Van Mechelen naar Santiago de Compostela Via deze blog zullen wij jullie net als tijdens onze reizen naar Budapest en Sevilla op regelmatige tijdstippen informeren over onze reiservaringen. Voor ongeruste familieleden kan deze blog ook dienst doen als "teken van leven". (panikeren mag indien er twee weken geen nieuws verschenen is...)
21-09-2016
nog wat fotootjes van onderweg
Parador in Leon in oud pelgrimshospital
Kathedraal in Leon
Ochtendgloren in Castrillo los Polvares, een middeleeuws dorpje
Wij werden beloond voor onze volharding in het geloof; na onze rustdag in Burgos woei de wind uit het Noordoosten en konden we verder vaart maken naar het Westen. De temperatuur maakt het fietsen ook gemakkelijker; 's morgens fris, maar overdag klimt het kwik naar een aangename 23 graden.
Zodoende waren we gisteren in Leon beland en namen de tijd om deze mooie stad te bezoeken. Hierna hebben we immers terug wat bergen te beklimmen, de Montes de Leon, waar we onder meer het ijzeren kruis zullen passeren.
Er zijn nog altijd heel veel pelgrims op de weg, vooral wandelaars, en Vero merkt steeds op hoe deze getekend zijn door de tocht. We zien er nog weinig die geen steunverband aanhebben rond knie of enkel, en nog minder die geen enkele blaar op de voeten vertonen (dit zien we vooral 's avonds wanneer de wandelaars steevast teenslippers aanhebben).
Het heeft Vero een nieuwe obsessie bijgebracht. Alsof ze wil bewijzen dat het beter is om de tocht per fiets te ondernemen, fixeert ze zich op de onderste ledematen van de stappers en legt ze een fotocollectie aan van "pijnlijke voeten"; ze fotografeert enkels, hielen, tenen die volgens haar tekenen vertonen dat ze er genoeg van hebben, en ze houdt zich nog net in om de eigenaar van die ledematen erop te wijzen dat hij of zij beter zou fietsen.
Eergisterenavond in het restaurant zagen we zelfs een man die zich met twee stokken van de stoel moest heisen en dan naar de herberg strompelde.
Met onze gezondheid gaat het dan inderdaad wel beter. Buiten af en toe nekpijn hebben wij geen noemenswaardige kwetsuren gehad.
Met het materiaal daarentegen hebben we wat meer tegenslag: bij Vero is voor de vierde maal al de achterband vervangen. De laatste maal was wel onze eigen schuld; aan een tankstation hadden we de banden opgeblazen, maar te hard, zodat 200 meter verder de band ontplofte, net toen we er terug lucht wouden uitlaten omdat Vero gemerkt had dat er iets niet klopte.
Maar dit hoort allemaal bij een fietsvakantie, niet?
Het was ons al eerder opgevallen, maar in Spanje is het overduidelijk geworden: op "de weg" ben je niet alleen. De wandel- en fietsweg naar Santiago kruisen mekaar hier regelmatig, en overal zie je pelgrims die elkaar dan steevast een "buen camino" toeroepen . We hebben Brazilianen ontmoet, Koreanen, Canadezen, Amerikanen en verschillende Europese nationaliteiten, allemaal op weg naar hetzelfde doel. Vero vond er een prachtig woord voor: "pelgrimskermis". Twee zussen uit La Reunion (sorry, geen accent op een Spaans klavier) spraken van "un boulevard vers Compostelle".
De eerste keer dat we met de mensenzee geconfronteerd werden, was in Saint-Jean-Pied-Le-Port (of zoals Nederlanders het plachten te noemen "Sein Zjan Pjee le Poort"). In dit plaatsje komen de vier pelgrimswegen uit Frankrijk tesamen, en heel wat wandelaars starten vanaf hier, dus toen we een overnachtingsplaats zochten, zagen we op elke deur "Complet" staan en begonnen we lichtjes te panikeren, maar uiteindelijk vonden we toch nog een herberg waar we plaats in een 6-persoonskamer kregen.
De regels in die herbergen zijn wel heel strikt; de deur gaat op slot om 21:30 of 22:00 uur, opstaan om 7:00u en weg om 8:00 uur. In Belorado, waar we een kamer voor ons alleen hadden, kwamen we om 8:05 uur beneden voor het ontbijt, en men zei ons dat we te laat waren. Het is dan ook een welgekomen afwisseling wanneer we, zoals nu in Burgos, in een 4-sterrenhotel kunnen overnachten.
Het weer is de laatste twee dagen omgeslagen. Er stond een harde westenwind die ervoor zorgde dat we in een "snelle afdaling", zoals dit vermeld stond in onze routegids, moesten bijtrappen om amper 14 km per uur te halen. Vero begon te sakkeren en vroeg of we de route niet konden veranderen om niet tegen de wind te moeten rijden. Natuurlijk konden we met de wind in de rug naar het Oosten rijden, maar dan zouden we onderweg van geloof moeten veranderen, want dan reden we richting Mekka. En wat als dan volgende week de wind uit het Oosten blaast?
We houden ons dus aan ons oorspronkelijke plan, en na onze rustdag in Burgos, waar we de prachtige kathedraal bezoeken, gaan we verder voor de resterende 550 kilometers westwaarts. Vanaf zondag zou de zon ook terug volop schijnen, zo begrijpen wij het weerbericht op televisie toch.
