Inhoud blog
  • 919 Foto's erfgoedmeise
  • 918 Gids van Vlaanderen
  • 916 Verzamelingen
  • 920 Pers. archief Meise na 1945
  • 087 Roothuisje Plantentuin
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    erfgoedmeise
    Sib
    23-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.1 Data Bettesone (uit publ. Oppem) tot fuzie
    1902 Edwin Ganz, kunstschilder, zoon van Juliaan Ganz, kunstfotograaf van Zwitserse nationaliteit, kwam zich vestigen in de Oranjerie van het koninklijk domein te Meise.  Hij verbleef veel te Oppem omdat hij verliefd was op Lisatje.  Hij portretteerde menig landschap en personage.  Hij tekende prachtige boerenpaarden.
    1912 De gebouwen en de gewassen leden veel schade door een hevige storm die over Meise raasde.
    1914 Op 1 augustus was er algemene mobilisatie van de burgerwacht.
    Op 20 augustus was Meise door het Duitse leger bezet (IIIde res. Ulanen)
    1926 Te Grimbergen verstrekten de Franse zusters ‘Les dames de l’ incarnation’ onderricht.  Door de oorlog vluchtten zij naar het kasteel van Boechout, waar zij een onderkomen hadden gevonden in de Oranjerie.
    1927 Op 17 januari om 7 uur ’s morgens overleed keizerin Charlotte op het kasteel van Boechout.  Het Koninklijk domein zou daarna vlug in verval geraken en geen werk meer verschaffen gedurende vele jaren.
    1939 Bij K.B. van 20.2.1939 werd de pastorij van Meise een beschermd monument.
    1940 Op 7 juni werd Boechout bezet door de Duitse weermacht onder bevel van  majoor Fuchs.  De tweede wereldoorlog zou duren tot 1945, maar Brussel en Meise werden reeds bevrijd begin september 1944.
    Op 14 en 15 november heerste er een orkaan over Meise.  Hierbij sneuvelden verscheidene prachtexemplaren van bomen in dreven van Boechout , aangeplant in 1806 door Karel Peter Roose en Henrika Francisca de Visscher de Celles die Boechout in 1876 op 12 juli in bezit genomen hadden..
    Tijdens de oorlogsjaren bleef de St.-Elooikapel open, maar de vieringen kenden een dieptepunt.
    Tijdens de oorlog hebben de Duitsers overal de bronzen klokken uit de torens laten weghalen.
    1944 Vermoedelijk is ook het kasteel van Meise ingevolge kortsluiting na de inslag van een vliegende bom in de buurt op 2 december in brand gevlogen.
    1948 Kunstschilder Edwin Ganz stier in het domein van Boechout op 20 augustus.
    1955 Dichter Bert Peleman (van Edele Brabant) die te Oppem op een deel van het Sterckxhof woonde, blies de St.-Elooivieringen in Meise nieuw leven in.
    Op 1 november startte het Audiovisueel Centrum in het huis Janssens naast Den Beiaard met een talenpracticum met 24 cabines 6 telen.  Het was een initiatief van Jos Chabert, toen schepen in Meise.  Jef De Cuyper nam het roer in handen en werd opgeleid door dr. Ir. Erich Ley, uitvinder van het unieke A.A.AC.ZC. talenpracticum.
    1976 Fuzie van Meise, Oppem en Wolvertem tot gemeente Meise.  Het aantal inwoners van de deelgemeenten bepaalde de naam.  Ten onrechte wordt verteld dat dit door politieke invloed beredderd werd!?

    23-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    19-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.2 Data Bettesone (uit publ. Oppem) tot 1900

    1803 Pastoor Rasquin en zijn collega Ser. Van de Wijngaert verbleven op het kasteel van Boechout.
    1804 Naast de pastorij werd een straat getrokken, thans de August VanDoorslaerlaan genoemd,die een groot gedeelte van het hof van de pastorij (tot wat ligt tussen de huidige tuin en de Krogstraat) afnam.
    1816 Ook toen beleefden de landbouwers eenn ongeluksjaar.  Door hagel en regen werd de oogst gans vernield.  Toen waren er veel arme mensen in hongersnood  en menig boerderijtje ging te niet omwille van allerlei tegenslagen (dierensterfte en slechte oogsten).  De prijzen van de landbouwprodukten waren toen nog zeer laag en brachten wienig op.  Baron Emmanuel d’ Hoogvorst, de grote grondbezitter gaf toen kwijtschelding van landpacht en verschafte Meise werk door zijn oud kasteel (Hof te Meysse – XIIIde eeuw) te laten afbreken en een nieuw te bouwen dat in Meise bekend stond als  het wit kasteel.  Emmanuel d’ Hoogvorst liet ook de Kasteeldreef van Meise naar Grimbergen toe aanleggen op eigen kosten langs zijn ‘Drijtorenhof’.  Deze werekn werden pas in 1818 beëindigd.  Zij verschaften werk en broodwinning voor de ganse streek.
    Rond 19 juni kwam E.H. Johannes Baptista Van de Velde, gewezen bisschop van Roermond en primaat van Gelderland de kinderen het vormsel toedienen te Meie.
    1818 Baron d’Hoogvorst kocht op vraag van Simon Margé provisor van de abdij van Grimbergen het domein Groot Amelgem aan een zeer voordelige prijs als ‘zwart goed’.
    In 1808 werd werd Margé pastoor van Meise.  Ca 1816 vroeg hij aan de baron het domein terug te schenken, doch deze weigerde.  Na een periode van discretie beloofde de baron in een brief van 13 maart jaarlijks 100 kronen te betalen als vergoeding.
    1826 Op 5 juli werd Jozef Matthijs, een seculier,priester, pastoor te Meise.
    1839 OP 16 april werd Pierre Jan Straetmans vernoemd als onderwijzer te Meisze.  Ook de kinderen van Oppem kwamen toen in Meise naar school.
    1849 Karel Lodewijk Van de Zande, zoon van stefaan, werd op 29 oktober als ondermeester benoemd te Meise.  Een andere Van de Zande Jacobus Johaznnes, vermoedelijk geen verwante, was reeds bovenmeester.
    1865 Aantal schoolkinderen te Meise :120 jongens en 65 meisjes (er bestond reeds een meisjesschool).

