Ik heb de copie van de acte van schenking door Puttemans in op 3 mei
1941 aan mejuffer Florentine De Boeck. Het gaat hier om het vorige gebouw
Brasserie St.-Martin. Die stond er voor
de Kursaal (nr. 020 ).
Fo
Koop I : Een handelshuis (herberg) met een
verdieping, aanpaende handelsgebouwen
(kaashandel), (vroeger brouwerij St.-Martinus) gelegen op de hoek van de
Brusselsesteenweg en van de Krogstraat (gevel ongeveer 34 meter veertig
centimeter) en begrijpende
I Woonhuis : ondergrond : bierkelders, fruitkelders gelijkvloers : grote herbergzaal, eetzaal, keuken, kamer,
washuis, koer, twee water-closetten, regenwaterput, stallingen en remisiën.
op de verdieping : 6 kamers
onder het dak : twee grote zolders en een kleine kamer
II Aanpalende gebouw : ondergrond : twee afgescheiden kelders
gelijkvloers : vier grote magazijnen, kelder en washuis
Op de verdieping : grote feestzaal, zolder
III Grote hof met hoven en grote boomgaard
Deze eigendom is verlicht met elektriciteit en heeft een oppervlakte van 50
aren
Paul Borremans tot de afbraak . Voor dat dit gebouw
er stond, bevond zich op dezelfde plaats een hoeve.
Via de dochter van bewoner Raymond De Vreught kregen wij een foto van de
oorspronkelijke hoeve.
Aan de ingang van de Plantentuin Meise
centrum staat de woning van de conciërge.Momenteel is ze bewoond Paul Borremans tot de afbraak door,
landschapsarchitect.Voor dat dit gebouw
er stond, bevond zich op dezelfde plaats een hoeve.
Via de dochter van bewoner Raymond De Vreught kregen wij een foto van de
oorspronkelijke hoeve.
1902 Edwin Ganz, kunstschilder, zoon van Juliaan Ganz, kunstfotograaf van
Zwitserse nationaliteit, kwam zich vestigen in de Oranjerie van het koninklijk
domein te Meise.Hij verbleef veel te
Oppem omdat hij verliefd was op Lisatje.Hij portretteerde menig landschap en personage.Hij tekende prachtige boerenpaarden.
1912 De gebouwen en de gewassen leden veel schade door een hevige storm die
over Meise raasde.
1914 Op 1 augustus was er algemene mobilisatie van de burgerwacht.
Op 20 augustus was Meise door het Duitse leger bezet (IIIde res. Ulanen)
1926 Te Grimbergen verstrekten de Franse zusters Les dames de l incarnation
onderricht.Door de oorlog vluchtten zij
naar het kasteel van Boechout, waar zij een onderkomen hadden gevonden in de
Oranjerie.
1927 Op 17 januari om 7 uur s morgens overleed keizerin Charlotte op het
kasteel van Boechout.Het Koninklijk
domein zou daarna vlug in verval geraken en geen werk meer verschaffen
gedurende vele jaren.
1939 Bij K.B. van 20.2.1939 werd de pastorij van Meise een beschermd monument.
1940 Op 7 juni werd Boechout bezet door de Duitse weermacht onder bevel
vanmajoor Fuchs.De tweede wereldoorlog zou duren tot 1945,
maar Brussel en Meise werden reeds bevrijd begin september 1944.
Op 14 en 15 november heerste er een orkaan over Meise.Hierbij sneuvelden verscheidene
prachtexemplaren van bomen in dreven van Boechout , aangeplant in 1806 door
Karel Peter Roose en Henrika Francisca de Visscher de Celles die Boechout in 1876 op 12 juli in bezit genomen hadden..
Tijdens de oorlogsjaren bleef de St.-Elooikapel open, maar de vieringen kenden
een dieptepunt.
Tijdens de oorlog hebben de Duitsers overal de bronzen klokken uit de torens
laten weghalen.
1944 Vermoedelijk is ook het kasteel van Meise ingevolge kortsluiting na de
inslag van een vliegende bom in de buurt op 2 december in brand gevlogen.
1948 Kunstschilder Edwin Ganz stier in het domein van Boechout op 20 augustus.
1955 Dichter Bert Peleman (van Edele Brabant) die te Oppem op een deel van het
Sterckxhof woonde, blies de St.-Elooivieringen in Meise nieuw leven in.
