Van Mechelen naar Santiago de Compostela Via deze blog zullen wij jullie net als tijdens onze reizen naar Budapest en Sevilla op regelmatige tijdstippen informeren over onze reiservaringen. Voor ongeruste familieleden kan deze blog ook dienst doen als "teken van leven". (panikeren mag indien er twee weken geen nieuws verschenen is...)
04-10-2011
Yo no, pero Jo sà !!
Vraag eender welke Spanjaard of hij gek genoeg is om meer dan 12 kg op de fiets mee te nemen om te kamperen, en je krijgt als antwoord "Ik niet, maar Jo wel !!" Wij zijn nu in Cazorla, en kunnen na 2 weken in Spanje eindelijk nog eens kamperen op een camping uitgebaat door Nederlanders. Bij alle andere pogingen bestond de camping niet meer of stonden wij voor een gesloten camping, want -zo zei een ober ons- het is al te koud... Wij moeten eerlijk toegeven dat het inderdaad kouder is dan in Frankrijk, het is hier maar achter in de 20 graden Celsius. 1 keer hebben wij het anders opgelost en hebben onze tent opgezet in het veld, hoewel we denken dat wildkamperen niet meer mag in Spanje. Wij hadden toen meer dan 100 km gereden en moesten er 24 extra bijdoen om een slaapgelegenheid te vinden, en dat vonden wij er net over, dus zochten wij een klein weggetje en reden een 500m het veld in en vonden daar een goed plekje (foto).
De voorbije week was voor ons trouwens heel afwisselend op gebied van landschap en natuur. Na Teruel trokken wij richting Cuenca met de hangende huizen en daarna verder zuidwaarts in Castilla-La Mancha, de streek waar moderne Don Quichotes nog steeds hun gading kunnen vinden, want hier staan honderden windmolens om energie op te wekken, evenals grote parken zonnepanelen. Enige nadeel voor ons was dat de wind meestal op kop heeft geblazen, en zelfs al was het landschap glooiend, toch raakten wij met hard trappen slechts moeizaam vooruit. Een paar keer kwamen wij dan 's avonds hetzelfde Nederlandse koppel uit Arnhem tegen, die naar eigen zeggen graag een daggemiddelde van 100-110 km reden, maar hier in Spanje ongeveer dezelfde afstanden als wij deden. Wij hadden telkens wel een leuke babbel over verschillende thema's zoals de Belgische en Nederlandse politiek, voetbal, wielrennen (Giro), geschiedenis, Calvinisme enz...
Na La Mancha trokken wij terug door de bergen, waar wij een aantal passen over moesten met welluidende namen zoals puerto de las palomas of puerto de la cabritta, maar al die duifjes en geitjes zijn verdomd moeilijk te bestijgen. Daarenboven wordt het klimmen nog eens extra lastig gemaakt door de Spaanse vlieg. Geloof maar niet dat je er opgewonden van geraakt, ze irriteert je mateloos; alsof ze perfect weten dat je bij het klimmen je stuur vasthoudt met beide handen, komen ze van bij de eerste meters bergop rond je oren zoemen, schamen ze zich niet om zich aan het zweet op je lippen te laven, of zouden ze soms zelfs in je neus kruipen als je niet tijdig de adem uitblaast. Dit alles kunnen wij echter verdragen omdat wij door prachtig natuurschoon fietsen.
Zo reden wij door het grootste natuurpark van dit land (tweede grootste van Europa met een oppervlakte van 240.000 ha) en verrasten op 5 verschillende plaatsen hertjes die dicht bij de weg aan het grazen waren, maar een goede foto zat er niet in.
Na onze rustdag van vandaag zakken wij dieper Andalusië in, en over een goeie 450 km zullen wij Sevilla bereiken. Zet de gazpacho al maar koud, wij komen er aan!!!
Onze etappes: Teruel - Frias de Albarracin 66 km Frias - Cuenca 89 km Cuenca - Alarcón 80 km Alarcón - Balazote 106 km Balazote - Alcaraz 54 km Alcaraz - Riopar 58 km
... want anders gaan wij er niet geraken. Wij zijn nog maar 500 km gevorderd in Spanje en overnachten nu in Teruel, een stad die in 1171 door Alfonso II op de Moren is heroverd en waar heel wat gebouwen in de Mudejar-stijl te zien zijn. Wij hebben wel al twee gebergten doorkruist, de Sierra Catalunya en de Maestrazgo, waar wij de hoogste col van de route, de Puerto de Villaroya beklommen hebben (voor sommigen is dit een "colleke" van 1700 meter hoogte, maar wij zijn toch fier dat wij met onze bagage boven geraakt zijn).
