur af. Een vrijwilliger onder de spuitgasten had zich aangeboden bij zijn commandant, en kreeg zelf tijdens het verwijderen van de trampoline, een aantal geuten van het bruine lopende goedje op zijn neus, zijn haar en in zijn nek. De man werd bewusteloos afgevoerd naar het café aan de overkant van de straat. Daar liepen bij zijn binnenbrengen wel alle stamgasten naar buiten. Het café is nu leeg, behalve de stinkende brandweerman. De ganse straat werd zelfs even afgesloten, fase één van het rampenplan, omdat men dacht aan een zware gaslek maar dat was voorbarig. Ondertussen was een gespecialiseerd bedrijf ter plaatse en werd de ongelukkige en stinkende brandweerman bespoten met een raar product tegen pest, cholera en buikloop. 'De gezondheid van onze bevolking gaat voor alles! had Term, de premier, verklaard op radio en TV. Hij was wel niet ter plaatse gekomen, zijn dokter had hem dat afgeraden wegens het infectiegevaar. Zijn persoonlijke arts dacht immers dat Term binnenkort de staatshervormingsgesprekken moest inleiden en dus gezond moest blijven. Die dokter weet echter weinig van 's lands politiek. Ondertussen doen de deelregeringen het werk en heeft Term dus een tamelijk rustig leven wat goed is voor zijn gezondheid, denkt ook zijn dokter. Snik, de helper van Volbloed in zojuist op het dak geklommen met een sterk touw en gooit het naar beneden zoals de grote baas hem bevool?, beviel,, beveelde?, beval,?! Het touw valt op het aangezicht en rond de nek van de ongelukkige De Wever, die er nu uitziet als een opgeknoopte arabier. En het zou hem niet bevallen, moest hij zichzelf nu kunnen aanschouwen. Het gewicht van dat zware touw weegt wel mee en door en het dunne koordje waarmee Bart blijft hangen rond de zevende verdieping, voor het raam van Volbloed, lijkt wel snel te rekken want ze zien onderaan het raam nog enkel het haar en met moeite de ogen van Bart. Snik, heel fier op zijn eerste heldendaad als politieassistent, komt glunderend binnengelopen in het kantoor van Volbloed. 'Dat touw pakken en klimmen.' doet Volbloed teken aan de zwevende De Wever. Nu merkt Volbloed dat het touw twee einden heeft! 'Snik, hebt ge die koord goed vastgemaakt op het dak?' 'Neen baas, die instructies had u me niet gegeven.' 'U zei me: naar het dak gaan en een zwaar touw naar beneden werpen op die man daar, en hij wijst naar De Wever die blijft zakken door overgewicht en nu niet meer zichtbaar is vanuit het raam van Volbloed. 'Bevel is bevel heb ik geleerd in het leger, meneer de Commissaris!' 'Snik, we zijn hier bij de federale politie, hier hebben we mensen met verstand en initiatief nodig, we zijn hier niet bij het leger!' ratelt Volbloed erg boos. 'Naar beneden, allen, de verdieping hieronder. Daar gaat het venster open en kunnen we hem redden!' roept Tom Bonnen. Toen ze dat fameuze raam openden en Tom een sigaretje opstak, wegens stress, kwam een geweldige indringende gasgeur op hen af, de wind stond slecht... 'Hoe komt het dat ge hier zo hangt? vraagt Tom nieuwsgierig aan De Wever. 'Kunnen we dat op een andere keer bespreken aub?' vraagt een nog steeds geel/bruin druipende De Wever. 'Ge lijkt wel de Hulk, zo groen als wat!' voegt die Snik eraan toe en krijgt een harde klap van Volbloed. Tom deed een eerste trekje aan zijn sigaret en toen gebeurde het ergste! Eerst een harde knal, dan vele kleine knalletjes. Iedereen beneden op straat keek verschrikt naar boven....
