De vakantie is weer voorbij, die donkere vakantie. We hebben geklust. Er moest nog zoveel opgeruimd worden. Het wordt toch allemaal zo moeilijk. Iets van jou vasthouden, ik zou alles willen laten liggen, alles zo dicht mogelijk bij mij houden. Dat laatste stukje dat nog van je overblijft. Het leven voelt voortaan aan alsof ik in tweeën gescheurd word. Aan de ene kant sta ik in het dagelijkse leven, met Cis en papa aan mijn hand, aan de andere kant heb ik jouw hand nog vast maar je glijdt zachtjes weg, ik kan je niet meer houden, je herinneringen lijken zo lang geleden, je geur, je kleren. Ik weet niet meer hoe je nu zou zijn. Hoe fel zou je al veranderd zijn? Zou je een echte puber zijn? Je zou wel al een stuk boven me uitsteken. Veel mensen denken dat we "er al over zijn" of "dat alles wel goed gaat met ons". Die tekst die Martine, de mama van Siel, als reactie doorstuurde, vind ik zo mooi: ik wou dat je wist hoe ik me voelde, ik wou dat je wist wat door me heen gaat, ... maar ik hoop dat je me nooit zal verstaan. Ik heb het Cis proberen uitleggen gisteren. Waarom weten mensen niet dat het nog altijd moeilijk is voor ons. Waarom snappen mensen niet dat wij soms heel boos zijn. Zo'n immens verdriet, zo'n verschrikkelijke pijn, dit is gewoon niet te vatten als je het niet zelf meegemaakt hebt. In het begin was ik boos toen mensen zeiden dat het alleen maar erger werd. Ik was overtuigd dat je moest zoeken naar de kracht, dat wat je rechthoudt, het positieve, de leuke herinneringen. Maar de pijn wordt chronisch, niet meer acuut, het is niet meer zo hevig, je loopt niet altijd meer met tranen in je ogen, met een krop in de keel maar onder je huid sluimert er iets, je hart bloedt, er is een stuk van je hart weg dat nooit meer terugkomt. Ik mis je zo, mijn jongen! je mama
|