Bij vertrek uit Girona waren de weergoden ons iets gunstiger gezind; er had 's nachts een onweer gewoed en de temperatuur was gezakt tot een aangename 18º C, heerlijk fietsweer. Toch hebben wij het gewicht herverdeeld en Jo vervoert nu wat meer kilo's dan in Frankrijk, omdat Vero van de hitte last had bij het klimmen en het de dagen daarna ook telkens weer in de twintig graden werd. Op onze eerste beklimming van Anglès naar Sant Hilari (25 km) staken wij zelfs een mountainbiker voorbij, en dat met al onze kilo's en zéro komma zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro zéro... mg glenbuterol in ons bloed!
De volgende dag, na de lunch in Manresa, klommen wij gedurende 17 km met aan onze linkerkant een prachtig zicht op de rotsformatie van Montserrat. Die nacht sliepen wij in een ietwat verouderd hotel in Igualada, waar het "ontbijt" in de overnachtingsprijs inbegrepen was. Wij maken ons al lang geen illusies meer over het Spaanse ontbijt, hoor, meestal is het gewoon een kop koffie met 1 croissant, alleszins te weinig om als fietser de bergen op te geraken. In het bergdorp Herbés kregen wij koffie met madeleinen als ontbijt, en antwoordden wij met een gretige "Sí" als hij vroeg of wij er meer wouden. Maar zelfs volgepropt met madeleinen is een klim van 8% niet van de poes. Die dag besloten wij dan ook een stukje van de route met de bus te doen, maar met een goede reden; de weg tussen La Mata en Cantavieja is namelijk in zo'n slechte staat dat het echt moeilijk fietsen zou zijn, om niet te spreken van mogelijke schade aan het materiaal. De bus reed zelf maar 35 km/u, en alles schudde en rammelde en wij als enige passagiers kregen zo een gratis massage.
Vanmiddag hadden wij dan tijd om Teruel te bezoeken, en morgen gaat het matig klimmend verder richting Cuenca, waarna wij Don Quichote kunnen achterna gaan in de rustig glooiende streek La Mancha. Wij hopen vanaf nu terug meer te kunnen kamperen, totnogtoe is dit ons slechts 1 keer gelukt na Girona, en wij moeten toch een reden hebben om dat gewicht mee te sleuren, niet?
Onze etappes: Girona - Toná 80 km Toná - Igualada 77 km Igualada - Vilanova de Pradès 81 km Vilanova - Gandesa 77 km Gandesa - Herbés 76 km Herbés - Morella - Cantavieja 22 km + 43 km met de bus Cantavieja - Cedrillas 60 km Cedrillas - Teruel 31 km
Dit bericht schrijven wij vanuit Girona, een leuk stadje in het Noorden van Spanje en een aanrader voor een city trip; Je kan hier trouwens makkelijk geraken vanuit België: je neemt een vlucht van Brussels Airlines naar Barcelona, en van daar gaat er alle 20 minuten een trein richting Girona. Een uurtje sporen door het prachtige Catalaanse landschap, dat wij vanaf morgen zullen doorfietsen, en je bent in deze levendige stad. Zeker doen! Wij hebben ondertussen ook onze eerste lekke band moeten vervangen op een enigszins bizarre locatie. Na de beklimming vanuit Tuchan naar Belesta via Latour-de-France (is een dorpje, wij hebben niet de hele tour op 1 dag gedaan) en Cassagnes was ons water weeral op, en terwijl wij afdaalden naar Ille-sur-Têt zagen wij een bord "ici boissons fraîches" en stopten prompt om bij te tanken. De uitbater bediende ons in ontbloot bovenlijf maar wekte bij ons geen argwaan. Pas toen wij van hem zijn Mac mochten gebruiken om foto´s op onze blog te zetten, stootten wij op foto´s van de uitbater en anderen in adamskostuum. Bleek dat wij op een naturistencamping beland waren, maar onze cola mochten wij toch nog gekleed uitdrinken... Toen wij daar wouden vertrekken, stond Vero´s achterband plat en moest deze vervangen worden in de verzengende hitte.
Daags nadien moesten wij de grens in de Pyreneeën over op de Col de Manrell, niet eens zo hoog (730 m), maar het was toch een klim van een goeie 12 km. Het was warm (of hebben wij dit al gezegd?) en de weg was de laatste 3 km steil en in slechte staat dat het toch nog vermoeiend werd. Maar eens in Spanje lag er een prachtige asfaltweg die wij geruisloos konden afdalen, met zicht op de dorpen aan de Costa Brava zoals Roses en L´Estartit.
