Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist. Hierbij ontvang je iedere week een citaat in je mailbox!
Zoeken in blog
Het zesde zintuig
Alles over het mystieke
17-08-2018
Rooms Katholieke Kerk: De Beeldenstorm
Rooms Katholieke Kerk
De Beeldenstorm
De Beeldenstorm In Nederland viel de opkomst van de Reformatie samen met een opstand tegen het gezag van koning Filips II van Spanje, hoewel de religieuze motivaties van de opstand door veel historici worden betwist. Ze wijzen erop dat ook veel katholieken zich tegen het gezag verzet hebben en dat, evenals in Duitsland, politieke en sociale oorzaken mede het karakter van de opstand bepaald hebben. Ook de opkomst van een middenklasse wordt in verband gebracht met de Beeldenstorm. Die zou een symbolische daad zijn geweest van een opkomende groep die in het protestantisme een grond vonden om zich tegen het heersende gezag te verzetten. In elk geval richtte een deel van het geweld zich tegen de katholieke kerken en kloosters. Op 10 augustus 1566 leidde een hagenpreek bij Steenvoorde, ten zuiden van de huidige Belgisch-Franse grens, tot de plundering van een nabijgelegen klooster. Daarna volgden vernielingen van andere kloosters.
De Beeldenstorm verspreidde zich vervolgens over de Nederlanden. Altaren, beelden, doopvonten, reliekhouders, koorgestoelten, kansels, orgels, miskelken, schilderijen, missalenen gewaden moesten het ontgelden. Hosties werden vertrapt of aan de vogels gevoerd, miswijn werd opgedronken. Priesters werden onder geweld gedwongen hun geloof af te zweren. Zij die trouw wilden blijven aan Rome werden in sommige gevallen verjaagd en vervolgd. Zo werden in Den Briel 19 katholieke geestelijken die later bekend zouden worden als de heilige martelaren van Gorcum met vleeshaken gemarteld en opgehangen door de watergeuzen onder Willem van Lumey en Diederik Sonoy, nadat zij geweigerd hadden hun geloof in de transsubstantiatie en de paus op te geven. Ook de Nederlandse priester, mecenas en humanist Cornelis Musius (1500-1572), de laatste rector van het Agathaklooster in Delft, werd in opdracht van Lumey vermoord. Ook in Alkmaar werd een groep katholieke geestelijken die, na de verovering van Alkmaar door Diederik Sonoy in 1572, naar Enkhuizen waren overgebracht, door de geuzen gemarteld en opgehangen. Ook op andere plaatsen zou de opstand slachtoffers maken onder de geestelijkheid en gewone katholieken. De Beeldenstorm was in zekere zin een Noord-Europees verschijnsel. Ook in Duitsland, Denemarken en Zwitserland werden vele kerken geplunderd.
De uitgebroken Nederlandse opstand zou grote gevolgen hebben voor het katholicisme in de noordelijke Nederlanden (moderne historici vermijden de term oorlog, omdat de Nederlanders in opstand kwamen tegen een juridisch legitiem gezag). In de nieuwe Republiek was bisschoppelijk bestuur op den duur niet meer mogelijk. Frederik Schenck van Toutenburg (1503-1580) werd de voorlopig laatste aartsbisschop van Utrecht. In 1592 verklaarde Rome de Utrechtse kerkprovincie tot missiegebied, de zogenaamde Hollandse Zending, die onder leiding kwam te staan van een apostolisch vicaris. Sasbout Vosmeer (1548-1614) bekleedde als eerste die functie. Katholieken werden, na aanvankelijke vervolgingen, uiteindelijk wel getolereerd, vooral in de grotere steden, zolang men maar niet openlijk met katholicisme te koop liep. In veel steden kwamen katholieken samen voor de mis in zogenaamde schuilkerken die aan de buitenkant niet herkenbaar mochten zijn als kerk. Ook processies werden verboden. Pas in 1853 kon, dankzij Grondwetsherziening van 1848 van Thorbecke, worden besloten tot het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland met de pauselijke bul Ex Qua Die van paus Pius IX (4 maart 1853 )
Rooms-Katholieke Kerk: Geschiedenis en Hiërarchie
Rooms-Katholieke Kerk
Inleiding
De Rooms-Katholieke Kerk is met meer dan 1,2 miljard volgelingen het grootste kerkgenootschap ter wereld en wordt ook wel kortweg de Kerk genoemd. Het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk is de paus.
Tegen het einde van de 1e eeuw kenden vrijwel alle christelijke gemeenschappen een duidelijk eenhoofdige leiding onder een bisschop (soms ook een groep bisschoppen), die in zijn herderlijke taken werd bijgestaan door een college van priesters en diakens, later ook door subdiakens, lectoren (= lezers) en acolieten(= dienaren). Zijn voornaamste verantwoordelijkheden waren: de wijdingen van lagere ambten, het voorgaan in de goddelijke eredienst, het dagelijks bestuur van de gemeente, de zorg voor de armen en zieken (= diaconie) en het geloofsonderricht (= catechese). De bisschoppen of het episcopaat droeg(en) het gezag door gebed en handoplegging (= wijding) over aan hun opvolgers zodat er een ononderbroken keten van opvolging ontstond die tot op de dag van vandaag voortduurt: de apostolische successie. De verbondenheid van de bisschoppen en de gemeenten was zo innig en vanzelfsprekend dat bisschop Ignatius van Antiochië in 107 reeds schreef: 'Waar de bisschop is, daar is de Katholieke Kerk.'[bron?]In de Handelingen van de Apostelen beschrijft de evangelist Lucas hoe Jezus na zijn terechtstelling op Golgotha zou zijn opgestaan uit de dood en zou zijn verschenen aan zijn leerlingen. Hij zou hen hebben bemoedigd en zou enige tijd onderricht hebben gegeven over de doeleinden van zijn aardse missie en over wat de leerlingen verder te doen zou staan. Bij zijn hemelvaart zou Jezus hen de laatste aanwijzingen hebben gegeven en hen hebben geboden te wachten in Jeruzalem op de 'Heilige Geest' die hun kracht zou geven om zijn boodschap van het "goede nieuws" (evangelie) te verspreiden over de wereld. Op Pinksterenzou dit zijn gebeurd, en na een toespraak van Petrus onder de mensen in Jeruzalem werd de eerste christelijke gemeente gesticht. Op initiatief van Petrus en de andere apostelen wordt de vacante plaats in hun college, die door het verraad van Judas was ontstaan, opgevuld door Matthias aan te wijzen als zijn vervanger. Daarnaast ontstonden de eerste christelijke gemeenschappen rond het breken van het brood dat het cultisch centrum vormde van de samenkomst (= ekklèsia). Deze eredienst of liturgie (van "leitourgia": dienst van het volk) werd vaak op de "dag van de verrijzenis" gevierd, die ook wel de "dag des Heren" (= "dies dominica") werd genoemd, en bestond doorgaans uit een lezing, een vermaning of preek (= homilie), de voorbedes van de gelovigen, een plechtig dankgebed dat uitmondde in het breken en delen van het brood. Meestal vonden deze vieringen 's ochtends of 's avonds plaats omdat de zondag nog geen heilige rustdag was.
Tegelijkertijd werden met de opkomst van deze gemeenschappen de eerste contouren van de kerkelijke hiërarchie (letterlijk: "heilige ordening") zichtbaar: er werden bisschoppen (van "episkopos": opzichter), presbyters en diakens aangesteld die een voorname taak kregen aangewezen binnen de gemeenschappen. Zo waren het de bisschoppen of bij hun afwezigheid de presbyters die doorgaans het grote dankgebed uitspraken over de gaven van brood en wijn en de diakens die deze gaven vervolgens uitdeelden aan de gelovigen. De belangrijkste bisschoppen en theologen uit de eerste eeuwen staan bekend als kerkvadersomdat ze bepalend waren bij het vastleggen van de christelijke leer in, ook nu nog door de meeste christenen onderschreven, dogma's.
Een centrale rol in de vroege Kerk werd ingenomen door de apostel Petrus, die de eerste der apostelen werd genoemd en de woordvoerder was van de groep van twaalf, een positie die volgens de katholieke leer teruggaat op Jezus' toezegging bij Caesarea dat op hem, de steenrots, de Kerk gegrondvest zou worden en dat de poorten van het dodenrijk haar niet zullen overweldigen. Uiteindelijk zou Petrus, volgens de katholieke leer de sleutelbewaarder, naar Rome trekken, waar hij volgens de vroegste apostolische overleveringen onder keizer Nero met het hoofd naar beneden gekruisigd werd. De gemeente van Rome groeide uit tot voornaamste der gemeenten, de 'voorzittende van de liefde' (Ignatius van Antiochië) en de 'Hoofdkerk' (Cyprianus) die een bijzonder aanzien genoot bij de andere gemeenschappen.