    1866 De bevolking te Meise had te kampen met cholera.  Bovendien werd de oogst vernield.  Wanneer de choleraepidemie  Meise teisterde werden de zieken afgezonderd in de buurt van Limbos, in een huis dat eigendom was van baron d' H’ogvorst en waarin een familie woonde welke praktisch totaal was gestorven als eerste slachtoffers van de kwaal.  Om de cholera te bestrijden werden alle volksvergaderingen afgelast en ook de kermissen gingen niet door.  De zusters van Maria hebben zich toen zeer verdienstelijk ingesteld.
    1873 Op 18 december overleed gravin de Beauffort Marie Elisabeth Roose de Baisy.  Haar leuze : in bello fortis!  Zij was geboren te Brussel op 13 juli 1809 (zie haar obiit in de St.-Martinuskerk).  Voor Meise was zij een grote weldoenster.  Zij schonk o.a. de gebouwen van het klooster en van de vrije Meisjesschool te Meise, waar de kinderen uit de omgeving o.a. ook ui t Oppem en Amelgem naartoe kwamen.
    1879 Onder Leopold II werden de domeinen van het kasteel van Boechout en Meise samen met hun landerijen samen gebracht tot een geheel.  Na de brand van het koninklijk kasteel van Teruren, waar keizerin Charlotte van Mexico verbleef, werd de zuster van de koning overgebracht naar Meise.  Daarvoor was Boechout verkocht door graaf de Beauffort en kort daarop verkocht ook baron d’Hoogvorst het kasteel van Meise.  Baron Goffinet had het gezag over het geheel rond de keizerin.
    1882 De Meiselaan is de aanzet van de weg van Brussel naar Antwerpen (staatsbaan nr. 1 bis).  Deze laan werd toen aangelegd op initiatief van koning Leopold II en verbond Laken met Meise waar een koninklijk domein gelegen was op beide plaatsen.
    De weg liep reeds van Brussel tot Meise in de XVIde eeuw.  De Meiselaan werd aan beide zijden beplant met kastanjelaars.
    1885 Op 6 november werd Philomena Vander Veken onderwijzeres van de bewaarschool van de gemeente Meise.  Zij was de vrouw van koster Van Nieuwenhove.  Zij gaf ook onderricht in naaiwerk.
    1889 OP 4 september kwam kardinaal Goossens voor de eerste maal naar de St.-Martinuskerk van Meise om er het vormsel toe te dienen aan de kinderen van Meise en omgeving.
    1893 In september bolde er reeds een tram toe Meise over Grimbergen naar Brussel.

    19-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    15-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.3 Data Bettesone (uit publ. Oppem) tot 1800

    1709 Egidius Mos(t)mans, pastoor te Meise, stierf op 11 juli en werd opgevolgd door J.B. Bourgeois.
    1711 Bij het overlijden van meester (‘t) Servranckx, griffier bij de erflaatbank van St.-Gummarus te Meise, werd Judocus (De) Belde zijn opvolger op 26 juni 1711.
    Op 16 december 1712 werd Judocus tevens benoemd tot meier, rentmeester en klerk aan het laathof te Meise en Oppem.
    1720 Op 26 oktober nam J.B. Bourgeois ontslag.  Op 3 november werd hij vervangen door Franciscus Caessens die reeds pastoor was te Ramsdonk.  Op 21 mei 1747 werd F. Caesens door Lodewijk XV koning van Frankrijk tot abt van Grimbergen verkozen.  De benoeming werd nadien bekrachtigd door keizerin Maria Theresia.
    Als pastoor van Meise werd toen Laurentius T. Van Volsem aangeduid.
    1723 Samen met 14 andere pastoors deed pastoor Casens van Meise, Norbertijn van Grimbergen, een klacht  bij de aartsbisschop van Mechelen in verband met het opdragen van zondagsmissen in de Boskapel van Imde.
    1725 Op 28 februari overleed Johannes Verplast, koster van Meise.  Men vermoedt dat hij toen werd opgevolgd door Henricus Van Doren, die op 7 januari 1755 overleed.
    1728 In dat jaar werd ook beslist de pastorij van Meise te verbouwen.
    1730Prelaat Augustinus van Eeckhout bouwde het naar het Westen gerichte deel van de pastorij van Meise hetwelk aan het vorige deel daterend van 1647 – 1648 werd toegevoegd.  Hij legde de eerste steenop 6 juni 1730.  Zijn wapen werd boven de deur van de achtergevel (eertijds was dit de voorgevel) aan gebracht met de leuze ‘Ministerium tuum umple’.  Het is wel eigenaardig dat de trap naar de verdieping in het achtergedeelte zit en dat normaal bij de verbouwing de trap zou blijven bestaan en in het oudste gedeelte zou moeten gezeten hebben.
    1745 Op 23 augustus verschenen afdelingen van het Franse leger op het grondgebied van Beigem.  Het waren enkele duizenden onder wie achter geblevenen van Meise, Wolvertem en omstreken.
    1746 Op 19 mei vestigde Lodewijk zijn hoofdkwartier in de burcht van Boechout om van daar Antwerpen te belegeren.
    1747 Op 17 april tijdens de brand van de abdij van Grimbergen kwam Franciscus Casens, pastoor te Meise, op het idee het H. Sacrament te halen en toen hij de zegen over de vlammen gef, doofde het vuur langzaam uit.
    Op 25 mei ontving Franciscus Casens van bisschop de Mirepoix het officieel bericht van zijn benoeming tot abt van Grimbergen.  Op 1 juni nam hij afscheid van zijn parochianen te Meise en werd daarna feestelijk in een staatsiekots van baron d(Hoogvorst feestelijk aar Grimbergen begeleid.
    1750 Op 8 mei stierf pastoor Van Solthem te Grimbergen.  Hij was geboren op 6 juni 1698 te Brussel.  Hij schreef twee Nederlandstalige treurspelen : Pygmalion en Astarte.Hij was een begaafd redenaar.  Hij schreef ook nog een toneelstuk ter ere van het Sakrament van Mirakel dat gedrukt werd te Brussel bij De Grieck in 1735.
    Nico Ferro of Norbertus Terro, pastoor te Meise vanaf 25 juni verkocht het goulederen behang van de St.-Martinuskerk dat door pastoor De Pottere werd aangebracht.
    Op 23 november stierf prinses de Berghes St.-Wino de Raches.  Zij was de eerste vrouw vanJoseph Ignace François Vander Linden d’ Hoiogvorst (+14.12.1786).
    1753 Op 21 juli stierf pastoor Norbert Ferro.  Hij was 53 jaar oud.  Op 4 augustus werd Frnaciscus Xaverius Lemire pastoor te Meise.  Hij was er reeds onderpastoor van 30 maart 1741 tot 4 december 1746.  Dan werd hij pastoor te Grimbergen tot 1753.  In 1770 werd hij landdeken van Brussel – West. Hij overleed in 1772 op 24 april.
    F.X. Le Mire had Rasquin als onderpastoor.  Hij betitelde zichzelf als ‘Pastor in Meys et NovoSarto (Nieuwenrode), Oppem et Zxdonck (thans Kapelle op den Bos).’
    In 1753 werd voor de relikwie van St.-Elooi een zilveren reliquaire gemaakt.
    Kort na zijn aanstelling als pastoor van Meise bestelde Xavier Le Mire bij beeldhouwer Durey een n ieuw beeld voor hetMaria altaar, een votiefbeeld nl. een Lieve Vrouw van den Rozenkrans, wat betaald werd uit het offer van de Rozenkrans.  Dit wees op het bestaan op dat ogenblik van een broederschap van de Heilige Rozenkrans te Meise.
    Op 4 oktober 1754 werd het nieuwe beeld piëteitsvol op het Maria altaar geplaatst.  In 1766 werd het omhangen met mooie rijke stoffen geschonken door een edele jonkvrouw nl. Charlotte Constance, oudste dochter van Melchior Franciscus Roose, varon van Boechout.

