Het verhaal van
Lucifer Zijn oorsprong
Om de oorsprong van Lucifer te kunnen vinden, richten we ons tot het Oude
Testament. De naam Lucifer is vertaald uit het Hebreeuwse woord "helel",
wat "helderheid" betekent. Deze aanduiding, die dus op Lucifer
betrekking heeft, is de uitlegging van de "morgenster" of "zoon
des dageraads" die in Jesaja wordt voorgesteld. "O morgenster, zoon
van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle
volken, hoe smadelijk lig je daar geveld. Je zei bij jezelf: Ik stijg op naar
de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen van de
Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de wolken, ik
evenaar de Allerhoogste" (Jesaja 14:12-14).
De context van deze passage slaat op de koning van Babylon zoals hij in zijn
trots, zijn pracht en zijn val wordt voorgesteld. Maar de tekst is feitelijk
gericht aan de macht die achter de boosaardige Babylonische koning steekt. Geen
enkele sterfelijke koning zou beweren dat zijn troon zich boven die van God
bevindt of dat hij de Allerhoogste evenaart. De boze macht achter de
Babylonische koning is Lucifer, de "zoon des dageraads".
Het verhaal van
Lucifer Zijn geschiedenis
Lucifer is gewoon een andere naam voor Satan, die als hoofd van het boosaardige
wereldbestel de werkelijke, maar onzichtbare macht is achter de opeenvolgende
heersers van Tyrus, Babylon, Perzië, Griekenland, Rome en alle andere
kwaadaardige heersers die we in de geschiedenis van de wereld hebben zien komen
en gaan. Deze passage gaat verder dan de menselijke geschiedenis en markeert
het begin van de zonde in het universum en de val van Satan in het reine,
zondeloze firmament vóór de schepping van de mens.
We zien ditzelfde thema in Ezechiël: "De HEER richtte zich tot mij:
'Mensenkind, hef over de koning van Tyrus een dodenklacht aan: "Dit zegt
God, de HEER: Eens was jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en
volmaakt van schoonheid. Je leefde in Eden, in de tuin van God, en je was
bekleed met een keur van edelstenen: met robijn, topaas en aquamarijn, met
turkoois, onyx en jaspis, met saffier, granaat en smaragd, gevat in gouden
zettingen. Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. Je was een cherub,
je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige
berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. Je was onberispelijk in
alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het
kwaad vat op je kreeg. Door al het handeldrijven raakte je verstrikt in onrecht
en geweld, en je zondigde; daarom, beschermende cherub, verbande ik je van de
berg van God en verdreef ik je van je plaats tussen de vurige stenen. Je
schoonheid had je hoogmoedig gemaakt, je had je wijsheid en luister verkwanseld.
Daarom heb ik je op de aarde neergeworpen, als een schouwspel voor andere
koningen. Door je grote schuld, door je oneerlijke handel, waren je
heiligdommen ontwijd. Daarom liet ik een vuur in je oplaaien dat je heeft
verteerd, ik maakte van jou een hoop as op de grond, voor ieder die het wil
zien. Alle volken die je kenden staan verbijsterd; je bent een schrikbeeld
geworden, tot in eeuwigheid zul je er niet meer zijn."'" (Ezechiël 28:11-19).
Deze passage lijkt gericht tot de "koning van Tyrus". In werkelijk is
het echter gericht aan degene die achter de boosaardige koning van Tyrus
schuilgaat. Deze passage bevat tevens profetieën - op zowel de korte als de
lange termijn - over Lucifer/Satan, omdat zijn laatste einde nog niet heeft
plaatsgevonden en pas na het laatste oordeel zal plaatsvinden (Openbaring 20:7-10), ook al
is het zeker dat dit einde op deze manier zal plaatsvinden. Deze passages in
Jesaja en Ezechiël hebben beide niet zozeer betrekking op Lucifer/Satan zelf,
maar op zijn werk en zijn planning via aardse koningen en heersers die zichzelf
een goddelijke eer toekennen. Zij heersen, bewust of onbewust, feitelijk in de
geest van Satan en voor de doelen van Satan. "Onze strijd is niet gericht
tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de
duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen" (Efeziërs 6:12). Satan is de
vorst achter de machten van dit bedorven wereldbestel.