Wij hebben het slim aangepakt, geniaal zelfs. Althans, dat vinden wij zelf toch.
Een snelle berekening maakte immers duidelijk dat we in tijdsnood zouden raken om de eindbestemming te halen. Een fietser moet, om zijn Compostela te verkrijgen, de laatste 200 km kunnen bewijzen met 2 stempels per dag. En dus dachten wij dat het beter was om nu de route met 200 km "in te korten", dan de laatste 200 km niet te kunnen rijden.
Vero had de kaart goed bestudeerd, en ook het tweede routeboekje (dat we nog altijd hebben) goed gelezen, en dacht dat het na 5 fietsdagen een geschikt moment was om het traject van de Landes over te slaan door de trein te nemen. Wij waren in Cadillac aanbeland, en we konden de trein over Bordeaux naar Dax nemen, om vandaar onze route verder te zetten. Hiervoor waren er, naast het resterende aantal fietsdagen zoals vermeld, ook nog andere gegronde redenen: - de temperaturen swingen hier de pan uit. Het kwik stijgt moeiteloos tot in de 30°, en dat is toch wel warm om met bepakte fietsen op pad te gaan; - er is een overvloed aan muggen, die ons bij de beklimmingen meedogenloos aanvallen en het altijd gemunt hebben op oren, neus en mond; - Les Landes is een troosteloos landschap met ellenlange rechte wegen tussen naaldbomen.
Niet dat we nog niet gefietst hebben, hoor, de eerste dagen reden we gemiddeld 90 km per dag, omdat we niet gemakkelijk een overnachtingsplaats vonden, en het was niet eens onze eigen schuld... Toen wij op maandag omstreeks 18 uur in een dorpje kwamen, waar volgens onze gids een hotel en een chambre d'hôtes waren, bleek het hotel twee maanden geleden gesloten te zijn, en de dame van de chambre d'hôtes was ziek geworden en ontving ook geen gasten meer. Wij besloten dan maar om eerst te picknicken alvorens verder te zoeken naar een slaapplaats. Vero ging aanbellen bij een huis om water te vragen. Hoewel ik al lang weet dat ik me niet ongerust moet maken als ze niet binnen het half uur terug is, begon ik me af te vragen wat er gaande was, toen ze met een glimlach het plein op kwam en zei « onze slaapplaats is gereserveerd ». Had zij de kleinzoon van de dame van het huis aangesproken om op Booking.com een kamer voor ons te zoeken...
Met hernieuwde energie reden wij dan de laatste 10 kilometer naar Charroux, maar daar vonden we het gastadres niet. Bij navraag in de plaatselijke bar, waar de eigenaar al zijn terrasstoelen aan het binnenhalen was, bleek dat we een kamer hadden in een ander Charroux, zo'n 300 km daarvandaan !
Daar stonden we dan.
Maar plots kwam er een engel uit het café, die in perfect Engels zei dat zij wel een kamer voor ons had. Die streek wordt namelijk overspoeld door Engelse immigranten, die er huizen opkopen en renoveren, onze gastvrouw had zo al 2 huizen. We konden niet beter terechtkomen, we kregen nog een glas wijn aangeboden op de koop toe !
Zodoende overnachten wij nu in St.-Jean-Pied-de-Port, de laatste Franse halte voor de oversteek van de Pyreneeën. Het is nog altijd broeierig heet, en morgen moeten we een klim van 25 km over de col naar Roncevalles overwinnen. Daarna volgen er nog een kleine 800 kilometers door Galicië om onze eindbestemming te bereiken.
Het is eindelijk vrijdag. Vandaag neemt Jo de trein om bij haar te zijn.
De treinreiswinkel had een op papier perfecte reisroute uitgestippeld; van Brussel naar Lille met overstap in Froyennes, dan naar Parijs, waar tussen 2 stations gefietst moest worden, en dan met de TGV naar Tours. Na een ontbijt in de ouderlijke woning, met enkel confituur en choco om gewoon te worden aan het Franse ontbijt, fietst Jo dapper door Brussel naar het Zuidstation waar hij de trein richting Doornik neemt.
Door het monotone geluid van de rijdende trein droomt hij weg... Hij droomt van een bruingebrande en afgetrainde Vero die hij in Tours zal zien, maar bij de eerste overstap loopt het al mis. Froyennes is een stationnetje midden in de velden, en bij het uitstappen bekruipt hem een vreemd gevoel.
"De trein naar Lille stopt hier toch?", vraagt hij aan de conductrice. "Weet ik niet", antwoordt ze, "maar het staat zo op je boekingsbevestiging, dus zal het wel zo zijn."
Braaf wacht Jo dus aan het perron, tot om 10:26u, het uur dat de trein moest toekomen, de luidsprekers plots kraken en een moeilijk verstaanbare stem zegt dat de trein naar Lille vandaag niet rijdt. De volgende zou een uur later komen. De aansluiting naar Parijs zou dus gemist worden!
Toen hij dit per SMS aan Vero liet weten, kreeg hij als antwoord "Voor elk probleem is er een oplossing". Die is dus al helemaal Zen na 12 dagen op de fiets...