     1754 Op 13 oktober werd op het kasteel van Boechout te Meise het zilderen priesterjubileum van Carolus Navez, kapelaan aldaar, luisterrijk gevierd.  Waren aanwezig :Baron en barones d’ Hoogvorst met hun zoon en twee dochtersgraaf van Hombeek, broer van baron d’ Hoogvorst raadsheer van Langendonck drossaard Midavin

    ’ s Avonds werd een komediestuk opgevoerd dat niet minder dan 4 uur duurde.
    1757 Prinses Anna, weduwe van prins Willem Friso van Oranje Nassau, heer van Grimbergen, verkocht aan de prinses de Berghes al haar rechten op de baronie en het land van Grimbergen.  Hiermee eindigde de geschiedenis van de Nassaus in het Land van Grimbegen.
    1762 Na de dood van meester Francis Norbertus (de) Belde (ook Belden genaamd), griffier en meier van de laatbank te Meise, Oppem, Wolvertem en Beigem van St.-Gummarus, ook nog koster te Liesele, werd Franciscus Steen benoemd op 5 maart te Lier tot meier en griffier van dezelfde laatbank.Hij was geboren te Ruisbroek.  Hij legde de eed af op 20 maart.
    In de beschrijving van de pachtvoorwaarden is er geen sprake van visrecht, wel van het Groot Hof, land, weiden, vijverblok aan het Elbosch in het Vossenhol te Oppem en Meise; en van het Klein Hof, weiden, landerijen aan de Grote en Kleine Cabbeek, Ossel en Wemmel.
    1767 Onderpastoor Stoefs verhuisde naar de parochie Rossem.
    1771 Franciscus Xaverius Lemire, pastoor van Meise en landdeken, vierde in oktober het gouden jubileum van zijn intrede in de abdij.
    Op 23 novemer stierf priester Franc Salis Wauters.  Hij werd voordien vermeld als priester te Meise.
    1772 Op 24 april stierf  pastoor Franciscus Xaverius Lemire van Meise.
    1773 Op 9 maart werd Jos Rasquin pastoor te Meise en dit tot 24 april 1795, toen hij als gebroken man terug keerde  naar de abdij van Grimbergen, die kort daarop werd afgeschaft, waardoor Rasquin moest rond zwerven.  Hij overleed op 24 juli 1804.
    Adriaan De Coster werd ook vermeld als pastoor of onderpastoor van Meise, wellicht tijdens de periode tussen 24n april 1772 en 9 maart 1773.
    1774 Toen was Van Haelen onderpastoor te Meise.
    1776 Na de begrafenis van abt De Rondeau op 17 januari 1778 koos het abdijkapittel twee commissarisen, Franciscus Dujardin, kapelaan op het kasteel van Boechout, en Cornelis Brion, conventheer.
    Op verzoek van abt du Rondau maakte landmeter J.B. Nieuwenhuyze het gekend “Tabula geographica”, een metingsboek waarin de gronden, cijnzen, tienden enz. van de kerk en Tafel van de H? Geest van Meise en St.-Brixius-Rode zijn afgelijnd.  Het werk bevat 64 folio’s met een tekening van het wapen van abt du Rondau
    De parochie Oppem wordt onafhankelijk van Meise.
    1780 Bij pastoor J. J. Rasquin van Meise werden Mahy en Van Olm vermeld als onderpastoors (kapelaans).
    Voor Brussegem en Meise hadden  de abdij van Grimbergen en de heren van Grimbergen het bestuur in handen.  Verder waren er de baronies te Oppem, Meise en het Hof ter Hasselt.  Het veraf gelegen Kamerrijk was gedurende lange tijd de zetel van ons bisdom.
    1786 – 1789 Te Meise waren volgende Norbertijnen toen als geestelijken :
    pastoor Rasquin, onderpastoor Van de Velde en kapelaan de Mary.  Op het kasteel van Boechout was Dujardijn kapelaan bij baron Roose.
    1787 Baron d’ Hoogvorst van ’t Hof te Meise leefde verscholen in de pastorij van Oppem onder Brussegem.  Ook twee jongens uit Meise zijn toen naar Holland getrokken nl. J. De Pauw van de herberg St.-Merten en P. Vits, bakkerijzoon tegen het hof vn de pastorij.  Dit schreef onderpastoor Heylen te Meise.
    1789 – 1799 Tijdens deze periode woedde de Franse revolutie.  In onze streken heerste er een schrikbewind.  De St.-Martinuskerk, de St.-Elooikapel  en de pastorij van Meise ondergingen opnieuw verwoestingen.  Omdat de Franse soldaten de kerkschatten stalen werd de kelk en de reliekhouder van de St.-Elooikapel verstopt in de tuin van de koster.