45. Weer Filip Er wordt door een onbekende een telegram gelegd op de schrijftafel van hoofdcommissaris Volbloed, die echter niet aanwezig is! Wie daar wel altijd rondhangt, is Filip, die kunnen ze dat niet verbieden, volgens de grondwet. Nieuwsgierig opent hij het papiertje en leest veel te luidop: 'Aan de premier van België. Van de premier van Rusland.' 'Geachte, Uw geheim spionagevliegtuig of wat er van overblijft krijgt ge niet terug. Uw spionagepiloot, volgens zijn paspoort, een zekere Bonte os, ligt heel de dag in bed en onze hospitaalligplaatsen zijn zeer beperkt bij het leger en de dagprijzen zijn hoog. Uw man is wel bijzonder moedig om maar steeds, 'zoem zoem' te zeggen op mijn vragen, en af en toe mompelt hij ook 'decadent varken' en dit tegen de premier van Rusland, dat zal niet onbestraft blijven, eens hij bij bewustzijn komt. Mag ik erop wijzen, meneer de eerste minister van Albertville, dat er in Rusland veel decadente mensen zijn en ook veel varkens rondlopen, maar bij ons zijn er geen decadente varkens! Uw spion vergist zich dus schromelijk! Ik wens dan ook uitleg of we denken eraan om de opstandige delen van België te bezetten, in te lijven en dan militair te helpen, denk aan Georgië vooraleer ge verkeerde stappen zet en slechte beslissingen neemt!' Filip was gaan zitten van de schok en dacht diep na. Na een tijdje zei hij: 'Oei Oei, dat moet ik aan mijn vader laten lezen, mijn land weer in moeilijkheden en dan nog door zo een boer van een bonte os.' Filip was zich niet bewust dat het over hoofdcommissaris Bontekoe ging en wist ook niet dat de burelen van hoofdcommissaris Volbloed ook afgeluisterd werden, door méér dan één persoon zelfs. Dat nutteloos luidop lezen van Filip was dus weer raak! Lekken zouden ontstaan dat het geen gezicht was en de enige loodgieter die België ooit gehad heeft is al op pensioen! Het wordt dus dweilen met de kraan open....tenzij de afluisterapparatuur in de kamers van Volbloed niet goed werkte, maar dat weet niemand behalve degenen die afluisteren. De problemen stapelen zich dus weer op in de Wetstraat. --- 'De boot gaat zinken!' roept Pikkel, de geheimagent in paniek en door zijn marifoon. Dit had niets met die lekken in de Wetstraat te maken, maar hij had het motoryacht van Bontekoe in beslag genomen om dat grondig te onderzoeken. Dré Pikkel wilde absoluut weten waarom Bontekoe verdacht werd verklaard van hogerhand. Zijn ze in 'van hogerhand' niet allemaal verdacht?' bedacht hij, terwijl hij Blankenberge uitvaarde (uitvoer?). Het was hoge waterstand en hij had geen rekening gehouden met de onzichtbare baarbrekers in de Belgische kustwateren bij hoge tij. Hij zat dus vast voor de kust van Blankenberge, met een strand vol toeristen als publiek. Voor een geheimagent is dat pijnlijk. Een golfbreker die de kiel van de mooie boot van Bontekoe zo goed als middendoor had gezaagd was de schuldige. Pikkel stond al tot aan zijn knikkende knieën in zeewater, ofschoon hij zich in de boot bevond, en durfde het schip niet verlaten, want bij kan niet zwemmen, een schande voor een geheimagent, maar goed, bekwaam en eerlijk personeel vinden in dit land is heel moeilijk, dat wist Term ook, die ondertussen in zijn geitenboerderij verwittigd was door de koning van de komst van het akelige telegram van Putin. 