Beste lezer, Commissaris Volbloed geniet nu van een welverdiende lange vakantie. Ondertussen schrijf ik verder aan de verhalen van zijn collega commissaris Punaise. Die zit op een ingewikkelde en zeer verdachte zaak. Met Herman Brusselmans in slechte papieren. Toch een voorspoedig 2009 gewenst. Jules Naemelucs
Thriller met en over Herman Brusselmans Spannende belevenissen van Herman Brusselmans en zijn vrouw Tania
25-01-2009
TaniaMania Episode 41 en 42
Episode 41
'Patriciake?' 'Ja Hermanneke.' 'Ik moet dringend eens naar Tania De Metsenaere bellen. Mag ik uw gsm gebruiken? Anders gaat mijn vrouw ongerust worden, zich afvragen waar ik zit en krijgt ge de complete federale politie op uw dak. Die gaan dan in pure rambo-stijl uw stilstaande trein bombarderen tot ge mij vrijlaat. Dan ligt uw riante woning hier in puin en bij minus 15 graden Celsius gaat ge doodvriezen.' Onnozel doos, ik hoop dat ge daar inloopt en mij laat bellen denkt Brusselmans, die toch al een kiloke of vijf kwijtgeraakt is. En dit ondanks al die boterhammen met choco die hij heel de dag vreet. 'Ik laat u niet vrij, gij zijt mijn vrijer. Ik wil samen met u, arm in arm, lijf op lijf, en goed gepenetreerd gelukzalig sterven.' Weer een slechte zet van mijne kant denkt Herman. Hoe komt het dat ik in mijn boeken al die vrouwen rond mijn vinger kan draaien en met die Temmerman lukt niets? Ik probeer wat anders. 'Patriciake, ik mis wel mijn pc van thuis, meiske. Die zit vol met literaire teksten voor nog veel boeken in wording. Als ge die bij mij thuis haalt dan laat ik u in avantpremiere al mijn onuitgegeven romans lezen!' Dit voorstel lijkt in de smaak te vallen bij zijn regelmatige verkrachtster. Ik heb ze bij haar foef, denkt hij en glimlacht. 'Waarom lacht gij, lieverd?' vraagt Patricia. Oei shit, dat mens heeft ogen in haar kop. Ik moet lijmen. Dringend. Wacht. 'Omdat ik zo graag bij u ben, mijn grote schat,' grient Herman.
Episode 42
'Kom dan hier mijn Hermanneke, doe mij nog eens klaar komen,' en het mens gaat weer uit de kleren. Ik zie graag tieten, denkt de schrijver, maar te veel is trop! 'Patriciake, ik heb wel geweldige koppijn en kopzwevingen en hartkloppingen, is een simpele kus in de nacht niet genoeg voor deze keer? 'Neeeen en neen, ik wil alles, je speeksel, je ballen, je harde paal, en je zaad, de volle lading,' tiert de naakte vrouw die zich op de arme Herman werpt. 'Oeps daar gaan we weer,' is het laatste dat hij nog kan zeggen. Patricia zit al op zijn aangezicht en beweegt op en neer. Ze denkt dat hij dat graag heeft. Ze las dat ooit in één van Herman zijn geschriften (ode aan zijn Tania). Ik moet stoppen met altijd die seksuele onzin neer te pennen denkt Brusselmans. Die hete domme wijven nemen dat allemaal letterlijk.
Een uur later is een voldane Patricia op weg naar Brusselmans zijn loft, om die pc op te halen. Hoe de schrijver het volhoudt om onverzadigbare vrouwen telkens weer te verzadigen, is een wonder maar vooral zijn groot talent. Weinig venten kunnen dat, nietwaar lezeres? Denk maar eens aan uw eigen spring-in-'tveld. Twee keer in de week springen is al veel voor hem zeker? Een goede raad: laat hem wat meer boeken van Brusselmans lezen! Wedden dat hij na het lezen van enkele korte krachtige passages, zelfs meer wil springen dan u lief is! Als u wenst, juffrouwen, mevrouwen, duid ik de meest opwindende Brusselmans-passages, opgedeeld per roman, tekstkracht en bladzijde(n) aan. Zo van A) rustig aan, B) toenemende passie, en C) erotische explosie. U moet zelf kiezen, lezeres in eronood, welke passages u aan uw lover laat lezen om een goed resultaat te halen en bedsucces te boeken.