    1790 Pastoor Norbertus Heylen van Grimbergen was onderpastoor te Meise van 4 november 1790 tot 16 juli 1795, toen hij pastoor werd in Grimbergen.  Hij was de man die menig geschiedkundig geschrift naliet over de oorlogsgebeurtenissen van zijn tijd, in het bijzonder de invallen van de,Fransen.
    Willem Neva of Nica werd pastoor van Meise tot 1808, in opvolging van pastoor Rasqin.
    Onderpastoor Van de Velde en kapelaan de Mary, bijgenaamd ‘de stoker van Meise’  stelden zich aan het hoofd van een stel vrijwilligers van Meise om Van der Noot te steunen.  Ook abt Maras stelde P. Vits aan het hoofd van de jeugd van Meise.  De onderpastoor – aalmoezenier werd vermoord door twee hoesaren (huzaren) op 22 september 1790 nabij Fellon.
    1794 Op 26 april kwam prins Ernst, zoon van de Engelse koning naar Grimbergen om de Oostenrijkers te helpen De volgende zondag kwamen de Hollandse troepen in de abdij met wel vijftig wagens.  Hun aantal was zo groot dat zij in de omliggende dorpen werden ingekwartiers, ook te Meise en Oppem.
    Op 11 juli deden de sansculotten hun intrede te Brussel.  Te Meise vernielden ze op die dag de kunstglasramen in de st.-Martinuskerk.  Nog op die dag had E. H. Heylen, onderpastoor te Meise en St.-Brixius-Rode de mis gelzezen (feestadag van de H. Norbertus)  De koster had de relikwie van St.-Eligius en de zilveren kelk begraven in zijn tuin.
    Op 13 juli ging pastoor Margé van Meise in gezelschap van de pachter van de abdij langs een binnenweg van Grimbergen naaar Meise.  Hij had burgerlijke kleren aangetrokken.  Toch werden ze tegen gehouden door 4 Franse soldaten..  Een keuterboer uit de buurt sloeg echter zo een hge toon aan dat deze soldaten vreesden dat er nog meer boeren zouden ingrijpen en dropen maar liever af.  Margé besloot toen naar Holland te vluchten, waar hij gedurende één jaar verscholen bleef voor hij terug keerde.
    Op het hof te Hasselt zat toenpachter Van Hemelrijck.
    1794 – 95 De winter was bijzonder streng en er was grote armoede.  Er sneuvelden toen veel bomen in het domein Boechout.  Het Hof te Meysse en hetkasteel van Boechout werden in beslag genomen.  Er werd veel geplunderd en onder leiding van Heger verdween alles wat waardevol was.  Heger werd uiteindelijk onnozel verklaard.
    1798 De kerk van Meise werd zwaar beschadigd en bleef geruime tijd buiten bereik.
    Graaf Roose werd aangehouden en naar Frankrijk gevoerd.
    1799 Op5 september stierf Franc. Guill. Dujardin als slotkapelaan van het kasteel van Boechout. Hij was slechts 49 jaar.  Hij werd vervangen door Ludovicus Franciscus de Mary die op 86 jarige leeftijd stierf op 30 mei 1813.
     In de archieven van de abdij van Grimbergen berust het dagboek van Norbertijn Heylen , onderpastoor in Meise en dichter (ca. 1800) .  Hij schreef :
    “ de kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van voor drie maanden afgebroken te worden.  Die van Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd, zeggende dat hun kerke geen kapel was maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke koster  en inkomsten en goederen voor armen en die afgescheiden zijn van die van Meise.  Dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van Rode bleef bestaan”.

    15-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    13-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.4 Data Bettesone (uit publ. Oppem) tot 1700