Wij sliepen nog 1 nacht op een camping 10 km ten zuiden van Girona, ook al was die feitelijk gesloten, en zijn de dag nadien naar de stad doorgereden. Tussenstation bereikt; op de teller staan 1906 kilometers.
Maar nu komt het zwaarste stuk, vrezen wij. Het kwik stijgt dagelijks nog makkelijk naar 30º C en meer, en de beklimmingen zouden zwaarder zijn dan wat wij in Frankrijk hebben moeten doen. Wij zullen dus verder trekken op het Spaanse ritme dat wij hier in Girona al hebben leren kennen: ontbijt vanaf 9u, een beetje fietsen tussen 10 en 12, siësta van 12 tot 16u en terug een beetje fietsen van 16 tot 18u. Aangezien wij hier toch pas kunnen dineren vanaf 20u, hebben wij tijd genoeg om een douche te nemen en nog wat te rusten.
En we kwamen in het zuiden, aan de Middellandse Zee
"Les zjang commans a parlee drolemang", wij zien weer wijngaarden en meer en meer olijfbomen, mannen kussen elkaar, wij passeren zandkleurige huisjes met lichtblauwe luikjes, de WC's zijn meer en meer van het Franse type (zelf noemen zij het "Turkse WC", maar het zit even ongemakkelijk), en alles ... gaat ... hier ... ietskes ... trager: WIJ ZIJN IN HET ZUIDEN !!
Het routeboekje zei ons dat wij na Le Puy het Centraal Massief in zouden fietsen, en dat wij veel moesten klimmen, en dat hebben wij geweten. Aan een gemiddelde van 12 km/u kropen wij de hellingen op, maar wij kregen er mooie vergezichten voor terug. Het was ook weer warm, en wij hadden lang moeten zoeken naar het begin van de oude spoorweg, de voie verte om Le Puy uit te geraken. Na het klimmen begonnen wij aan een kilometerslange afdaling en kwamen zo in Pradelles, waar wij in een gîte sliepen waar ooit Robert Louis Stevenson (op weg door de Cevennen met een ezel in de 18e eeuw) het middagmaal genoten had.
De dag daarna ging het bergafwaarts door het dal van de Chassezac, en gelukkig maar, want het was nog warmer dan de dag ervoor en bij aankomst omstreeks 18u op de camping in Les Vans was het nog altijd 32°C. Wij hadden geen ontbijt voorzien de volgende dag, en hadden dus snel alles opgeruimd zodat wij al om 9u van de camping weg waren. Maar in het dorp zaten wij dan op een terrasje met het gekochte brood en koffiekoeken, en namen een koffie en lazen de krant; een echt vakantiegevoel dat maakte dat wij pas om 11u vertrokken. Maar de route beloofde makkelijk te worden. Dit was echter buiten de hitte gerekend, die dag werd het heel heet en kwamen wij na elke beklimming met een vuurrood koppeke boven op de helling. Vero dacht dat haar bloed kookte, en ik dacht dat ik uit haar neus een rode stoom zag komen, dus dat kon wel waar zijn (of hallucineerde ik ook door de hitte?). Wij zaten nog volop in de "bergen" en vonden niet zoveel gelegenheden om water bij te tanken, behalve dan een eenzame boer in een bergdorp die er 2 kussen van Vero voor in de plaats wou. Wij dachten die dag 70 km te fietsen, het werden er uiteindelijk meer dan 90...
Na deze inspanning wou Vero de volgende dag een korte rit, en zo gebeurde het. Op het gemak gingen wij naar omhoog om in de vallei van L'Hérault te komen, waar wij in een mooi, zij het toeristisch dorpje terechtkwamen, St.-Guilhem-Le-Désert. Wij namen er een extra lange middagpauze met veel drankjes alvorens naar onze eindbestemming verder te fietsen, St.-André, waar wij een camping met zwembad vonden en wij zo de nodige afkoeling konden zoeken.
Vorige zaterdag kwamen wij dan voorbij Béziers aan de Middellandse Zee, en hoewel de route niet vlak langs de kust liep, deden wij een ommetje om de zee te zien. Iets voorbij Béziers langs het Canal du Midi stonden wij dan op een camping in Colombiers, waar de TGV vlak achter onze tent raasde, maar toch sliepen wij als roosjes.
Zondag hadden wij dan nog een kleine 90 km af te leggen om bij onze kennissen Frieda en Gérard in Tuchan aan te komen, waar wij zo goed ontvangen werden dat wij besloten om onze derde rustdag hier in te plannen.
