Toen ik daarnet terugkwam van de lagere school, waar ik dochterlief heb afgezet, herinnerde ik me plots de brief die werd meegegeven aan Wouts klasgenoten toen hij ziek was. Ik vroeg me af welk effect die brief had bij de ouders: "amai... o wat erg"... en wellicht ook "gelukkig is het niet hier". Amper een paar weken voor de diagnose reageerde ik net eender. Ik hoorde dat de collega die borstkanker had, nu toch niet opnieuw zou kunnen starten, want dat ze hervallen was... Ik was er niet goed van, maar probeerde het van me af te schudden. Dat het ons ook kon overkomen, ja, dat besef je wel, maar ik wou er niet over nadenken. Om mezelf te beschermen, waarom me zorgen maken over iets dat niet is, als het ooit zo zou zijn, dan was er nog tijd genoeg om daarover na te denken, je ziek maken door de gedachte alleen op voorhand, neen dat is te gek. En het is ook zo, hoe kun je nu als gezond mens, met een gezond gezinnetje, helemaal meegaan in het verhaal van een gezin met een kind met kanker. Je beseft uiteraard dat het heel erg is, maar het ten volle aanvoelen, neen, uit een stuk zelfbehoud probeer je dat wellicht niet te doen. Vandaar ook dat we, nu aan de andere kant van dat uiterst dunne touw, wellicht zo vaak het gevoel hebben van "ze begrijpen het niet echt". In het boek over Marthe staat ook een uitspraak van een professor die zegt dat het een eilandje is, die kinderoncologie. Niet echt Molokai natuurlijk, zo zal hij het niet bedoelen, maar toch een eiland waar je liefst geen weet van hebt, waar je liefst niet aan herinnerd wordt... Zoals wij zelf ooit in het UZ Gent het bord kinderoncologie zagen en tegen mekaar zeiden: hopelijk hoeven we nooit daar naartoe. Ik zie het nog zo voor me, dat Wout ook geopereerd werd en dat we daar bezorgd over waren, dat was nog niets als we dat bord zagen. Het bedreigende bord liet ons toen al beseffen dat het "maar" een pezentransfer was die zou doorgaan en dat dat "niets" was in vergelijking met wat op die afdeling was... En dan, 10 jaar later, weliswaar niet in UZ Gent, staan we dan wél op die afdeling. Eerst nog met de kleine hoop dat het vals alarm zal zijn, dat het maar een zwelling zal zijn die helemaal niets met kwaadaardigheid te maken heeft, maar je beseft dat je je wil vastklampen aan die gedachte omdat je niet naar de donkerte wil kijken van die andere mogelijkheid. En die diagnose komt dan niet meer als verrassing, je wist het, waarom zou je anders met spoed hierheen gebracht zijn...
Een gewone vrijdag in september en dat speelt allemaal in mijn hoofd. Misschien omdat een lotgenootje vandaag op controle moet? Misschien omdat Martheke gisteren vijf jaar geworden zou zijn...
Of misschien omdat ik soms het gevoel heb dat alles anders is geworden... Het klikt met een aantal dingen niet meer zoals voorheen. Neem nu de kerk waar ik eigenlijk al heel lang enkele taken op mij genomen had. Lector vanaf mijn 14de... Een paar jaar na ons huwelijk lector in een naburige parochie en dan op onze parochie hier... Kindernevendienst, liturgische werkgroep, zelfs een jaartje vormselcatechese. Dat laatste zou doorgelopen zijn als Wout niet ziek was geworden. Het jaar erna hadden ze mij blijkbaar niet meer nodig, want de verantwoordelijke nodigde me niet meer uit. Maar toen was het al gebeurd... kerk is nooit meer geworden wat het was voor Wout ziek was. Ik heb met 1000 vragen rondgelopen en er geen antwoord op gekregen vanuit de kerk. En toch is het geloof wel gebleven, ondanks ons vloeken soms... ik heb bij de ouders van lotgenoten ook dat geloof gezien. Ooit zei een mama: gelukkig hebben wij dat geloof, wat moet het zijn voor de gezinnen waar ze niet geloven, waar halen zij dan kracht en steun? Maar geloof en kerk zijn wel losgebroken in die tijd... en het is alleen maar bergaf gegaan in mijn ogen... Misschien omdat mijn kijk op de dingen zo gewijzigd is? Ben ik dan fout bezig? Ben ik te kritisch? Zelfs daarop komt geen antwoord. Onlangs verwoordde ik mijn bedenkingen in een mail aan de deken.... Zijn reactie van amper twee zinnetjes heeft me getroffen. Er was geen empathie, geen poging om mij te begrijpen, zelfs geen poging om een aantal dingen misschien in de context terug te plaatsen... Het heeft een deur dichtgegooid voor mij. Ik heb al mijn engagementen in de kerk opgezegd. Of dat fout is van mij, dat weet ik niet. Ik weet wel dat ik veel meer gebeden heb de voorbije weken dan daarvoor. Ik heb bijna het gevoel dat door die deur dicht te doen en mijn ergernissen en frustraties los te laten, ik een andere deur heb geopend...
|