    Vervolg tot 1700

    1602 De St.-Martinuskerk te Meise was toen(1602 – 1604) in wanorde wegens koffers en andere zaken die door het volk ter beveiliging werden binnen gebracht, uit vrees voor de soldaten.  Noch de kerk, noch de pastorijwaren ochtans veilig vor de Calvinisten.  Bij het minste onraad zochten de mensen uit schrik naar bescherming ofwel in de kerk of wel in de bossen.
    1604 In het verslag van het kerkbezoek wefrd geschreven dat pastoor Gerardus De Boeck van Meise zijn parochie goed beheerde.  Hij liet trouwens zelf zijn pastoorshuis heropbouwen.  Hij stierf na 51 jaar pastoraat te Meise in 1647.
    Op 18 oktober tekende koster Jan of Joos Van den Broeck met pastoor De Boeck en kerkmeester Rombaut Van der Haeghen een akte waarbij de rente van veertien naar twaalf gulden werd terug gebracht, verschuldigd aan de kerk door Elisabeth Seghers, weduwe Jan De Moor.
    1606 – 1617 Heyndrick Van Bevere zoon van Steven was meizer en rentmeester van de heren van Boechout en schepen van de bank van Meise.  Hij hield bovendien het erflaat van St.-Gommaar en van het Laathof van de kinderen Van der beke te Meise.
    1607 In de kapel van Hasselt werd een klok gehangen die reeds besteld was in 1590.  Deze klok is tha,s nog in gebruik.1611 Tot dit jaar verbleven er op de pastorij van Meise verschillende kapelaans :
    1. Die voor de parochie Oppem (later evenwel niet meer)
    2. Ook nog die van Rode
    3. De kapelaan van het kasteel van Boechout wellicht tot 1732
    1618 Het Land van Grimbergen behoorde destijds aan prins Phlips – Willem van Oranje (+ 1618 Diest).  Het omvatte Grimbergen,Eppegem, Beigem, strombeek, Meise, Brussegem, Londerzeel en vroeger ook nog Ruisbroek, Willebroek en Boom.
    1619 Geraert DE Bock of De Boeck was pastoor van Meise maar werd vrijwillig kapelaan te Oppem. Later zou hij terug keren naar zijn abdij waar hij op 21 maart 1626 overleed.
    Na het ontslag van pastoor Gerard De Boeck van Meise werd hij op 12 maart aldaar opgevolgd door pastoor Ludovicus Moreua die stief op 15 maart 1647.De oudst voorhanden zijnde overlijdensregisters van zijn hand beginnen op 7 mei 1619 toen het bijhouden van overlijdens verplicht werd gemaakt.  Onder zijn bestuur werd de Sint – Martinuskerk uitgebouwd tot wat ze op heden nog is.  Ook de pastorij werd verbouwd.  Ditis het voorste gedeelte van het huidige gebouw.  Dit gebeurde allemaal in opdracht van en met goedkeuring van abt Christoffel  Outers.
    1624 Jaspar Van der Schueren, geboren te Mechelen, pastoor te Strombeek en hulp te Meise en St.-Agatha-Berchem had aks vije tijdsbesteding schilderkunst.  Hij overleed op 10 januari 1624.
    1627 Op 8 november overleed pastoor Egidius Van Turnhout, die vermeld werd te Meise.
    1636 Gregorius Van Wemmele werd priester gewijd te Grimbegen in 1636 en stond abt Outers bij, maar was pastoor te Meise en St.-Agatha –Berchem waar hij in 1667 overleed.
    1642 Onder abt Outers (1613-1647) werden heel wat bouwwerken uitgevoerd.  Het voorste gedeelte van de pastorij werd afgewerkt.  Ook de rechter zijbeuk van de ST.- Martinuskerk werd voltooid ( zie jaartal in sluitsteen van de zoldergewelven).
    1643 Door het Concilie van Trente werd de erplichting opgelegd  om veel muurschilderingen in de kerken te bedekken.  Het is dus mogelijk dat de muurschilderingenvan de St.-Martinuskerk daardoor toen verdwenen onder een laag witkalk.
    1646 Sint-Elooi, vereerd als pestheilige, (o.a. te Bethune) werd ook vurig aanbeden in de kapel van Hasselt (Sint-Elooi).
    1647 Gijs(s)ens Bartholomeus werd op 26 maart pastoor van Meise.Hij was geboren in Moorsele en werd kannunik reg. Te Grimbegen.  Hij was van 1645 tot 1647 pastoor van Wemmell en daarna pastoor van Meise.  Hij overleed in 1662.  Onder zijn beleid werd de bouwvalligen kapel van Hasselt heropgericht in 1652 en het eerste gedeelte van de pastorij van Meise gebouwd en herbouwd.
    1650 Oastoor Gijs(s)ens stichtte de Broederschap van de H. Rozenkrans in Meise
    1651 Op 1 augustus vielen de Spanjaarden Meise binnen.  Vermoedelijk was het weer het garnizoen van Aalst dat de omgeving afstroopte wegens achterstallige soldij.  Op het kerkhof werd in een gevecht de 46 jarige Guilielmis Kint vermoord door landsknecht Antonio Brasso.  De krijgswet werd hier onverbiddelijk toegepast en Antonio Brasso werd ter dood veroordeeld op 11.8.1651.  Tien dagen later werd hij op het kerkhof zelf onthoofd.  Pastoor B. Gijssens stond hem bij de terechtstelling bij.
    1652 Abt de VElasco van Grimbergen vevorderde ook buiten de abdij de devotie tot relieken.  De oude kapel van St.-Eligius te Hasselt was bouwvallig geworden en de prelaat verzocht de pastoor van Meise, Bartholomeus Gijssens voor een nieuwe te zorgen.  Prior Joannes a Lapide legde de eerste steen en toen ze na drie maanden gebouwd was, werd ze op 2 juli 1652 door tit. Aartsbisschop van Efese, Jacobus della Torre ingewijd.  De aartsbisschop verrijkte haar met relieken van de heilige Hubertus en Benediktus, die hij voorafgaandelijk had onderzocht en goedgekeurd.
    Hij bouwde ook aan de pastorij
    1655 Na het overlijden van Meester Jan Van Himbeeck op 24 oktober te Meise werd Meester Guilliam Servranckx griffier of secretaris van de erflaatbank van St.-Gummarus te Meise tot hij in 1711 overleed.
    Het Sint-Gummaruskapittel van Lier omvatte de laathoven van Meerhout, Lille, Meise en Oppem … Tussen 1655 en 1762 zijn alle andere griffiers bekend gebleven, maar de erflaatbank die het Sint-Gummarus kapittel van Lier Bezat te Meise, Oppem, Wolvertem, Beigem ging terug tot onheuglijke tijden (E.S.B. 1951 – F. Verbiest).  Vermoedelijk gaat dit terug tot het einde van de XIIIde eeuw, tot het Hof te Meysse eigendom werd van Arnold van Lier, heer van Immersele, waardoor het Hof te Meysse denaam kreeg van Hof te Immersele.
    1658 Volgens een akte van 23 fbruari werd e koster van Meise (+Rode) beurtelings aangewezen door de heer van Boechout en de heer van Meise..  Op 17 december duidde Renon de France, baron van Boechout, Guilliam Van den Broeck aan als koster van Meise.  Dit was 5 dagen na de dood van zijn vader Joost die reeds 35 jaar koster was en 82 jaar geworden is.  Guilloiam overleed op 12 oktober 1669 ten gevolge van de pest.
    1660 Te Meise huwde Anna van Oppem met Franciscus Willekens op 29 april.
    1662 Bij dedood van pastoor Bert. Gijssens werd Franciscus Adams pastoor te Meise.  Hij was de zoon van de lijfwachten van Albrecht en Isabella en had een moeilijk karakter.  Hij was kapelaan geweest in Oppem en in Wemmel.  In 1667 verliet hij Meysse om pastoor te worden in Wemmel waar hij in 1674 stierf.
    Georges Van Wemmel, onderpastoor in Meise, schreef de geschiedenis van de abdij van Grimbergen.  Het geschrift is helaas verloren gegaan.
    1664 Franse soldaten onder het bevel van Lodewijk XIV staken het centrum van Meise in brand.