'Nog goed dat de koning verantwoordelijkheid neemt,' dacht Term en scheerde verder. Hij dacht immers dat hij schapen gekocht had en vond zijn wolopbrengst van de laatste jaren erg karig. Toch viel zijn nikkel niet. Onze premier is nochthans een verstandig man, maar heeft tijd nodig om de dingen te vatten en te plaatsen. Een klassiek voorbeeld van zijn traagheid is de staatshervorming. Die komt er zeker, ik schat zo tegen 2020, had hij al eens in confidentie tegen zijn vriend Clem gezegd! Ondertussen hangt een verdieping lager nog altijd die De Wever buiten als een dik pak vuil wasgoed. Er waren juist ontploffingen gehoord maar Filip van daarboven was te geconcentreerd bezig een nieuw geintje uit te halen en had dus niets gehoord! Maar knallen dat het deed. De opgehoopte gassen hadden een uitweg gevonden langsheen de broekspijpen van de bange hangende Bart. Gezien de omvang van zijn pas genuttigde lunch duurden die ontploffingen langer dan je zou verwachten. Binnen had de rokende Tom een klein steekvlammetje moeten ontwijken maar gelukkig is hij een snelle jongen en alleen zijn haar was licht verbrand. Machteld had hem meteen onder de douche gestoken, eens goed over zijn kopje gewreven en klaar was Tom. Versta deze zeer bondige beschrijving van twee jonge gezonde mensen van opposiete sex, samen in de douche, weer niet verkeerd, lieve lezer, ik ben Brusselmans niet en ik wou dit stukje snel afronden, vóór de drukker lastig wordt.
46. De Val De burgerlijke bescherming heeft ondertussen een groot opblaasbaar zwembad onder De Wever geplaatst en de brandweer vult dit nu. Hiervoor gebruikt men natriumhypochloride of NaOCl vertelt de commandant aan de opdringerige pers. Plots komt er weer een kwak geelgroen goedje naar beneden en worden twee journalisten getroffen, toevallig van de Waalse pers. Beiden vallen onmiddellijk flauw en worden afgevoerd. 'Wat is NaOCl, chef,' wil Snik die goed geluisterd heeft, weten. 'Gewoon geconcentreerd bleekwater, mijn jongen,' zegt Volbloed. 'Is dat niet riskant, een mens in een zwembad vol zwaar bleekwater laten vallen?' 'Voor een gewoon mens misschien wel, vriend, maar een politicus van een zeker allure moet daar tegen kunnen.' 'Gaat zijn kostuum niet erg verkleuren door die pure javel?' zegt de bezorgde Brigitte. 'Zijn kledij wordt onmiddellijk naar het vilbenluik gebracht voor verbranding bij hoge temperaturen en de verbandingsgassen worden speciaal gefilterd! De premier wil geen risico's nemen! Tom Bonnen, die een dubbel gasmasker op zijn mond heeft geplaatst, ziet door het open venster dat Bart nog steeds buitenhangt aan een koordje dat alsmaar meer rekt en ook meer begint te kraken wat Tom onheilspellend vindt. Maar hij zegt dit niet luidop want hij wil De Wever niet nodeloos in paniek doen slaan. Die De Wever hangt daar wel uitgeput en bewegingsloos, zo kapot als wat, en heeft de neiging om te gaan snurken. 'Moet die deze middag niet op het partijbureau van zijn partij zijn om weer een staatshervorming te bespreken?' wil Pikkel weten, vanuit Bontekoe zijn kapotte boot voor de kust van Blankenberge, via zijn marifoon. Zo ziet ge maar dat geheimagenten goed opgeleid zijn en zelfs in delicate tijden blijven denken aan 's lands belang en dat van de gewone mensen. 'Ik wou dat ik ook geheimagent was.' zegt Snik iets te hard en Volbloed snoert hem de mond. 