Van Mechelen naar Santiago de Compostela Via deze blog zullen wij jullie net als tijdens onze reizen naar Budapest en Sevilla op regelmatige tijdstippen informeren over onze reiservaringen. Voor ongeruste familieleden kan deze blog ook dienst doen als "teken van leven". (panikeren mag indien er twee weken geen nieuws verschenen is...)
10-09-2016
over fietsen en zweten, en de trein nemen
Wij hebben het slim aangepakt, geniaal zelfs. Althans, dat vinden wij zelf toch.
Een snelle berekening maakte immers duidelijk dat we in tijdsnood zouden raken om de eindbestemming te halen. Een fietser moet, om zijn Compostela te verkrijgen, de laatste 200 km kunnen bewijzen met 2 stempels per dag. En dus dachten wij dat het beter was om nu de route met 200 km "in te korten", dan de laatste 200 km niet te kunnen rijden.
Vero had de kaart goed bestudeerd, en ook het tweede routeboekje (dat we nog altijd hebben) goed gelezen, en dacht dat het na 5 fietsdagen een geschikt moment was om het traject van de Landes over te slaan door de trein te nemen. Wij waren in Cadillac aanbeland, en we konden de trein over Bordeaux naar Dax nemen, om vandaar onze route verder te zetten. Hiervoor waren er, naast het resterende aantal fietsdagen zoals vermeld, ook nog andere gegronde redenen: - de temperaturen swingen hier de pan uit. Het kwik stijgt moeiteloos tot in de 30°, en dat is toch wel warm om met bepakte fietsen op pad te gaan; - er is een overvloed aan muggen, die ons bij de beklimmingen meedogenloos aanvallen en het altijd gemunt hebben op oren, neus en mond; - Les Landes is een troosteloos landschap met ellenlange rechte wegen tussen naaldbomen.
Niet dat we nog niet gefietst hebben, hoor, de eerste dagen reden we gemiddeld 90 km per dag, omdat we niet gemakkelijk een overnachtingsplaats vonden, en het was niet eens onze eigen schuld... Toen wij op maandag omstreeks 18 uur in een dorpje kwamen, waar volgens onze gids een hotel en een chambre d'hôtes waren, bleek het hotel twee maanden geleden gesloten te zijn, en de dame van de chambre d'hôtes was ziek geworden en ontving ook geen gasten meer. Wij besloten dan maar om eerst te picknicken alvorens verder te zoeken naar een slaapplaats. Vero ging aanbellen bij een huis om water te vragen. Hoewel ik al lang weet dat ik me niet ongerust moet maken als ze niet binnen het half uur terug is, begon ik me af te vragen wat er gaande was, toen ze met een glimlach het plein op kwam en zei « onze slaapplaats is gereserveerd ». Had zij de kleinzoon van de dame van het huis aangesproken om op Booking.com een kamer voor ons te zoeken...
Met hernieuwde energie reden wij dan de laatste 10 kilometer naar Charroux, maar daar vonden we het gastadres niet. Bij navraag in de plaatselijke bar, waar de eigenaar al zijn terrasstoelen aan het binnenhalen was, bleek dat we een kamer hadden in een ander Charroux, zo'n 300 km daarvandaan !
Daar stonden we dan.
Maar plots kwam er een engel uit het café, die in perfect Engels zei dat zij wel een kamer voor ons had. Die streek wordt namelijk overspoeld door Engelse immigranten, die er huizen opkopen en renoveren, onze gastvrouw had zo al 2 huizen. We konden niet beter terechtkomen, we kregen nog een glas wijn aangeboden op de koop toe !
Zodoende overnachten wij nu in St.-Jean-Pied-de-Port, de laatste Franse halte voor de oversteek van de Pyreneeën. Het is nog altijd broeierig heet, en morgen moeten we een klim van 25 km over de col naar Roncevalles overwinnen. Daarna volgen er nog een kleine 800 kilometers door Galicië om onze eindbestemming te bereiken.
Het is eindelijk vrijdag. Vandaag neemt Jo de trein om bij haar te zijn.