Vandaag zullen wij dan de grens oversteken, volgend bericht waarschijnlijk vanuit Spanje!
Onze etappes: Le Puy - Pradelles 63 km Pradelles - Les Vans 70 km Les Vans - St. Hippolyte-du-Fort 97 km St. Hippolyte - St. André 64 km St. André - Colombiers 92 km Colombiers - Tuchan 89 km
Na 20 jaar samenzijn is het nog steeds verwonderlijk met welk gemak Vero de dingen voor mekaar krijgt, zonder het rechtstreeks te vragen. Hierbij een greep uit haar trukendoos:
Truuk 1: de truuk met de pannenkoek
Wanneer wij kamperen, hebben wij 's morgens altijd thee bij het ontbijt, want het was wat te moeilijk om een koffiezetapparaat mee te sleuren. Niettemin hebben wij graag ons kopje koffie, dus vertrekken wij voor een uurtje fietsen, om dan ergens in een café een koffie te gaan drinken. Zo kwamen wij in Gray, en vonden er slechts één zaak open, een crêperie. "Ik zal daar vragen of we een koffie krijgen," zegt Vero, en dit mocht. Nietsvermoedend zette ik me op het terras en bestelde een koffie. Met een achteloze blik op de menukaart zegt zij dan plots: "Oh, hier hebben ze pannenkoeken met suiker voor maar 1,10 EUR, dat kan ik toch niet laten liggen". En zo zaten wij te smullen op een uur dat niet geassocieerd kan worden met pannenkoeken eten...
Truuk 2: de truuk met de tomaat
Wij kwamen aan op een camping, waar de eigenaar scharreleieren te koop aanbood. Vero zegt in haar beste Frans dat zij wel heel graag omelet eet, maar zonder iets erbij smaakt dat toch minder. Of hij toevallig geen tomaten had? En ja hoor, hij ging onmiddellijk twee tomaten uit zijn groententuin halen "spécialement pour toi, Véronique", zong hij.
Truuk 3: koken bij de buren
Wij hadden ons geïnstalleerd op een kleinere, gezellige camping op een kasteeldomein in Gibles, naast ons twee VW's met een caravan. Net toen wij wouden koken, begon het te regenen. Met heel ons hebben en houden gevlucht naar een schuur wat verder op het domein, maar de zanderige, vuile grond was niet erg aanlokkelijk om op te eten. Dus toog Vero naar de caravan met de vraag of wij hun stoelen mochten gebruiken. "Ja hoor, maar het zou toch makkelijker zijn als wij daar kwamen koken", zei de man. En dus verhuisden wij voor de tweede maal naar de buren om daar hun fornuis, hun melk, hun tafel en stoelen te gebruiken. Zij gingen wel even een wandelingetje maken... Daags nadien kwam hij zelfs aanbieden om onze banden op te pompen, want als ex-wielrenner had hij hiervoor geschikt materiaal mee!
Truuk 4: de truuk met de chocoladetaart
Op een warme fietsdag (38° C in de namiddag) stopten wij in een dorpje van niemendal aan een cafeetje om iets fris te kunnen drinken, want het water in onze drinkbussen warmt bij zo'n weer snel op. De man had een uithangbord van verschillende ijsjes aan zijn deur, en Vero zag een Mars Ice Cream, wat zij nog nooit had gegeten en nu toch wel trek in had. De man duikt in zijn diepvrieskast en verontschuldigt zich dat hij dit niet heeft, maar biedt gelijk andere zaken aan: een witte frisco, een ijsje met pistache, ... Heel het revue uit zijn diepvries passeert, maar Vero schudt het hoofd en zegt dat ze liefst pure chocolade heeft. Prompt gaat hij naar achter en komt even later met 2 stukken chocoladetaart aandraven. "Wat is dit?", vraagt Vero nog verwonderd, en de waard lacht en zegt "dat is chocoladetaart, aangeboden door het huis".
Wij zijn intussen aangekomen in Le Puy en Velay, startplaats van een pelgrimsroute naar Santiago de Compostella, en hebben hier een rustdag ingelast, want de laatste dagen was het nogal klimmen en wij hebben in totaal toch al 1200 km gereden. Het weer is hier nu wisselvallig, zonnig met af en toe een regenbui, maar toch nog altijd aangenaam warm.