Verhouding met de overheid
Toen het rijk in verval raakte en er hongersnoden en natuurrampen over het rijk kwamen, werden de christelijke gemeenschappen omgeven met vreemde verdachtmakingen (christenen zouden aan kannibalisme doen, omdat ze het lichaam van hun eigen God opaten en diens bloed dronken, hetgeen de Romeinen met weerzin vervulde). De christenen werden aangewezen als zondebok en er ontstonden vervolgingen. De gelovigen die daarbij hun leven verloren en zo hun gelijkvormigheid met de Gekruisigde toonden, werden al spoedig gezien als martelaren. Ze werden met gepaste verering omgeven: de dag van hun sterven werd jaarlijks herdacht als de dag dat zij gelouterd en geheiligd de hemel binnen waren gegaan en verenigd waren met de verrezen Heer.In het Romeinse Rijk heerste in die tijd religieuze tolerantie. De onderdanen genoten de vrijheid hun eigen godsdienstige tradities in ere te houden, zolang er maar eer aan de Romeinse goden werd bewezen en de goddelijke status van de keizer werd erkend. Vreemde religies en mysteriegodsdiensten werden vaak ingepast in de heersende polytheïstische cultus zodat er een vorm van religieuze vermenging ontstond, die aangeduid wordt met de term syncretisme. In de praktijk gold het gebod om de keizer te vereren voor de meeste inwoners van het rijk als een zuivere formaliteit zonder veel betekenis voor hun innerlijk geloofsleven: bij enkele gelegenheden per jaar werd er wat geofferd aan de Romeinse goden en de keizer. De monotheïstische christenen vormden echter een zichtbare uitzondering omdat zij geen andere god wilden aanbidden dan Jezus de Zoon en God de Vader. Ze aanvaardden de keizer wel als staatshoofd, als wereldlijke macht, maar weigerden hem als een godheid te erkennen. Verder onderscheidden ze zich door hun eenvoudige levenswandel van de Romeinen die verzot waren op wereldlijk vertoon en vermaak.
Deze situatie veranderde in het begin van de 4e eeuw, toen de bekeerde Romeinse keizer Constantijn de Grote het tot dan nog steeds sektarische christendom tot een katholieke(algemeen heersende) en literalistische (niet op mystieke geheimen, maar op bekende teksten gebaseerde) godsdienst uitriep. Tegen het einde van dezelfde eeuw, onder keizer Theodosius I, werd in 380 het door Constantijn de Grote hervormde christendom de staatsgodsdienst van het gehele Romeinse Rijk. In 395 splitste het Romeinse Rijk zich echter in een westelijk Latijnssprekend deel en een oostelijk deel waar Grieks de voertaal was. Deze delen groeiden uit elkaar en tegelijk groeiden ook de christelijke kerken in oost en west langzaam uit elkaar.
Het orthodox jodendom is een hoofdrichting binnen het jodendom die gekenmerkt wordt door de aanhankelijkheid aan het joodse heilige boek Thora (Groene Boekje; in het jodendom 'Tora' of 'Torah') zoals deze in de Talmoed wordt geïnterpreteerd. Er zijn er die de titel "Traditioneel" aangenamer vinden.
Er wordt in deze stroming aangedrongen op strikte naleving van de joodse wet (halacha) in al zijn facetten. Een paar generaties geleden was het orthodox jodendom de dominante vorm van het jodendom, maar tegenwoordig behoort minder dan één vijfde van de joden tot orthodoxe joodse congregaties. Het aandeel orthodoxen onder de joden neemt toe doordat het percentage interhuwelijken, waarbij joden met niet-joden trouwen en hun kinderen niet joods zijn of opgroeien, onder orthodoxe joden vele malen lager is dan onder niet-orthodoxen.
Karakteristieken
Het orthodox jodendom wordt gekenmerkt door de absolute acceptatie van de Thora als ultieme waarheid. Een kenmerk dat het orthodox jodendom van andere geloven en tevens van de liberale stromingen van het jodendom onderscheidt is het feit dat het orthodoxe jodendom een grote geschreven traditie heeft. Er zijn duizenden boeken die het geloof bepalen.
De orthodox-joodse wereld is geen eenheid maar bestaat uit vele tientallen bewegingen, die ieder een eigen wereld kennen en soms in fel conflict met elkaar raken. Er wordt vaak gesproken over 'rechtervleugel' om de charedische ofwel ultraorthodoxe wereld aan te duiden, en over 'linkervleugel' om het modern-orthodox jodendom aan te duiden. Ook binnen het charedisch en modern-orthodox jodendom kan deze terminologie gebruikt worden: zo zijn 'linkervleugel charedim' heel anders dan 'rechtervleugel modern-orthodoxen' .
Terminologie
De term orthodox is afgeleid van het Griekse orthos ("rechtstreeks", "correct") en doxa ("mening", "leer"). Omdat hieruit zou kunnen worden afgeleid dat het orthodoxe jodendom de correcte leer van het jodendom is, prefereren sommigen liberale joden het gebruik van de term "Torah-jodendom" ter benoeming van de richting. Sommige orthodoxe joden vermijden het gebruik van de naam orthodox jodendom juist, omdat zij van mening zijn dat dit de correcte leer is en er daarom maar één jodendom kan of mag bestaan.
3 makkelijke mindfulness oefeningen die je ook kan doen als je het druk hebt.
1. Wees mindful in dat wat je doet
Kies voor vandaag een eenvoudige, overzichtelijke bezigheid uit:
naar je werk fietsen of lopen
een boterham eten
groenten snijden
een overhemd strijken
Besteed nu al je aandacht aan deze eenvoudige taak. Blijf met je aandacht bij de taak totdat deze voltooid is, dus zonder je te verliezen in opdringerige gedachten en oordelen. Dwaalt je mind af, merk het dan op en breng je aandacht terug naar je klusje. Geef jezelf een groot compliment dat je deze taak in volledige mindfulness hebt volbracht!
2. Voel je lichaam
Als je straks even naar de supermarkt loopt, of als je op de bank ploft: voel dan eens je lichaam van binnenuit. Voel je ademhaling. Voel je hartslag. Voel je voeten op de grond. Voel je benen. Voel je rug. Voel je buik. Voel je armen. Voel hoe je lichaam loopt. Voel hoe je lichaam zit. Besef eens wat je lichaam allemaal voor je doet, zonder je ooit om een wederdienst te vragen. Wees dankbaar voor alles wat je doet met behulp van je complexe en kostbare lichaam.
3. Werk eens met geduld
Je bent gewend om alles maar haastig af te raffelen zodat je nog meer taken haastig kunt afraffelen. Snel is goed, langzaam is slecht. Maar snelheid ontneemt je de kans om dat wat je doet, echt te ervaren. Juist in dat echte ervaren schuilt ontspanning en (geloof t of niet) pure happiness! Neem je dus voor om vandaag iets te doen met geduld. Doe het gewoon een tandje langzamer. Of het nu tandenpoetsen is of koffie halen: beweeg bewust wat langzamer en blijf er met je aandacht bij.
Volgens de Griekse mythologie was de Minotaurus een legendarisch monster, half man en half stier. De zoon van Pasiphae en de stier die Poseidon aan Minos had geschonken. Na zijn geboorte sloot Minos de Minotaurus op in zijn labyrint, waar hij later werd gedood door Theseus. Androgeus (één van de zonen van koning Minos) was vermoord in Athene. Als wraak besloot Koning Minos dat de stad Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta zou moeten sturen, waar zij in het labyrinth bij de Minotaurus werden opgesloten en zo als voedsel voor de Minotaurus zouden dienen. Aegaeus, de koning van Athene, had een zoon, Theseus, die sterk was en vooral erg moedig.Theseus liet zich vrijwillig naar Kreta brengen, met als doel de Minotaurus te doden. Vlak voordat Theseus vertrok vroeg koning Aegaeus zijn zoon om op de terugweg de zwarte zeilen op het schip te vervangen door witte. Dan zou hij van grote afstand kunnen zien dat zijn zoon het overleefd had en dat hij de Minotaurus had verslagen. Theseus beloofde dit te doen. Theseus kreeg bij zijn avontuur in het labyrinth hulp van Ariadne, de dochter van Koning Minos, die verliefd op hem was geworden. Ariadne gaf Theseus een bol wol om de weg in het labyrint terug te vinden. Toen Theseus het labyrint binnenging, rolde hij Ariadnes draad af, zodat hij later de weg terug zou kunnen vinden. Theseus doodde de Minotauros met het zwaard dat hij van zijn vader Aegeus had gekregen, en kon het labyrinth verlaten met behulp van de draad van Ariadne. Op de terugweg zou Theseus met zijn schip met witte zeilen terugvaren, maar Theseus vergat de zeilen te verwisselen. Toen zijn vader het schip met zwarte zeilen zag aankomen, dacht hij dat zijn enige en zeer geliefde zoon dood was. Overmand door verdriet en wanhoop sprong de koning in zee en verdronk. Theseus die koning van Athene werd, besloot de zee, waarin koning Aegaeus verdronken was, de Egeïsche zee te noemen.