Over naar plan B: fietsen naar Rijsel. Hoewel hij had uitgerekend dat hij het niet zou halen -op minder dan een uur moest hij 24 km fietsen- begon Jo aan de tocht, puur op kompas, want een kaart had hij niet bij. Na een kwartier besefte hij dat hij evengoed kon wachten op de volgende trein, want de aansluiting miste hij sowieso. Dus reed hij terug, en geraakte een uur later dan gepland in Lille.
Daar kocht hij een nieuw ticket naar Parijs waar hij op tijd was voor de trein naar Tours.
Een nare droom? Nee hoor, gewoon een reisje met de NMBS.
Intussen beleefde Vero haar eigen nachtmerrie.
Op zondag 28/08 ontmoette zij een koppel uit Roeselare die ook de Camino fietsten. Toen zij in een cafeetje iets wouden gaan drinken, merkte Vero dat het routeboekje niet meer op haar bagagedrager lag. Hoe zou ze nu in Tours geraken? Ze besloot op haar stappen terug te keren, hierbij geholpen door een aardige Fransman Georges, die haar een lift aanbood in de auto. Maar het boekje vonden ze niet. Het Roeselaarse koppel had natuurlijk ook een gids bij, maar die waren al doorgereden. Geen probleem voor Georges, die prompt de achtervolging inzette. Na een tiental km hadden ze het koppel ingehaald, en konden ze "kopies" maken door een foto van de pagina's uit het boekje te maken.
Terug thuis bij Georges en zijn familie, begonnen ze de route over te tekenen in een atlas, want met de kleine fotootjes geraakte Vero ook niet ver. Intussen was het al zo laat geworden, dat Georges voorstelde om bij hen te blijven overnachten. Vero kreeg nog een avondmaal en mocht slapen in de kinderkamer, terwijl de oudste kinderen buiten in de caravan gingen slapen.
Ook kreeg ze een lekke band onderweg, althans ging de lucht er zachtjes uit en moest ze regelmatig bijpompen. Zij zocht een fietsenmaker in Chartres, maar de weinig commercieel ingestelde fietshandelaar zei haar dat ze twee dagen moest wachten vooraleer hij het kon repareren. Dus reed ze 40 km verder tot Bonneval, waar volgens de gids een andere fietsenmaker was. Daar aangekomen, sprak zij een sportieve man aan om te vragen waar deze was, maar toen bleek dat hij niet meer bestond. Was die sportieve man toch wel een ex-profwielrenner die nu bij de internationale wielerfederatie werkte en net terug kwam van de Olympische Spelen. En dat zo iemand banden kan plakken, is een evidentie.
Zo werd Vero gesterkt in haar overtuiging dat er voor elk probleem een oplossing is.
Eind goed, al goed.
Jo en Vero ontmoetten elkaar op het geplande tijdstip in Tours, van waar zij gezamenlijk hun pelgrimstocht zullen verderzetten.
Vanmiddag komt Wendy met de fiets op de
trein naar ons, om de eerste dagen samen te fietsen. Het is vanochtend nog een bezige dag geweest:
- 2 dwarsliggers bij de BIB gaan halen,
waarvan ik er 1 al mee neem. Zo heeft Jo ook 2 dwarsliggers om mee te
nemen.
- naar de A.S. waar ik toch de
fietsbroek van 64.95 ben gaan kopen, want ik verwacht goed weer en gezien er
nog bonnen over waren, was er geen twijfel meer!
- ook met het stempelboekje naar de
Kathedraal geweest, en mijn eerste stempel staat in het boekje. Daar was
een koppel uit Gouda dat naar Compostella reed. Zij gingen hier even van
de route af, om in Noord-Frankrijk vrienden te bezoeken, zij hadden 7 weken
uitgetrokken en waren hun tweede dag op tocht.
s Middags dan vertrokken onder luide
toejuiching van een aantal buurvrouwen; ondertussen is iedereen op de hoogte,
want bellenvrouw Francine laat niet na het bekend te maken dat ik vertrek. En door het attribuut aan mijn stuurtas ziet iedereen naar waar ik fiets
Dinsdag
Het komt goed uit dat ik me vergist heb in de afstand die we
moeten fietsen, want het is nog warmer dan gisteren. De 45 km van vandaag kunnen we in een rustig
tempo afleggen en we kunnen uitgebreid siësta houden. Hoewel, we liggen onder een boom in de
schaduw, en mijn GPS geeft 35° Celsius aan.
De tweede dag al dat internet niet werkt op mijn smartphone,
zelfs de mensen aan wie ik het gevraagd heb krijgen de Wifi niet aan de
praat. Ik zal dan maar een SMS naar Jo
sturen zodat hij mij kan helpen.
Woensdag
Vandaag verjaart mijn schoonzus; ik heb Jo haar Gsm-nummer
gevraagd zodat ik haar per SMS kan feliciteren.
Wij zetten onze tocht verder richting Cambrai, maar door alweer die
hitte stoppen we ermee na 45 km. We
vinden in een dorpje een vakantiewoning die we voor 1 nacht mogen huren. s Avonds leert Wendy me hoe Facetime werkt,
ik probeer Jo te bellen.
Donderdag
Vandaag was ik om 13u20 in Cambrai en heb besloten hier te
overnachten: mooie stad, dus bezoekje waard, en met een hitte van 35 graden is
het toch nodig om een lange middagpauze te houden. Om verkoeling te
zoeken kan ik straks enkele kerken van binnen bekijken.
De prijzen van de kamer stijgen met de afstand, maar dit is niet evenredig met
de service; nu betaal ik al 55,00 zonder ontbijt.
Ik heb intussen gemerkt dat ik mijn zwarte windjack niet mee heb, maar ik heb
deze nog niet gemist🌞. Ik zal Jo toch maar vragen die mee te
brengen, voor het geval het slechter weer wordt.
Met de Mio moet ik te veel geduld hebben, naar mijn normen toch; hij wil me dan
absoluut de statistieken tonen -nota bene zonder het gevraagd te hebben-,
terwijl ik nood heb om de weg te tonen. Ook mag ik niet te lang stilstaan
of hij moet opnieuw opgestart worden. Er blijven nog 488 km over tot
Tours, dus mocht het een kortere rit worden.
Wendy heeft 54 km terug gefietst en zit reeds op de trein huiswaarts (zij had
wind in de rug).
Vrijdag
Tweede dag alleen om de resterende kilometers af te leggen
tot Tours, waar ik Jo zal opwachten als hij met de trein toekomt op 2
september. Ik heb dus nog 8 dagen en
moet maar iets meer dan 60 km per dag afleggen, als ik alle dagen zou
fietsen. Maar ik wil zeker in Chartres
een extra nacht blijven, misschien komen mijn buurvrouwen dan op bezoek; ik zal
de afstand iets moeten opdrijven
Zaterdag
Ik heb vannacht onder de blote sterrenhemel geslapen, want
ik had een overnachtingsplaats op een terrein met cabanes, en daarbinnen was
het veel te warm en hoorde ik een vervelend piepend geluid. Ben gewoon buiten gaan liggen Ik heb ook op
de markt een kabeltje voor de gsm gekocht. Van bij het begin van de reis
was er een slecht contact en laadde de gsm niet goed meer op, maar gisteren lukte
het helemaal niet meer. Dus 's middags even opgeladen met de powerbank
(met behulp van een vriendelijke Marokkaanse marktkramer), en een nieuw gekocht
voor slechts 5 in plaats van bij Apple 29.
...beleefd door Jo
Maandag
Relax naar het werk vertrokken, zoals elke
maandagmorgen. Het was een afscheid zoals op de Kiss&Ride zone aan de school, "een kusje en dan weg"; ik bevat het nog niet goed dat ik Vero 2 weken niet zal zien. Op het werk zie ik plots
de elektronische factuur van A.S. Adventure binnenkomen: Proficiat met de
aankoop van je nieuwe fietsbroek, Jo!
Staan we zaterdag uren in die winkel en twijfelt zij of ze die broek wel
zou kopen, want het is (te) duur, en nu heeft ze die plots toch gekocht. Tja!
Dinsdag
Alleen eten is toch niet zo prettig, dus vanavond nodig ik
vriend Kris uit om na onze wekelijkse zwembeurt een spaghetti te komen
eten. Wij zitten nog gezellig in de tuin
als plots een SMS binnenkomt: Kan je me eens bellen?. Heb ik nu toch een tienerdochter wiens
belkrediet opgebruikt is?
Het probleem van de Wifi kan ik van op afstand natuurlijk
niet oplossen, maar het is leuk om haar te horen, ook al is het slechts één dag
geleden dat we mekaar nog zagen.
Woensdag
Na het werk moet ik met het openbaar vervoer naar Dilbeek,
want mijn zus geeft een BBQ voor haar verjaardag. Het is een goede verbinding, maar het nadeel
is dat de laatste bus terug naar Brussel al om 22:15u rijdt, en dan hebben we
ons dessert nog niet gehad. Ook krijg ik
plots een oproep via Facetime op mijn gsm; Vero verdiept zich in de nieuwe
technologieën, maar het lukt wel pas vanaf de tweede keer. We hebben live contact met Frankrijk, waar
Wendy en Veronique een verjaardagsliedje zingen voor mijn zus. Omstreeks 23:15 uur word ik dan naar huis gevoerd,
maar wegens wegenwerken hebben we meer dan 40 minuten in de file gestaan! Moe kruip ik in bed om 0:30u, het stoort me
niet dat ik alleen lig.
Donderdag
Alweer een drukke avond, ik moet me haasten om op tijd te
zijn. Mechelen in Beweging organiseert
een Fietseling, en met de Fietsersbond begeleiden Jan en ik een fietstocht van
30 km naar Rijmenam. Om 18:30u moet ik
al op het stationsplein zijn en de bio-groentjes moeten nog afgehaald worden,
wat zou het handig geweest zijn dat Vero die kon gaan halen Na de fietstocht worden we getrakteerd op een
hapje en (meerdere) drankjes, want door de hitte was de opkomst eerder
mager. Ik realiseer me dat ik deze week
nog maar 1 keer gekookt hebt, en ik moet een volledig groentepakket alleen verorberen en heb nog de opdracht om de diepvriezer te
ledigen; wat moet ik met de zak kroketten in de
diepvries?...
Vrijdag
De werkweek is voorbij gevlogen, het was er dan ook redelijk
druk. Vanavond organiseert Francine een
drink voor de geboorte van haar achterkleinkind Mila. Ik besluit overdag om snel een kadootje te
kopen en toch even langs te gaan, al had ik op een rustige avond gehoopt. Iedereen vraagt naar informatie over Veronique,
en bewondert haar moed om alleen op stap te gaan. Ik verlaat het gezellige samenzijn omstreeks
20:30u, eet de opgewarmde spaghetti die in de week over was, en kan toch nog rustig
in mijn eentje afsluiten met de film Cidade de Deus.
Zaterdag
Vandaag moet er gewerkt worden! Het BBQ-stel mag terug op stal gezet worden en
moet eerst gereinigd worden, het raam op de eerste verdieping sluit niet goed
meer, ik moet nog wat administratief werk verrichten voor de Fietsersbond en er moeten kleren gewassen worden, want ik heb geen propere onderbroeken
om mee te doen. Ik was twee machines, en
in de tweede steek ik het beetje gekleurde was dat er over was na de eerste
beurt. Oeps, was dit T-shirtje niet wit? In elk geval vind ik het een geslaagde
remake, niemand zal er wat van merken.
s
Avonds alweer met de buurvrouwen naar het Mosselfeest van café Tilt; ik waan
me een Perzische koning die op stap is met (een deel van) zijn harem. Wij eten lekkere Zeeuwse mosselen en daarna
ga ik nog alleen de stad in, want het is Maanrock en het optreden van Admiral Freebee wil ik
niet missen. Daarna blijf ik nog even
voor de Jeugd van Tegenwoordig, maar die kunnen me niet zo bekoren, en om 0:30u
ben ik terug thuis om mijn 6e nacht alleen in bed door te brengen.
Zondag
Vanmiddag fiets ik naar Dilbeek, om een onderhoud van mijn fiets te laten uitvoeren; zo staat hij ook onmiddellijk klaar om te vertrekken, want omdat ik vrijdag redelijk vroeg in Brussel Zuid moet staan, zal ik donderdagavond bij mijn ouders overnachten. Het is warm, en ik begrijp wat Vero de voorbije dagen ondervonden heeft. Het lukt niet goed om de 50 km af te leggen, mijn drinkbus is al na 1 uur leeg en ik heb geen mueslireep of dergelijks bij. Afgepeigerd kom ik aan bij mijn zus, die mij uitgenodigd heeft om de topper Anderlecht-Gent te gaan bekijken.
's Avonds met het openbaar vervoer naar huis, wij zijn klaar om de laatste werkweek te starten.
Het heeft lang geduurd, maar wij hebben terug de tijd gevonden om een grotere fietstocht te maken.
En na de zovele verhalen van fietsers die bij ons bleven slapen op weg naar Santiago de Compostella, kiezen we deze keer het Noordwesten van Spanje als eindbestemming.
Verschil met de vorige tochten, is dat Vero een stuk alleen zal afleggen, aangezien zij meer verlof heeft dan Jo. Zij vertrekt vanuit Mechelen en rijdt in tien dagen tot Tours aan de Loire, en als alles goed gaat, treft Jo haar daar begin september na een treinreis vanuit Brussel Zuid. De hele maand september rijden zij dan samen de pelgrimsroute naar Spanje. Hopelijk is het dan nog goed weer, zodat Jo niet voor niets met al het kampeermateriaal zeult...
Nog een verschil is dat we met steeds meer elektronisch materiaal op schok moeten gaan; nieuwste aanwinst is een GPS, waarin we de hele route hebben kunnen downloaden, zodat we niet altijd het routeboekje hoeven te raadplegen. Maar de verschillende testritten hier in België maakten ons duidelijk dat we de boekjes zeker moeten bijhebben om regelmatig te kunnen consulteren als we de instructies van de Mio niet goed begrepen hebben.
Via onze gebruikelijke blog voor verre reizen zullen wij foto's en verhalen delen zodat jullie nu en dan onze exploten kunnen volgen.
Onze 2 maanden-reis is tot een einde gekomen. Na ons vorige bericht hebben wij nog 2 dagtochten gemaakt (89 km + 94 km) om aan te komen in Puerto de Santa Maria, waar wij de (overzet)boot genomen hebben tot Cádiz, waar wij deze stad in twee dagen bezocht hebben en heel lekkere paëlla gegeten hebben. Van daar ging het dan met de trein naar Sevilla, waar wij al wel op citytrip geweest waren, maar die voor ons zo een boeiende stad is dat wij er wel meer willen komen. Wij gingen er onder meer naar een authentieke Flamenco-avond. Vorige zondag namen wij dan de bus naar de luchthaven, ook wel een onderneming gezien het een gewone stadsbus is waar je de fiets in het middenpad moet stallen, en finaal gingen wij dan met het vliegtuig tot Zaventem, waar wij een temperatuurshock kregen, want het is hier wel 20° minder dan in Sevilla.
Op deze reis fietsten wij in het totaal 3.527 kilometers op 46 fietsdagen, namen tussendoor 6 rustdagen en sloten af met 4 dagen "citytrip". Het daggemiddelde komt hiermee op 77 km/dag, maar dit lag in Frankrijk iets hoger dan in Spanje, vanwege het vele klimmen in het binnenland van Spanje.
Eén van de vele voordelen van reizen met de fiets is dat je je plannen voortdurend kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden zoals het weer, de goesting, de transportmogelijkheden en dergelijke meer. Wat wij nu ook beslist hebben te doen!
Sinds Cazorla kennen wij namelijk terug warmere temperaturen, en hier en daar doen al wat spiertjes en/of gewrichtjes pijn, dat wij nu doorrijden naar het einde van de oude wereld, Cadiz. Van daaruit zullen wij dan de trein tot Sevilla nemen om met het vliegtuig (helaas) terug te keren. Op die tocht naar het "uiterste" zuiden van Spanje zijn wij nu beland in Ronda, waar er nog water in het zwembad van de camping staat (normaal tot 30 september, maar wegens het goede weer houden ze langer open); we hebben er dankbaar gebruik van gemaakt, al was het inderdaad heel koud water.
Op onze weg naar hier ontdekten wij een leuk Andalusisch stadje, Lucena, waar wij in een viersterrenhotel in een oud gerenoveerd klooster geslapen hebben en zo van een uitgebreid ontbijtbuffet hebben genoten. In Campillos waren wij op het moment dat de processie uitging (20u was ons gezegd, maar zij waren vertrokken om 20u45; Spanje, hé ), en wij zagen alle dorpelingen feestelijk uitgedost langs de straat flaneren. Onze route ging ook nog langs een heel slechte weg bezaaid met grote keien en grind; het ging dan wel bergaf, maar wij moesten constant remmen en uitwijken voor keien en putten en tegenliggers (jaja, met de wagen reden ze er ook nog over). Resultaat was dat onze fietsen en bagage daarna terug helemaal vuil en bestoft waren, nadat Jo ze de vorige dag op de camping had gekuist. Maar het was die avond dat wij in Lucena gingen slapen, en niemand gaf ons een opmerking dat wij daar zo bevuild toekwamen.
Ook kwamen wij een enthousiast Canadees fietskoppel tegen dat ons kruiste op de weg naar Ronda. Zij waren overgevlogen met fietsen en al om hier... 9 dagen te fietsen. Zij konden maar niet begrijpen dat wij al 7 weken onderweg waren.
Hier in Ronda hebben wij nu onze zevende rustdag gehouden en het prachtige maar toch wel zeer toeristische stadje bezocht. De route naar Cadiz bedraagt minder dan 200 km, en zo komen wij toch nog eens aan de zee in plaats van in het binnenland te blijven rondtoeren.
Het einde komt dus stilaan maar zeker dichterbij.
Onze etappes: Riopar - Tranco 72 km Tranco - Cazorla 63 km Cazorla - Mancha Real 77 km Mancha Real - Martos 54 km Martos - Lucena 79 km Lucena - Campillos 73 km
Vraag eender welke Spanjaard of hij gek genoeg is om meer dan 12 kg op de fiets mee te nemen om te kamperen, en je krijgt als antwoord "Ik niet, maar Jo wel !!" Wij zijn nu in Cazorla, en kunnen na 2 weken in Spanje eindelijk nog eens kamperen op een camping uitgebaat door Nederlanders. Bij alle andere pogingen bestond de camping niet meer of stonden wij voor een gesloten camping, want -zo zei een ober ons- het is al te koud... Wij moeten eerlijk toegeven dat het inderdaad kouder is dan in Frankrijk, het is hier maar achter in de 20 graden Celsius. 1 keer hebben wij het anders opgelost en hebben onze tent opgezet in het veld, hoewel we denken dat wildkamperen niet meer mag in Spanje. Wij hadden toen meer dan 100 km gereden en moesten er 24 extra bijdoen om een slaapgelegenheid te vinden, en dat vonden wij er net over, dus zochten wij een klein weggetje en reden een 500m het veld in en vonden daar een goed plekje (foto).
De voorbije week was voor ons trouwens heel afwisselend op gebied van landschap en natuur. Na Teruel trokken wij richting Cuenca met de hangende huizen en daarna verder zuidwaarts in Castilla-La Mancha, de streek waar moderne Don Quichotes nog steeds hun gading kunnen vinden, want hier staan honderden windmolens om energie op te wekken, evenals grote parken zonnepanelen. Enige nadeel voor ons was dat de wind meestal op kop heeft geblazen, en zelfs al was het landschap glooiend, toch raakten wij met hard trappen slechts moeizaam vooruit. Een paar keer kwamen wij dan 's avonds hetzelfde Nederlandse koppel uit Arnhem tegen, die naar eigen zeggen graag een daggemiddelde van 100-110 km reden, maar hier in Spanje ongeveer dezelfde afstanden als wij deden. Wij hadden telkens wel een leuke babbel over verschillende thema's zoals de Belgische en Nederlandse politiek, voetbal, wielrennen (Giro), geschiedenis, Calvinisme enz...
Na La Mancha trokken wij terug door de bergen, waar wij een aantal passen over moesten met welluidende namen zoals puerto de las palomas of puerto de la cabritta, maar al die duifjes en geitjes zijn verdomd moeilijk te bestijgen. Daarenboven wordt het klimmen nog eens extra lastig gemaakt door de Spaanse vlieg. Geloof maar niet dat je er opgewonden van geraakt, ze irriteert je mateloos; alsof ze perfect weten dat je bij het klimmen je stuur vasthoudt met beide handen, komen ze van bij de eerste meters bergop rond je oren zoemen, schamen ze zich niet om zich aan het zweet op je lippen te laven, of zouden ze soms zelfs in je neus kruipen als je niet tijdig de adem uitblaast. Dit alles kunnen wij echter verdragen omdat wij door prachtig natuurschoon fietsen.
Zo reden wij door het grootste natuurpark van dit land (tweede grootste van Europa met een oppervlakte van 240.000 ha) en verrasten op 5 verschillende plaatsen hertjes die dicht bij de weg aan het grazen waren, maar een goede foto zat er niet in.
Na onze rustdag van vandaag zakken wij dieper Andalusië in, en over een goeie 450 km zullen wij Sevilla bereiken. Zet de gazpacho al maar koud, wij komen er aan!!!
Onze etappes: Teruel - Frias de Albarracin 66 km Frias - Cuenca 89 km Cuenca - Alarcón 80 km Alarcón - Balazote 106 km Balazote - Alcaraz 54 km Alcaraz - Riopar 58 km
... want anders gaan wij er niet geraken. Wij zijn nog maar 500 km gevorderd in Spanje en overnachten nu in Teruel, een stad die in 1171 door Alfonso II op de Moren is heroverd en waar heel wat gebouwen in de Mudejar-stijl te zien zijn. Wij hebben wel al twee gebergten doorkruist, de Sierra Catalunya en de Maestrazgo, waar wij de hoogste col van de route, de Puerto de Villaroya beklommen hebben (voor sommigen is dit een "colleke" van 1700 meter hoogte, maar wij zijn toch fier dat wij met onze bagage boven geraakt zijn).
Bij vertrek uit Girona waren de weergoden ons iets gunstiger gezind; er had 's nachts een onweer gewoed en de temperatuur was gezakt tot een aangename 18º C, heerlijk fietsweer. Toch hebben wij het gewicht herverdeeld en Jo vervoert nu wat meer kilo's dan in Frankrijk, omdat Vero van de hitte last had bij het klimmen en het de dagen daarna ook telkens weer in de twintig graden werd. Op onze eerste beklimming van Anglès naar Sant Hilari (25 km) staken wij zelfs een mountainbiker voorbij, en dat met al onze kilo's en zéro komma zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro... mg glenbuterol in ons bloed!
De volgende dag, na de lunch in Manresa, klommen wij gedurende 17 km met aan onze linkerkant een prachtig zicht op de rotsformatie van Montserrat. Die nacht sliepen wij in een ietwat verouderd hotel in Igualada, waar het "ontbijt" in de overnachtingsprijs inbegrepen was. Wij maken ons al lang geen illusies meer over het Spaanse ontbijt, hoor, meestal is het gewoon een kop koffie met 1 croissant, alleszins te weinig om als fietser de bergen op te geraken. In het bergdorp Herbés kregen wij koffie met madeleinen als ontbijt, en antwoordden wij met een gretige "Sí" als hij vroeg of wij er meer wouden. Maar zelfs volgepropt met madeleinen is een klim van 8% niet van de poes. Die dag besloten wij dan ook een stukje van de route met de bus te doen, maar met een goede reden; de weg tussen La Mata en Cantavieja is namelijk in zo'n slechte staat dat het echt moeilijk fietsen zou zijn, om niet te spreken van mogelijke schade aan het materiaal. De bus reed zelf maar 35 km/u, en alles schudde en rammelde en wij als enige passagiers kregen zo een gratis massage.
Vanmiddag hadden wij dan tijd om Teruel te bezoeken, en morgen gaat het matig klimmend verder richting Cuenca, waarna wij Don Quichote kunnen achterna gaan in de rustig glooiende streek La Mancha. Wij hopen vanaf nu terug meer te kunnen kamperen, totnogtoe is dit ons slechts 1 keer gelukt na Girona, en wij moeten toch een reden hebben om dat gewicht mee te sleuren, niet?
Onze etappes: Girona - Toná 80 km Toná - Igualada 77 km Igualada - Vilanova de Pradès 81 km Vilanova - Gandesa 77 km Gandesa - Herbés 76 km Herbés - Morella - Cantavieja 22 km + 43 km met de bus Cantavieja - Cedrillas 60 km Cedrillas - Teruel 31 km
Dit bericht schrijven wij vanuit Girona, een leuk stadje in het Noorden van Spanje en een aanrader voor een city trip; Je kan hier trouwens makkelijk geraken vanuit België: je neemt een vlucht van Brussels Airlines naar Barcelona, en van daar gaat er alle 20 minuten een trein richting Girona. Een uurtje sporen door het prachtige Catalaanse landschap, dat wij vanaf morgen zullen doorfietsen, en je bent in deze levendige stad. Zeker doen! Wij hebben ondertussen ook onze eerste lekke band moeten vervangen op een enigszins bizarre locatie. Na de beklimming vanuit Tuchan naar Belesta via Latour-de-France (is een dorpje, wij hebben niet de hele tour op 1 dag gedaan) en Cassagnes was ons water weeral op, en terwijl wij afdaalden naar Ille-sur-Têt zagen wij een bord "ici boissons fraîches" en stopten prompt om bij te tanken. De uitbater bediende ons in ontbloot bovenlijf maar wekte bij ons geen argwaan. Pas toen wij van hem zijn Mac mochten gebruiken om foto´s op onze blog te zetten, stootten wij op foto´s van de uitbater en anderen in adamskostuum. Bleek dat wij op een naturistencamping beland waren, maar onze cola mochten wij toch nog gekleed uitdrinken... Toen wij daar wouden vertrekken, stond Vero´s achterband plat en moest deze vervangen worden in de verzengende hitte.