Na drie dagen is Punaise eindelijk terug. In Gent. Weliswaar met één been in de plaaster, een verstuikte nek en een gebarste pols. Hij loopt er krom van. Maar zijn chef heeft geen compassie. Als ge zo onnozel kunt doen op uw leeftijd, kunt ge met dat been komen werken was zijn besluit. Punaise: 'Speurneus, waar hebt ge zo lang uitgehangen?' 'Ik ben op zoek gegaan naar de identiteit van die Erik R. Ik heb ontdekt dat hij die webmaster is van de Brusselmanssite.' Punaise denkt even diep na. Hij vertrouwt die Speurneus niet en houdt de gegevens uit de papieren van Jan voor zichzelf. 'Speurneus, laten we alles op een rij zetten.' Zijn collega begint onmiddellijk stoelen en taboeretten op één lijn te plaatsen. 'Speurneus, te hard nieuwjaar gevierd zeker?!' De groenachtige Speurneus kijkt op. 'Aha, dat bedoelt ge.' 'Collega Neus, laten we een analyse maken van de feiten die we kennen en een profiel van alle verdachten. En twijfelgevallen catalogeren!' En commissaris Punaise die geen nieuwjaar vierde, wegens het ontbreken van zijn echtgenote, die ervandoor is met een jongere vent, een zekere Dorus Donderwiet, begint aan een samenvatting. 'Tania op een nacht verdwenen of opgestapt? Herman Brusselmans na verhoor gevlucht! Dan daagt op: de Herman-fan-stalkster Patricia Temmerman. Die kent een Ann De Kaarsmaekers, die kleren ontwerpt en die ze verdenkt. Een privédetective, Erwin genaamd, duikt dan op. Hij schaduwt Herman, in opdracht van een zekere Sofie uit Leiden. Dan hebben we die miljonair Jan, die een wagon cadeau gaf aan die Patricia. Ik geloof Tania gezien te hebben in dat park van die Jan Multi. Ben ik er nog vergeten, Speurneus?' 'Laat me even peinzen, Punaise.' 'Die rare pastoor Bonte. Dat Mieke Bos die werkt voor die Gentse avokaat, Frank Mores genaamd.' 'Avokaat is met een d, Speurneus! Te veel gezopen in uw café, met die feestdagen?' 'Al goed, Punaise, gij kunt toch nijdig doen! Die Mores heeft wel contacten met die Jan en met die Erik R.! Simpel is het niet hé, Punaise.'
Episode 40
'Ik heb wel goed nieuws. Ik weet waar die Webmaster Erik R. uithangt!' 'Waar dan? Ik wil die aan de tand voelen!' 'In Lint, kameraad!' 'Speurneus, wij zijn collega's, geen vrienden, laat het 'gekameraad' en ander getut dus achterwege!' 'Amai, slecht geziend dat ge zijt, vent. Niet meer aan je trekken gekomen de laatste tijd?' 'Moei je niet met mijn privé-leven, Speurneus. Of ik zeg onze chef dat ge een café openhoudt en meer daar zit dan hier op den bureau! En nog iets over deze zaak: die Ann Demeulemeester, dat mens haar foto kom ik regelmatig tegen bij sommige verdachten! Wat is die haar rol in dit Gents gezinsdrama? En waarom krijg ik geen telefoons met opeisingen en dreigementen van de kidnappers? We zitten zo vast als wat, vriend.' 'Punaise, geen 'gevriend' en getut tussen ons hebt ge zopas gezegd.' De aandachtige lezer merkt dat de sfeer op het Gents commissariaat niet denderend is, wat onze burgervader ook durft beweren. Akkoord, de rechercheurs zijn er overwerkt sinds de vreemde verdwijningen van Tania Brusselmans en hare harige vent Herman, pardon, langharige vent. Zelfs de schrijver geraakt overwerkt...