Het verhaal van Lucifer (vanuit katholiek perspectief)
Het verhaal van
Lucifer Zijn oorsprong
Om de oorsprong van Lucifer te kunnen vinden, richten we ons tot het Oude
Testament. De naam Lucifer is vertaald uit het Hebreeuwse woord "helel",
wat "helderheid" betekent. Deze aanduiding, die dus op Lucifer
betrekking heeft, is de uitlegging van de "morgenster" of "zoon
des dageraads" die in Jesaja wordt voorgesteld. "O morgenster, zoon
van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle
volken, hoe smadelijk lig je daar geveld. Je zei bij jezelf: Ik stijg op naar
de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen van de
Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de wolken, ik
evenaar de Allerhoogste" (Jesaja 14:12-14).
De context van deze passage slaat op de koning van Babylon zoals hij in zijn
trots, zijn pracht en zijn val wordt voorgesteld. Maar de tekst is feitelijk
gericht aan de macht die achter de boosaardige Babylonische koning steekt. Geen
enkele sterfelijke koning zou beweren dat zijn troon zich boven die van God
bevindt of dat hij de Allerhoogste evenaart. De boze macht achter de
Babylonische koning is Lucifer, de "zoon des dageraads".
Het verhaal van
Lucifer Zijn geschiedenis
Lucifer is gewoon een andere naam voor Satan, die als hoofd van het boosaardige
wereldbestel de werkelijke, maar onzichtbare macht is achter de opeenvolgende
heersers van Tyrus, Babylon, Perzië, Griekenland, Rome en alle andere
kwaadaardige heersers die we in de geschiedenis van de wereld hebben zien komen
en gaan. Deze passage gaat verder dan de menselijke geschiedenis en markeert
het begin van de zonde in het universum en de val van Satan in het reine,
zondeloze firmament vóór de schepping van de mens.
We zien ditzelfde thema in Ezechiël: "De HEER richtte zich tot mij:
'Mensenkind, hef over de koning van Tyrus een dodenklacht aan: "Dit zegt
God, de HEER: Eens was jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en
volmaakt van schoonheid. Je leefde in Eden, in de tuin van God, en je was
bekleed met een keur van edelstenen: met robijn, topaas en aquamarijn, met
turkoois, onyx en jaspis, met saffier, granaat en smaragd, gevat in gouden
zettingen. Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. Je was een cherub,
je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige
berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. Je was onberispelijk in
alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het
kwaad vat op je kreeg. Door al het handeldrijven raakte je verstrikt in onrecht
en geweld, en je zondigde; daarom, beschermende cherub, verbande ik je van de
berg van God en verdreef ik je van je plaats tussen de vurige stenen. Je
schoonheid had je hoogmoedig gemaakt, je had je wijsheid en luister verkwanseld.
Daarom heb ik je op de aarde neergeworpen, als een schouwspel voor andere
koningen. Door je grote schuld, door je oneerlijke handel, waren je
heiligdommen ontwijd. Daarom liet ik een vuur in je oplaaien dat je heeft
verteerd, ik maakte van jou een hoop as op de grond, voor ieder die het wil
zien. Alle volken die je kenden staan verbijsterd; je bent een schrikbeeld
geworden, tot in eeuwigheid zul je er niet meer zijn."'" (Ezechiël 28:11-19).
Deze passage lijkt gericht tot de "koning van Tyrus". In werkelijk is
het echter gericht aan degene die achter de boosaardige koning van Tyrus
schuilgaat. Deze passage bevat tevens profetieën - op zowel de korte als de
lange termijn - over Lucifer/Satan, omdat zijn laatste einde nog niet heeft
plaatsgevonden en pas na het laatste oordeel zal plaatsvinden (Openbaring 20:7-10), ook al
is het zeker dat dit einde op deze manier zal plaatsvinden. Deze passages in
Jesaja en Ezechiël hebben beide niet zozeer betrekking op Lucifer/Satan zelf,
maar op zijn werk en zijn planning via aardse koningen en heersers die zichzelf
een goddelijke eer toekennen. Zij heersen, bewust of onbewust, feitelijk in de
geest van Satan en voor de doelen van Satan. "Onze strijd is niet gericht
tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de
duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen" (Efeziërs 6:12). Satan is de
vorst achter de machten van dit bedorven wereldbestel.
Let vooral eens op de volgende uitspraak in de passage uit Ezechiël: "de
gezalfde cherub" (Statenvertaling). Een dergelijke uitspraak zou nooit van
toepassing kunnen zijn op een menselijke koning. Nee, deze heeft betrekking op
Lucifer/Satan die achter de menselijke koning zit. Deze engel is het hoogste
wezen dat de HEER ooit heeft geschapen. De HEER zegt over hem: "Eens was
jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en volmaakt van
schoonheid". Satan was het meest wijze schepsel dat God ooit had
geschapen. Geen enkele andere engel en geen enkel ander wezen werd geschapen
met de intelligentie die God aan dit schepsel had gegeven. God zegt dat dit
schepsel "volmaakt van schoonheid" is. Na de Heilige Drie-eenheid -
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest - is dit wezen tegenwoordig het hoogste
wezen.
In Ezechiël 28:14 lezen
we: "Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub". Dit vertelt ons
dat we het niet over een menselijke koning hebben. Het woord cherub is
enkelvoud voor cherubim. De cherubim zijn een symboliek voor Gods Heilige
aanwezigheid en Zijn onbereikbare grootheid. Deze cherubim nemen een unieke
positie in. De "gezalfde, overdekkende cherub" is het beeld dat in de
Hof van Eden voor ons geschetst wordt, nadat Adam en Eva waren weggestuurd en
God de cherubim had opgesteld om de weg naar de levensboom te bewaken. Ook toen
Mozes de verzoeningsplaat maakte en deze in het Allerheiligste van de
tabernakel plaatste, kwam Gods heerlijkheid er naartoe en ontmoette Hij Mozes
tussen de cherubim. Zij "overdekten" de verzoeningsplaat met hun
vleugels. We zien dus dat Satan een cherub was en dat zijn taak bestond uit het
bewaken van de troon van God Zelf. Zijn taak was de bescherming van Gods
heiligheid. Satan nam de hoogste van alle posities in, een positie die hij
verachtte en verloor. We zien hier in Ezechiël een beschrijving van de hoogste
van Gods schepsels, een musicus met perfecte wijsheid en onbeschrijflijke
schoonheid, en bovendien met een verheven functie. Maar, dit schepsel met al
zijn prachtige eigenschappen had ook een vrije wil. Op een dag zei God tegen
dit schepsel: "Er is ongerechtigheid in jou gevonden".
Het verhaal van
Lucifer Zijn status
Wat voor ongerechtigheid werd er in hem gevonden? In het boek Ezechiël laat God
ons in het prille begin als het ware over Zijn schouder meekijken, zodat we de
oorsprong en de schepping van Satan kunnen zien. Maar waarom zegt God dit? Wat
is deze ongerechtigheid? We moeten naar Jesaja 14:13-14 teruggaan,
de verzen die ons over de keuze van Lucifer/Satan vertellen. "Ik stijg op
naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen
van de Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de
wolken, ik evenaar de Allerhoogste." Heb je gemerkt hoe vaak Satan in deze
passage eigenlijk "ik zal" zegt? Hij zegt dat hij
zijn troon boven Gods sterren zal plaatsen. Het woord "sterren"
verwijst hier niet naar de sterren die we 's nachts kunnen waarnemen. Hiermee
worden de engelen van God bedoeld. Met andere woorden: "Ik zal de hemel
overnemen, ik zal God zijn". Dat is de zonde van Lucifer/Satan en dat is
de ongerechtigheid die er in hem werd gevonden. Hij wil geen dienaar van God
zijn. Hij wil de dingen niet doen waar hij voor geschapen werd. Hij wil zelf
gediend worden en er zijn miljoenen mensen die ervoor gekozen hebben om juist
dat te doen: hem dienen. Zij hebben naar zijn leugens geluisterd en ervoor
gekozen om hem te volgen. Eva geloofde de leugen dat zij net als God zou zijn.
De reden dat Lucifer/Satan haar met die leugen verleidde was dat dit precies
datgene is wat hij zelf wil: God zijn.
Deze demon kan de lust
beheersen. Vaak komt deze demon in de vorm van een vrouw die er nooit
genoeg van krijgt mannen in de verleiding te brengen.