Let vooral eens op de volgende uitspraak in de passage uit Ezechiël: "de
gezalfde cherub" (Statenvertaling). Een dergelijke uitspraak zou nooit van
toepassing kunnen zijn op een menselijke koning. Nee, deze heeft betrekking op
Lucifer/Satan die achter de menselijke koning zit. Deze engel is het hoogste
wezen dat de HEER ooit heeft geschapen. De HEER zegt over hem: "Eens was
jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en volmaakt van
schoonheid". Satan was het meest wijze schepsel dat God ooit had
geschapen. Geen enkele andere engel en geen enkel ander wezen werd geschapen
met de intelligentie die God aan dit schepsel had gegeven. God zegt dat dit
schepsel "volmaakt van schoonheid" is. Na de Heilige Drie-eenheid -
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest - is dit wezen tegenwoordig het hoogste
wezen.
In Ezechiël 28:14 lezen
we: "Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub". Dit vertelt ons
dat we het niet over een menselijke koning hebben. Het woord cherub is
enkelvoud voor cherubim. De cherubim zijn een symboliek voor Gods Heilige
aanwezigheid en Zijn onbereikbare grootheid. Deze cherubim nemen een unieke
positie in. De "gezalfde, overdekkende cherub" is het beeld dat in de
Hof van Eden voor ons geschetst wordt, nadat Adam en Eva waren weggestuurd en
God de cherubim had opgesteld om de weg naar de levensboom te bewaken. Ook toen
Mozes de verzoeningsplaat maakte en deze in het Allerheiligste van de
tabernakel plaatste, kwam Gods heerlijkheid er naartoe en ontmoette Hij Mozes
tussen de cherubim. Zij "overdekten" de verzoeningsplaat met hun
vleugels. We zien dus dat Satan een cherub was en dat zijn taak bestond uit het
bewaken van de troon van God Zelf. Zijn taak was de bescherming van Gods
heiligheid. Satan nam de hoogste van alle posities in, een positie die hij
verachtte en verloor. We zien hier in Ezechiël een beschrijving van de hoogste
van Gods schepsels, een musicus met perfecte wijsheid en onbeschrijflijke
schoonheid, en bovendien met een verheven functie. Maar, dit schepsel met al
zijn prachtige eigenschappen had ook een vrije wil. Op een dag zei God tegen
dit schepsel: "Er is ongerechtigheid in jou gevonden".
Het verhaal van
Lucifer Zijn status
Wat voor ongerechtigheid werd er in hem gevonden? In het boek Ezechiël laat God
ons in het prille begin als het ware over Zijn schouder meekijken, zodat we de
oorsprong en de schepping van Satan kunnen zien. Maar waarom zegt God dit? Wat
is deze ongerechtigheid? We moeten naar Jesaja 14:13-14 teruggaan,
de verzen die ons over de keuze van Lucifer/Satan vertellen. "Ik stijg op
naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen
van de Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de
wolken, ik evenaar de Allerhoogste." Heb je gemerkt hoe vaak Satan in deze
passage eigenlijk "ik zal" zegt? Hij zegt dat hij
zijn troon boven Gods sterren zal plaatsen. Het woord "sterren"
verwijst hier niet naar de sterren die we 's nachts kunnen waarnemen. Hiermee
worden de engelen van God bedoeld. Met andere woorden: "Ik zal de hemel
overnemen, ik zal God zijn". Dat is de zonde van Lucifer/Satan en dat is
de ongerechtigheid die er in hem werd gevonden. Hij wil geen dienaar van God
zijn. Hij wil de dingen niet doen waar hij voor geschapen werd. Hij wil zelf
gediend worden en er zijn miljoenen mensen die ervoor gekozen hebben om juist
dat te doen: hem dienen. Zij hebben naar zijn leugens geluisterd en ervoor
gekozen om hem te volgen. Eva geloofde de leugen dat zij net als God zou zijn.
De reden dat Lucifer/Satan haar met die leugen verleidde was dat dit precies
datgene is wat hij zelf wil: God zijn.
|