Op 1 november startte het Audiovisueel Centrum in het huis Janssens naast Den
Beiaard met een talenpracticum met 24 cabines 6 telen.Het was een initiatief van Jos Chabert, toen
schepen in Meise.Jef De Cuyper nam het
roer in handen en werd opgeleid door dr. Ir. Erich Ley, uitvinder van het
unieke A.A.AC.ZC. talenpracticum. 1976 Fuzie van Meise, Oppem en Wolvertem tot gemeente Meise. Het aantal inwoners van de deelgemeenten bepaalde de naam. Ten onrechte wordt verteld dat dit door politieke invloed beredderd werd!?
1803 Pastoor Rasquin en zijn collega Ser. Van de
Wijngaert verbleven op het kasteel van Boechout.
1804 Naast de pastorij werd een straat getrokken, thans de August
VanDoorslaerlaan genoemd,die een groot gedeelte van het hof van de pastorij
(tot wat ligt tussen de huidige tuin en de Krogstraat) afnam.
1816 Ook toen beleefden de landbouwers eenn ongeluksjaar.Door hagel en regen werd de oogst gans
vernield.Toen waren er veel arme mensen
in hongersnooden menig boerderijtje
ging te niet omwille van allerlei tegenslagen (dierensterfte en slechte
oogsten).De prijzen van de
landbouwprodukten waren toen nog zeer laag en brachten wienig op.Baron Emmanuel d Hoogvorst, de grote
grondbezitter gaf toen kwijtschelding van landpacht en verschafte Meise werk
door zijn oud kasteel (Hof te Meysse XIIIde eeuw) te laten afbreken en een
nieuw te bouwen dat in Meise bekend stond alshet wit kasteel.Emmanuel d
Hoogvorst liet ook de Kasteeldreef van Meise naar Grimbergen toe aanleggen op
eigen kosten langs zijn Drijtorenhof.Deze werekn werden pas in 1818 beëindigd.Zij verschaften werk en broodwinning voor de
ganse streek.
Rond 19 juni kwam E.H. Johannes Baptista Van de Velde, gewezen bisschop van
Roermond en primaat van Gelderland de kinderen het vormsel toedienen te Meie.
1818 Baron dHoogvorst kocht op vraag van Simon Margé provisor van de abdij van
Grimbergen het domein Groot Amelgem aan een zeer voordelige prijs als zwart
goed.
In 1808 werd werd Margé pastoor van Meise.Ca 1816 vroeg hij aan de baron het domein terug te schenken, doch deze
weigerde.Na een periode van discretie
beloofde de baron in een brief van 13 maart jaarlijks 100 kronen te betalen als
vergoeding.
1826 Op 5 juli werd Jozef Matthijs, een seculier,priester, pastoor te Meise.
1839 OP 16 april werd Pierre Jan Straetmans vernoemd als onderwijzer te
Meisze.Ook de kinderen van Oppem kwamen
toen in Meise naar school.
1849 Karel Lodewijk Van de Zande, zoon van stefaan, werd op 29 oktober als
ondermeester benoemd te Meise.Een
andere Van de Zande Jacobus Johaznnes, vermoedelijk geen verwante, was reeds
bovenmeester.
1865 Aantal schoolkinderen te Meise :120 jongens en 65 meisjes (er bestond
reeds een meisjesschool).
1866 De bevolking te Meise had te kampen met cholera.Bovendien werd de oogst vernield.Wanneer de choleraepidemieMeise teisterde werden de zieken afgezonderd
in de buurt van Limbos, in een huis dat eigendom was van baron d' Hogvorst en
waarin een familie woonde welke praktisch totaal was gestorven als eerste
slachtoffers van de kwaal.Om de cholera
te bestrijden werden alle volksvergaderingen afgelast en ook de kermissen
gingen niet door.De zusters van Maria
hebben zich toen zeer verdienstelijk ingesteld.
1873 Op 18 december overleed gravin de Beauffort Marie Elisabeth Roose de Baisy.Haar leuze : in bello fortis!Zij was geboren te Brussel op 13 juli 1809
(zie haar obiit in de St.-Martinuskerk).Voor Meise was zij een grote weldoenster.Zij schonk o.a. de gebouwen van het klooster
en van de vrije Meisjesschool te Meise, waar de kinderen uit de omgeving o.a.
ook ui t Oppem en Amelgem naartoe kwamen.