Volgens de mythe ging een jong meisje het bos in, overgehaald door een meneer
die in het rood was gekleed, er elegant uitzag en goedgemanierd was. Het was
eigenlijk een vleesgeworden Satan die haar in dat bos de
ergste duivelskunsten heeft bijgebracht.
Naar verluid was Dahut verantwoordelijk voor een goed deel van de dood
van mannen aan het hof van de koning Gradlon van Cornwall. Ze zou hen
hebben vermoord door hen seksueel uit te putten.
2. Muroi
Aangenomen wordt dat hij de
eerste demon is met het uiterlijk van een vampier die ooit
zijn opwachting heeft gemaakt. Volgens de legende begonnen maagden die leefden
in de Middeleeuwen spontaan tranen van bloed te huilen als het wezen in de
buurt kwam.
3. Abezethibou
Het verhaal gaat dat deze demon
voorkwam in de dromen van corrupte Egyptische farao's die Joden
vervolgden. Abezethibou had voordat hij naar aarde kwam de passie
en begeertes van de mens bestudeerd zodat hij deze volledig kon beheersen.
4. Abrahel
Deze demon verscheen voor
meestal dommige boeren, in de vorm van een welgevallige vrouw. Met haar
vleierij kon ze hen allerlei dingen laten doen, waaronder het plegen van
moorden.
Het geloof in het bestaan van deze demon was vooral
wijdverspreid gedurende de Middeleeuwen toen men van vrouwen dacht
dat zij een band met Satan zouden hebben.
5. Belial
Deze
demon stond ook wel bekend als "de wilde." Volgens de overlevering
zou hij aanbeden worden door homoseksuelen van Sodom omdat hij in het bijzonder
was toegelegd op het verbodene en zondigen.
Interessant is ook het verhaal over zijn vangst: zijn geest werd gevangen in
een fles die werd verzegeld en in een put werd gegooid. Het waren de
Babiloniërs die de fles opnieuw openden, ze dachten dat het een schat was, en
lieten zo de demon weer vrij.
6. Alouqua
Het is een van de eerste
vampieren die voorkwam in de Joodse verhaaltraditie. Deze demon had als doel om
mannen naar het plein te brengen en zelfmoord te laten plegen.
7. Baël
Deze kwaadaardige geest zou
volgens de vertellingen de betere exorcisten (geestverdrijvers) in
moeilijkheden brengen. Kundig en sluw zou hij ervoor zorgen dat de mensen die
hem gehoorzaamden onzichtbaar zouden worden, zodat zij de
ergste misdaden konden begaan zonder gepakt te worden.
8. Behemoth
Behemoth werd vaak afgeschilderd
als een diabolische olifant of grote stier. Dit dier werd verantwoordelijk
geacht voor de plotselinge sterfte van veedieren en verorbering van
akkervelden, allemaal opgegeten door dit onverzadigbare wezen.
9. Barbatos
In vergelijking met anderen had
deze demon het op vrouwen voorzien. Hij benaderde hen in de vorm van een
welgeklede (jonge)man en verleidde haar.
Men dacht dat de interessantste mannen hun ziel hadden verkocht aan Barbatos.
10. Andras
De specialiteit van deze demon was dat hij mensen
de hand aan zichzelf kon laten slaan. Dit deed hij door in dromen te
verschijnen met een androgyn lichaam (vrouwelijk/mannelijk uiterlijk)
zittend op een gezadelde wolf en een zwaard in zijn hand. Wie over
hem droomde 's nachts had geen hoop meer om de zon de volgende dag zien op te
komen.
Vijf mantraâs voor meditatie om zeker eens uit te proberen
Er bestaan vijf mantras die mensen al duizenden jaren gebruiken. Dit zijn ze:
1) OM. Dit is de meest universele mantra. Eigenlijk zegt men dat deze mantra het geluid van het universum vertegenwoordigt. Het is het geluid van het begin, het fundamentele geluid, het geluid dat alle andere geluiden bevat.
2) OM AH HUM. Wanneer we deze mantra uitspreken, reinigen we de ruimte waar we onze meditatie zullen doen. Bovendien helpt het geluid van deze mantra om onze concentratie te verbeteren.
3)OM TARE TUTTARE. Deze mantra helpt om onze innerlijke kracht te focussen. We gebruiken het om innerlijke obstakels te verwijderen. Het moedigt ook moed en vertrouwen aan.
4)OM NAMAH SHIVAYA. Deze mantra is afkomstig van de hindoes. We spreken het uit voor welzijn en gelukkig zijn.
5)OM MANI PADME HUM. Dit is één van de krachtigste mantras. Het roept essentiële wijsheid en verbinding met het universum aan.
Het belangrijkste aspect van deze mantras is hun geluid. Boeddhisten dringen erop aan dat we niet te veel nadenken over wat ze betekenen. De essentie van dit alles zit hem in de klanken en de effecten die ze op ons bewustzijn hebben.
het tegenover gestelde van 'Leegte' zijn de conditioneringen. Normaal' gesproken leven wij op basis van gewoontepatronen, structuren, regels, aangeleerd gedrag en de-regels-van-de-samenleving. Dit wordt binnen de tantra als geconditioneerd gedrag gezien: sillã. Deze sillã hanteren wij omdat we het idee hebben zodoende binnen de lijntjes te tekenen, het zo goed te doen, ofwel op de manier in balans te zijn. Dit is onjuist. Balans is een individueel gegeven en dat is niet te omschrijven met een collectieve regel. Een bepaalde situatie kan mij in balans brengen en jou uit balans, toch heeft geen van ons beide gelijk als we zeggen: "deze situatie is goed c.q. slecht voor je". Als iets goed voor je is dan kan je dat opmerken omdat de prana veelvuldig aanwezig is én goed stroomt. Als iets niet goed voor je is zal een andere energie (boosheid, verdriet, angst) veelvuldig aanwezig zijn én goed stromen. Als we boos zijn dan merken we dat op, ons gehele lichaam reageert op deze boosheid (ademhaling, hartslag, adrenaline, gedachten, attitude, etc...). Boosheid is een gemakkelijk herkenbare energiestroming in ons lichaam net als verdriet of angst. Prana is ook een energiestroming in ons lichaam en ook deze kunnen we opmerken; we voelen geluk, gelijkmoedig, compassie en mededogen, we zitten dus "lekker in ons vel". Het is niet zo heel moeilijk onszelf boos te maken, maar hoe zorg je ervoor dat je in prana komt, tantra is een methode die hier helemaal op gericht is. Tantra begint als de prana veelvuldig aanwezig is én goed stroomt.
Het thema leegte (sûnyatâ) is de basis voor de opkomst van tantra zowel in het hindoeïsme als in het boeddhisme en de benaming voor de belangrijkste groep geschriften, de Tantra's, binnen het vajrayaìta-boeddhime (Tibetaans-boeddhisme, tantristisch boeddhisme, diamanten voertuig).
De meditatie technieken beschreven binnen de Tantra's kenmerkt zich door de aanwezigheid van een vaste drie-éénheid:
de persoon die mediteert
de wegen die de mediterende volgt
de gevolgen die de vrucht vormen van de meditatiepraktijk.
Deze drie zijn kenmerkend voor de manieren waarop tantra tot uitdrukking komt. In de woorden van de Boeddha wordt de leegte omschreven als volgt:
afhankelijk van de olie en van de lont brandt het licht van de lamp.
het brandt niet door het ene, of door het andere alleen. of door iets uit zichzelf.
de verschijnselen (om ons heen) bestaan op dezelfde wijze evenmin uit zichzelf.
alle dingen zijn niet-bestaand, en zijn waanvoorstellingen.
Nibbanna (nirvanna) is de enige waarheid. (Pali-canin: Majjhima-nikãya III 140).
Uiteindelijk bestaat alles uit leegte, is er alleen leegte. Een persoon of individu is inherent ook leeg, alleen door het geloof in een identiteit ontstaat er vorm in de leegte welk niet reëel maar gemaakt is. Dit is het begin van de dualiteit, die dus ook niet reëel maar gemaakt is:
leegte versus vorm
zelf versus niet-zelf
samsãra versus nirvãna
onwetendheid versus wijsheid
De werkelijkheid is niet te vergelijken als een leeg vast, want ook het vat zelf bestaat uit leegte. De dingen zijn leeg want ze zijn van elkander afhankelijk (pratïtya-samutpãda). Leegte is de bestaansvoorwaarde voor alle zijn en tegelijk voor de vergankelijkheid daarvan; leegte maakt ook de bevrijding uit samsára mogelijk. Leegte begrijpen door wijsheid is verwezenlijking van de verlossing. De Indiase wijsgeer Nàgârjuna (2e eeuw na Chr.) formuleerde dit als volgt:
De conventionele waarheid (samvríti-satya) wordt door de doorsnee mens beschouwd als zijnde werkelijkheid. In wezen existeert zij niet, maar is alleen door het afhankelijk ontstaan naar voren getreden.