    1665 In de uitgaven den de H. Geesttafel werd vernomen dat aan pastoor De Potter 10 gulden werd uitgekeerd voor het huis waar de schoolmeester van de arme kinderen had gewoond, huis, cur- of kerkgoed, vermoedelijk gelegen tussen de pastorij en de Krogstraat.
    1666 Daniël Bellemans werd onderpastoor te Meise tot 1672.  Naden werd hij missionaris.  Hij stierf op 21 februari 1674 als pastoor van Horsen (N).  Hij was dichter en schreef te Meise  :  -’t Chiterken van Jezus en den Lieflijken Paradijsvogel
    1667 Hendrik De Pottere (Henricus De Potter), pastoor van Meise (op 25 maart) moest reeds van junin tot september vluchten voor het geweld van de Franse invallers onder Lodewijk XIV .  Daarna verbleef hij circa 30 jaar te Meise.  Hij maakte bovendien de pestepidemie me (1668 – 1670).  Hij was doctor in de Godgeleerdheid en leraar theologie van de Steingarden universiteit in Zuid-Beieren.  In de toren van Meise liet hij twee klokken hangen (3800 en 2800 kg).  Het koor van de kerk liet hij behangen met goudleder dat in 1750 werd weggenomen.  In 1695 keerde hij terug naar zijn abdij waar hij stierf op 22 maart 1700.
    1668 Van 1668 tot 1670 stierven er een 50 tal mensen in Meise aan de pestepidemie.
    Andreas Kemmeriers even bekend als priester te Meise stierf op 23 november aan de pestepidemie.
    Op 22 december werd Herman De Munck  priester Norbertijn, daarnaonderpastoor te Meise tot 19.12.1681, toen hij pastoor werd te wolvertem..  Op 6.9.1698 werd hij prelaat van Grimbergen.
    1669 Koster Gilliam Van de Broeck te meise is op 12 oktober (of 12 december) overleden ten gevolge van de pest, overgewaaid uit Wolvertem (1667).  Hij werd opgevolgd door Bert. Verbruggen dit gedurende 50 jaar.  Hij overleed op 23 maart 1718.
    1670 In de oude pastorie te Meise werden enkele doeken ingelijst die door Leo Van Puyvelde toegeschreven werden aan Mathias Van Helmont (ca 1670).
    1677 De familie France d’ Assonville liet Boechout over aan de Roose’s, tot 1830 eigenaars tijdens het oud regime.  Ook het kosterschap werd hun in macht gegeven.
    1681 Rond deze tijd werd de pastorie van Meise vergroot met een bijkomende vleugel.
    1684 De Franse soldaten staken ook het dorp van Meise in brand en bleven onze streken teisteren van 1684 tot 1685.
    Rod 1684 kennen we het verhaal van een pachter van Hasselt (nl.  Van Hemelrijck.  Die verstopte vermoedelijk het beeld van de H.Anna ten Drieën van de kapel in de Plantentuin in het bos.
    1686 Te Meise waren er toen 2 kastelen, 132 woningen, 4 brouwerijen, 11 aubergen;, 4 winkels en 4 hoeven.  De oppervlakte van de gemeente bedroeg toen 1281 bubnder.
    1689 Meise ontsnapt aan het lot van de gemeenten die verwoest werden omdat zij niet tijdig hun krijgslast hadden betaald dank zij de invloed van de heren van Meysse.
    1695 Op 18 juni wordt Egidius Mosmans pastoor van Meise tot 1709.
    Herman Bertrant werd vernoemd als deken van meise, die in oprdracht van het aartsbisdom van Mechelen de nodige goedkeuring gaf tot de verering in de Boskapel ten Imde.
    E.H. Goetschalk werd vernoemd te Meise.
    Muitende soldaten stichtten opnieuw brand aan in het dorp te Meise vermoedelijk aan de kerk en de St.-Elooikapel.
    1699 Jan Van Acoleyen stelde toen de figuratieve kaarten op van de goederen toebehorende aan de abdij van Grimbergen onder Brussegem.  Er waren ook een tweede kaartblad met Oppem, de St.-Annakapel e.a; en een derde kaartblad met de kapel van St.-Elooi.

    13-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    12-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.5 Data Bettesone (uit publ. Oppem) tot 1600