Onze etappes: Cluny - Gibles 40 km (namiddagtocht, eerst abdij bezocht en nog middageten in Cluny) Gibles - Renaison 78 km Renaison - Ambert 98 km Ambert - Le Puy 82 km
Het verhaal van onze zesde fietsdag mogen wij jullie niet onthouden. De route vanuit Nancy werd beschreven in ons boekje als een vlakke route die je al fluitend aflegt langs jaagpaden en wegen in het brede Moezeldal. Wij konden er dus een goed tempo op nahouden zodat wij om half twee 's middags al 65 km hadden afgelegd, toen wij aankwamen in het dorpje Charmes. Daar genoten wij van een stevig middagmaal (steak-friet) en beslisten wij dat een 30 km extra doenbaar was, en wij zouden in Girancourt overnachten in het hotel dat ons routeboekje aangaf. Het was twintig voor zeven toen wij na 95 km in het dorp aankwamen, en Vero zei vriendelijk tegen een man die in zijn tuin werkte dat wij het hotel zochten. "Maar hier is geen hotel", repliceerde de man. "Hoezo?", zeggen wij, "Rue d'Alsace 51 is er volgens ons boekje een hotel." "Maar hier is geen Rue d'Alsace", antwoordde de man alweer. Hij boog zich over ons boekje en zei: "Ha, maar hier is Girancourt, en dit hotel is in Gironcourt, met 'o'". "Oké", zeggen wij, "hoe geraken wij dan in Gironcourt?" 's Mans mond valt open en hij stamelt: "Mais monsieur, c'est 60 km d'ici, au Nord." Eerder had Jo wel opgemerkt dat de tekst Gironcourt vermeldde, maar hij dacht dat dit een drukfout was, nu bleken het twee verschillende dorpen te zijn! Daar stonden wij dan, moe en hongerig en zonder overnachtingsplaats. Er was wel een camping 5 km oostwaarts, maar dan moesten wij klimmen, en na 95 km hadden wij daar echt geen zin meer in. Dus zochten wij een oplossing verder langs de route, en omdat wij vanaf Girancourt terug het jaagpad opmoesten van het canal de l'Est, dachten wij dat het beter was om nog wat meer kilometers vlak te fietsen, dan te moeten klimmen. Nog snel een stuk banaan gegeten die wij gelukkig 's middags gekocht hadden, want banaan in de mond, is energie in de ... benen. Aan 25 km/u sjeesden wij langs het water richting eindbestemming. Onderweg zagen wij nog een "auberge" met een uithangbord "Hotel-Restaurant", maar die hadden geen kamers meer. Zij waren wel zo vriendelijk om naar het hotel te bellen dat wij eraan kwamen, zo waren wij al zeker van een overnachtingsplaats. Rond 20:30u kwamen wij dan aan in Fontenoy-le-Château, er stonden 124 km op de teller. Wij vielen als een blok in slaap!
Intussen zijn wij in Cluny aanbeland, via de Bourgognestreek (Beaune) waar wij prachtig konden fietsen tussen de wijngaarden. Vanaf hier wordt het klimmen door het Centraal Massief en zullen wij wat minder kilometers per dag afleggen.
Onze etappes: Nancy - Fontenoy 124 km Fontenoy - Autet 97 km Autet - Auxonne 78 km Auxonne - Beaune 75 km Beaune - Cluny 86 km
Aan eenieder die vandaag de school moet hervatten, wensen wij veel moed. Wij gaan nog even door!
Wij hebben al een fantastische week achter de rug; jullie ook? Onze 5 fietsdagen brachten ons na 450 km in Nancy (Frankrijk), alwaar we momenteel van een rustdag genieten en het museum van de School van Nancy bezocht hebben.
Wij hebben slechts 1 dag regen gehad van 's middags tot iets na vieren, en voor de rest was het warm, om niet te zeggen heet. De eerste dag begon nochtans onheilspellend; opgestaan met gietende regen, maar toen wij naar ons ontbijtadres fietsten (op vriendelijke uitnodiging van Vero's zus) klaarde het al op en toen wij rond tienen uitgewuifd werden, scheen de zon al volop.
Wij hadden slechts 1 drinkbus gevuld en dat wreekte zich na een tijdje, zeker voor Jo die veel drinkt om het verloren zweet te compenseren. Vero had al eens aangebeld bij een huis langs de weg om water te vragen, maar na een tijdje zaten wij weer zonder, toen wij een bordje met een pijl naar links zagen "boissons fraîches chez Marie". Even twijfelden wij of wij de route zouden verlaten, of er stopte al een VW (=vriendelijke Waal) die vroeg of hij kon helpen. Neen, Marie kende hij niet, maar 3 km verderop was een dorpje en daar wou hij ons wel op een drankje trakteren. Iets later zitten wij dus met z'n drieën op een terrasje in Eghezée, 1 Waal betaalde voor 2 Vlamingen. Wie zei er ook weer dat het geld van Vlaanderen naar Wallonië stroomde?