De hoogste waarheid (paraìnartha-satya) is onuitsprekelijk en alleen intuïtief te ervaren. Daartoe behorende technieken zijn onder andere yoga en meditatie en de tantra heeft gespecialiseerd in deze intuïtieve technieken. De meer scholarische boeddhistische stromingen, zoals de Theravada, verklaren 'leegte' door uit te leggen wat het niet is. De tantra kiest een meer positievere benadering door uit te leggen wat het wel is, en dit ook te laten ervaren middels intuïtief zelfonderzoek.
"Het is de taak van elke beoefenaar om in balans te komen
"en in balans te blijven.
Dit antwoord heeft hij gedurende zijn leven meerdere keren gegeven en vormt de kern van de boeddhistische tantristische visie. Daarnaast onderwees hij een scholastieke boeddhistische visie. De scholastieke boeddhistische visie heeft een hele duidelijke structuur waar middels onthoudingen de beoefenaar zichzelf behoedde van bepaalde omstandigheden die hem in onbalans zou kunnen brengen. Zo mocht een monnik geen vrouwen ontmoeten en geen werk of bezit hebben. Door zich te houden aan de regels ontstond er een kunstmatig veld van rust en balans waarin grote groepen beoefenaars konden gedijen in hun tantra-Yoga. De tantristische visie richtte zich niet op regels en structuur, maar op de energie. Rust en balans komt namelijk voort uit de prana-energie en deze is voelbaar. Als je je volledig richt op het ervaren van deze energie heb je geen enkele regel of structuur nodig. Elke handeling voortkomend uit prana is namelijk een handeling voortkomend uit balans en zal nooit lijden kunnen veroorzaken.
Gautama de Boeddha wist dat de beste manier om iets te leren het eigen ondervinden is. Tijdens het eigen ondervinden worden hindernissen en valkuilen ervaren en deze maken deel uit van het leerproces namelijk; als iets je hindert wil je dat deze stopt. Deze leermethode wordt cinta-mayã pañña genoemd; 'wijsheid door ervaring verkregen'. Pas als de beoefenaar vanuit eigen ondervinden geen vooruitgang boekt krijgt hij specifiek onderricht van zijn leraar; suttã-mayã pañña; 'wijsheid ontvangend verkregen'. Tantra is dus een manier van leven waarbij er een focus is op de balans om te zorgen dat deze balans continu aanwezig is. Voorts is het belangrijk om je te vertrouwen op deze balans zodat je je steeds minder hoeft te vertrouwen op structuur en conditioneringen.
Een mantra is
een gedicht, woord, uitspraak of
een lettergreep die het midden houdt tussen een spreuk
met magisch effect en een gebed.
In
sommige gevallen wordt hij herhaald en is hij bedoeld als een continue
recitatie (chant). Voor de herkomst van het woord mantrazijn er verschillende verklaringen. Volgens velen
is het een combinatie van de Sanskriet woorden manasah (geest) en tra (bevrijding
door beheersing van die geest). Zoals reeds boven verklaard is een mantra een
reeks woorden, die samen een gedicht vormen. Deze mantras worden veelal
gezongen tijdens meditaties, offerplechtigheden of trouwceremonies door de
Pandits, Brahamanas en soortgelijke heiligen.
In
vroegere tijden zoals het saty-yuga (de gouden tijd), duizenden jaren geleden
konden brahmanen de mantras op zon perfecte manier uitspreken, dat er direct
een effect waarneembaar was. Mocht één van hen een mantra fout ten gehore
brengen, dan waren er overpriesters, die de fouten ter plekke corrigeerden.
Maar dat wil niet zeggen dat mantras oude begrippen zijn, die enkel effect
hebben op de vroegere personen uit het verleden. Dagelijks groeit het aantal
personen, dat zich naar één of andere vereniging wendt om daar over yoga te
horen. Want het chanten van mantras is een belangrijk onderdeel van
yogabeoefening.
Door
mantras te chanten zoals AUM TAT SAT of OM NAMO BHAGAVATE VASUDEVAYA of HARE KRSNA HARE KRSNA KRSNA KRSNA HARE HARE,HARE RAMA HARE RAMA RAMA RAMA HARE HARE zou de
ziel gereinigd worden van alle stoffelijke besmettingen.
Hoewel
het woord mantra uit het Sanskriet komt, worden in feite in alle
religies vele, telkens verschillende, mantras gebruikt voor verschillende
doelen. Bijvoorbeeld om een status van trance of om geestelijke
zuivering te bereiken, voor het verkrijgen van siddhis (mystieke
vermogens) of om de genade de van God (kŗpa) te verwerven.
In
het hindoeïsme wordt Aum of Om (uitspraak: ōm) algemeen als de
basismantra beschouwd. Het woord Om heeft echter een veel diepgaandere
betekenis. Het is niet alleen de betekenis van het woord dat hierbij van belang
is. Men gelooft dat de trilling van deze klank een verheffende werking op de
trilling van het lichaam heeft, waardoor een hoger bewustzijn bereikt wordt.
Vandaar ook dat vaak belang gehecht wordt aan de juiste uitspraak. Volgens
sommige theorieën geeft deze klank ook een opstijgende lijn langs
de chakras weer.
Een
andere belangrijke mantra is de aloude gayatri mantra uit
de Rig Veda (10:16:3)
Aum
Bhuh Bhuvah
Svah
Tat Savitur
Varenyam
Bhargo
Devasya Dheemahi
Dhiyo Yo nah
Prachodayat
Er
zijn verschillende vertalingen van deze mantra in omloop, aangezien elk woord
diverse betekenissen heeft:
·
Om:
een mystieke klank, de klank der klanken. Uit deze klank is het hele universum
ontstaan.
·
Bhur:
De fysieke wereld die de vitale spirituele energie belichaamt, ofwel pran.
·
Bhuvah:
De mentale wereld en vernietiger van al het lijden.
·
Swah:
De hemel en de spirituele wereld die geluk belichaamt.
·
Tat:
Verwijzing naar Parmatma (de Superziel)
·
Savitur:
De heldere Zon of de Schepper en Onderhouder van de Wereld.
Kattenkruid is een geslacht van 250 soorten uit de lipbloemenfamilie (Labiatae/Lamiaceae). De stengels groeien op de knopen en vormen vaak bodembedekkende tapijten. De bladeren zijn vaak grof getand en zachtbehaard.
De recht opstijgende stengels dragen de kleine, buisvormige bloemen in paren. De plant geeft de voorkeur aan volle zon of halfschaduw en verlangt die een humusrijke droge grond.
Kattenkruid bevat verschillende biologisch actieve inhoudsstoffen en heeft uitgesproken helende eigenschappen. De bladeren en jonge scheuten van dit kruid bevatten heilzame mineralen, essentiële oliën, verschillende groeppen vitaminen, tannines, flavonoïden, suiker, alsook glycosiden, looistoffen, bitterstoffen en ursolzuur.
De plant stabiliseert en versterkt het immuunsysteem, aanzienlijk vermidert de slechte invloed van milieufactoren op de menselijke gezondheid.
In de volksgeneeskunde wordt kattenkruid al lang gebruikt als galafdrijvend, eelust verbeterend en als antiseptisch middel, maar ook wordt deze plant gebruikt bij de behandeling van hartneurose.
Bloedzuiverende eigenschappen van kattenkruid zijn onmisbaar bij de behandeling van zweren en steepuisten. Dankzij antibacteriële eigenschappen, wordt de plant gebruikt om de insecten en parasieten te bestrijden, alsook om de huidinfecties te behandelen.
De plant heeft een kalmerend effect, het is ook beter om in te nemen voor het slapen gaan.
In combinatie met andere kruiden, wordt kattenkruid gebruikt bij de behandeling van gastrointestinale aandoeningen. Deze geneeskrachtige plant helpt bij de behandeling van bronchitis, hoest en verkoudheid. Het heeft ook gunstig effect op het zenuwstelsel bij hysterie.
Kattenkruid heeft volgende eigenschappen: zweetafdrijvend, ontstekingswerend, slijmoplossend, pijnstillend, koortsverlagend, wormafdrijvend en wordt gebruikt in de volksgeneeskunde tegen hoofdpijn, bij hoesten, bloedarmoede, geelzucht, leveraandoeningen.
De infusies van kattenkruid helpen de stress te verlichten, maar ook bij sterke kortademigheid, bij krampen en ademhalingsmoeilijkheden.
Bij slapeloosheid: neem in gelijke delen kattenkruid, kamille (bloemen), valeriaan (wortels), hop (kegels) en meng het goed, schenk over 3 eetlepels van het mengsel 2 kopjes water en laat dit gedurende 5 minuten lichtjes koken, zeef het vervolgens. Voor een effectieve behandeling moet je een half kopje infusie drinken voor de maaltijd. Duur van de behandeling 3 weken.