Daags nadien moesten wij de grens in de Pyreneeën over op de Col de Manrell, niet eens zo hoog (730 m), maar het was toch een klim van een goeie 12 km. Het was warm (of hebben wij dit al gezegd?) en de weg was de laatste 3 km steil en in slechte staat dat het toch nog vermoeiend werd. Maar eens in Spanje lag er een prachtige asfaltweg die wij geruisloos konden afdalen, met zicht op de dorpen aan de Costa Brava zoals Roses en L´Estartit.
Wij sliepen nog 1 nacht op een camping 10 km ten zuiden van Girona, ook al was die feitelijk gesloten, en zijn de dag nadien naar de stad doorgereden. Tussenstation bereikt; op de teller staan 1906 kilometers.
Maar nu komt het zwaarste stuk, vrezen wij. Het kwik stijgt dagelijks nog makkelijk naar 30º C en meer, en de beklimmingen zouden zwaarder zijn dan wat wij in Frankrijk hebben moeten doen. Wij zullen dus verder trekken op het Spaanse ritme dat wij hier in Girona al hebben leren kennen: ontbijt vanaf 9u, een beetje fietsen tussen 10 en 12, siësta van 12 tot 16u en terug een beetje fietsen van 16 tot 18u. Aangezien wij hier toch pas kunnen dineren vanaf 20u, hebben wij tijd genoeg om een douche te nemen en nog wat te rusten.
En we kwamen in het zuiden, aan de Middellandse Zee
"Les zjang commans a parlee drolemang", wij zien weer wijngaarden en meer en meer olijfbomen, mannen kussen elkaar, wij passeren zandkleurige huisjes met lichtblauwe luikjes, de WC's zijn meer en meer van het Franse type (zelf noemen zij het "Turkse WC", maar het zit even ongemakkelijk), en alles ... gaat ... hier ... ietskes ... trager: WIJ ZIJN IN HET ZUIDEN !!
Het routeboekje zei ons dat wij na Le Puy het Centraal Massief in zouden fietsen, en dat wij veel moesten klimmen, en dat hebben wij geweten. Aan een gemiddelde van 12 km/u kropen wij de hellingen op, maar wij kregen er mooie vergezichten voor terug. Het was ook weer warm, en wij hadden lang moeten zoeken naar het begin van de oude spoorweg, de voie verte om Le Puy uit te geraken. Na het klimmen begonnen wij aan een kilometerslange afdaling en kwamen zo in Pradelles, waar wij in een gîte sliepen waar ooit Robert Louis Stevenson (op weg door de Cevennen met een ezel in de 18e eeuw) het middagmaal genoten had.
De dag daarna ging het bergafwaarts door het dal van de Chassezac, en gelukkig maar, want het was nog warmer dan de dag ervoor en bij aankomst omstreeks 18u op de camping in Les Vans was het nog altijd 32°C. Wij hadden geen ontbijt voorzien de volgende dag, en hadden dus snel alles opgeruimd zodat wij al om 9u van de camping weg waren. Maar in het dorp zaten wij dan op een terrasje met het gekochte brood en koffiekoeken, en namen een koffie en lazen de krant; een echt vakantiegevoel dat maakte dat wij pas om 11u vertrokken. Maar de route beloofde makkelijk te worden. Dit was echter buiten de hitte gerekend, die dag werd het heel heet en kwamen wij na elke beklimming met een vuurrood koppeke boven op de helling. Vero dacht dat haar bloed kookte, en ik dacht dat ik uit haar neus een rode stoom zag komen, dus dat kon wel waar zijn (of hallucineerde ik ook door de hitte?). Wij zaten nog volop in de "bergen" en vonden niet zoveel gelegenheden om water bij te tanken, behalve dan een eenzame boer in een bergdorp die er 2 kussen van Vero voor in de plaats wou. Wij dachten die dag 70 km te fietsen, het werden er uiteindelijk meer dan 90...
Na deze inspanning wou Vero de volgende dag een korte rit, en zo gebeurde het. Op het gemak gingen wij naar omhoog om in de vallei van L'Hérault te komen, waar wij in een mooi, zij het toeristisch dorpje terechtkwamen, St.-Guilhem-Le-Désert. Wij namen er een extra lange middagpauze met veel drankjes alvorens naar onze eindbestemming verder te fietsen, St.-André, waar wij een camping met zwembad vonden en wij zo de nodige afkoeling konden zoeken.
Vorige zaterdag kwamen wij dan voorbij Béziers aan de Middellandse Zee, en hoewel de route niet vlak langs de kust liep, deden wij een ommetje om de zee te zien. Iets voorbij Béziers langs het Canal du Midi stonden wij dan op een camping in Colombiers, waar de TGV vlak achter onze tent raasde, maar toch sliepen wij als roosjes.
Zondag hadden wij dan nog een kleine 90 km af te leggen om bij onze kennissen Frieda en Gérard in Tuchan aan te komen, waar wij zo goed ontvangen werden dat wij besloten om onze derde rustdag hier in te plannen.
Vandaag zullen wij dan de grens oversteken, volgend bericht waarschijnlijk vanuit Spanje!
Onze etappes: Le Puy - Pradelles 63 km Pradelles - Les Vans 70 km Les Vans - St. Hippolyte-du-Fort 97 km St. Hippolyte - St. André 64 km St. André - Colombiers 92 km Colombiers - Tuchan 89 km