'Niemand mag weten dat Pikkel geheimagent is, kieken, anders is het geen geheim meer, hoen.' 'Heeft u thuis veel pluimvee, meneer Volbloed?' vraagt Brigitte, met een klein glimlachje op haar sexy snoetje. En daar kan Volbloed niet aan weerstaan. Had het Bonnen geweest die zo iets zei, hij had ervan gelust! Weer een bewijs dat vrouwen heerlijke wezens zijn maar misbruik maken van de zwakheden van de man, al eeuwen en het verbetert er niet op. Mannen zullen altijd onwetende speelballen blijven in de handen van vrouwen. Maar dit ter zijde. Een rampenplancomité wordt bijeengeroepen en men vergadert over het lot van de ongelukkige De Wever. Hierbij de korte inhoud van hun lang verslag, dat reeds na enkele dagen klaar was en aan de koning werd voorgelegd. Maar die meldde geen interesse te hebben in het lot van kleine hevige Vlaamse partijtjes. Inhoud rapport: Hoe komt De Wever daarboven te hangen op het zevende, nu al de zesde verdieping? Heeft iemand hem daar gehangen als een politieke afrekening? Heeft hij zichzelf rond een koord gebonden om iets af te luisteren in één van de geheime vergaderzalen voor toppolitici, op de verdiepingen 10, 11 en 12? Moeten wij het parket inroepen? Moeten wij een diepgravend onderzoek inleiden? Hoe krijgen we hem naar beneden zonder accidenten? Moeten wij een milieu-effecten-rapport laten opstellen om uit te zoeken of de buurt blijvend gepolueerd zal zijn? Conclusie: enorm veel vragen en werk voor veel mensen en commissies. Goed voor de arbeidsmarkt. De premier zal tevreden zijn. Waar is die Term eigenlijk, moet die deze vergadering niet leiden? Of die vlaamse De Wael, doet die niet binnenlandse zaken? Of is die ondertussen na zijn verkeerd optreden afgetreden? Einde rapport. ------- Hoofdcommissaris Volbloed en commissaris Pijpen kregen dat verslag in hun handen en blijven zuchten. 'Als dat koordje nu brak was het opgelost, en konden we naar huis,' kreunt Tom Bonnen, de vliegende inspecteur, die een veelbelovend afspraakje had met Machteld, de privé-secretaresse van Volbloed. Het venster staat open maar De Wever hangt er niet meer. Die is ondertussen door de rekbare koord waar hij aanhangt al gezakt naar de vierde verdieping en is terug licht bij kennis. Door dat venster merkt hij plots de ranke slanke Caran Dash op, die op een tafel ligt, met weinig kledij aan, en een onbekende man beft haar dat de gensters eraf vliegen. De Wever is nu erg wakker geworden, voelt terug leven in zijn eigen lijf, beweegt daardoor te veel en zijn koordje kraakt en breekt. Een echt Vlaamse kreet was te horen doorheen de verfranste stad en dan een hevige plons. Enkele ramen in de omgeving barstten door de enorme impact bij het neerkomen van De Wever. Toen was het even stil, ook bij de verschrikte omstaanders, die kletsen javel op hun kledij kregen. Dan volgde een erg Vlaamse vloek met een pijnlijke ondertoon. Dit gebeurde op het ogenblik dat Bart een volle borrel van dat pikant goedje uit dat zwembad binnenkreeg. NaOCl oftewel javel is niet drinkvriendelijk moet u weten! Maar wel proper!