Contra-indicatie: het is nog niet helemaal vastgesteld door de wetenschap of er zijn nadelige gevolgen, daarom vermijd het gebruik van kattenkruid tijdens de zwangerschap en de periode van het geven van de borstvoeding. Gebruik de plant niet bij individuele intolerantie of allergie voor de plant. Voor het gebruik van kattenkruid raadpleeg je een arts.
Jeneverbes groeit in gematigde klimaat van het noordelijk halfrond (Europa, Azië, Noord-Amerika), groeit ook in Noord-Afrika en de tropische regios van Azië (Nepal, Pakistan).
Het groeit op heidevelden, kalksteen, droge heuvels, op droge hellingen, rivieroevers, loof-en gemengde bossen en vormt een struikgewas bij bosranden, zelden in de moerassen, op verschillende bodems, vaak op zandige, met een matige vochtigheid die het meest gunstig is, komt ook voor op te natte moerassige gronden.
Jeneverbes is een groenblijvende struik 1-3 m hoog, zelden boom 8-12 m hoog conische of eivormig boomkroon met soms opknoping op het einde van de takken. De schilferige schors is donkergrijs of grijs-bruin. Scheuten zijn roodachtig bruin.
Bladeren zijn 1-1,5 cm lang, 0,7-7,5 mm breed, zittend, hard, puntig en stekelig, bijna driehoekig, dichte, ondiep gegroefde top, met een soms onverdeelde tot medio verdeeld witachtig strip, aan de onderkant briljant groen met een stompe kiel.
De bladeren zijn ringvormig gerangschikt, per drie in elke ring. De mannelijke vruchtkegels zijn gelig, vrouwelijke kegels zijn talrijk, 5-9 mm in diameter, langwerpig-ovaal of sferisch, lichtgroen, mature zwart en blauw met rijping op de tweede of derde jaar in de herfst, bestaande uit drie of zes schalen, zitten op zeer korte steeltjes. In een vruchtkegel (soms 1-2) zaden, langwerpig-ovaal of eivormig-conisch, geel-bruin.
Jeneverbes heeft sterke phytoncide eigenschappen. De Indianen in Noord-Amerika gebruikten deze voor de behandeling van tuberculose van de huid, botten en gewrichten, ze plaatsten patiënten in een struikgewas van deze plant, waar de lucht verzadigd was met vluchtige stoffen.
Voor medicinale doeleinde worden gebruikt de vruchten van jeneverbes. Om de bessen te oogsten, schud de struik, rijpe bessen vallen gemakkelijk op de mat onder een jeneverbes struik, de rijpe bessen bruin of paars-zwart, glanzend, soms met een blauwe wasachtige laag worden verzameld en gedroogd.
In de geneeskunde jeneverbes wordt gebruikt als diureticum, als ontsmettingsmiddel van de urinewegen, de plant is slijmoplossend, galafdrijvend en verbetert de spijsvertering.
Jeneverbes is een goede remedie tegen diarree en winderigheid. De vruchten zijn onderdeel van diuretica (vochtafdrijvende) kruidenmengelingen.
Etherische olie van jeneverbes naalden hebben een sterke desinfecterende eigenschap, ze zijn effectief in behandeling van trichomonas vaginitis.
In de volksgeneeskunde jeneverbes wordt gebruikt bij de behandeling van oedeem, malaria, nierziekte, cystitis, witte vloed, jicht, reuma. De plant maakt deel uit de mengsels tegen metabole artritis.
Uitwendig als een een pijnstiller in de vorm van spoeling bij gingivitis, herpes, schurft. De wortels werden gebruikt tegen tuberculose, bronchitis, maagzweren, huidziekten.
Het afkooksel van takken wordt toegepast bij allergieën.
Contra-indicaties: Vermijd het gebruik van jeneverbes bij een nierontsteking, het kan verorzakken een verschijning van bloed in de urine, en ernstige vergiftiging en een verergering van het ontstekingsproces.
Ginseng behoort tot de klimopfamilie (Araliaceae) en is een overblijvende heester van ongeveer 50 cm hoog. De donkergroene bladeren zijn vingervormig geveerd, de kleine witte bloemen en de rode bessen verschijnen pas in het derde jaar.
De kronkelige wortel, die vaak menselijke vormen aanneemt, wordt pas na zeven jaar of later geoogst. De ginseng komt oorspronkelijk uit de bossen van Noord-Korea, Mantsjoerije en het kustgebied van de Grote Oceaan.
De Chinese naam ginseng betekent manwortel en doelt op het menselijk uiterlijk van de wortelstok. De geslachtsnaam Panax is afgeleid van het Griekse panacea de de wonderdoende godin. In de Chinese farmacologie werd de plant al 5000 jaar geleden genoemd. Omdat hij moeilijk te telen is en maar langzaam groeit, is de ginseng heel waardevol. Het gebruik ervan was lange tijd uitsluitend voorbehouden aan koningen en keizers.
De toepassing van ginsengwortel wordt geadviseerd om aan te sterken bij vermoeiheid of zwakte, verminderd prestatie- en en concentratievermogen of bij herstel na ziekte.
De afzonderlijke ginsenosiden hebben vele verschillende, maar ook tegenstrijdige effecten. Het vermogen van ginseng om de natuurlijke weerstand te vergroten, is heel groot niet alleen tegen ziekteverwekkers, maar ook tegen vele fysische, chemische, psychische en emotionele stressfactoren. Daarbij worden licht verstoorde functies genormaliseerd, maar het gezonde organisme wordt niet beïnvloed.
De gedroogde wortel wordt medicinaal gebruikt. Voor de verwerking wordt deze voor het drogen met zwaveldioxide (witte ginseng) gebleekt of ter conservering behandeld met waterdamp (rode ginseng). De inhoudsstoffen van beide soorten zijn dezelfde. Farmacologisch effectief is een ingewikkeld mengsel van triterpeensaponinen, de ginsenosiden.
In de volksgeneeskunde wordt ginseng gebruikt bij koude ledematen, gebrek aan eetlust, vermageren, paniekreacties, impotentie, onvruchtbaarheid, lage bloeddruk, maar ook bij zenuwpijnen en slapeloosheid.
Zuivere verpulverde ginsengwortel of alcoholisch-waterig droog extract wordt gebruikt. Beide zijn als kant-en-klaar preparaat in de vorm van capsules, zuigtabletten of druppels in de handel. Aanbevolen dagelijkse dosis is 1 tot 2 gram wortelpoeder, bij extracten naargelang het concentraat.
Een langdurige therapie wordt geadviseerd.Bereiding van de ginseng thee: schenk 150 ml kokend water over 1 theelepel wortelpoeder en laat dit 5 tot 10 minuten trekken. Drink gedurende ten minste 3 tot 4 weken elke dag 3 koppen.
Onderzoek. Gezonde volwassenen kregen ginsengpoeder, een placebo of een vergelijkbaar preparaat en moesten daarna hun hand kort in ijswater dopen. In de placebogroep steeg de bloeddruk, daalde toen weer, na het innemen van het vergelijkingspreparaat daalde de bloeddruk meteen en bleef laag; in de ginsenggroep bleef de bloeddruk onveranderd. Gezonde vrijwilligers kregen naast een griepinjectie twaalf weken lang ginseng of een placebo. De deelnemers in de ginsenggroep kregen beduidend minder last van griep of verkoudheid, hadden meer antilichamen in het bloed en bij hen hadden de killercellen een hogere activiteit.
Beperkingen in gebruik: ginsengwortel mag niet worden gebruikt door vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, omdat er niet voldoende wetenschappelijke informatie over bestaat. Wie diabetes heeft of bloedverdunnende middelen (anticoagulantia) gebruikt, moet zijn arts raadplegen voor hij tegelijkertijd ginseng gaat gebruiken. Voor een operatie moet het gebruik van ginseng gestopt worden.
Bijwerkingen: ginseng kan de bloedsuikerspiegel verlagen. Er zijn vrouwen die een spanningsgevoel in de borst melden. Bij grote overdosering kunnen zich slapeloosheid, hoge bloeddruk en oedeemvorming voordoen.
Gember behoort tot de familie (Zingiberaceae) en is een kruipende meerjarige plant op een dikke, knolvormige wortelstok. Daaruit groeit in het voorjaar een groene, rechtopgaande stengel van ongeveer 60 cm hoog met smalle bladeren, die elk jaar afsterven. Rond de bloeitijd komt er direct uit de wortelstok een aar, die een witte of gele bloem draagt.
De medicinaal gebruikte gember en de specerij worden gekweekt. Daarvoor wordt in het voorjaar een stuk rhizoom in de grond gelegd, waarna een klein jaar later geoogst kan worden.
