1500 Door een regiment Duitse soldaten onder bevel van
graaf van Arenberg, werd de tiendenschuurvan Meise afgebrand.
1521 Anthonis Van Oudenhove werd pastoor van Meise tot 1558, dit volgens de
oudste bewaard gebleven rekeningen van de H. Geesttafel dd 1522, destijds in
het parochiearchied.
1541 Volgens de kroniek van pastoor Van der Hasselt van Mazenzele nam de
handboogschuttergilde deel aan het landjuweel in Meise., dat 8 dagen lang
duurde. , van zondag tot zondag, de zes werkdagen inbegrepen. Deze pastoor noteerde ook dat Jacob De Smet,
koster van Brussegem en Laken, koster van Meise deelnamen aan het haagspel van
1541 te Kampenhout. Het handboor
schuttersveld was gelegen aan de Tennichwake en straat Meysse Amelgem.
1558 Laurentius Coppaerts (Coppen) werd pastoor van Meise. Hij stierf op 3 februari 1578 op het kasteel
van Boechout ( of op 30 april 1580).
1574 Volgens een verslag van het dekanaal bezoek was Coppen (Coppaerts) toen
pastoor van Meise en was August de Beer (Van de Beer) koster.
1578 Toen vond de tweede Beeldenstorm
plaats.Antonius Stoorbant werd de nieuwe pastoor te Meise. De pastorij stond er toen verwoest bij.
1580 De kerk van Meise kreeg een nieuw dak.
1582 Uit volgende tekst weet men dat er toen in Meise een huis was waar zieken werden opgevangen : op de heyde aen het Zieckhuys aldaer.
Toen stond de pastorij van Meise zonder dak en de kerk was zwaar
beschadigd. Tijdens het
Schikbewindwerden de dorpen en zelfs de burchten zoals die van Londerzeel plat
gebrand. Dit gebeurde tijdens de maand
november. Pastoor Antonius Stroobants
verzette zich met klem tegen het optreden van de Geuzen op het kasteel van
Boechout.
1584 Op 2 december stierf Antonius Strabanus (Antoine Stroobants) priester te
Meise op het kasteel van Boechout waar hij zich verscholen hield om het
Calvinisme te bestrijden.
Vermits in de kerk van Meise de jaartallen 1626 en 1642 voorkomen moet
St.-Martinus voordien verwoestingen hebben ondergaan.
1585 Michael De Meestere werd de nieuwe pastoor van Meise tot hij stierf op 22
januari 1591. Hij was een lekebroeder en
schrijnwerker van stiel en kwam uit Brussel.
1590 Michael De Meestere, pastoor te Meise overleed op 22 januari. Aangezien hij niet onmiddellijk werd
vervangen trad Gaspard Van der Schueren, pastoor te Strombeek, meermaals op als
priester in Meise.De eerste bladzijde van het doopregister van de
Sint-Martinusparochie werd volledig door zijn hand geschreven. Van der Schueren was tevens kunstschilder ,
o.a. maakte hij het portret van abt Gerardus Van Campenhout. Men vermoedt
trouwens sterk dat hij ook de muurschilderingen in de St.-Martinuskerk zou
gemaakt hebben, mogelijk zelfs door restauratiewerken die destijds bezig
waren, op verse bepleisteringen.
Constant Piron had dit vermoeden geuit in 1682, bij het herontdekken van
de muurschilderingen die verborgen zaten onder een laag witkalk en die
toevallig herontdekt werden door het weghalen van het zijaltaar van Onze Lieve
Vrouw.
1591 Gerard De Boeck, pastoor van Meise, maakte zich verdienstelijk door het in
orde stellen van al wat door de Geuzen verwoest was in Meise, Oppem en
Amelgem. Hij herstelde de fel
beschadigde St.-Martinuskerk en pastorij en liet een nieuw dak leggen op de
Hasseltbergkapel. Hij was getuige bij de
rekeningen van Kerstmis van 1590 over de St.-Martinuskerk door kerkmeester
Antoon Van Hemelrijck.
|