    136 vervolg

    1593 De Beeldenstorm raasde opnieuw door het land.  Terreur zou duren tot 1598.  De ramen, het dak en de inboedel van de St.-Martinuskerk waren opnieuw fel beschadigd.  Slechts na enige tijd, met steun van baron d’ Assonville van het waterslot van Boechout, van graaf van Buren, de oudste zoon van willem van Oranje, heer van het Land van Grimbergen en Jan van der Ee, amman van Brussel en kasteelheer van ’t Hof te Meyssqe, de restauratie van de kerk aanvangen.  De schaliën voor het dak werden reeds besteld.  De afwerking van de middenbeuk is van 1626 en die van de zijbeuken van 1635 en 1642.  Als koster van Meise werd Jan of Joos Van den Broeck  bekend door eenn acte van 18 oktober 1604 waarin hij samen met pastoor De Beock en kerkmeester Rombaut van der Haeghen verschijnt.  Deze koster overleed op 12 december 1658  op 82 jarige leeftijd na gedurende 65 jaar koster van Meise te zijn geweest.  In voornoemde acte stond dat aan de kerk verschuldigde renten van 14 naar 12 gulden werden gebracht.
    In Meise gebeurde in 1593 de eerste kerkvisitatie door Petrus De Vinck, deken van West-Brussel, als afgevaardigde van de aartsbisschop.  Het Concilie van Trente (1545-1569) had aan de bischoppen geregelde kerkelijke bezoeken opgelegd in hun parochies.  Petrus Vinck beweerde reeds in 1592 een kerkvisitatie te hebben verricht, maar hierover werd geen enkel spoor terug gevonden.
    1596 – 1598 Steven van Bevere was schepen van de bank van Meise.
    1598 De kerk van Meise stond open langs alle kanten zodat de mussen er in vrond vlogen.
    XVIIde en XVIIIde eeuw Een aantal mooie grafstenen in Laken werden gemaakt door Ernest Salu die in Meise een buitenverblijf had (staat in deZonnelaan).  Salu ontwierp ook het nieuwe kerkhof van Meise.
    Het luxueuze goudleer werd toen erg op prijs gesteld.  Ook in het koor van de kerk van Meise werd er gouleer tegen de wanden geplaatst.  Later werd dat er weer afgenomen en verkocht.

    12-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    10-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.6 Data Bettesone (uit publ. Oppem) 1500

    1500 Door een regiment Duitse soldaten onder bevel van graaf van Arenberg, werd de tiendenschuurvan Meise afgebrand. 
    1521 Anthonis Van Oudenhove werd pastoor van Meise tot 1558, dit volgens de oudste bewaard gebleven rekeningen van de H. Geesttafel dd 1522, destijds in het parochiearchied.
    1541 Volgens de kroniek van pastoor Van der Hasselt van Mazenzele nam de handboogschuttergilde deel aan het landjuweel in Meise., dat 8 dagen lang duurde. , van zondag tot zondag, de zes werkdagen inbegrepen.  Deze pastoor noteerde ook dat Jacob De Smet, koster van Brussegem en Laken, koster van Meise deelnamen aan het haagspel van 1541 te Kampenhout.  Het handboor schuttersveld was gelegen aan de Tennichwake en straat Meysse – Amelgem.
    1558 Laurentius Coppaerts (Coppen) werd pastoor van Meise.  Hij stierf op 3 februari 1578 op het kasteel van Boechout ( of op 30 april 1580).
    1574 Volgens een verslag van het dekanaal bezoek was Coppen (Coppaerts) toen pastoor van Meise en was August de Beer (Van de Beer) koster.
    1578 Toen vond  de tweede Beeldenstorm plaats.Antonius Stoorbant werd de nieuwe pastoor te Meise.  De pastorij stond er toen verwoest bij. 
    1580 De kerk van Meise kreeg een nieuw dak.
    1582 Uit volgende tekst weet men dat er toen in Meise een huis was waar zieken werden opgevangen : ‘ op de heyde aen het Zieckhuys aldaer’.
    Toen stond de pastorij van Meise zonder dak en de kerk was zwaar beschadigd.  Tijdens het Schikbewindwerden de dorpen en zelfs de burchten zoals die van Londerzeel plat gebrand.  Dit gebeurde tijdens de maand november.  Pastoor Antonius Stroobants verzette zich met klem tegen het optreden van de Geuzen op het kasteel van Boechout.
    1584 Op 2 december stierf Antonius Strabanus (Antoine Stroobants) priester te Meise op het kasteel van Boechout waar hij zich verscholen hield om het Calvinisme te bestrijden.
    Vermits in de kerk van Meise de jaartallen 1626 en 1642 voorkomen moet St.-Martinus voordien verwoestingen hebben ondergaan.
    1585 Michael De Meestere werd de nieuwe pastoor van Meise tot hij stierf op 22 januari 1591.  Hij was een lekebroeder en schrijnwerker van stiel en kwam uit Brussel.
    1590 Michael De Meestere, pastoor te Meise overleed op 22 januari.  Aangezien hij niet onmiddellijk werd vervangen trad Gaspard Van der Schueren, pastoor te Strombeek, meermaals op als priester in Meise.De eerste bladzijde van het doopregister van de Sint-Martinusparochie werd volledig door zijn hand geschreven.  Van der Schueren was tevens kunstschilder , o.a. maakte hij het portret van abt Gerardus Van Campenhout.  Men vermoedt trouwens sterk dat hij ook de muurschilderingen in de St.-Martinuskerk zou gemaakt hebben, mogelijk zelfs door restauratiewerken die destijds bezig waren, op verse bepleisteringen.  Constant Piron had dit vermoeden geuit in 1682, bij het herontdekken van de muurschilderingen die verborgen zaten onder een laag witkalk en die toevallig herontdekt werden door het weghalen van het zijaltaar van Onze Lieve Vrouw.
    1591 Gerard De Boeck, pastoor van Meise, maakte zich verdienstelijk door het in orde stellen van al wat door de Geuzen verwoest was in Meise, Oppem en Amelgem.  Hij herstelde de fel beschadigde St.-Martinuskerk en pastorij en liet een nieuw dak leggen op de Hasseltbergkapel.  Hij was getuige bij de rekeningen van Kerstmis van 1590 over de St.-Martinuskerk door kerkmeester Antoon Van Hemelrijck.