Het Latijnse woord Zingiber kan herleid worden naar de oude Indische naam shringavera. Inderdaad dook de gemberwortel als geneeskrachtige plant al op in de vroege Sanskritische geschriften, maar ook in de oude Chinese teksten en later in de Griekse, Romeinse en ook Arabische medische literatuur van de oudheid.
In Midden-Europa werd de plant bekend door de kruisvaarders. De koloniale zeevarende machten dreven intensief handel met het vooral als specerij waardevolle product. In de 16de eeuw kostte een pond gember net zoveel als een schaap.
Vandaag de dag wordt gember in tropisch en subtropisch Azië, in delen van Afrika, in Brazilië en in Jamaica verbouwd. In de teelgebieden wordt het gebruikt als middel om de spijsvertering te bevorderen.
Gemberwortel wordt geadviseerd bij maag-darmklachten, ter voorkoming van reisziekte en voor het tegengaan van braken na een eenvoudige operatieve ingreep.
De scherpe stoffen in gember, gingerol en shoagol antibraakmiddel gebleken. De werking ervan berust op de wisselwerking met allerlei neurotransmitters van het centrale zenuwstelsel. Bovendien stimuleren de scherpe stoffen in gember de productie van speeksel en maagsap, doordat ze al in het mondslijmvlies de warmtereceptoren prikkelen.
Daarnaast voorkomt gember in het ontstaan van zweren, gaat het ontstekingen tegen en doodt het enkele bacteriestammen. De geschilde verse of gedroogde wortelstok, die zich ondergronds uitspreidt, wordt medicinaal gebruikt.
Belangrijke farmacologisch werkzame inhoudsstoffen zijn scherpe stoffen (gingerol en shoagol), diarylheptanoïden en etherische olie met als voornaamste component zingibereen en gemberolie.
In de volksgeneeskunde wordt gember gebruikt bij maag- of darmzweren, hoesten, problemen bij het urineren, onderbuikklachten, reumatische aandoeningen en migraine. Gember is een belangrijk geneesmiddel in de Indische en Chinese geneeskunde. De plant is ook een effectief middel om de eetlust op te wekken. Bovendien zou het de spijsvertering stimuleren.
Als specerij helpt gember vooral mensen die last hebben van een nerveuze en gevoelige maag en die veel last hebben van winderigheid.
Gember verlaagt LDL cholesterol gehalte in het bloed. Er worden kant-en-klare geneesmiddelen (capsules) of los gemberpoeder gebruikt; Los poeder: los ongeveer 1/3 tl op in 150 ml water, drink dagelijks 2 tot 4 koppen. Neem dit, om reisziekte te voorkomen, ongeveer 30 minuten voor het begin van de reis.
De toepassing van gember in de vorm van levensmiddelen is niet voldoende om het medicinale effect te bereiken. Diverse klinische onderzoeken met meer dan 2000 deelnemers hebben aangetoond dat gember vergeleken met een placebo heel effectief is bij de behandeling en het voorkomen van misselijkheid en braken. De proefomstandigheden hadden ook betrekking op zeeziekte, reisziekte en misselijkheid na operaties. Ook de kinderen tussen 3 en 13 jaar kunnen de preparaten van gember goed verdragen.
Beperkingen in het gebruik: Bij last van galstenen of bij gebruik van bloedverdunende medicijnen, moet zijn arts raadplegen over het gebruik van gember.
Bijwerkingen: In enkele gevallen is brandend maagzuur voorgekomen.
De framboos is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae), tot dit geslacht behoren meer dan zeshonderd soorten. De plant is een heester waarvan de stengels tot 2 meter lang kunnen worden. Elk jaar worden nieuwe stengels uit wortelopslag gevormd. De framboos bestaat uit vele vruchtjes en is een verzamelsteenvrucht.
De meeste rassen dragen rode vruchten. Frambozen groeien in het wild, eenmaal uit zaad opgekomen, verbreidt de plant zich verder door wortelopslag. Door verschillende teeltmethoden toe te passen, kan de oogst over een lange periode, van eind april tot eind december, gespreid worden.
Framboos vruchten bevatten een unieke set van verschillende organische zuren, vitaminen, koolhydraten en essentiële oliën. De inhoudsstoffen als sterolen hebben de mogelijkheid om de ontwikkeling van atherosclerose te voorkomen.
In de volksgeneeskunde framboos vruchten worden beschouwd als koortswerend middel bij griep, bronchitis, laryngitis, bij hoest als slijmoplossend.
Framboos verbetert de eetlust, normaliseert het maag-darmkanaal, verzacht maagpijn, verlicht effecten van alcoholvergiftiging en heeft anti-inflammatoire eigenschappen. Framboos is rijk aan vitamine C en is zeer effectief bij behandeling van angina pectoris.
De plant is een goede antitoxische middel, darvoor wordt een infusie van framboos bladeren gebruikt: schenk 1 kopje kokend water over 2 eetlepels gedroogde bladeren, laat dit 20 minuten trekken, vervolgens zeef het. Drink 1/3 kopje 3 keer per dag voor de maaltijd.
Framboos is een uitstekende zweetafdrijvende middel, en wordt sterk aanbevolen bij verschillende luchtweginfecties.
Bij neurasthenie is effectief een afkooksel van de wortels en takken van framboos, bereid het als volgt: kook 20 g van product in 250 ml water gedurende 30-40 minuten, zeef het, en breng de infusie tot het oorspronkelijke volume. Drink 1/3 kopje 3-6 keer per dag.
Bij hypertensie (hoge bloeddruk) is goed om frambozen te eten zonder beperkingen. Ook kan hiervoor het afkooksel van de bladeren van pas komen: kook 10 g gedroogde bladeren in 250 ml water gedurende 15 minuten, zeef het en breng deze tot het oorspronkelijke volume. Drink uit per kleine slokjes in de loop van de dag.
Bij atherosclerose drink het afkooksel van framboos bladeren 1/2 kopje 3 keer per dag.
Bij bronchiale astma is nuttig een afkooksel van de wortels van framboos: kook 20 g gedroogde gemalen wortel gedurende 30 minuten, zeef het, breng tot het oorspronkelijke volume met gekookt water. Drink 1/3 kopje 3 keer per dag.
Bij een begin van de verkoudheid is aanbevolen om vruchtenthee van framboos te drinken: schenk 250 ml kokend water over 2 eetlepels gedroogde vrucht, laat dit 30 minuten trekken, drink per dag 5-6 kopjes.
Gorgelen met een infusie van framboos is aanbevolen bij laryngitis, tonsillitis en stomatitis. Te bereiden als volgt: schenk 250 ml kokend water over gedroogde en gemalen bladeren en stengels van de plant, laat dit 40 minuten trekken, vervolgens zeef het.
Eucalyptus (Eucalyptus): uitleg en genezende werking
Eucalyptus is meestal groenblijvend, de bomen kunnen bereiken van een hoogte van 100 meter. Als geneesmiddel worden de bladeren gebruikt die bevatten de etherische oliën. Bladeren dienen om een alcohol tinctuur te bereiden tegen de malaria.
Etherische olie als een slijmoplossend en antiseptisch middel.
Uitwendig in de pijnstillende zalven. Eucalyptus heeft desinfecterende, anti-inflammatoire, pijnstillende en anti-microbiële eigenschappen. Bladeren in gedroogde vorm bevatten 1,5 tot 3% essentiële olie, die gewoonlijk wordt verkregen door stoomdestillatie.
De olie is kleurloos, lichtgeel of licht groen met een aangename verfrissende geur.
Eucalyptus bladeren bevatten ook tannines en bittere stoffen.
Bij pleuritis, bronchiëctasieën, bronchitis en tracheïtis kan tinctuur van eucalyptus (farmaceutisch preparaat) te gebruiken 15-30 druppels op 1/4 kopje water 3 keer per dag.
Tinctuur (farmaceutisch preparaat) drink 15-20 druppels 2-3 keer per dag voor de nieren en urogenitale tractus.
In de verloskunde en gynaecologie wordt het afkooksel van de eucalyptus bladeren gebruikt voor de spoelingen.
Eucalyptus olie (farmaceutisch preparaat) wordt gebruikt met tampons bij erosie van de baarmoederhals.
Tinctuur van eucalyptus. De plant heeft ontsmettende en anti-inflammatoire werking.
Inwendig wordt gebruikt bij verschillende soorten hoest, bij de aandoeningen van de luchtwegen, bij malaria, acute maag en darm ziekten, griep, verkoudheid. Aanbevolen om de tinctuur toe te passen als volgt: 20-30 druppels op 1/4 kopje lauwe water 3 keer per dag.
Uitwendig gebruik van tinctuur: als spoeling of inhalatie bij keelpijn, bij tonsillitis, laryngitis, rhinitis, tracheïtis, bronchitis, catarrale, abcessen.