Herman Brusselmans zit nu al méér dan twee weken opgesloten in die woonwagon van Patricia Temmerman. Hij heeft voor de eerste keer zijn kale kop gewassen. Daarvoor moest hij zijn pruik afzetten. Een verschrikking voor de man die van lang haar houdt. Waarom ben ik in godsnaam zover gegaan om me kaal te scheren? Uit liefde voor mijn Tania die ik meer en meer mis? Op zijn zandbak, een soort bed, valt hij weer in een diepe slaap. Zit in al dat eten van die zotte trien slaapmiddel vraagt hij zich af en dommelt in. Zonder zijn pruik is hij onherkenbaar. U moet zich dat eens voorstellen: een Brusselmans met een witte schedel en één centimeter haarstoppels. Om van weg te lopen. De vraag is nu hoe gaat zijn grootste fan Patricia daarop reageren? Herkennen gaat ze hem zeker niet. Wellicht wordt ze razend en verwijt ze hem de plaatst van de echte Herman ingenomen te hebben. In haar keuken liggen veel slagersmessen, het één al wat langer en scherper dan het andere. Herman heeft ze al eens weggestoken onder de afwasbak, uit voorzorg, maar die gekke Temmerman heeft ze nietszeggend terug op het aanrecht geplaatst. Gerust is hij er niet in. Eén keer heeft ze al eens gedreigd met twee van die messen, toen hij trachtte via het raampje in het sanitaire hokje te vluchten. Dus oppassen is de boodschap denkt hij steeds. De man zit echt in nesten.
Episode 38
'Hallo.' 'Chef, met mij, Punaise.' 'Nog altijd te veel sneeuw om terug te keren?' Commissaris Punaise belt vanuit Serfaus en moet met tegenzin bekennen dat de wegen van en naar het bergdorp al lang sneeuwvrij zijn. 'Ik wil je hier morgen op bureel zien, Punaise, weet ge wat dat kost? Je skipas kunt ge uit eigen zak betalen en die alcoholische dranken ook, en al die gehuurde pornofilmen.' 'Hoe weet gij dat allemaal chef?' 'Ik wist dat niet, jongen, maar die truk werkt altijd. Nu weet ik het dus!' 'Chef, ik heb ongelooflijk nieuws. Die Frank Mores die was hier met een vrouw en is plots opgestapt zonder het hotel te betalen.' 'Weet ik Punaise, het hotel heeft me dat doorgeseind. Ze wisten dat die advokaat Mores voorkomt in de dossiers van de verdwenen Tania en Herman Brusselmans. Vanuit de internationale pers. Die Brusselmans is wereldberoemd, tot in de bergen van Oostenrijk! Veel beroemder dan ik dacht, Punaise.' 'En chef, ik heb een foto gevonden in het hotel, van die Mores en zijn vrouw. Wel allebei met een moembakkes aan.' 'Een wat, Punaise??' 'Een moembakkes, baas, een soort carnavalsmasker dat de gasten hier met nieuwjaar droegen. Ook één foto van hen zonder masker, erg van opzij getrokken. Ge zoudt zweren dat die vrouw Tania Brusselmans is, chef.' 'Allé Punaise, hoe kan dat nu. Dat is toch onzinnig. Eén van de advokaten van Herman gaat wat skiën met zijn vrouw Tania? Soms trekt ge toch voorbarige conclusies, commissaris, een zwakte van u!' 'Misschien wel,' antwoordt Punaise. 'Maar zeg eens, iets anders, wat is dat regelmatig geschuif dat ik hoor?' 'Mijn skies, baas, ik ben een zwarte piste parallel aan 't afsnellen. Niemand kan mij volgen.' 'Met een gsm in je hand? Ben je gek Punaise, dat is gevaarlijk! En mag dat van de pistepolitie? Met één hand skiën?' 'Zonder handen mag ook, chef. Ge hebt zelf nooit op de latten gestaan zeker?' Plots hoort de Gentse politiechef een duidelijk lang aangehouden gegil. Dan stilte.
In de wagon in Gent-Sint-Pieters stinkt het naar de seks. De bewoonster lucht nooit wegens de extreme kou. Herman Brusselmans ligt meestal op zijn zandbed. Patricia komt elke nacht en soms tweemaal daags (als ze niet naar de zoo moet) naast hem liggen. Ze wrijft hem dan helemaal in met soyaolie. Gezond zegt ze en goed voor uw velleke. Herman blinkt dan als een spiegel, niet van fierheid maar van de olie. In de poes naaien is hij gewoon met zijn bijmeisjes uit zijn boeken. Hij kan dat als geen ander. Maar in een wolvinnenhol naaien is andere koek. Hij is blij dat Patricia veel olie gebruikt, de ene fles na de andere. Het voelt minder schuurpapierachtig aan. Soms gebruikt ze zo'n vettige flessenhals voor haarzelf. Dat betekent dan een korte rustpauze voor hem. Rust en pauzes kan hij gebruiken. Hoe lang zit hij daar nu al? Een week of drie zeker. Weinig hedendaagse venten zouden dit aankunnen. Maar Herman is van geen kleintje vervaard. Voor hetere vuren heeft hij gestaan. Onlangs vroeg hij het bedzand te vervangen wegens de geur. Rondheen hun achterwerken lijkt zelfs een groenachtige schimmel te ontstaan en Herman twijfelt eraan of dat peniciline is. Het woord penis zit daar wel in, maar komt het daarvan? 'Hermanneke, hoe komt het dat in de Humo weer een schoon columnke staat van uw hand?' 'Taniake, pardon Patriciake, (u merkt als lezer dat de schrijver met het lange haar zich snel kan aanpassen aan wisselende omstandigheden), pardon Patriciake, ik schrijf al die stukjes voor de Humo op voorhand, in één keer, voor een gans jaar.' 'Maar de ganse pers schrijft in 't lang en 't breed over uw verdwijning en die van Tania, en die Humo geen woord daarover! Is dat normaal?' 'Die Humo-venten zijn egoisten, meiske.' Voila, weer hetzelfde: meiske. Dat zegt ge toch niet tegen uw gijzelingneemster, tenzij ge erbij wil blijven! Op deze manier gaat Herman veel aanhang verliezen, ik vrees ook zijn eigen aanhang, die op het ogenblik dat ik dit schrijf weer bewerkt wordt door die Patricia Temmerman. Veel slaolie.
Episode 36
Als detective Erwin Van Dien weg is doorloopt de hoofdcommissaris de pakken foto's. Enkele fotos laten Herman zien in bijzijn van een onbekende vrouw, steeds dezelfde. Op de achterzijde van de foto's leest hij commentaar van de detective en de datum en uur van de shot. Ik ken die dame op die foto mompelt hij. Wat ging Brusselmans daar doen in godsnaam. Ik krijg er kop noch staart aan denkt hij bij zichzelf. Morgen zijn we al twee weken bezig en Punaise staat nog nergens! Op de tafel liggen de foto's door elkaar. Zijn vermoeide ogen overlopen diverse koppen, soms Herman alleen, soms met iemand erbij. Dan merkt hij Tania op, in gesprek met enkele vrouwen en Herman op de achtergrond, pratend met een vent die hij vaag kent. Ik vraag me af... De chef mailt foto en achterkant naar hotel Furgler. Punaise bekijkt ze. Dat is Dorus Donderwiet, die er met mijn vrouw vandoor is! Commissaris Punaise krimpt in mekaar. Wat deed die daar? Wat zegt de achterzijde? Kasteel Bahnhof staat er. Leiden. De datum? Getrokken vier dagen voor de verdwijning van Tania! Punaise wordt er stil van. Slaap overmeestert hem. Op zijn bed, in zijn hotelkamer dommelt hij in. Allerlei dromen overvallen hem. Zijn vrouw met die Donderwiet, beiden op één ski, de afgrond in. Hij kan niets doen. Alleen lijdzaam toezien.
Privé-detective Erwin Van Dien wordt weer aan de tand gevoeld, door de chef van Punaise. Punaise zit vast in Serfaus, in een sneeuwstorm nog wel, al drie dagen. Erg vindt hij dat niet. Eindelijk wat vakantie en ontspanning, op de kosten van de belastingbetaler. Op zo'n moment is hij blij een soort ambtenaar te zijn! Zijn chef werkt echter. Die Erwin is destijds, vlak na de verdwijning van Tania, komen verklaren dat hij Herman Brusselmans schaduwde op vraag van een cliente uit Leiden, een zekere Sofie. De chef wil weten wie die Sofie is. 'Erwin, vertel mij, hoe dikwijls heb je die dame al gebriefd?' 'Een tiental keren sinds ik die opdracht kreeg.' 'Waar ontmoette je die dame dan?' 'In een café.' 'Welk café?' 'Een danscafé.' 'Ik wil de naam en het adres.' 'Het Grensgeval, op de grens tussen België en Nederland. Met mijn GPS reed ik er blindelings heen.' 'Haar familienaam?' 'Weet ik niet.' 'Hoe leerde je haar dan kennen?' 'Via de site van Brusselmans. Eerst op zijn gastenboek. Nadien stuurde ze me mails. Zo gebeurde het.' 'Waarom moest je Herman schaduwen?' 'Vooral op vreemdgaan en tijdens de nacht, dan is hij actief.' 'Heeft u foto's?' 'Enorm veel, hier zijn ze.' Detective Erwin gooit twee dikke bruine omslagen op tafel. 'Hier, al mijn werk. Als het helpt Tania Brusselmans te redden, heeft het tot iets gediend.' 'Hoe werd u betaald door die Sofie?' 'Gestort op mijn rekening.' 'Die stortingen wil ik laten uitpluizen.' 'Hier zijn de uittreksels, commissaris.' De flikkenchef doorloopt ze snel. 'Man, dat zijn nogal bedragen, om u tegen te zeggen. Detective spelen, dat brengt op zeg!'
Episode 34
In de wagon in Gent-Sint-Pieters stinkt het naar de seks. De bewoonster lucht nooit wegens de extreme kou. Herman Brusselmans ligt meestal op zijn zandbed. Patricia komt elke nacht en soms tweemaal daags (als ze niet naar de zoo moet) naast hem liggen. Ze wrijft hem dan helemaal in met soyaolie. Gezond zegt ze en goed voor uw velleke. Herman blinkt dan als een spiegel, niet van fierheid maar van de olie. In de poes naaien is hij gewoon met zijn bijmeisjes uit zijn boeken. Hij kan dat als geen ander. Maar in een wolvinnenhol naaien is andere koek. Hij is blij dat Patricia veel olie gebruikt, de ene fles achter de andere. Het voelt minder schuurpapierachtig aan. Soms gebruikt ze zo'n vettige flessenhals voor haarzelf. Dat betekent dan een korte rustpauze voor hem. Rust en pauzes kan hij gebruiken. Hoe lang zit hij daar nu al? Een week of drie zeker. Weinig hedendaagse venten zouden dit aankunnen. Maar Herman is van geen kleintje vervaard. Voor hetere vuren heeft hij gestaan. Onlangs vroeg hij het bedzand te vervangen wegens de geur. Rondheen hun achterwerken lijkt zelfs een groenachtige schimmel te ontstaan en Herman twijfelt eraan of dat peniciline is. Het woord penis zit daar wel in, maar komt het daarvan? 'Hermanneke, hoe komt het dat in de Humo weer een schoon columnke staat van uw hand?' 'Taniake, pardon Patriciake, (u merkt als lezer dat de schrijver met het lange haar zich snel kan aanpassen aan wisselende omstandigheden), pardon Patriciake, ik schrijf al die stukjes voor de Humo op voorhand, in één keer, voor een gans jaar.' 'Maar de ganse pers schrijft in 't lang en 't breed over uw verdwijning en die van Tania, en die Humo geen woord daarover! Is dat normaal?' 'Die Humo-venten zijn egoisten, meiske.' Voila, weer hetzelfde: meiske. Dat zegt ge toch niet tegen uw gijzelingneemster, tenzij ge erbij wil blijven! Op deze manier gaat Herman veel aanhang verliezen, ik vrees ook zijn eigen aanhang, die op het ogenblik dat ik dit schrijf weer bewerkt wordt door die Patricia Temmerman. Veel slaolie.
Als Punaise na een helse tocht door de sneeuw en na twintig steile haarspeldbochten, eindelijk arriveert aan de ingang van Serfaus, wacht hem nog miserie. Voor de niet-kenners van dit mooie sneeuwdorp: Serfaus is autovrij. Punaise staat aan een slagboom. In zijn beste Duits legt hij uit wat de reden voor zijn onverwachte komst is. Maar geen goed nieuws voor hem. Hij mag niet verder rijden, ook niet tot aan hotel Furgler, deels omdat hij geen boekingsdocument kan voorleggen maar vooral omdat de bareelbediende geen snars begrijpt van wat Punaise aan halfduitse klanken uitstoot. Dus gaat hij tevoet. Met zijn lederen schoenen bijzonder moeilijk, want spiegelglad is het daar. Hij is al een honderdtal keren de grond opgegaan vooraleer hij hotel Furgler bereikt. Mooi hotel denkt hij. Volledig onder de sneeuw schuift hij de inkomhall binnen. Dan ziet hij een politieman in gesprek met de hoteleigenaar. Na vertrek van de oostenrijkse agenten maakt Punaise zich kenbaar. Van de hotelmanager verneemt hij de reden voor dat politiebezoek. De man vertelt: De bewoners van kamer zes en kamer acht zijn blijkbaar zoek. Ook de wagen waarmee ze kwamen is verdwenen. Ze zijn weg, met bagage, maar zonder te betalen. 'Wanneer dan?' 'Moet deze nacht of heel vroeg gebeurd zijn. Nochtans is meneer Mores een vaste klant. Hij komt elk jaar op skiverlof bij ons, al meer dan tien jaar. Meneer Mores had ons gisterenavond gemeld dat hij onverwachts deze morgen moest terugkeren.' 'Waarom?' 'Zoiets vraag ik nooit aan mijn klanten!' Zeg dat het niet waar is; deju, deju en deju, denkt Punaise. 'Kan ik een kamer hebben? Ik ben uitgeput en blijf hier volgende nacht slapen.' De baas kan op zijn kop staan, denkt de commissaris. Binnenpretjes doen hem glimlachen.
'Wie had kamer zes en wie kamer acht,' wil Punaise nog weten. 'De heer en mevrouw Mores waren het,' antwoordt de man achter de receptiedesk. 'Waarom dan twee kamers in godsnaam?' 'Vonden wij ook raar, commissaris, maar de klant is koning,' glimlacht de bediende. 'Misschien broer en zus?' 'Zo leek het alvast niet, meneer.' Punaise kan er niet om lachen. Als hij doodmoe naar zijn kamer sukkelt, ziet hij in een hoek aan het onthaal foto's hangen. Van de nieuwjaarfeestviering in het hotel. Veel foto's van gasten, met gekke hoedjes en toeters. Zou die Mores met zijn vrouw daar ook bijzitten bedenkt hij? Maar Punaise is te moe om dit nog in detail te bekijken. Straks misschien, als ik wat geslapen heb, gaat door zijn uitgebluste hersenen.
Episode 32
Speurneus zit in zijn café Het Grensgeval en staat zoals steeds achter de bar. Hij verwacht bezoek van een zekere Jozef Bonte. Ik ben pastoor zegde de man aan de telefoon. Hij wilde Barman spreken. Om belangrijke redenen zei de priester. Ook Palmboy zit in het café, van een Palm te genieten. Wat dacht je? Palmboy was opgepakt door Punaise, kort na de verdwijning van Tania, maar de onderzoeksrechter wilde hem niet langer achter de tralies houden. 'Punaise,' zei de onderzoeksrechter, 'ge hebt geen bewijzen dat de man schuldig is of zelfs betrokken is bij deze zaak. Als het aan jou lag, commissaris, ge zoudt ze allemaal in hechtenis nemen tot ze al dan niet terechte bekentenissen aflegden. Zo werkt dat niet, commissaris!' Punaise was er het hart van. Want hij bleef bij zijn besluit dat Palmboy iets op zijn kerfstok had. Was het niet voor deze zaak, het was voor iets anders. Punaise zag aan zijn snoet dat er wat mis was met die Palmboy. Als webmaster had Palmboy zijn site Herman Brusselmans weer op gang gekregen, nadat Punaise hem kortstondig in beslag nam. Maar in plaats van er interessante info uit te halen had de onkundige Punaise hem grondig verknoeid. Dit was nu rechtgezet door Palmboy. Wat hij echter in dat café uitspookte weten we niet.