Wij hadden onze les voor de volgende dagen alvast geleerd, en namen steeds voldoende drank mee, want het werd zelfs tot 33° in de namiddag! Morgen trekken wij dan weer verder naar het zuiden.
Onze etappes: Mechelen - Jambes 94 km Jambes - Gembes 87 km Gembes - Montmédy (FR) 86 km Montmédy - St Mihiel 100 km St Mihiel - Nancy 83 km
Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar onze volgende bestemming is na veel wikken en wegen dan toch vastgelegd! Deze keer gaan we naar Spanje, maar niet naar Benidorm zoals de meeste mensen van onze leeftijd, maar helemaal tot in Andalucía.
Wij zullen minder lang onderweg zijn dan 3 jaren geleden, maar doorkruisen heel Frankrijk via Beaune en Cluny, trekken via het Centraal Massief (Le Puy) over de Pyreneeën naar Girona en zakken door het binnenland van Spanje verder zuidwaarts langs Cuenca, Jaen en Cordoba tot aan Sevilla.
Via onze gekende blog houden wij jullie van de voortgang op de hoogte, en blijven we met het thuisland in contact, als we tenminste genoeg internetcafés tegenkomen. (Bestaan die op datum van vandaag trouwens nog?)
Wij wensen jullie de komende weken veel leesplezier en zullen ons best doen om in de berichtjes niet te optimistisch over te komen, zodat achterblijvers geen wroeging hoeven te krijgen.
Hup Holland Hup Oh, wat zijn ze weer voetbalgek, onze noorderburen!
Sinds we de grens tussen Duitsland en Nederland overgestoken zijn, zien we alles in het oranje: hele straten worden versierd met vlaggetjes en ballonnen, in winkeletalages moet je de getoonde artikelen zoeken tussen al het oranje, bij een sixpack Cola krijg je oranje opblaasletters om het woord Oranje te vormen (hoe je die 6 letters met 2 handen moet vasthouden, is ons een raadsel), ... kortom, het lijkt al of ze de Europabeker gewonnen hebben en het tornooi moet nog beginnen.
Maar even terug naar onze fietstocht: we zaten na Keulen nog een 4-tal dagen in Duitsland en bezochten daar in het Archeologische Park Xanten de opgravingen van een Romeinse vestingstad die destijds langs de grens lag.Het was werkelijk indrukwekkend en leerrijk: we zagen de Romeinse thermen, een gereconstrueerde tempel, de publieke latrines (toiletten waar je naast mekaar je behoefte deed, -had je tenminste je babbel-), resten van het rioleringssysteem en dergelijke meer.We brachten er zoveel tijd door dat we een extra nacht bleven op de camping een 5-tal km verder; nou ja, camping is veel gezegd; het was een weide tegenover een café waar je met tent en mobilhome mocht gaan staan en waar je zelfs een kampvuur mocht maken (wat wij voor alle duidelijkheid niet deden, het risico om de tent in de fik te steken is bij ons iets te groot).Die tweede nacht stonden we er zelfs helemaal alleen, dus dat was even wennen na al die drukke campings met stacaravans langs de Rijn.
Het is ook lekker fietsen in Nederland, dat moet gezegd worden: hele mooie geasfalteerde fietspaden, prachtige weidse vergezichten, nog pure natuur op heel veel plaatsen.Hier was de route beschreven langs de Waal en de Nederrijn, en het was zo vlak dat we dan ook snel fietsten en het land hebben kunnen verlaten voor de voetbalgekte helemaal losbarst.De weersomstandigheden waren wat minder: veel bewolking met een aantal regenbuien, maar over het algemeen toch nog goed fietsweer.Alleen het kamperen wordt dan moeilijker, vooral als je de tent nat moet opbergen.Dus maakten we graag gebruik van de gastadressen van de vereniging Vrienden op de Fiets waarvan wij ook deel uitmaken.Onze gastvrouw in Utrecht was zelfs zo lief om een aantal van onze kledingstukken te wassen en te drogen zodat we daags nadien proper en fris konden vertrekken.Leuk, toch?
Na nog een korte tussenstop in Kalmthout, waar we zoals gewoonlijk goed ontvangen werden door Kris en zijn dochtertjes, reden we dan op zondag 1 juni tot Mechelen om de tour rond te maken.