De tinctuur wordt gebruikt als kompres en spoelingen bij etterende zweren, phlegmon, etterende mastitis en sommige pustuleuze huidziekten.
Voor de spoelingen bij erosie en ulceratie van de baarmoederhals. Voor deze spoeling neem een theelepel tinctuur verdund in 1 kopje gekookt lauw water. Dezelfde infusie wordt toegepast om in te wrijven bij ischias, neuralgie, reumatische pijn.
Eucalyptus tinctuur is in de apotheek en de natuurwinkels te verkrijgen.
De plant bevat vitamine C, K, B2, caroteen, pantotheenzuur, chlorofyl, zouten van ijzer,kalium, calcium, zwavel, suiker, eiwitten. Brandnetel verhoogt de bloedstolling, verhoogt de hoeveelheid van hemoglobine, bloedplaatjes en rode bloedcellen, vermindert de concentratie van suiker in het bloed, heeft wondgenezende herstellende werking.
Brandnetel is nuttig bij bloedingen, bloedarmoede, atherosclerose, goed voor de nieren, blaas, lever en galblaas, aambeien, tuberculose, metabole aandoeningen, bij herstel. De plant is een waardevol voedingsmiddel. Van de jonge scheuten en bladeren worden gekookt heerlijke en voedzame soepen, de bladeren worden gebruikt bij bereiding van salades.
Verse brandnetelsap wordt ingewreven in de hoofdhuid voor de versterking en groei van het haar. Met hetzelfde doel dient de infusie van brandnetel bladeren, spoel het haar na de elke wasbeurt: schenk over 3 eetlepels gedroogde kruid 250 ml kokend water, laat dit trekken gedurende 30 minuten, zeef het vervolgens.
Voor het versterken en verbeteren van de haargroei is genoeg om een afkooksel van brandetel te gebruiken: schenk over 2-3 eetlepels droge kruid of 0,5 kg verse bladeren 2-3 kopjes kokend water en laat dit trekken 6 tot 8 uur. Vervolgens zeef het en gebruik om de huid te reinigen. Gebruik een wattenstaafje of een zachte doek, wrijf zacht op langs het haar, inwrijven voorzichtig, om de haarwortel beschadiging te voorkomen.
Brandnetel. Deze plant is waarschijnlijk bekend voor iedereen. Het is makkelijker om een lijst te maken van de ziekten waarvoor de brandnetel niet wordt gebruikt. Het spectrum van de actie is vrij indrukwekkend.
In de volksgeneeskunde wordt de plant gebruikt als wondgenezend, diuretisch, tonisch, laxerend, vitaminiserend, krampstillend, slijmoplossend. Het wordt gebruikt bij bloedingen, aambeien, nier- en galstenen, astma, lever- en galwegen aandoeningen, oedeem, bij constipatie, hartziekte, tuberculose, astma, bronchitis, allergieën.
Uitwendig bij wonden als bloedstelpend, huidziekten en als haar versterkend.
Om het hartfunctie te versterken wordt gebruikt brandnetel thee. Drink brandnetelthee met honing of suiker. De jonge brandnetels voor de bloei gesneden topjes met bladeren, gedroogd in de schaduw. 5 eetlepels gehakte kruid op 0,5 liter water, kook op een laag vuur +/- 5 minuten, drink een half kopje 4 keer per dag, met honing of suiker naar eigen smaak.
Krampen, buikpijn met braken, wordt gedronken een afkooksel van de wortels van brandnetel. Kook 1 theelepel gedroogde wortel gedurende 5 minuten in een glas melk. Het vierde deel wordt ingenomen opgewarmd, vervolgens om de 2 uur neem 2 eetlepels tot de verdwijning van de ziekte.
Oude recept om de nierstenen afvoeren. Drink het sap van de verse planten, 50 ml 2 3 maal per dag, nog beter te nemen een eetlepel elke twee uur.
Afkooksel van brandnetel in te nemen met honing of suiker verbetert de nieren. Voor een dergelijke bouillon is genoeg een theelepel gedroogde brandnetel bladeren op een glas kokend water, laten trekken en filtreren.
Bij nefritis en pyelonefritis dosis wordt verhoogd tot 1 2 eetlepels, kook op een lage vuur 3 minuten, vervolgens laat dit 1 uur trekken, zeef het, drink 1/3 of half glas voor het eten.
In geval van een zwakke baarmoeder involutie kan de plant een goed resultaat geven. Laat trekken 3-4 eetlepels droge gemalen bladeren in 0,5 liter pas gekookt water, vervolgens zeef het, drink in 3-4 keer in de loop van de dag.
Brandnetel wordt beschouwd als een goede remedie als melkafdrijvend middel. Verse brandnetelsap verdun met tweemaal de hoeveelheid van het water, breng aan de kook, neem 1-2 theelepels drie keer per dag bij de maaltijd.
Gezondheidstinctuur van brandnetel: Schenk over 200 g brandnetel van de maand mei 0,5 liter jenever. Doe de fles dicht. De eerste dag laat het staan op de vensterbank, en de overige 8 dagen in een donkere plaats. Zeef het vervolgens en bewaar op een donkere plaats. Neem een theelepel van op een lege maag 30 minuten voor het eten en 1 theelepel voor het slapen. Volledig opgebruiken. Men wordt krachtig, gezond, hartactiviteit wordt beter, verbetert algemene toestand, verbetert bloed, bewegingen worden makkelijker, sclerose gaat weg.
Waarschuwing: Vermijd gebruik van brandnetel bij zwangerschap, vooral in de laatste maanden.
Contra-indicaties: Brandnetel is bloedstollend, niet toegewezen bij tromboflebitis
De blauwe bosbes behoort tot de heideachtigen familie van (Ericaceae) en is een s zomers groene dwergstruik met groene takken met scherpe kanten. De struik wordt 15 tot 50 cm hoog, heeft eivormige, fijngezaagde bladeren en draagt in mei en juni kleine, roze bloemen. De vrucht is een ronde, blauwzwarte bes.
De wetenschappelijke naam Vaccinium is een vervalsing van baccinium voor bessenstruik. Myrtillus verwijst naar de gelijkenis van de bosbes met de mirre. Al in de Middeleeuwen beschreef Hildegard von Bingen de geneeskrachtige werking van de plant.
De gedroogde, rijpe vruchten en bladeren worden medicinaal gebruikt. Farmacologisch belangrijke inhoudsstoffen zijn fruitzuren, looistoffen, anthocyanen, flavonoïden, koffiezuurderivaten, pectine, vitaminen en mineralen.
In de traditionele geneeskunde wordt de blauwe bosbes geadviseerd bij diarree met diverse oorzaken, maar ook bij lichte ontsteking van mond- en keelslijmvlies. De looistoffen in de bosbes trekken het weefsel samen en stimuleren zo de wondgenesing. De anthocyanen voorkomen het ontstaan van zweren.
In de volksgeneeskunde wordt de blauwe bosbes inwendig gebruikt bij braken, bloedingen en aambeien. Uitwendig bij zweren en huidaandoeningen. Verse bessen worden beschouwd als nuttig bij de behandeling van scheurbuik.
De bladeren en scheuten worden toegepast in het beginstadium van diabetes omdat ze bevatten glycoside neomirtillin die in staat is de bloedsuikerspiegel te verlagen.
Blauwe bosbes wordt in de volksgeneeskunde ook gebruikt bij de oogziekten, bij het maagdarmkanaal aandoeningen, bij diabetes. Als lokale behandeling van brandwonden en zweren, stomatitis en gingivitis.
Er wordt aangenomen dat blauwe bosbes aanzienlijk verbetert nachtzicht. Verse blauwe bosbes is nuttig bij aandoeningen van de maag en darmen, het verbetert de gezichtsscherpte, wordt gebruikt bij de behandeling van reuma, jicht en andere inflammatoire aandoeningen.
Onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van blauwe bosbes voorkomt het risico van verschillende hartaandoeningen en is een effectieve middel ter preventie van bloedsomloop aandoeningen en kanker.
Bij aambeien wordt een infusie van bosbesbladeren gebruikt, 60 ml in de vorm van microklysma.
Bij jicht wordt toegepast een kompres van verse bosbessen op pijnlijke gewrichten. Tegelijkertijd neem een infusie: schenk 250 ml kokend water over 2 theelepels gedroogde bessen, laat dit 2 uur trekken, zeef het en drink 1/4 kopje 4 keer per dag.
De gedroogde bessen worden gebruikt als toevoeging aan het eten of als thee.
Thee: schenk 150 ml heet water over 2 theelepels gekneusde bessen, laat dit 10 minuten trekken; drink maximaal 6 koppen per dag.
Mocht diarree ondanks de behandeling langer dan 3 dagen duren, raadpleeg dan een arts.
Bijwerkingen: Verse blauwe bosbessen kunnen diarree veroorzaken.