47. Pijnlijke en dure klucht. The show must go on! 'Wil je geloven dat op de dag dat ik verjaar, krek op die dag, de regering van onze Term van een onzichtbaar ding in een kreupel beestje veranderd is, een soort sissend kruipdier, zonder poten, zonder voorkant of achterkant, iets dat nog wel leeft maar niemand weet waar, waarom, hoe en voor hoe lang nog!' Hoofdcommissaris Volbloed was er het hart van in. 'Ik heb mij op mijn verjaardag goed geamuseerd met mijn schat Sabine, in Gent, maar dan hoor ik op het nieuws dat ze in Brussel weer een schijnvertoning aan het houden zijn, een onwaarschijnlijk ongeloofwaardig spektakel opvoeren, waar zelfs de slechtste hollywoodregisseur zou om blozen.' 'In feite zijn er geen woorden voor. Ik ben naar de musical Mama Mia met Merril Streep gaan kijken, even ongeloofwaardig dan die klucht van Term en co, maar wel veel leuker en ontspannender, dan wat "onze verkozenen' er weer van bakken!' 'Zijt ge met Merril Streep naar de cinema geweest, baas? vraagt de nieuwbakken Snik. 'Maar neen, kieken, naar een film met Merril Streep!' antwoord Volbloed wat geïrriteerd. 'Dat zei ik toch baas!' replikeert Snik. 'Snik, hou je snavel als de grote mensen praten,' komt Brigitte tussenbeide. 'Onze chef windt zich duidelijk op.' fluistert Tom Bonnen in stilte en tracht zijn baas af te leiden, weg van de rot-politiek van België. 'Hoe was die musical, baas?' wil hij eigenlijk niet weten maar een beter afleidingsmanoeuvre kwam niet in hem op. 'Tom, probeer niet van onderwerp te veranderen op ernstige momenten, tijdens een politiek gespek!' 'Oei,' denkt Tom en zwijgt als vermoord. --- 'Term, ge hebt dat weer goed gespeeld, man, ons in het zadel gehouden, het is een echte kunsttruk die ge uitgehaald hebt! Men kan merken dat ge ervaring opdoet, ge gaat erop vooruit!' feliciteert Clem zijn premier. 'Gij blijft rustig premier en ik minister van ons leger, meer moet dat niet zijn.' 'Ja, maar die Bourgeois heeft ontslag genomen en met die gast heb ik ooit het kartel opgestart. Ik voel me toch ietsje schuldig en die De Wever, ocharme, hangt die nog aan die koord?' 'Term, niet zo katholiek reageren, en ook niet zo schijtheilig, pardon schijnheilig, ik heb u door, ge lijkt een lammetje, maar ge zijt een wolf in schaapskleren!' 'Bedankt Clem,' glundert Term, 'maar ben ik nog geloofwaardig bij de bevolking en bij mijn kiezers?' 'Nee, jongen, maar ge zijt wel geloofwaardig geworden bij de koning en een beetje geloofwaardig bij de franstaligen, dat is meer waard dan die domme Vlaamse kiezers! Ge zijt vertrokken, man, voor een langdurige rol als premier van België!' Ge kunt het record van Martens breken, vriend; hoeveel regeringen heeft de Freddy ooit gehad? Acht of negen stuks op twintig jaar tijd?' 'Onze Martens van de CVP heet wel niet zo, Clem, het is die coureur die Freddy heet!' 'Onze Martens is wel van de CD&V en niet van de CVP, want die bestaat niet meer, jongen!' replikeert Clem. 'Dat denkt gij, Clem, die CVP bestaat nog altijd maar niemand kan het zien!' 'We zijn weer aan de macht, jongen, en we blijven dat voor de komende decennia, een beetje meevozen met de franstaligen en doen alsof ge niet akkoord zijt in de publieke tribune van Vlaanderen, het is ne schone en interessante stiel, jongen.' 'Maar moeten we de sossen er nu weer gaan bijnemen, om voldoende meerderheid te hebben, Clem?' 'Ik ben daar niet zo voor!' 'Voor de meerderheid te hebben?' 'Neen, om die nieuwe sossen erbij te nemen!' Die Tabak in den tijd kwam goed overeen met den dikke van de CVP, maar vandaag ligt dat anders! 'Het is wel Tobak, jongen!''Nu wat meeheulen met die VLD moeten we doen, dat gaat meer opbrengen voor onze partij.' 'Martens wou dat op een gegeven ogenblik ook niet, mijn vriend, maar deed het toch uiteindelijk! Eerste minister worden is toch iets unieks, dat laat ge toch niet liggen of dat gunt ge anderen toch niet!' 'Hebben is hebben en krijgen is kunst, Term!' 'Ik wil geloofwaardig blijven, Clem.' 'Zijt niet zo preuts, Term, en geloof niet zo in sprookjes!' 'Het volkske van België kiest toch altijd weer voor dezelfden, met af en toe één, twee of drie procentjes verschuiving, meer niet, al een eeuw lang doen ze dat zo!' 'Ge maakt u zorgen voor niets, Term!'
Nota voor de aandachtige lezers onder u en degenen die zich in politiek interesseren: Hierboven kreeg u een kort verslag over de Wetstraatwerkelijkheid van de laatste dagen, de realiteit zeer erg benaderend. U mag er dus vanop aan dat wij (de bevolking van dit apenlandje) weer goed beetgenomen zijn en erdoor gesleurd worden dat het geen naam heeft. Wil u het eens en voorgoed iets veranderen, stem dan uiteindelijk eens voor andere partijen dan die eeuwige traditionelen die er nooit iets van bakken, ons altijd veel beloven, maar ons tamelijk uitgebreid en meestal onzichtbaar bedriegen. Dat is de kunst van de goede politicus, doen alsof tegenover de buitenwereld, en doen wat hem goed uitkomt achter gesloten deuren. Ofwel zijn er veel domme kiezers ofwel heel sluwe politici in België. En de combinatie van beide maakt van ons land een verlamde maatschappij, met twaalf regeringen en dertien gewesten, met als pijnlijk en zeer kostelijk gevolg dat er meer ambtenaren rondlopen dan gewone burgers. Wie gaat dat blijven betalen, ziekelijk land? Een gezonde situatie is wel iets anders zeker? Volbloed had er alvast zijn buik van vol!
48. Alles afschaffen? Twee heren zitten ergens in een verborgen bureel in de Wetstraat, een bureel dat ge alleen via geheime tunnels kunt bereiken. Ze zitten daar wel geslagen als honden. Vandaar dat ze weer licht aan de drank zijn. Onze premier en onze legerminister zijn nog altijd in funktie, op zich al een wonder, en hebben nu mekaar om troost bij te vinden. Ze noemen mekaar trouwens bij hun troetelnaampjes. Term en Clem. Momenteel zijn ze zo zat dat ze mekaar zelfs met Termke en Clemeke aanspreken. U mag de heren dat niet kwalijk nemen want ze hebben zware weken achter de rug. 'Clemeke, wat zijt ge aan 't doen? 'Met soldaatjes aan 't spelen, mijn favoriete hobby, Term!' 'Termke, wat zijt gij aan 't doen?' 'Aan 't werken Clemeke!' 'Aan wat dan wel?' Aan mijn beleidsverklaring die klaar moet zijn tegen midden oktober, Clemeke.' 'Trekt dat begin van mijn speech wel op iets, Clem?' 'Lees voor, Term!' 'Ok.' 'Waarde landgenoten, mijn vrouw en ikzelf wensen u veel geluk en ik blijf voor u werken, tot mijn laatste snik...' Clem onderbreekt onmiddelijk. 'Ofwel leest ge een speech van de koning voor, ofwel krijgt ge het in uwen bol, Termke.' 'Trouwens Snik is dat niet de nieuwe jonge medewerker van onze hoofdcommissaris Volbloed, Term?' 'Zwijg me over die Volbloed, die heeft vandaag tegen zijn medewerkers mij aan het beledigen geweest, mij zwart gemaakt, mij door het slijk gesleurd, mij de grond ingeboord, een schande!' 'Hoe weet gij dat zo goed, Term?' 'Afluisterapparatuur, overal laten plaatsen waar het interessant kan zijn, Clem, ik kreeg dat lumineus idee via mijn vrouw, die mij afluisterde, ge weet nog hé?' 'Waarom luistert ge dan niet de hoofdkwartieren van de franstalige partijen af, jongen, ge zoudt veel voorkennis krijgen en op tijd kunnen anticiperen. 'Heb ik laten plaatsen, Clem, zelfs speciale micro's van Franse makelij, maar die Didier en die Madame Non bespreken alles in 't café, en telkenmale een andere taverne, godgeklaagd! Mijn budget is al op door al die cafés uit te rusten, en telkens kom ik één café telaat! Frustrereerd, man. Die Didier en die Non zijn niet van gisteren, weet ge!' 'Gaat ge dat niet missen, Term, al die persoonlijke internatioanle contacten met een Putin, een Bush, een topchinees, enz.?' 'Waarom zou ik dat moeten missen, Clem?' 'Ik ben bang dat ze u niet meer gaan verkiezen, volgende keer, en dat ge het nu niet lang gaat uitzingen, Term.' 'Ik ga daarom wat afstand van jou moeten nemen, Term, slecht voor mijn imago en mijn persoonlijke score volgend jaar!' 'Maar gij hebt geen imago, Clem, hoe verzint ge het?' 'En gij misschien wel, geitenboer?' antwoordt de legerminister heel boos. 'Waarom denkt ge dat die Verhofstadt terug in 't land is en nu bij de koning op theevisite is, en samen met Filip tennis speelt? Termke toch, wat volgt ge de ontwikkelingen toch slecht, de laatste achtien maanden!' 'Clemeke, pas op of ik wordt kwaad en ik ontsla u, dat kan ik als premier!' 'Maar Kris Peeters zegde vandaag nog aan beginnende univ-studenten dat de federale kas leeg is! Waarom schaffen we die federale regering niet gewoon af, er is toch geen geld, en we gaan terug naar de Vlaamse politiek? Dat zou een grote besparing betekenen en het volk zou u weer in zijn armen nemen, Term.' 'Dan geraken we tegelijk af van die federale cinema en van die Koning, want eerlijk gezegd ik heb niets tegen die man en zijn familie, maar heeft die kostelijke 'royal cinema' niet lang genoeg geduurd?' 'Alles afschaffen wat nodeloos geld kost, zou dat geen oplossing zijn, droeve politici en triestig volkje van België?' 'Die laatste zin zou een schoon begin zijn voor uw nieuwe beleidsverklaring, Term?!' Clemeke, ge brengt me op gedachten...goeie ideeën die gij kunt aanbrengen, Clem, ik ga u alsnog niet ontslaan!'
49. Nieuws van Bontekoe 'Commissaris kan u even naar mijn bureel komen?' hoort Volbloed door zijn intercom. Wanneer hij het bureel van de premier binnenloopt valt hem de wanorde op en de rondslingerende stapels dossieren. Tevens merkt Volbloed dat zijn eigen secretaresse in het bureau van Term aan een apart schrijftafeltje zit. Een beetje droevig lacht ze naar haar baas. 'Dag premier,' zegt de commissaris maar is weinig blij dat zijn platonische oogappel plots voor die Term schijnt te werken zonder dat hij daar iets van wist. 'Volbloed, ik heb goed en slecht nieuws!' 'Het goede nieuws is dat ge gaat aftreden....' ontsnapt aan Volbloed zijn mond. 'Neen, commissaris, het is niet omdat ge van een andere strekking zijt dat ge mij moet beledigen!' 'Bontekoe, onze oude en vertrouwde hoofdcommissaris komt terug!' Volbloed, ofschoon een tamelijk edel mens, is toch niet geweldig verheugd met dat nieuws. Hij zat nu als vervangend hoofdcommissaris en hoopte dat dat zo zou blijven tot zijn pensioen. 'Wat is dan het goede nieuws, meneer Term?' 'Dat was het, commissaris!' Volbloed zakt nog wat dieper in zijn stoel. 'Het slechte nieuws is dat ge hem moet gaan halen in Rusland!' Volbloed herpakt zich en vraagt: 'Hoe hebt u dat klaargespeeld, meneer de laatste minister, pardon, de eerste bedoel ik.' De brave commissaris zucht en concludeert dat die Term hem danig zenuwachtig maakt. 'Bent u van West Vlaanderen, meneer Term?' zegt Volbloed zomaar, om het ijs te breken. 'Ge moet niet proberen het ijs te breken, Volbloed!' zegt Term vermanend. Volbloed schrikt zich bijna dood van zo een reactie. 'Goed, dan laten we het verder vriezen,' denkt hij, maar zegt niks. 'Volbloed, nog iets, weet gij waar er in ons Vlaanderen goedkope geiten te vinden zijn?' 'Oei,' denkt volbloed nu, 'gaat die naar de hoeren, maar mogen ze niet te veel kosten? Die toppolitici zijn toch allemaal dezelfde!' 'Eu, eu, eu, hoe bedoelt u?' vraagt de commissaris, die niets van meisjes van plezier moet weten. 'Ik bedoel wat ik zeg, Volbloed!' klinkt het zeer kil. 'Het is weer aan 't vriezen,' denkt Volbloed. 'Het wordt inderdaad herfst, de vorst is op komst!' roept de minister. 'Moet ik daarbij zijn? 'Waarover hebt ge het, commissaris?' 'De koning, meneer, u zei dat de koning op komst is! Normaal gaat u toch naar de koning om ontslag in te dienen, en niet omgekeerd?' Volbloed is wegens de zenuwen volledig in de war door die Term die daar nog altijd zit als premier, wetende dat die man zijn politieke dagen geteld zijn. 'Geiten, premier, daar waren we gebleven, niet?' herpakt de commissaris zich. 'Ja, ik moet honderd geiten hebben als wisselgeld voor Bontekoe!' 'Maar u houdt toch zelf van geiten, ik bedoel u houdt toch zelf geiten, meneer de nogaltijdeersteminister. 'Waarom praat ge zo raar en zweet ge zo, Volbloed, voelt ge u niet op uw gemak?' wil Term weten. 'Eigenlijk wel, ik voel me als op mijn wc, pardon gemak, maar met hevige diarrhee dan.' Term fronst en denkt: die Volbloed is niet stressbestendig en gaat dan over naar het volgende punt op de agenda. Zo werkt dat bij ministers en consoorten. 'Al mijn geiten zijn weg, Volbloed, die enige overblijvende geit van mij heeft die allemaal verpatst aan een privédetective om mij te schaduwen, kunt ge geloven?' 'Eigenlijk wel, meneer,' zegt Volbloed, die nog altijd zichzelve niet is. 'Ik bedoel dat ik alles geloof wat u zegt!' herpakt hij zich opnieuw. Volbloed maakt onmiddellijk de bedenking dat hij verschrikkelijk aan het liegen is en dat strookt niet met zijn geloof. 'Straks direct naar de pastoor in de biechtstoel,' gaat er door zijn hoofd. 'Ik zie wat ik kan doen, premier,' en hij staat snel op en verlaat de lokalen van Term. Iemand van mijn dienst moet dus naar Rusland denkt hij. Misschien die Snik sturen? Die kunnen we missen moest Putin hem voor één of andere reden naar Siberië verbannen. Die Bontekoe gaat niet tevreden zijn met zijn kapotte boot, de schuld van die Dré Pikkel van de geheime dienst. Ik heb ondertussen de undercoveragente Brigitte tot commissaris bevorderd. Tegen een commissaris gaat die Bontekoe toch niet 'Brigitteke van mij' zeggen als hij in de namiddag, na een lunch met veel drank op het bureel komt aangewaggeld? Al die gedachten kruisen Volbloed zijn hersenen en hij krijgt er hoofdpijn van. 'Ik ben vergeten te vragen wat die Machteld plots bij Term doet, potverdorie, wat ben ik vergeetachtig de laatste tijd!' praat de commissaris tegen zichzelf, terwijl hij zijn bureel betreedt en special CIA-agente Caran Dash ziet zitten op zijn bureau-stoel nogwel, en heel kwaad kijkend. Wat kan het leven hard zijn bedenkt hij en zucht....