De finale cijfers: (wij raakten immers verder dan Ishtar)
Totaal gefietste afstand:
4645,6 km
Aantal fietsdagen:
70 dagen
(6 minder dan gepland)
Aantal rustdagen:
22 dagen
(6 meer dan gepland)
Gemiddelde per dag:
66,37 km
(3,29 km meer dan gepland)
Gemiddelde snelheid:
17,55 km/u
Lichaamsgewicht Vero:
(we blijven discreet)
(2,1 kg minder dan bij vertrek)
Lichaamsgewicht Jo:
65,8 kg
(4,7 kg minder dan bij vertrek)
Onze route:
Route
Auteur / Uitgever
Traject
Mechelen (B) Montmédy (F) met de wagen
Langs oude wegen
Clemens Sweerman & Aart Van Rossum
Montmédy (F) - Nevers (F)
Van de Loire, langs de Rijn naar de Donau
Fred & Yvonne Mente
Nevers (F) - Tuttlingen (D)
Donau fietsroute 1
Bikeline
Tuttlingen (D) Passau (D)
Donau fietsroute 2
Belgian Biking
Passau (D) Wenen (A)
Donau fietsroute 3
Bikeline
Wenen (A) Budapest (HU) Bratislava (SK)
Bratislava (SK) Praag (CZ) met de trein
Fietsen naar Praag
Wouter Bazen, Wim Kooij en Kees Swart
Praag (CZ) Bad Karlshafen (D)
Bad Karlshafen (D) Kassel (D) via de wegwijzers van de Fuldaroute
Kassel (D) Frankfurt (D) met de trein
Limes fietsroute
Clemens Sweerman
Frankfurt (D) Utrecht (NL)
Landelijke Fietsroutes deel 2, netwerk Zuid
Buijten & Schipperheijn
Utrecht (NL) Kalmthout (B)
Knooppunten-netwerk, kaarten 2 en 4
Provincie Antwerpen
Kalmthout (B) Mechelen (B)
En nog een extra weetje:
Aan geen enkele grens hebben wij onze identiteitskaart moeten tonen, laat staan dat men ons tegenhield; in de landen waar normaliter nog grenscontrole bestaat, keken de douanebeambten glimlachend naar die zwaarbepakte fietsers die voorbijkwamen. Een gouden tip voor wie meer dan de toegestane hoeveelheid drank en sigaretten over de grens wil krijgen: NEEM DE FIETS!
Stilaan naderen we ons thuisland; hoe we dit weten? Wel, aan de prijs van de koffie! In Tsjechie betaalden we voor een tas koffie 1,10, en toen we de grens met Duitsland overschreden hadden achtereenvolgens (van oost naar west) 1,60 in Heringen, 1,90 in Hann. Münden, 2,20 in Frankfurt, 2,25 in Bonn en 2,90 in Keulen. De Grote Markt in Brussel kan niet veraf meer zijn.
Gelukkig kunnen we het budget in evenwicht houden door veel te kamperen, aangezien het weer dit toelaat; we hebben slechts 1x de tent nat moeten opbergen, dat was in Hann. Münden, maar dezelfde avond hebben we ze terug opgezet en is ze door de wind gedroogd. We hebben nu in totaal 22 nachten gekampeerd, en als het weer de komende dagen dit toelaat, zal dit nog een paar keer gebeuren.
Sinds onze 2e pit-stop in Leeheim bij Frankfurt, waar we bij Sabine, Hanni en Nanni ontvangen werden als in een 4-sterrrenhotel, volgen we de Rijn stroomafwaarts tot in Nederland, het 8ste land dat we zullen doortrekken. Af en toe zagen we langs de oever veel industrie, maar toch reden we door grote stukken prachtig dal met beboste heuvels eromheen. We volgen de LIMESroute, die de Noordgrens volgt van het Romeinse Rijk dat zich uitstrekte vanaf de Noordzee bij Katwijk, langs Rijn en Donau tot aan de Zwarte Zee. We passeerden een aantal bezienswaardige dorpjes met restanten uit die tijd, evenals prachtige kastelen, maar bleven nooit lang genoeg voor een bezoek. Altijd maar stoempen, weet je nog? Even vóór Keulen kruist ons plots een bekende man op de fiets: het is Clemens Sweerman, de schrijver van het routeboekje dat wij als gids gebruiken. We kennen hem van toen hij bij ons eens overnachtte. We riepen hem nog na, maar hij fietste door en we hebben de achtervolging niet ingezet.
In Keulen aangekomen, bleek dat we het weer getroffen hebben. Het is namelijk de "Kölner Weinwoche", en dat laten we niet zomaar passeren. Elke wijnliefhebber zou nu met ons willen ruilen, denken we. Het heeft ook zijn nadelen, hoor, want in ons hotel "sliepen" dronken jongemannen die het zo bont maakten dat we er van wakker werden toen ze om 6 uur thuiskwamen. Om half acht bonkte 1 van hen op onze kamerdeur tot we openmaakten en vroeg dan laconiek om een vuurtje. Tja...
Morgen fietsen we weer verder richting Nederland, waar we binnen enkele dagen nog een kurve via Utrecht maken om dan via Kalmthout terug zuidwaarts te rijden naar Mechelen. Of er in die tijd nog iets te berichten valt, weten we niet zeker. Misschien bereiken de verhalen jullie nu sneller langs mondelinge weg.
... dan klinkt het wel 1000 keren: "Waar is mijn onderbroek?" "Kan ik de slaapzak wat aan mijn kant trekken?" " Kan je je dikke teen uit mijn oor halen?"...
Jaah, het genot van het kamperen ervaren we nu al een hele tijd, omdat het weer heel goed mee zit. Elke dag zetten we plichtsgetrouw ons tentje op, om het de volgende dag weer op te bergen en verder te rijden. Elke dag stralende zon, maar zulk weer is het in Belgie ook naar het schijnt (spijtig he! )
Dit heeft wel gevolgen voor onze gezondheid. We ervaren namelijk beiden een verhoogde trekkersdruk, wat zich uit in een aantal symptomen:
- Ons reisritme is afgestemd op de campings langs de route: ligt de eerstvolgende op 50 km, dan doen we 50 km, ligt ze op 80 km, dan doen we er 80. Het is daarom ook dat onze planning nogmaals overhoop gehaald werd. Omdat het belangrijk is te weten wanneer we een camping tegenkomen, hebben we besloten in Lichtenfels niet de Main naar Frankfurt te volgen (omdat we geen routebeschrijving hebben en dus "blind" zouden moeten rijden), maar zijn we verder noordwestelijk de Praagroute blijven volgen tot in Hann. Münden. Van hier zullen we de Fulda naar Kassel volgen, en vandaaruit de trein naar Frankfurt nemen voor onze 2e pit-stop.
- De tent opzetten gaat in minder dan 5 minuten. Ook als we 2 nachten op 1 camping blijven, trekken we de 2e dag een aantal piketten uit om de tent wat beter aan te spannen, zodat we het gevoel niet verliezen van verder te trekken... Veronique, die het iets erger heeft, heeft zelfs in Mihla in minder dan geen tijd de tent in haar eentje opgezet terwijl Jo de afrekening maakte bij de campinguitbater...
- We koken lekkere eenpansgerechtjes op ons gasvuurtje, en zouden bijna niet meer weten hoe een electrisch kookvuur functioneert...
- Comfort hebben we ook minder en minder nodig; we komen in zodanig verschillende soorten campings, dat het voor ons enkel nog belangrijk is dat we warm water in de douche hebben en dat onze tent goed opgezet is. In Zadni Treban mochten we staan in een bungalowparkje, totnogtoe de goedkoopste camping: hier hadden we een buur die om 10 uur 's avonds nog een kampvuur maakte om 3 worstjes te roosteren. waarvan hij er ons nog 1 wou aanbieden. In Mihla stonden we helemaal alleen op een tentweide bij een gemeentelijk openluchtzwembad, we mochten niet in het water omdat er teveel chemikalien inzaten, het seizoen begint pas volgende week. In Heringen stonden we tussen de Dauercampers, mensen met een stacaravan die regelmatig in het weekend komen, of mensen die er zelfs wonen, zoals onze overbuur die ons vriendelijk uitnodigde aan zijn tafel te komen eten, toen hij ons zag sukkelen aan de tent (Jo stootte het aperitiefbord om zodat alle lekkere hapjes in het gras terechtkwamen, maar toch smaakte het nog, hoor). In Wasungen stonden we op een weide aan de Werra, waar voornamelijk kanokampeerders kwamen; daar was slechts voor elk geslacht 1 douche, maar gezien wij er redelijk vroeg voor andere groepen toegekomen waren, konden wij er goed gebruik van maken.
Om deze gezondheidsrisico's in te perken kunnen we dus binnenkort onze 2e pit-stop houden, zo weten we ook weer hoe een normaal bed er uit ziet...
We houden jullie dan wel op de hoogte hoe het vandaaruit verder gaat.
Erratum: in ons vorige bericht sloop een aardrijkskundige fout: toen wij de grens met Tsjechie overschreden, kwamen we nog niet in de voormalige DDR terecht, maar in wat altijd West-Duitsland geweest is. De dienster in het restaurant in Marktredwitz wou dat we dit toch even rechtzetten... Verder op de route reden we dan wel in de vroegere socialistische republiek.