    10-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    07-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.136.7 Data Bettesone (uit publ. Oppem)

    136 Data Bettesone

    684 Reeds in dat jaar zou er te Meise een kerkje bestaan, met als patroonheilige Sint – Maarten.  Strombeek hing trouwens in de VIIde eeuw reeds kerkelijk af van de parochie  Meise.913 De hertog van Brabant zag zich verplicht tegen de Berthouts een burcht te bouwen te Boechout Meise.  De oorlog van Grimbergen zou ongeveer twintig jaar duren.
    1007 De Hasseltbergkapel bleef steeds binnen de grenzen van de parochie Meise niettegenstaande zij wordt beschouwd alseen grenskapel voor Meise, Wolvertem, Oppemen Sint-Brixius-Rode.
    1211 Het duurde tot dit jaar voor dat de Crainhems onder Willem hun tiende recht van 1182 te Meise definitief afstonden aan de abdij van Ninove.  Het betrok ook de afhankelijkheden van Oppem en Sint-Brixius-Rode.  Werden hierbij als getuigen opgeroepen :
    - Magister Henricus, sacerdos de Menz (seculier priester)
    - Magister Aegidius als tweede priester van Meise
    - ridder Arnoldus de Menz en ook ridders te Meise verbleven zoals Franco Lupus  en Walterus Bose
    Een zuivere gift zal dit niet geweest zijn vermits de aartsdiaken in een oorkonde van 1223 verklaarde dat de abdij van Ninove o.a. vier betwiste bunders had aangekocht.
    Ook nog in 1220 trad Henricus nog eens op als getuige bij een gift vanArnulph, ridder van Meise, eveneens ten voordele van de abdij van Ninove.
    1231 Hesselinus, pastoor van Meise moet ook rond deze tijd overleden zijn. En dit op 14 mei (vermoedelijk nog voor 1231).  Pas na de dood van deze pastoor werd een kannunik van Grimbergen aangesteld als pastoor in Meise.  De bevestiging van Nikolaas vanKamerijk gebeurde pas op 6 maart 1258.  Na frater Mattheus werd pater Gerardus vermeld te Meise.   Hij was zelfs deken.
    1249 Op 8 december schonkNiklaas, bisschop van Kamerijk aan de abdij van Grimbergen het recht de parochies van de abdij te Wemmel en te Meise, zodra vacant, zelfs in de plaats van seculiere priesters aan te stellen.
    1260 Op 8 maart werd frater Mattheus aangesteld tot deken van Meise (was tot voor die datum pastoor te Meise) – Cartularium II, folio 219 en 220.
    1262 Frater Gerardus ‘plebanus’  of deken van Meise volgde frater Mattheus op en was zo de tweede priester  die door de abdij van Grimbergen werd geleverd.  Hij trad op als getuige in een brief van 1262 van Joannes Gieronis cognomento de Wert, scabinus Bruxellensis aan de abdij van Grimbergen.
    1287 Bisschop Willem van Kamerijk bevestigde dat de parochie Meise de afhankelijkheden Oppem, Rode en Amelgem bezat en ook de kapel van Hasselt ‘1287 sbbato post Trinitatis’ op 7 juni 1287. 
    1292 De landheer hertog Jan I deed een poging om het strafstelsel over heel Brabant op een meer gelijke manier in te richten en aan de plaatselijke herente onttrekken.
    De hoofdschepenbanken waren o.a. Kampenhout met o.a. Meise
    1374 Oorlogsbelastingen na de nederlaag vanhertog Wenceslas te Bäsweiler op 22 augustus 1371 om de vrijlating te bekomen van gevangenen.  Te Meise waren er toen 118 belastingplichtigen.
    1416 Het Land van Grimbergen jomt in het bezit van de familie van Nassau tot 1757.
    1440 Willem Frenarius (mogelijk Premarius), een kloosterling van de abdij van Grimbergen werd pastoor te Meise tot 1475.  In het orbituarium komt voor : ‘Guil. Framary, pastoor in Meys, overleden op 13 novembe’.  Vermoedelijk is dit dezelfde persoon en is het sterfjaar dat ontbrak 1475, het jaar waarop pastoor Petrus De Mey in functie kwam.
    1448 Het Land van Grimbegen, waarbij Meise en Oppem hoorden werd belast met nobelgeld om de vesting van Antwerpen te onderhouden.  Iedere gemeente moest ieder jaar een bijdrage leveren.  Voor Meise was dit 3 nobels of een gouden muntstuk door Filips de Stoute geslagen in 1388.
    1475 Petrus de Mey (de Messemaecker) werd pastoor te Meise tot 1513 of 1515.
    1494 Op 29 december werd een bijdrage van 45 gulden 16 stuyvers en 6 oorden opgelegd aan de clerus van Meise.
    1499 In een schepenbrief van Grimbergen d.d. 14 april, verstuurd naar hertog Philippus (Brabantà werd vermeld :
    Jan Verschueren, koster, wonende te Meise, i.v.m. meisseniersrechten dat hun dikwijls ‘pertgelt’ is geëist geweest te Brussel

    07-05-2020 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    18-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.432 Geneesheren

    432 Geneesheren

    1725 – 1790 Jean Baptiste Fransquin
    1768 – 1842 Nicolaus Kremer
    1802 – 1849 Amandus Van Leeuw
    1814 – 1880 Alphonse Windelincx
    1841 – 1876 Seraphinus Callebaut
    1870 – 1924 Eugène Van den Bruel
    1898 – 1985 Albert Van de Bruel
    1844 – 1920 Hnricus Van Cauwelaert
    1862 – 1924 Charles Jacobs
    1904 – 1960 Henri Pillen
    1921 – 1998  Emiel Otten

    Samenvatting artikel Marc Gillisjans Berla 2019 nr. 129 pag. 3

    18-10-2019 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    08-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.706 Kermis

    706 Kermis

    In Meise valt de kermis in juli en oktober.
    Op 1 oktober 1961maakte mijn leerling Thielemans Francis in het tweede leerjaar in de Gemeentelijke Jongensschool volgend verslag over de kermis :
    De eerste zondag van de maand oktober.
    Wat zag ik ? 
    Rond de kerk stond de foor :
    1. Molens : zwiermolen
    2. Een schietkraam
    3. Drie barakken en één auto
    Ik mocht een ritje doen in een kleine kar getrokken door een klein paardje.
    Op het dorpsplein :
    1. Barak, kleinepaardemolen, bootjes (schommelen)
    2. Een groot schietkraam
    3. Een klein fritkraam en een groot kraam waar men fritten, oliebollen, speelgoed en snoep verkocht
    4. Acht barakken + 1
    5. 2 barakken naast de kerk

    http://lecavzw.be/sites/default/files/foorkrant_lr_2.pdf


    08-10-2019 om 08:46 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 28/08-03/09 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 03/10-09/10 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs