GELDENDE
LEER OVER DE AFLATEN
Concilie van Trente
4 December 1563
SESSIO XXV - DECRETUM DE
INDULGENTIIS
25e Zitting - Decreet over aflaten (DH 1835)
Omdat de Kerk van Christus
de volmacht heeft gekregen, om aflaten te verlenen en zij van deze door God
gegeven volmacht vanaf de oudste tijden gebruikt maakt (Vgl. Mt. 16, 19; Mt.
18, 18). Zo leert en gebiedt de hoogheilige Synode , dat het gebruik van
aflaten voor het christelijk volk hoogst heilzaam is en het door de autoriteit
van heilige Concilies goedgekeurd is om voor de Kerk behouden te blijven. Het
veroordeelt daarmee met de banvloek al diegene die of beweren dat aflaten van
geen nut zijn, of die zeggen dat het niet aan de Kerkelijke macht toekomt hen
te verlenen.
Zij wenst echter dat men
bij het verlenen van aflaten zich matige ... en zich erop toelegt de kerkelijke
orde niet door al te grote plooibaarheid schade te berokkenen Zij wenst dat de
misbruiken die ingeslopen zijn, en de kwade reuk waarin aflaten staan waardoor
zij door de ketters wordt gelasterd, worden vermeden en gecorrigeerd, zo
bepaalt zij algemeen door het voorliggende decreet dat al het onechte gewin
voor het verkrijgen van een aflaat volledig afschaft moet worden.
De Heilige Apostolische Penitentiarie over
de aflaten
NIEUW ENCHIRIDION DER
AFLATEN
29 juni 1968
Decreet
In de Apostolische
Constitutie "De Doctrine van de Aflaten" van 1 januari 1967
lezen we: "Onze Heilige Moeder de Kerk heeft geoordeeld dat het gepast is,
om een grotere waardigheid en waardering aan het gebruik der aflaten te geven,
en om enkele vernieuwingen in haar discipline der aflaten te introduceren, en
ze heeft bijgevolg de uitgifte van nieuwe normen verordend."
Norm 13 van dezelfde
Constitutionele decreten vervolgt bovendien: "Het Enchiridion van de
aflaten (verzameling van aflaatgebeden en -werken) moet herzien worden met het
inzicht om enkel aan de belangrijkste gebeden en werken van vroomheid,
naastenliefde en boetvaardigheid, aflaten toe te voegen."
In gehoorzaamheid aan de
wil van de Soevereine Hogepriester (nvdr: de Paus), zoals uitgedrukt zowel in
de hierboven vermelde Apostolische Constitutie als de latere instructies van
Zijne Heiligheid, heeft deze Heilige Penitentiarie toegezien op de voorzichtige
voorbereiding van een nieuw Enchiridion der Aflaten.
De Paus Paulus VI heeft
een rapport ontvangen over deze materie in de Audiëntie, op 14 juni van het
huidige jaar verleend aan de ondertekenende Kardinaal, de Penitentiaire
Overste, en de Heilige Vader keurde op de 15de dag van dezelfde maand
het Enchiridion der Aflaten goed, zoals gepubliceerd door de Vaticaanse Pers,
en beval om ze authentiek te verklaren. Al de algemene verleningen der aflaten,
niet in dit Enchiridion begrepen, zijn hierbij ingetrokken. Ingetrokken is
tevens elke verordening betreffende de aflaten, niet inbegrepen in de Normen
van Aflaten zoals hieronder gegeven, hetzij ze zich bevinden in het Canonieke
wetboek, in de Apostolische Brieven, zelfs indien uitgegeven "Motu
Proprio", of in Decreten van de Heilige Stoel.
Dit alles niettegenstaande
al wat tegengesteld hieraan zou kunnen zijn, zelfs met een speciale vermelding.
Gegeven te Rome, door de
Heilige Apostolische Penitentiarie, op de 29ste dag van juni in het
jaar 1968, het feest van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus.
+ JOSEPH CARDINAL FERRETTO
Penitentiair Overste
Voorafgaande Bemerkingen
1. Deze nieuwe uitgave van
Het Enchiridion voert effectief de Norm 13 uit van de Apostolische Constitutie:
"Het Enchiridion van de aflaten (verzameling van aflaatgebeden en -werken)
moet herzien worden met het inzicht om enkel aan de belangrijkste gebeden en
goede werken, naastenliefde en boetvaardigheid aflaten te verlenen."
2. Met de belangrijkste
gebeden en werken worden deze hier bedoeld, die in het licht van de traditie en
van de veranderende omstandigheden van onze huidige tijden worden beschouwd als
bijzonder passend om de gelovigen te helpen in het voldoen voor de straffen ten
gevolge van hun zonden en voor - wat nog groter belang is - om hen op te wekken
tot vurigere naastenliefde. Het was met dit grondbeginsel voor ogen, dat deze
huidige nieuwe regeling werd uitgevoerd.
3. In overeenstemming met
het traditioneel gebruik, is de deelname aan het Misoffer en de sacramenten
niet met aflaten verrijkt. Dit is omwille van de buitengewone "heiligende
en zuiverende" doeltreffendheid, die de Mis en de Sacramenten in zichzelf
al bezitten.
Wanneer daarom een aflaat
wordt verleend op een speciale gelegenheid (zoals bij de eerste Heilige
Communie, de eerste Mis van een nieuwe gewijde priester, of de sluitingsmis van
een Eucharistisch Congres), moet dit verstaan worden als verbonden, niet aan de
deelname aan de Mis of aan de Sacramenten als zodanig, maar aan de buitengewone
omstandigheden van die deelname. Vandaar, wat de aflaat verondersteld wordt te
"promoten" en - om zo te zeggen - te belonen zijn de persoonlijke
godsvruchten van de deelnemer wat het speciale doel van zulke vieringen is, het
geven van het goede voorbeeld aan anderen en de eerbetuiging aan het verheven
mysterie van de Eucharistie en van het Priesterschap.
Maar een aflaat kan
gegeven worden, zoals vanuit de traditie duidelijk is, aan diverse werken van
private en publieke vroomheid; maar ook werken van naastenliefde en
boetvaardigheid, die van groter belang moeten beschouwd worden in onze huidige
tijd, kunnen op die manier verrijkt worden. Al deze goede werken met aflaten
verrijkt, en trouwens ook elk ander goed werk en ieder lijden met geduld
verdragen, mogen onder geen enkel beding los van de Mis en de Sacramenten beschouwd
worden, die de voornaamste bronnen zijn van heiligheid en loutering; want het
zijn precies deze goede werken en dat lijden die de offerande uitmaken, waarmee
de gelovige zich verenigt met het Offer van Christus in het Misoffer; het zijn
ook de Mis en de Sacramenten, die de gelovige bewegen om de taken uit te voeren
die hun zo opgelegd zijn dat "zij zich in hun leven moeten vasthouden aan
wat ze ontvangen hebben door het geloof"; aan de andere kant is het door
de toegewijde vervulling van hun taken, dat zij dagelijks beter geneigd worden
om vruchtbaarder deel te nemen aan de Mis en de Sacramenten.
4. In overeenkomst met de
veranderlijke voorwaarden van onze huidige tijden, wordt er grotere waarde
gegeven aan het werk (opus operantis) van de gelovige. Om deze reden werd er in
plaats van een lange reeks van werken met aflaten verrijkt (opus operatum), die
min of meer irrelevant zijn aan het dagelijkse leven van de gelovige, slechts
een relatief klein aantal aflaten verleend, in de hoop dat de gelovigen daardoor
meer bewogen worden om heiliger en nuttiger te leven, en hierdoor "de
kloof te overbruggen tussen het geloof dat velen belijden en hun dagelijks
leven...door het samenvoegen van hun menselijke, huishoudelijke, professionele,
sociale en technische bezigheden in één vitale synthese met religieuze waarden,
als hoofdoriëntering waarin alle dingen geharmoniseerd worden tot glorie van
God."
De nieuwe Enchiridion is
daarom korter dan dat het vroeger was. Sommige gebeden en goede werken zijn
verwijderd, terwijl andere onder de algemene verleningen der aflaten zijn
gebracht.
De grootste bezorgdheid
was om groter belang aan de Christelijke levensweg te hechten en om zielen
ertoe te brengen de geest van het gebed en boetedoening te cultiveren alsook om
de theologische deugden te beoefenen, in plaats van enkel bepaalde formules en
handelingen te herhalen.
5. Vooraleer de
verschillende aflaatverleningen op te sommen, bevat het Enchiridion een reeks
van Normen, afgeleid van de normen van de Apostolische Constitutie en van de
canons van de nog altijd geldende Codex van het Canoniek Recht.
Deze procedure werd
raadzaam geoordeeld, om elke moeilijkheid die later zou kunnen opduiken te
voorkomen en om tegelijkertijd in een geordende en begrijpelijke uiteenzetting
te voorzien van de huidige discipline van de aflaten.
6. Drie algemene
verleningen van de aflaten worden eerst in het Enchiridion voorgesteld. Deze
zijn bedoeld als een baken, om zo te zeggen, om de weg van de gelovigen te
belichten in hun dagelijks leven (nvdr : later in 1999 is er een vierde
bijgekomen, zie onderaan deze tekst).
Onder deze algemene
verleningen, bevinden zich hier en daar bepaalde goede werken, aan dewelke ook
vroeger aflaten waren verbonden.
Voor het nut en de
onderwijzing van de gelovige, wordt elk van de algemene verleningen van aflaten
gevolgd door verschillende aanhalingen van het Nieuwe Testament en van de
documenten van het 2e Vaticaans Concilie; de bedoeling is om de
conformiteit van deze verleningen aan te tonen met de geest van het Evangelie
en met de vernieuwing voorgesteld door het Concilie.
7. De algemene verleningen
van aflaten worden gevolgd door de verleningen van aflaten verbonden aan
bijzondere goede werken. Deze zijn klein in aantal, daar dit soort van werken
in zekere mate reeds onder de algemene verleningen van aflaten vallen. In het
geval van de gebeden, werd een selectie gemaakt ten voordele van die een meer
universeel verzoek hebben. Aangaande andere gebeden, gewoonlijk gebruikt in
bijzondere riten en plaatsen, kan de bevoegde kerkelijke autoriteit beslissen
wat er moet gedaan worden.
8. Een bijlage met een
aantal gebeden is toegevoegd aan het Enchiridion, die wordt beëindigd met een
tekst - die ook kan dienen als documentatie - van de Apostolische Constitutie
"De Doctrine van Aflaten".
Richtlijnen van de Aflaten
1. Een aflaat is
de kwijtschelding vóór God van tijdelijke straffen ten gevolge zonden die al
vergeven zijn wat de schuld betreft. Deze kwijtschelding verkrijgt elke
gelovige, die de vereiste gesteldheid bezit en aan bepaalde vastgelegde
voorwaarden voldoet, door de tussenkomst van de Kerk die, als minister van de
Verlossing optreedt en met gezag dispensaties en schatten put uit de verzoening
die bekomen werd door Christus en de apostelen.
2. Een aflaat is
gedeeltelijk of volledig, afhankelijk van het gedeeltelijk of volledig
verwijderen van de tijdelijke straf tengevolge van de zonde.
3. Niemand, die
aflaten verdient, kan ze toepassen op andere levende personen.
4. Gedeeltelijke
en volle aflaten kunnen altijd worden toegepast op de overledenen door een
smeekgebed.
5. De verlening van een
gedeeltelijke aflaat is enkel aangegeven met de woorden "gedeeltelijke
aflaat", zonder bepaling van dagen of jaren.
6. De gelovige,
die tenminste met een berouwvol hart een werk verricht aan hetwelk een
gedeeltelijke aflaat verbonden is, verkrijgt, bovenop de kwijtschelding van de
tijdelijke straf verkregen door het werk zelf, een zelfde kwijtschelding van de
straf door de tussenkomst van de Kerk.
7. De verdeling van de
aflaten in "persoonlijke", "zakelijke" en
"plaatselijke" is afgeschaft, om duidelijker te maken dat de aflaten
verbonden zijn aan de daden van de gelovige, zelfs als zij verbonden zijn aan
sommige objecten of plaatsen.
8. Naast het Romeins
Pontificaat, aan wie de vrijstelling van de gehele geestelijke schat van de
kerk werd toevertrouwd door onze Heer Jezus Christus, kunnen enkel zij aflaten
verlenen door gewone machtsuitoefening, aan wie dit uitdrukkelijk werd
toegestaan bij wet.
9. In de Romeinse Curie
werd uitsluitend aan de Heilige Penitentiarie alles toevertrouwd wat de
verleningen en gebruiken van de aflaten betreft, met inachtname van het recht
van de Congregatie voor de Doctrine van het Geloof om te onderzoeken wat tot de
dogmatische leer betreffende de aflaten behoort.
10. Niemand onder het
Romeins Pontificaat kan:
a. Aan anderen de
bevoegdheid om aflaten te verlenen doorgeven, tenzij hij dit recht
uitdrukkelijk heeft ontvangen van de Apostolische Stoel.
b. Een andere aflaat
toevoegen aan het werk dat al een aflaat heeft gekregen door de Apostolische
Stoel of door iemand anders, tenzij er nieuwe voorwaarden voorgeschreven worden
die moeten vervuld worden om de nieuwe aflaat te verdienen.
11. Diocesane
Bisschoppen, en anderen aan hen door de wet gelijkgesteld, hebben vanaf de
aanvang van hun pastoraal ambt het recht voor:
a. het verlenen van
gedeeltelijke aflaten aan personen of aan de plaatsen onder hun
rechtsbevoegdheid;
b. Het verlenen in hun
respectievelijke bisdommen, volgens de voorgeschreven formule, van de
Pauselijke Zegen met een volle aflaat drie keer per jaar op plechtige feesten
van hun eigen keuze, zelfs indien ze enkel deelnemen aan de plechtige Mis
(nvdr: en niet de hoofdcelebrant zijn).
12. Aartsbisschoppen
kunnen een gedeeltelijke aflaat verlenen in hun stemrechtelijke Zetel zoals in
hun eigen bisdom.
13. Patriarchen kunnen een
gedeeltelijke aflaat verlenen op elke plaats - zelfs indien vrijgesteld - in
hun respectievelijke patriarchaat, in kerken van hun ritus buiten het grondgebied
van hun patriarchaat, en aan de gelovigen van hun ritus overal elders. De
Hoofdaartsbisschop heeft dezelfde faculteit.
14. Kardinalen hebben de
faculteit om gedeeltelijke aflaten te verlenen aan plaatsen, instituten of
personen onder hun rechtsgebied of bescherming; ook op andere plaatsen, maar
enkel aan personen op dat moment aanwezig.
15.
a. Alle boeken over
aflaten, alsook pamfletten, briefjes en dergelijke, waar in de inhoud
verleningen der aflaten instaan, mogen niet worden gepubliceerd zonder de
toestemming van de plaatselijke Ordinarius of Gezagsdrager.
b. De uitdrukkelijke
toestemming van de Apostolische Stoel is vereist om in gelijk welke taal de
authentieke verzameling van gebeden en goede werken, aan dewelke de
Apostolische Stoel aflaten heeft aan toegevoegd te drukken en te publiceren.
16. Diegene die van de
Paus verleningen van aflaten gevraagd en verkregen hebben voor al de gelovigen
zijn verplicht, onder straf van nietigheid van het dan verkregen voorrecht, aan
de Heilige Penitentiarie de authentieke copies van dezelfde verleningen te doen
toekomen.
17. Wanneer een feest of
haar openbare plechtigheid wettelijk is verplaatst naar een andere dag, wordt
verstaan dat een aflaat, aan dat feest gehecht, naar dezelfde dag wordt
overgedragen.
18. Het bezoek aan
een kerk of oratorium, als vereist is om een aflaat te verdienen die gehecht is
aan een zekere dag, kan gedaan worden van 's middags van de vorige dag tot
middernacht van de afsluiting van de dag zelf.
19. De gelovige,
die godsvruchtig een voorwerp van godsvrucht (kruis, rozenkrans, scapulier of
medaille) plechtig gezegend door gelijk welke priester, gebruikt, verdient een
gedeeltelijke aflaat.
Maar als het
voorwerp van godsvrucht werd gezegend door de Paus of door gelijk welke bisschop,
kan de gelovige, wanneer hij het godsvruchtig gebruikt, ook een volle aflaat
verdienen op het feest van de Heilige Apostelen, Petrus en Paulus, als hij
tevens een geloofsbelijdenis doet volgens gelijk welke wettelijke formulering.
20.
a. Aflaten gehecht aan het
bezoek van een kerk houden niet op te bestaan, indien de kerk na haar volledige
verwoesting binnen de vijftig jaar terug wordt opgebouwd op dezelfde of bijna
dezelfde plaats en onder dezelfde titel.
b. Een aflaat
gehecht aan het gebruik van een godsvruchtig voorwerp verdwijnt enkel, wanneer
dat sacramentalie volledig vernield of verkocht is.
21. De Heilige Moeder
Kerk, uiterst bezorgd voor de overleden gelovigen, heeft beslist om zoveel
mogelijk smeekbeden op hen toe te passen in elk Misoffer, met afschaffing van
elk particulier voorrecht in dit verband.
22.
a. Om bekwaam te
zijn een aflaat te verdienen voor zichzelf, wordt vereist dat men gedoopt is,
niet geëxcommuniceerd, en in staat van genade is ten minste op de voltooiing
van de voorschreven werken, en een onderdaan is van diegene die de aflaat
verleend heeft.
b. Opdat degene
die bekwaam is om aflaten te verdienen, ze ook daadwerkelijk verdient, moet hij
ten minste een algemene intentie hebben om ze te verdienen en moet hij in
overeenstemming met de strekking van de aflaatverlening de opgelegde werken op
de voorgeschreven tijd en de manier volbrengen.
23. Behalve wanneer de
strekking van de verlening duidelijk anders aanduidt, kunnen aflaten verleend
door een bisschop verkregen worden door zijn onderdanen zelfs buiten zijn
territorium en door anderen die zich binnen zijn gezagsgebied bevinden ook als
ze exempt zijn of een domicilie ergens anders hebben of er zelfs geen hebben.
24.
a. Een volle
aflaat kan niet meer dan eenmaal per dag verkregen worden.
b. Maar iemand kan
een volle aflaat verdienen op het moment van de dood, zelfs indien hij al een
andere volle aflaat heeft verdiend op dezelfde dag.
c. Een
gedeeltelijke aflaat kan verschillende keren per dag verkregen worden, tenzij uitdrukkelijk
anders is aangeduid.
25. Het
voorschreven werk om een volle aflaat te verdienen die verbonden is aan een
kerk of gebedshuis bestaat in een godsvruchtig bezoek ervan en het opzeggen,
gedurende het bezoek, van één Onze Vader en de Geloofsbelijdenis.
26. Om een volle
aflaat te verkrijgen is het noodzakelijk om het werk aan hetwelk de aflaat
verbonden is uit te voeren en aan de volgende drie voorwaarden te voldoen:
sacramentele biecht, sacramentele Communie en gebed ter intentie van de Paus.
Het is verder vereist dat alle gehechtheid aan zonde, zelfs kleine dagelijkse
zonde, afwezig is.
Indien aan de laatste
voorwaarde minder perfect wordt voldaan of wanneer de drie voorgeschreven
voorwaarden niet vervuld zijn, zal de aflaat slechts een gedeeltelijke zijn,
met voorbehoud van de bepalingen beneden gegeven in Norm 34 en in Norm 35
betreffende diegenen die "verhinderd" zijn.
27. De drie
voorwaarden kunnen enkele dagen voor of na de uitvoering van het voorgeschreven
werk vervuld worden, het is echter passend dat de Communie wordt ontvangen en
het gebed voor de intentie van de Paus gezegd wordt op dezelfde dag wanneer het
aflaatwerk wordt verricht.
28. Eén enkele
sacramentele biecht volstaat om verschillende volle aflaten te verdienen; maar
de communie moet ontvangen worden en het gebed voor de intentie van de Paus
moet herhaald worden telkens men een volle aflaat wil bekomen.
29. Aan de
voorwaarde van gebed voor de intentie van de Paus is volledig voldaan door het
reciteren van één Onze Vader en één Wees gegroet; niettemin is iedereen vrij om
gelijk welk ander gebed te bidden volgens zijn vroomheid en godsvrucht.
30. De normen aangaande
volle aflaten, in het bijzonder diegene vermeld hierboven in Norm 24,1, zijn
ook van toegepassing op wat tot nu toe gewoonlijk "toties
quoties"-volle-aflaten (nvdr: "telkens-als"-volle-aflaten)
werden genoemd.
31. Een aflaat kan niet
verdiend worden door een werk, waartoe men reeds verplicht is door wet of
voorschrift, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk vermeld is in de verlening;
diegene die een werk doet dat is opgelegd als sacramentele straf en dat
tegelijk verrijkt is met een aflaat, kan op hetzelfde ogenblik aan de straf
voldoen én de aflaat verdienen.
32. Een aflaat gehecht aan
een gebed kan verkregen worden door het gebed in gelijk welke taal op te
zeggen, op voorwaarde dat de juistheid van de vertaling gewaarborgd wordt door
een verklaring hetzij van de Heilige Penitentiarie hetzij door iedere
Ordinarius of Gezagsdrager van die plaatsen, waar de taal van de vertaling
gewoonlijk gesproken wordt.
33. Om een aflaat
verbonden aan een gebed te verdienen, volstaat het dat gebed op te zeggen
al of niet afwisselend met een andere persoon, of het mentaal te volgen terwijl
het door een ander wordt opgezegd. (nvdr : het gebed moet dus door
iemand opgezegd worden, uitsluitend stil mentaal bidden volstaat dus niet,
tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is vermeld).
34. Biechtvaders
kunnen het voorschreven werk of voorwaarden verlichten, ten voordele van wie,
om een wettelijk beletsel, het werk niet kunnen volbrengen of aan de
voorwaarden niet kunnen voldoen.
35. Plaatselijke Ordinarii
of Gezagsdragers, kunnen aan de gelovige, over dewelke zij wettelijke
autoriteit uitoefenen en die leven in plaatsen waar het onmogelijk is of ten
minste heel moeilijk is om te gaan biechten en te communiceren, toestemming
verlenen om een VOLLE AFLAAT te verdienen zonder biecht noch communie, onder
voorwaarde dat ze een echt berouw over hun zonden hebben en de intentie hebben
om deze Sacramenten te ontvangen van zodra de mogelijkheid zich ertoe leent.
36. De doofstommen kunnen
aflaten verdienen die verbonden zijn aan publieke gebeden, wanneer zij
godsvruchtig hun geest en hart tot God richten, terwijl de andere gelovigen de
gebeden opzeggen op dezelfde plaats; voor private gebeden volstaat het, dat zij
ze met gebarentaal of met tekens beduiden, of wanneer zij ze enkel lezen met
hun ogen.
Drie Algemene Verleningen van Aflaten
Inleiding
1. In de eerste plaats
worden de drie verleningen van aflaten voorgesteld, bedoeld om als opwekking te
dienen voor de gelovigen om de daden die deel uitmaken van hun dagelijks leven
te bezielen met de christelijke geest en om te streven naar het ordenen van hun
leven tot de volmaaktheid van de liefde.
2. De eerste en tweede
verleningen zijn een samenvatting van vele uit het verleden; de derde,
anderzijds, is iets nieuws maar erg gepast voor onze huidige tijd vermits, met
de verzachting van de vasten- en onthoudingswet, het meer dan ooit noodzakelijk
is dat de boetedoening op andere wijze wordt beoefend.
3. De drie verleningen
zijn waarlijk algemeen van karakter, elk van hen bestaat uit vele werken van
dezelfde aard. Nochtans zijn niet al die werken verrijkt met aflaten, maar
enkel diegene die met een bijzondere manier en geest worden gedaan.
Een voorbeeld is de eerste
verlening, die het volgende verklaart: "Een gedeeltelijke aflaat wordt
verkregen door de gelovige die, in het vervullen van zijn plichten en in het
dragen van de lasten van het leven, zijn ziel met een nederig vertrouwen tot
God verheft, terwijl hij sommige vrome aanroepingen verricht, zelfs louter
mentaal".
Door de kracht van deze
verlening worden enkel die handelingen met aflaten verrijkt, door dewelke de
gelovige, tijdens het voldoen van zijn plichten en in het geduldig verdragen
van de beproevingen van het leven, zijn ziel tot God verheft op de aangegeven
manier.
Deze soort van
handelingen, komen gezien de zwakheid van de menselijke natuur, niet veelvuldig
voor.
Maar wanneer iemand
ijverig en vurig zulke handelingen veelvuldig verricht in de loop van de dag,
zal hij rechtvaardig worden beloond - buiten en bovenop een overvloedige
vermeerdering der genade - door een vollere kwijtschelding van de straf voor de
zonden en hij zou in zijn naastenliefde met zo veel te meer grootmoedigheid
bekwaam zijn om de zielen van het vagevuur te helpen.
De bovenstaande
opmerkingen kunnen met ongeveer dezelfde kracht toegepast worden op de tweede
en derde verleningen.
4. De drie verleningen
zijn volledig in harmonie met het Evangelie en met de leerstellingen van
Vaticanum II. Om dit kort te illustreren ten voordele van de gelovige, worden
elk van de drie verleningen gevolgd door citaten van de Heilige Schrift en van
de akten van het Concilie.
I
Eerste Algemene Verlening
Een gedeeltelijke
aflaat wordt verkregen door de gelovige die, in het vervullen van zijn plichten
en in het dragen van de lasten van het leven, zijn ziel met een nederig
vertrouwen tot God verheft, terwijl hij sommige vrome aanroepingen verricht,
zelfs louter mentaal.
Deze eerste verlening is
bedoeld als stimulans voor de gelovige om het gebod van Christus in praktijk te
brengen dat "zij altijd moeten bidden zonder ophouden" en terzelfder
tijd als een stimulans om hun respectievelijke taken uit te voeren zowel als
hun vereniging met Christus te behouden en te versterken.
Mt 7:7-8; Mt
26:41; Lc 21:34-36; Hand 2:42;
Rom 12:12; 1 Cor 10:31;
Eph 6:18; Col 3:17; Col
4:2; 1 Thes 5:17-18; II Vat. Conc. Dogmatische Const. over de Kerk, n.41: II Vat. Conc. Decreet over
het Apostolaat van de leek, nr. 4; II Vat. Conc. Pastoraal const. over de Kerk
in de Moderne Wereld, nr. 43.
II
Tweede Algemene Verlening
Een gedeeltelijke
aflaat is verleend aan de gelovige, die in de geest van geloof en barmhartigheid
iets geeft van zichzelf of van zijn goederen om zijn broeders in nood te
dienen.
Deze tweede verlening is
bedoeld om te dienen als een stimulans voor de gelovige om handelingen van
naastenliefde en barmhartigheid meer in de praktijk te brengen, dus het voorbeeld
te volgen van Jezus Christus en te gehoorzamen aan zijn gebod.
Nochtans zijn niet alle
werken van naastenliefde met aflaten verrijkt, maar alleen diegene waarbij de
gelovigen "hun broeders in nood dienen": in nood, bijvoorbeeld, van
voedsel, kleding voor het lichaam of van onderrichting en steun voor de ziel.
Mt 25: 35-36. 40; Jn
13:34-35: Rom 12:8 10-11:13; 1 Cor 13:3; Gal 6:10; Ef 5:2; 1 Thes 4:9; Heb
13:1; Jas 1:27; 1 Petr 1:22; 1 Petr 3:8-9; 2 Petr 1:5.7; 1 Jn 3:17-18; II vat
Conc Decreet over het Apostolaat van de leek, nr. 8; nr. 31; II Vat Conc Past
Const over de Kerk in de Moderne Wereld, nr. 93
III
Derde Algemene verlening
Een gedeeltelijke
aflaat is verleend aan de gelovige, die in een geest van boetvaardigheid
vrijwillig zichzelf ontzegt wat voor hem aangenaam en bevredigend is.
Deze derde verlening is
bedoeld om de gelovigen te bewegen hun passies in te tomen en zo te leren hun
lichaam te onderwerpen en zichzelf gelijkvormig te maken aan Christus in Zijn
armoede en lijden.
Maar de zelfverloochening
zal waardevoller zijn, indien het verenigd wordt met liefde, volgens de
leerstelling van de Heilige Leo de Grote (sermon 13 over het vasten van de
tiende maand, 2:PL 54,172.
Lc 9:23; Lc 13:5; Rom
8:13; Rom 8:17; 1 Cor 9:25-27; 2 Cor 4:10; 2 Tm 2:11-12; Ti 2:12; 1 Petr 4:13;
II Vac Conc decree over de priesterlijke training nr.9; II Vac Conc Dogmat
const over de Kerk nr 10, nr 41; Apost Const Repent III
c.
(Hieronder, in de
tekst van het latere decreet van 1999, leest u in vetjes gedrukt, dat er nog
een vierde algemene verlening werd gegeven).
Andere Verleningen van Aflaten
1. Aan de drie algemene
verleningen van de aflaten zoals hierboven beschouwd onder I-III, zijn er enkele anderen toegevoegd. Deze zijn
schijnbaar nuttig, zowel omwille van de traditionele eerbied - in het geval van
de oude -, of omdat het passend is voor de noden van de huidige tijd - in het
geval van de nieuwe -.
Al deze verleningen vullen
elkaar aan en, terwijl zij bij het verlenen van een aflaat de gelovigen bewegen
om goede werken, naastenliefde en boete te doen, brengen zij ze terzelfdertijd
door de liefde in een zelfs dichtere vereniging met Christus "het
Hoofd" en met de Kerk "Zijn lichaam".
2. Sommige gebeden van
eerbiedwaardige oudheid en in praktisch universeel gebruik zijn behouden uit de
vorige editie van het Enchiridion der aflaten.
3. Andere gebeden, vroeger
in het Enchiridion der aflaten, zijn verwijderd, om reden dat deze gebeden
enkel eigen zijn aan speciale ritussen van het Oosten of aan speciale regionen
van het Westen. De respectievelijke Patriarchen en Bisschoppen van deze
ritussen en gewesten kunnen door gebruik van de faculteiten hen gegeven door de
wet, nog altijd aflaten aan deze gebeden voegen zoals zij dit wensen.
4. Behouden uit de vorige
editie van het Enchiridion der aflaten, zijn bepaalde werken van grotere
belangrijkheid, alhoewel iets gewijzigd daar waar het waardig geacht werd.
5. De individuele
werken, beschreven in de volgende bladzijden, zijn elk verrijkt met aflaten. De
verlening van een speciale aflaat is soms uitdrukkelijk vermeld; meestal is het
enkel aangeduid door de woorden: gedeeltelijke aflaat.
Indien een speciaal werk,
in speciale omstandigheden uitgevoerd, verrijkt is met een VOLLE AFLAAT, wordt
dit feit, alsook de speciale omstandigheden in dewelke het werk moet worden
uitgevoerd, elke keer uitdrukkelijk vermeld.
Zoals vermeld in
Norm 26, zijn de vereisten voor het verkrijgen van een VOLLE AFLAAT : het
uitvoeren van het werk, het vervullen van de drie voorwaarden en een
beschikking van de ziel en hart hetwelk alle genegenheid aan de zonde totaal
uitsluit.
6. Indien het
werk, verrijkt met een VOLLE AFLAAT, kan verdeeld worden in afzonderlijke delen
(bijv de tientjes van de Rozenkrans) en door een voldoende reden niet ineens
kan worden uitgevoerd, kan een gedeeltelijke aflaat verkregen worden voor het
voldane gedeelte.
7. Speciale aandacht gaat
naar de volgende werken, daar de gelovige elke dag van het jaar er een
VOLLE AFLAAT mee kan verdienen, met behoud van de regeling van Norm
24.1 waardoor niemand meer dan één VOLLE AFLAAT kan verdienen in het verloop
van één enkele dag:
- Aanbidding van
het Allerheiligste Sacrament gedurende tenminste een half uur
- Godsvruchtig
lezen van de Heilige schrift gedurende tenminste een half uur
- De godsvruchtige
oefening van de kruisweg
- Het lezen van de
rozenkrans in een Kerk of publiek oratorium of in familieverband, een
religieuze gemeenschap of godsvruchtige vereniging.
De verschillende
verleningen der aflaten in de officiële Latijnse tekst van het Enchiridion zijn
alfabetisch gerangschikt. In het geval van de gebeden, is het eerste woord van
het gebed bepalend voor haar plaats in de rangschikking. In het geval van de
werken, is het eerste woord door dewelke het werk wordt beschreven bepalend.
Andere aflaten
1. Gebed "Actiones
nostra"
gedeeltelijke aflaat
2. Actus virtutum
theologalium et contritionis
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig opzegt, overeenkomstig de
wettelijke formule, de akten van de theologische deugd (geloof, hoop, liefde)
en van berouw.
Aan elke acte is een
aflaat verleend.
3. Adoratio Ss.mi
Sacramenti
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die het Allerheiligste Sacrament bezoekt om het
te aanbidden; als het bezoek minstens een half uur duurt wordt een VOLLE AFLAAT
verleend.
4. Adoro te devote
Een gedeeltelijk aflaat
wordt aan de gelovige verleend, die deze hymne godsvruchtig opzegt
5. Adsumus
Dit gebed, meestal
opgezegd tijdens de opening van een samenkomst om zaken van algemeen belang te
bespreken, is verrijkt met een gedeeltelijke aflaat
6. Ad te, beate Joseph
Gedeeltelijke aflaat
7. Agimus tibi gratias
Gedeeltelijke aflaat
8. Angele Dei
Gedeeltelijke aflaat
9. Angelus Domini : Gedurende
het jaar (buiten de paastijd)
Regina Caeli: Tijdens de
paastijd
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die godsvruchtig beide gebeden opzegt volgens de
formule voor de tijd van het jaar.
Het is een
prijzenswaardige oefening deze gebeden in de vroege ochtend, 's middags en 's
avonds te bidden
10. Anima Christi
Gedeeltelijke aflaat
11. Basilicarum
Patriarchalium in Urbe visitatio
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan de gelovige die godvruchtig één van de vier Patriarchale
Basilieken te Rome bezoekt en daar één Onze Vader en de Geloofsbelijdenis
opzegt:
- op een Patroonsfeest
- op gelijk welke
verplichte feestdag
- eens per jaar, op de dag
naar keuze
12. Benedictio Papalis
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan de gelovige, die vroom en godsvruchtig, zelfs via de radio, de
Zegen van de Paus verkrijgt, wanneer medegedeeld "Urbi et Orbi" (aan
Rome en de wereld).
13. Coemeterii visitatio
Een aflaat, enkel
toepasselijk op de zielen van het vagevuur, wordt verleend aan de gelovige, die
godsvruchtig een kerkhof bezoekt en bidt, zelfs enkel in gedachten, voor de
overledenen. Het is een VOLLE AFLAAT elke dag vanaf 1ste tot de 8ste
november; op elke andere dag is de aflaat gedeeltelijk.
14. Coemeterii veterum christianorum seu
catacumbae' visitatio
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig één van de eerste
christelijke kerkhoven of catacomben bezoekt.
15. Communionis
spiritualis actus
Een akte van geestelijk
communie, volgens gelijk welke godsvruchtige formule, wordt verrijkt met een
gedeeltelijke aflaat.
16. Credo in Deum
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig de Apostolische belijdenis of
de Niceaans-Constantinopolitaanse belijdenis opzegt.
17. Crucis adoratio
Een VOLLE AFLAAT wordt aan
de gelovigen verleend, die bij de plechtige liturgische actie op Goede Vrijdag
godsvruchtig deelneemt aan de aanbidding van het Kruis en het kust.
18. Defunctorum officium
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig de Lauden of de vespers van
het Officie van de Overleden opzegt.
19. De profundis
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig de psalm "uit de
diepten" (Ps. 129) opzegt.
20. Doctrina christiana
Een gedeeltelijke aflaat
wordt verleend aan de gelovigen die deelnemen aan het onderwijs of in het
aanleren van de christelijke doctrine.
N.B. diegene die in een
geest van geloof en godsdienstigheid de christelijke doctrine onderwijst kan
een gedeeltelijke aflaat verdienen volgens de tweede van de drie algemene
verleningen der aflaten. Deze nieuwe verlening bevestigt de gedeeltelijke
aflaat ten voordele van de leraar van de christelijke doctrine en verlengt deze
naar de leerling(e).
21. Domine, Deus
omnipotens
Gedeeltelijke aflaat
22. En ego, o bone et
dulcissime Iesu
Een VOLLE AFLAAT wordt
elke vrijdag van de Vasten en Passietijd verleend aan de gelovigen, die
godsvruchtig na de Communie het gebed (Ps 21:17-18) opzeggen voor de
gekruisigde Christus; op andere dagen van het jaar is de aflaat gedeeltelijk.
23. Eucharisticus
conventus
Een VOLLE AFLAAT wordt aan
de gelovige verleend, die godsvruchtig deelneemt aan de gebruikelijke plechtige
Misritus op het einde van een Eucharistisch Congres
24. Exaudi nos
Gedeeltelijke aflaat
25. Exercitia spiritualia
Een VOLLE AFLAAT is
verleend aan de gelovige, die tenminste drie volle dagen in de geestelijke
oefeningen van een retraite doorbrengt
26. Iesu dulcissime -
Reparationis actus
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovige, die godsvruchtig de acte van eerherstel opzegt.
Een VOLLE AFLAAT is verleend wanneer dit publiekelijk wordt gezegd op het feest
van het Allerheiligste Hart van Jezus
27. Iesu dulcissime -
Redemptor
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovige, die godvruchtig de acte van toewijding van de
mensheid aan Jezus Christus koning opzegt. Een VOLLE AFLAAT wordt verleend,
wanneer dit publiek wordt gezegd op het feest van Christus Koning.
28. In articulo mortis
Aan de gelovigen in stervensgevaar,
die niet kunnen worden bijgestaan door een priester om hun de laatste
sacramenten te brengen en de Pauselijke zegen te geven met VOLLE AFLAAT,
verleent de Heilige Moeder Kerk niettemin een VOLLE AFLAAT op het moment van de
dood, op voorwaarde dat zij waarlijk bereid zijn voor en de gewoonte hebben
gehad om tijdens hun leven enige gebeden te bidden. Het gebruik van een
kruisbeeld of een kruis om deze aflaat te verdienen is prijzenswaardig.
De voorwaarde: het feit
dat zij de gewoonte hebben gehad om enkele gebeden te bidden tijdens hun leven
voorziet in zulke gevallen voor de drie gewoonlijke voorwaarden vereist ter
verkrijging van een VOLLE AFLAAT.
De VOLLE AFLAAT op het
moment van de dood kan verkregen worden door de gelovigen, zelfs indien zij op
diezelfde dag al een VOLLE AFLAAT hebben ontvangen.
29. Litaniae
De volgende litaniën zijn
verrijkt met een gedeeltelijke aflaat:
- De Allerheiligste Naam
van Jezus
- Het Allerheiligste Hart
van Jezus
- Het Allerheiligste Bloed
van Jezus
- De Gezegende Maagd Maria
- Heilige Jozef
- Alle Heiligen
30. Magnificat
Een gedeeltelijke aflaat
is aan de gelovige verleend die godsvruchtig de lofzang van de Magnificat
opzegt
31. Maria, Mater gratiae
Gedeeltelijke aflaat
32. Memorare, o piissima
Virgo Maria
Gedeeltelijke aflaat
33. Miserere
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die met een berouwvol hart de Ps. 50 opzegt.
34. Novendiales preces
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovige, die godsvruchtig deelnemen aan de vrome oefeningen
van een publieke noveen voor het feest van Kerstmis of Pinsteren of van de
Onbevlekte ontvangenis van de Gezegende Maagd Maria
35. Obiectorum pietatis
usus
De gelovigen, die
godsvruchtig een sacramentalie correct gezegend door gelijk welke priester
gebruikt, verkrijgt een gedeeltelijke aflaat.
Maar als de sacramentalie
door de Paus of door gelijk welke bisschop gezegend is, kan de gelovige, die
het gebruikt, tevens een VOLLE AFLAAT verdienen op het feest van de Heilige
Apostelen Petrus en Paulus, als ze ook een geloofsbelijdenis doen volgens
gelijkwelke wettelijke formule.
36. Officia parva
De volgende kleine
officies zijn elk verrijkt met gedeeltelijke aflaten:
- De Passie van
O.L.H.Jezus Christus
- Het Allerheiligste Hart
van Jezus
- De Onbevlekte
Ontvangenis van de Gezegende Maagd Maria
- St. Jozef
37. Oratio ad
sacerdotales vel religiosas vocationes impetrandas
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die een gebed bidden, goedgekeurd door de
Kerkelijke Autoriteiten voor priesterlijke en religieuze roepingen
38. Oratio mentalis
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die godsvruchtig enige tijd doorbrengt in een
inwendig gebed
39. Oremus pro Pontifice
Gedeeltelijke aflaat
40. O sacrum convivium
Gedeeltelijke aflaat
41. Praedicationis sacrae
participatio
Een gedeeltelijke aflaat
wordt verleend aan de gelovigen, die deelneemt met godsvrucht en aandacht aan
de heilige preek van het Woord Gods
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan de gelovigen, die gedurende de tijd van een
"Volksmissie" enkele van de preken hebben gehoord en aanwezig zijn
voor de plechtige afsluiting van de "Missie".
42. Prima Communio
Een VOLLE AFLAAT is
verleend aan de gelovigen, wanneer zij de Communie voor de eerste keer ontvangen,
of wanneer zij de heilige ceremonieën van de Eerste Communie bijwonen.
43. Prima Missa
neosacerdotum
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan een priester ter gelegenheid van de eerste Mis die hij celebreert
met enige plechtigheid en aan de gelovigen die godsvruchtig dezelfde mis
bijwonen.
44. Pro unitate Ecclesiae
oratio
Gedeeltelijke aflaat
45. Recollectio menstrua
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die deelnemen aan de maandelijkse recollectie
(inkeringsdag).
46. Requiem aeternam
Gedeeltelijke aflaat,
toepasselijk op de zielen van het vagevuur
47. Retribuere dignare,
Domine
Gedeeltelijke aflaat
48. Rosarii
marialis recitatio
Een VOLLE AFLAAT
wordt verleend, wanneer de Rozenkrans in een kerk of publiek oratorium of in familieverband,
een religieuze Gemeenschap of godsvruchtige Vereniging wordt gebeden; een
gedeeltelijke aflaat wordt in al de andere gevallen verleend.
Het verkrijgen van een
VOLLE AFLAAT is geregeld volgens de volgende normen:
- Het opzeggen van een derde
van de Rozenkrans volstaat; maar de vijf tientjes moeten na elkaar
ononderbroken worden gebeden
- Het hardop bidden moet
vergezeld gaan met het godsvruchtig mediteren van de mysteriën
- In het publiek moeten de
mysteriën worden aangekondigd volgens de manier gebruikelijk aan de plaats;
voor private opzegging van de Rozenkrans volstaat het als het luidop bidden
vergezeld wordt van de overweging van de mysteriën
49. Sacerdotalis
Ordinationis celebrationes iubilares
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan een priester, die op de 25ste, 50ste en 60ste
verjaardag van zijn Wijding voor God zijn besluit vernieuwt om getrouw de taken
van zijn roeping te volbrengen. Wanneer de priester een jubileummis opdraagt op
plechtige wijze, kunnen de gelovigen die de Mis bijwonen, ook een VOLLE AFLAAT
verdienen.
50. Sacrae Scripturae
lectio
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die met de gepaste eerbied voor het goddelijk
woord een geestelijke lezing doen van de Heilige Schrift. Een VOLLE AFLAAT
wordt verleend, wanneer deze lezing minstens een half uur duurt.
51. Salve regina
Gedeeltelijke aflaat
52. Sancta Maria, succurre
miseris
Gedeeltelijke aflaat
53. Sancti Apostoli Petre
et Paule
Gedeeltelijke aflaat
54. Sanctorum cultus
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die op het feest van gelijk welke Heilige de
oratio van de Missaal te zijner eer bidt of gelijk welk ander gebed goedgekeurd
door het wettelijke gezag.
55. Signum crucis
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die zich godsvruchtig tekenen met het kruisteken,
terwijl ze de gebruikelijke woorden bezigen: "In de naam van de vader, en
de Zoon, en de Heilige Geest. Amen".
56. Stationalium
Ecclesiarum Urbis visitatio
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, wie op de dag in het Romeins Missaal
aangeduid, godsvruchtig de Statiekerk van Rome, genoemd voor die dag, bezoekt;
maar als zij tevens deelnemen aan de heilige erediensten gecelebreerd in de
ochtend of 's avonds, wordt hun een VOLLE AFLAAT verleend.
57. Sub tuum praesidium
Gedeeltelijke aflaat
58. Synodus dioecesana
Een VOLLE AFLAAT wordt aan
de gelovigen verleend, die gedurende de tijd van de diocesane Synode vroom de
kerk bezoekt, waarin de Synode wordt gehouden, en daar één Onze Vader en de
Geloofsbelijdenis bidt.
59. Tantum ergo
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig de strofen van het tantum
ergo opzegt. Maar een VOLLE AFLAAT wordt verleend op de Witte Donderdag en op
het feest van Sacramentsdag, als zij op een plechtige manier worden opgezegd.
60. Te Deum
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, wie het Te Deum opzegt als dankzegging. Maar
een VOLLE AFLAAT wordt verleend, wanneer de hymne publiek opgezegd wordt op de
laatste dag van het jaar.
61. Veni Creator
Een gedeeltelijke aflaat
wordt aan de gelovigen verleend, die godsvruchtig de hymne Veni Creator zegt.
Maar een VOLLE AFLAAT wordt verleend, wanneer de hymne publiek opgezegd wordt
op de 1ste januari en op het feest van Pinksteren.
62. Veni, Sancte Spiritus
Gedeeltelijke aflaat
63. Viae Crucis exercitium
Een VOLLE AFLAAT is
verleend aan de gelovigen, die de vrome oefening van de Kruisweg doet.
Het verkrijgen van de
VOLLE AFLAAT is geregeld volgens de volgende normen;
- De vrome oefening moet
gedaan worden voor de staties van de Kruisweg, die wettelijk opgericht is.
- Voor de oprichting van
de Kruisweg zijn veertien kruisen vereist, waarbij het gebruikelijk is om
veertien tekeningen of figuren aan te brengen, die elk de staties voorstellen
van Jeruzalem.
- Volgens de meer
gebruikelijke gewoonten, bestaat de godvruchtige oefening uit veertien vrome
lezingen, waaraan enkele mondgebeden zijn toegevoegd. Maar strikt is er niets
meer vereist dan een vrome overweging over de Passie en de Dood van de Heer,
waarbij niet vereist is een speciale overweging te doen van de individuele
mysteriën van de staties.
- Het zich verplaatsen van
de ene statie naar de andere is vereist. Maar indien de vrome oefening publiek
gedaan wordt en indien het onmogelijk is dat iedereen die eraan deelneemt van
de ene statie naar de andere gaat, volstaat het dat ten minste diegene die de
oefening leidt van de ene statie naar de andere gaat, terwijl de anderen op hun
plaats blijven.
Diegene die verhinderd
zijn om deel te nemen, kunnen dezelfde aflaten verdienen, als zij minstens een
half uur doorbrengen in vrome lezing en overweging over de Passie en de Dood
van O.H. Jezus Christus.
64. Visita, quaesumus,
Domine
Gedeeltelijke aflaat
65. Visitatio ecclesiae
paroecialis
Een VOLLE AFLAAT is
verleend aan de gelovigen die godsvruchtig de parochiekerk bezoeken: op een
patroonsfeest en op de 2de augustus, wanneer de aflaten van de
Portiuncula van toepassing zijn.
Beide aflaten kunnen
verkregen worden op de dag aangeduid hierboven of op een andere dag aangeduid
door de Ordinarius ten voordele van de gelovigen.
Dezelfde aflaten zijn
toepasselijk op de Kathedraal en, waar er één is, aan de Co-kathedrale kerk,
zelfs als zij geen parochiekerken zijn; zij zijn ook toepasselijk op
quasi-parochiekerken.
Bij het bezoeken van de
kerk is het vereist (Norm 16) dat er één Onze Vader en de Geloofsbelijdenis
worden opgezegd.
66. Visitatio ecclesiae
vel altaris die consecrationis
Een VOLLE AFLAAT wordt
verleend aan de gelovigen die een kerk of een altaar bezoeken op dezelfde dag
van de inwijding en daar één Onze Vader en de Geloofsbelijdenis opzeggen.
67. Visitatio ecclesiae
vel oratorii in Commemoratione omnium fidelium defunctorum
Een VOLLE AFLAAT, enkel
toepasselijk op de zielen van het vagevuur, is verleend aan de gelovigen, die
op de dag toegewijd aan de herdenking van al de overleden gelovigen
godsvruchtig een kerk, een publieke oratorium of een semi publiek oratorium
bezoeken.
De aflaat hierboven kan
verkregen worden op de dag aangeduid hierboven of met de toestemming van de
Ordinarius, op de voorgaande of volgende Zondag of op het feest van
Allerheiligen. Zie Norm 15.
Volgens norm 16 moet men
bij het bezoeken van de kerk of oratorium, één Onze Vader en de Geloofsbelijdenis
opzeggen.
68. Visitatio ecclesiae
vel oratorii Religiosorum die festo Sancti fundatoris
Een VOLLE AFLAAT is
verleend aan de gelovige, die godsvruchtig een kerk of een kloosterkapel op het
Feest van de gecanoniseerde Stichter bezoekt, en daar één Onze Vader en de
Geloofsbelijdenis opzegt.
69. Visitatio pastoralis
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die godvruchtig een kerk of een publiek of
semi-publiek oratorium betreden gedurende een pastoraal bezoek, maar een VOLLE
AFLAAT, enkel eenmaal te verkrijgen, is verleend, als ze gedurende de tijd van
het bezoek een eredienst waarbij de Bezoeker hoofdcelebrant is, bijwonen.
70. Votorum baptismalium
renovatio
Een gedeeltelijke aflaat
is verleend aan de gelovigen, die hun doopbeloften hernieuwen volgens een
gebruikelijke formule; maar een VOLLE AFLAAT is verkregen, wanneer dit gedaan
wordt in de viering van de Paasvigilie of op de verjaardag van zijn doopsel.
De Heilige Apostolische Penitentiarie over
de aflaten
16 juli 1999
Decreet
In deze nieuwe editie van
het "Enchiridion van aflaten" (dit is : aflatencodex) is er niets
veranderd van de uitgaven van 29 juni 1968 (zie hierboven). Alleen werden enige
normen anders voorgesteld en en werden te aflatenverleningen systematischer
gegroepeerd
30-10-2014, 19:05
Geschreven door Claudia 
|