De treinreiswinkel had een op papier perfecte reisroute uitgestippeld; van Brussel naar Lille met overstap in Froyennes, dan naar Parijs, waar tussen 2 stations gefietst moest worden, en dan met de TGV naar Tours. Na een ontbijt in de ouderlijke woning, met enkel confituur en choco om gewoon te worden aan het Franse ontbijt, fietst Jo dapper door Brussel naar het Zuidstation waar hij de trein richting Doornik neemt.
Door het monotone geluid van de rijdende trein droomt hij weg... Hij droomt van een bruingebrande en afgetrainde Vero die hij in Tours zal zien, maar bij de eerste overstap loopt het al mis. Froyennes is een stationnetje midden in de velden, en bij het uitstappen bekruipt hem een vreemd gevoel.
"De trein naar Lille stopt hier toch?", vraagt hij aan de conductrice. "Weet ik niet", antwoordt ze, "maar het staat zo op je boekingsbevestiging, dus zal het wel zo zijn."
Braaf wacht Jo dus aan het perron, tot om 10:26u, het uur dat de trein moest toekomen, de luidsprekers plots kraken en een moeilijk verstaanbare stem zegt dat de trein naar Lille vandaag niet rijdt. De volgende zou een uur later komen. De aansluiting naar Parijs zou dus gemist worden!
Toen hij dit per SMS aan Vero liet weten, kreeg hij als antwoord "Voor elk probleem is er een oplossing". Die is dus al helemaal Zen na 12 dagen op de fiets...
Over naar plan B: fietsen naar Rijsel. Hoewel hij had uitgerekend dat hij het niet zou halen -op minder dan een uur moest hij 24 km fietsen- begon Jo aan de tocht, puur op kompas, want een kaart had hij niet bij. Na een kwartier besefte hij dat hij evengoed kon wachten op de volgende trein, want de aansluiting miste hij sowieso. Dus reed hij terug, en geraakte een uur later dan gepland in Lille.
Daar kocht hij een nieuw ticket naar Parijs waar hij op tijd was voor de trein naar Tours.
Een nare droom? Nee hoor, gewoon een reisje met de NMBS.
Intussen beleefde Vero haar eigen nachtmerrie.
Op zondag 28/08 ontmoette zij een koppel uit Roeselare die ook de Camino fietsten. Toen zij in een cafeetje iets wouden gaan drinken, merkte Vero dat het routeboekje niet meer op haar bagagedrager lag. Hoe zou ze nu in Tours geraken? Ze besloot op haar stappen terug te keren, hierbij geholpen door een aardige Fransman Georges, die haar een lift aanbood in de auto. Maar het boekje vonden ze niet. Het Roeselaarse koppel had natuurlijk ook een gids bij, maar die waren al doorgereden. Geen probleem voor Georges, die prompt de achtervolging inzette. Na een tiental km hadden ze het koppel ingehaald, en konden ze "kopies" maken door een foto van de pagina's uit het boekje te maken.
Terug thuis bij Georges en zijn familie, begonnen ze de route over te tekenen in een atlas, want met de kleine fotootjes geraakte Vero ook niet ver. Intussen was het al zo laat geworden, dat Georges voorstelde om bij hen te blijven overnachten. Vero kreeg nog een avondmaal en mocht slapen in de kinderkamer, terwijl de oudste kinderen buiten in de caravan gingen slapen.
Ook kreeg ze een lekke band onderweg, althans ging de lucht er zachtjes uit en moest ze regelmatig bijpompen. Zij zocht een fietsenmaker in Chartres, maar de weinig commercieel ingestelde fietshandelaar zei haar dat ze twee dagen moest wachten vooraleer hij het kon repareren. Dus reed ze 40 km verder tot Bonneval, waar volgens de gids een andere fietsenmaker was. Daar aangekomen, sprak zij een sportieve man aan om te vragen waar deze was, maar toen bleek dat hij niet meer bestond. Was die sportieve man toch wel een ex-profwielrenner die nu bij de internationale wielerfederatie werkte en net terug kwam van de Olympische Spelen. En dat zo iemand banden kan plakken, is een evidentie.
Zo werd Vero gesterkt in haar overtuiging dat er voor elk probleem een oplossing is.
Eind goed, al goed.
Jo en Vero ontmoetten elkaar op het geplande tijdstip in Tours, van waar zij gezamenlijk hun pelgrimstocht zullen verderzetten.