Van Mechelen naar Santiago de Compostela Via deze blog zullen wij jullie net als tijdens onze reizen naar Budapest en Sevilla op regelmatige tijdstippen informeren over onze reiservaringen. Voor ongeruste familieleden kan deze blog ook dienst doen als "teken van leven". (panikeren mag indien er twee weken geen nieuws verschenen is...)
22-09-2016
Waar zitten ze nu toch?
Dit is waarschijnlijk de vraag die bij de meesten van jullie op de lippen brandt, of niet?
Wel, hier is het antwoord: wij zijn in Gallicia aangekomen nadat wij de Cebreiro beklommen hebben. Dit was de laatste grote klim van 33 kilometer lang, nadat we gisteren al naar het Cruz de Ferro gereden waren. En ja, we hebben ervan genoten, want intussen is onze conditie toch wel weer verbeterd, al zeggen we het zelf! Niet dat we de berg oprijden tegen 20 per uur zoals de renners in de Tour de France, bij ons gaat het tegen de helft van die snelheid, maar we geraken toch boven en recupereren heel snel.
Zodoende zitten we op minder dan 150 km van Santiago en kunnen we ons doel in 2 dagen bereiken; hadden we toch maar in les Landes blijven fietsen...
Dan maar een vervolg eraan breien, zo dachten we, en we gaan dus door tot Capo Finisterra, "het einde van de wereld".
Er is echter een praktisch probleem opgetreden.
Zoals eerder vermeld, moeten we de laatste 200 km kunnen bewijzen met 2 stempels per dag. En laat dat nu net vandaag niet gelukt zijn, althans niet voor Veronique. Terwijl Jo 's morgens moeite deed om Villafranca de Bierzo de toeristische dienst te zoeken om een "sello" te vragen, dacht zij dat we onderweg nog wel stempels zouden kunnen krijgen, en dus wou ze niet met Jo terugrijden. En zie, 's avonds komen we in Triacastela, onze overnachtingsplaats, en heeft zij nog geen enkele stempel...
Dan maar gauw in het pension waar we slapen een stempel gevraagd, en een tweede in de St.-Jacobskerk, maar ze twijfelt toch sterk of 2 stempels van dezelfde plaats geldig zijn.
Benieuwd wie van ons twee aan de meet de Compostela uitgereikt krijgt...
Je kent ze wel, de "materialisten" die altijd de laatste snufjes willen op gebied van electronica en dergelijke. Vanaf vandaag mag ik mezelf tot deze groep rekenen, want ik heb voor mijn verjaardag een fietscomputer (gevraagd en) gekregen waarop ik de temperatuur kan aflezen, en nu blijkt dit een totaal overbodige functie te zijn, want ik kan dit aflezen op het gezicht van Vero.
Het inspireerde me tot volgende wedstrijdvraag:
Hoe warm was het op het moment dat deze foto genomen werd?
De winnaar wordt uitgenodigd op een Spaanse tapas-avond met rijkelijk vloeiende Rioja Creanza-wijn. Wanneer je teveel hiervan zou gehad hebben, kan je ook nog in onze pelgrimsherberg in Mechelen blijven overnachten.
Wij werden beloond voor onze volharding in het geloof; na onze rustdag in Burgos woei de wind uit het Noordoosten en konden we verder vaart maken naar het Westen. De temperatuur maakt het fietsen ook gemakkelijker; 's morgens fris, maar overdag klimt het kwik naar een aangename 23 graden.
Zodoende waren we gisteren in Leon beland en namen de tijd om deze mooie stad te bezoeken. Hierna hebben we immers terug wat bergen te beklimmen, de Montes de Leon, waar we onder meer het ijzeren kruis zullen passeren.
Er zijn nog altijd heel veel pelgrims op de weg, vooral wandelaars, en Vero merkt steeds op hoe deze getekend zijn door de tocht. We zien er nog weinig die geen steunverband aanhebben rond knie of enkel, en nog minder die geen enkele blaar op de voeten vertonen (dit zien we vooral 's avonds wanneer de wandelaars steevast teenslippers aanhebben).
Het heeft Vero een nieuwe obsessie bijgebracht. Alsof ze wil bewijzen dat het beter is om de tocht per fiets te ondernemen, fixeert ze zich op de onderste ledematen van de stappers en legt ze een fotocollectie aan van "pijnlijke voeten"; ze fotografeert enkels, hielen, tenen die volgens haar tekenen vertonen dat ze er genoeg van hebben, en ze houdt zich nog net in om de eigenaar van die ledematen erop te wijzen dat hij of zij beter zou fietsen.
Eergisterenavond in het restaurant zagen we zelfs een man die zich met twee stokken van de stoel moest heisen en dan naar de herberg strompelde.
Met onze gezondheid gaat het dan inderdaad wel beter. Buiten af en toe nekpijn hebben wij geen noemenswaardige kwetsuren gehad.
Met het materiaal daarentegen hebben we wat meer tegenslag: bij Vero is voor de vierde maal al de achterband vervangen. De laatste maal was wel onze eigen schuld; aan een tankstation hadden we de banden opgeblazen, maar te hard, zodat 200 meter verder de band ontplofte, net toen we er terug lucht wouden uitlaten omdat Vero gemerkt had dat er iets niet klopte.
Maar dit hoort allemaal bij een fietsvakantie, niet?