1879 Onder Leopold II werden de domeinen van het kasteel van Boechout en Meise
samen met hun landerijen samen gebracht tot een geheel.Na de brand van het koninklijk kasteel van
Teruren, waar keizerin Charlotte van Mexico verbleef, werd de zuster van de
koning overgebracht naar Meise.Daarvoor
was Boechout verkocht door graaf de Beauffort en kort daarop verkocht ook baron
dHoogvorst het kasteel van Meise.Baron
Goffinet had het gezag over het geheel rond de keizerin.
1882 De Meiselaan is de aanzet van de weg van Brussel naar Antwerpen
(staatsbaan nr. 1 bis).Deze laan werd
toen aangelegd op initiatief van koning Leopold II en verbond Laken met Meise
waar een koninklijk domein gelegen was op beide plaatsen.
De weg liep reeds van Brussel tot Meise in de XVIde eeuw.De Meiselaan werd aan beide zijden beplant
met kastanjelaars.
1885 Op 6 november werd Philomena Vander Veken onderwijzeres van de
bewaarschool van de gemeente Meise.Zij
was de vrouw van koster Van Nieuwenhove.Zij gaf ook onderricht in naaiwerk.
1889 OP 4 september kwam kardinaal Goossens voor de eerste maal naar de
St.-Martinuskerk van Meise om er het vormsel toe te dienen aan de kinderen van
Meise en omgeving.
1893 In september bolde er reeds een tram toe Meise over Grimbergen naar
Brussel.
1709 Egidius Mos(t)mans, pastoor te Meise, stierf op
11 juli en werd opgevolgd door J.B. Bourgeois.
1711 Bij het overlijden van meester (t) Servranckx, griffier bij de
erflaatbank van St.-Gummarus te Meise, werd Judocus (De) Belde zijn opvolger op
26 juni 1711.
Op 16 december 1712 werd Judocus tevens benoemd tot meier, rentmeester en klerk
aan het laathof te Meise en Oppem.
1720 Op 26 oktober nam J.B. Bourgeois ontslag.Op 3 november werd hij vervangen door Franciscus Caessens die reeds
pastoor was te Ramsdonk.Op 21 mei 1747
werd F. Caesens door Lodewijk XV koning van Frankrijk tot abt van Grimbergen
verkozen.De benoeming werd nadien
bekrachtigd door keizerin Maria Theresia.
Als pastoor van Meise werd toen Laurentius T. Van Volsem aangeduid.
1723 Samen met 14 andere pastoors deed pastoor Casens van Meise, Norbertijn van
Grimbergen, een klachtbij de
aartsbisschop van Mechelen in verband met het opdragen van zondagsmissen in de
Boskapel van Imde.
1725 Op 28 februari overleed Johannes Verplast, koster van Meise.Men vermoedt dat hij toen werd opgevolgd door
Henricus Van Doren, die op 7 januari 1755 overleed.
1728 In dat jaar werd ook beslist de pastorij van Meise te verbouwen.
1730Prelaat Augustinus van Eeckhout bouwde het naar het Westen gerichte deel
van de pastorij van Meise hetwelk aan het vorige deel daterend van 1647 1648
werd toegevoegd.Hij legde de eerste
steenop 6 juni 1730.Zijn wapen werd
boven de deur van de achtergevel (eertijds was dit de voorgevel) aan gebracht
met de leuze Ministerium tuum umple.Het is wel eigenaardig dat de trap naar de verdieping in het
achtergedeelte zit en dat normaal bij de verbouwing de trap zou blijven bestaan
en in het oudste gedeelte zou moeten gezeten hebben.
1745 Op 23 augustus verschenen afdelingen van het Franse leger op het
grondgebied van Beigem.Het waren enkele
duizenden onder wie achter geblevenen van Meise, Wolvertem en omstreken.
1746 Op 19 mei vestigde Lodewijk zijn hoofdkwartier in de burcht van Boechout
om van daar Antwerpen te belegeren.
1747 Op 17 april tijdens de brand van de abdij van Grimbergen kwam Franciscus
Casens, pastoor te Meise, op het idee het H. Sacrament te halen en toen hij de
zegen over de vlammen gef, doofde het vuur langzaam uit.
Op 25 mei ontving Franciscus Casens van bisschop de Mirepoix het officieel
bericht van zijn benoeming tot abt van Grimbergen.Op 1 juni nam hij afscheid van zijn
parochianen te Meise en werd daarna feestelijk in een staatsiekots van baron
d(Hoogvorst feestelijk aar Grimbergen begeleid.
1750 Op 8 mei stierf pastoor Van Solthem te Grimbergen.Hij was geboren op 6 juni 1698 te
Brussel.Hij schreef twee
Nederlandstalige treurspelen : Pygmalion en Astarte.Hij was een begaafd
redenaar.Hij schreef ook nog een
toneelstuk ter ere van het Sakrament van Mirakel dat gedrukt werd te Brussel
bij De Grieck in 1735.
Nico Ferro of Norbertus Terro, pastoor te Meise vanaf 25 juni verkocht het
goulederen behang van de St.-Martinuskerk dat door pastoor De Pottere werd
aangebracht.
Op 23 november stierf prinses de Berghes St.-Wino de Raches.Zij was de eerste vrouw vanJoseph Ignace
François Vander Linden d Hoiogvorst (+14.12.1786).
1753 Op 21 juli stierf pastoor Norbert Ferro.Hij was 53 jaar oud.Op 4
augustus werd Frnaciscus Xaverius Lemire pastoor te Meise.Hij was er reeds onderpastoor van 30 maart
1741 tot 4 december 1746.Dan werd hij
pastoor te Grimbergen tot 1753.In 1770
werd hij landdeken van Brussel West. Hij overleed in 1772 op 24 april.
F.X. Le Mire had Rasquin als onderpastoor.Hij betitelde zichzelf als Pastor in Meys et NovoSarto (Nieuwenrode),
Oppem et Zxdonck (thans Kapelle op den Bos).
In 1753 werd voor de relikwie van St.-Elooi een zilveren reliquaire gemaakt.
Kort na zijn aanstelling als pastoor van Meise bestelde Xavier Le Mire bij beeldhouwer
Durey een n ieuw beeld voor hetMaria altaar, een votiefbeeld nl. een Lieve
Vrouw van den Rozenkrans, wat betaald werd uit het offer van de
Rozenkrans.Dit wees op het bestaan op
dat ogenblik van een broederschap van de Heilige Rozenkrans te Meise.
Op 4 oktober 1754 werd het nieuwe beeld piëteitsvol op het Maria altaar
geplaatst.In 1766 werd het omhangen met
mooie rijke stoffen geschonken door een edele jonkvrouw nl. Charlotte
Constance, oudste dochter van Melchior Franciscus Roose, varon van Boechout.
1754 Op 13 oktober werd op het kasteel van Boechout te
Meise het zilderen priesterjubileum van Carolus Navez, kapelaan aldaar,
luisterrijk gevierd.Waren aanwezig :Baron en barones d Hoogvorst met hun zoon en twee
dochtersgraaf van Hombeek, broer van baron d Hoogvorst raadsheer van Langendonck drossaard Midavin
s Avonds werd een komediestuk opgevoerd dat niet minder dan 4 uur duurde.
1757 Prinses Anna, weduwe van prins Willem Friso van Oranje Nassau, heer van
Grimbergen, verkocht aan de prinses de Berghes al haar rechten op de baronie en
het land van Grimbergen.Hiermee
eindigde de geschiedenis van de Nassaus in het Land van Grimbegen.
1762 Na de dood van meester Francis Norbertus (de) Belde (ook Belden genaamd),
griffier en meier van de laatbank te Meise, Oppem, Wolvertem en Beigem van
St.-Gummarus, ook nog koster te Liesele, werd Franciscus Steen benoemd op 5
maart te Lier tot meier en griffier van dezelfde laatbank.Hij was geboren te
Ruisbroek.Hij legde de eed af op 20
maart.
In de beschrijving van de pachtvoorwaarden is er geen sprake van visrecht, wel
van het Groot Hof, land, weiden, vijverblok aan het Elbosch in het Vossenhol te
Oppem en Meise; en van het Klein Hof, weiden, landerijen aan de Grote en Kleine
Cabbeek, Ossel en Wemmel.
1767 Onderpastoor Stoefs verhuisde naar de parochie Rossem.
1771 Franciscus Xaverius Lemire, pastoor van Meise en landdeken, vierde in
oktober het gouden jubileum van zijn intrede in de abdij.
Op 23 novemer stierf priester Franc Salis Wauters.Hij werd voordien vermeld als priester te
Meise.
1772 Op 24 april stierfpastoor
Franciscus Xaverius Lemire van Meise.
1773 Op 9 maart werd Jos Rasquin pastoor te Meise en dit tot 24 april 1795,
toen hij als gebroken man terug keerdenaar de abdij van Grimbergen, die kort daarop werd afgeschaft, waardoor
Rasquin moest rond zwerven.Hij overleed
op 24 juli 1804.
Adriaan De Coster werd ook vermeld als pastoor of onderpastoor van Meise,
wellicht tijdens de periode tussen 24n april 1772 en 9 maart 1773.
1774 Toen was Van Haelen onderpastoor te Meise.
1776 Na de begrafenis van abt De Rondeau op 17 januari 1778 koos het
abdijkapittel twee commissarisen, Franciscus Dujardin, kapelaan op het kasteel
van Boechout, en Cornelis Brion, conventheer.
Op verzoek van abt du Rondau maakte landmeter J.B. Nieuwenhuyze het gekend
Tabula geographica, een metingsboek waarin de gronden, cijnzen, tienden enz.
van de kerk en Tafel van de H? Geest van Meise en St.-Brixius-Rode zijn
afgelijnd.Het werk bevat 64 folios met
een tekening van het wapen van abt du Rondau
De parochie Oppem wordt onafhankelijk van Meise.
1780 Bij pastoor J. J. Rasquin van Meise werden Mahy en Van Olm vermeld als
onderpastoors (kapelaans).
Voor Brussegem en Meise haddende abdij
van Grimbergen en de heren van Grimbergen het bestuur in handen.Verder waren er de baronies te Oppem, Meise
en het Hof ter Hasselt.Het veraf
gelegen Kamerrijk was gedurende lange tijd de zetel van ons bisdom.
1786 1789 Te Meise waren volgende Norbertijnen toen als geestelijken :
pastoor Rasquin, onderpastoor Van de Velde en kapelaan de Mary.Op het kasteel van Boechout was Dujardijn
kapelaan bij baron Roose.
1787 Baron d Hoogvorst van t Hof te Meise leefde verscholen in de pastorij
van Oppem onder Brussegem.Ook twee
jongens uit Meise zijn toen naar Holland getrokken nl. J. De Pauw van de
herberg St.-Merten en P. Vits, bakkerijzoon tegen het hof vn de pastorij.Dit schreef onderpastoor Heylen te Meise.
1789 1799 Tijdens deze periode woedde de Franse revolutie.In onze streken heerste er een
schrikbewind.De St.-Martinuskerk, de
St.-Elooikapelen de pastorij van Meise
ondergingen opnieuw verwoestingen.Omdat
de Franse soldaten de kerkschatten stalen werd de kelk en de reliekhouder van
de St.-Elooikapel verstopt in de tuin van de koster.
1790 Pastoor Norbertus Heylen van Grimbergen was onderpastoor te Meise van 4
november 1790 tot 16 juli 1795, toen hij pastoor werd in Grimbergen.Hij was de man die menig geschiedkundig
geschrift naliet over de oorlogsgebeurtenissen van zijn tijd, in het bijzonder
de invallen van de,Fransen.
Willem Neva of Nica werd pastoor van Meise tot 1808, in opvolging van pastoor
Rasqin.
Onderpastoor Van de Velde en kapelaan de Mary, bijgenaamd de stoker van
Meisestelden zich aan het hoofd van
een stel vrijwilligers van Meise om Van der Noot te steunen.Ook abt Maras stelde P. Vits aan het hoofd
van de jeugd van Meise.De onderpastoor
aalmoezenier werd vermoord door twee hoesaren (huzaren) op 22 september 1790
nabij Fellon.
1794 Op 26 april kwam prins Ernst, zoon van de Engelse koning naar Grimbergen
om de Oostenrijkers te helpen De volgende zondag kwamen de Hollandse troepen in
de abdij met wel vijftig wagens.Hun
aantal was zo groot dat zij in de omliggende dorpen werden ingekwartiers, ook
te Meise en Oppem.
Op 11 juli deden de sansculotten hun intrede te Brussel.Te Meise vernielden ze op die dag de
kunstglasramen in de st.-Martinuskerk.Nog op die dag had E. H. Heylen, onderpastoor te Meise en St.-Brixius-Rode
de mis gelzezen (feestadag van de H. Norbertus)De koster had de relikwie van St.-Eligius en de zilveren kelk begraven
in zijn tuin.
Op 13 juli ging pastoor Margé van Meise in gezelschap van de pachter van de
abdij langs een binnenweg van Grimbergen naaar Meise.Hij had burgerlijke kleren aangetrokken.Toch werden ze tegen gehouden door 4 Franse
soldaten..Een keuterboer uit de buurt
sloeg echter zo een hge toon aan dat deze soldaten vreesden dat er nog meer
boeren zouden ingrijpen en dropen maar liever af.Margé besloot toen naar Holland te vluchten,
waar hij gedurende één jaar verscholen bleef voor hij terug keerde.
Op het hof te Hasselt zat toenpachter Van Hemelrijck.
1794 95 De winter was bijzonder streng en er was grote armoede.Er sneuvelden toen veel bomen in het domein
Boechout.Het Hof te Meysse en
hetkasteel van Boechout werden in beslag genomen.Er werd veel geplunderd en onder leiding van
Heger verdween alles wat waardevol was.Heger werd uiteindelijk onnozel verklaard.
1798 De kerk van Meise werd zwaar beschadigd en bleef geruime tijd buiten
bereik.
Graaf Roose werd aangehouden en naar Frankrijk gevoerd.
1799 Op5 september stierf Franc. Guill. Dujardin als slotkapelaan van het
kasteel van Boechout. Hij was slechts 49 jaar.Hij werd vervangen door Ludovicus Franciscus de Mary die op 86 jarige
leeftijd stierf op 30 mei 1813. In de archieven van de abdij van
Grimbergen berust het dagboek van Norbertijn Heylen , onderpastoor in Meise en
dichter (ca. 1800) .Hij schreef :
de kapel van Rode heeft ook geplekt gestaen en met voorwaarde van voor drie
maanden afgebroken te worden.Die van
Rode hebben dan een verzoekschrift opgestuurd, zeggende dat hun kerke geen
kapel was maar gelijk een parochiekerk, hebbende een kerkhof, een afzonderlijke
koster en inkomsten en goederen voor armen
en die afgescheiden zijn van die van Meise.Dit verzoekschrift werd ingewilligd en de kerk van Rode bleef bestaan.
1602 De
St.-Martinuskerk te Meise was toen(1602 1604) in wanorde wegens koffers en
andere zaken die door het volk ter beveiliging werden binnen gebracht, uit
vrees voor de soldaten.Noch de kerk, noch
de pastorijwaren ochtans veilig vor de Calvinisten.Bij het minste onraad zochten de mensen uit
schrik naar bescherming ofwel in de kerk of wel in de bossen.
1604 In het verslag van het kerkbezoek wefrd geschreven dat pastoor Gerardus De
Boeck van Meise zijn parochie goed beheerde.Hij liet trouwens zelf zijn pastoorshuis heropbouwen.Hij stierf na 51 jaar pastoraat te Meise in
1647.
Op 18 oktober tekende koster Jan of Joos Van den Broeck met pastoor De Boeck en
kerkmeester Rombaut Van der Haeghen een akte waarbij de rente van veertien naar
twaalf gulden werd terug gebracht, verschuldigd aan de kerk door Elisabeth
Seghers, weduwe Jan De Moor.
1606 1617 Heyndrick Van Bevere zoon van Steven was meizer en rentmeester van
de heren van Boechout en schepen van de bank van Meise.Hij hield bovendien het erflaat van
St.-Gommaar en van het Laathof van de kinderen Van der beke te Meise.
1607 In de kapel van Hasselt werd een klok gehangen die reeds besteld was in
1590.Deze klok is tha,s nog in gebruik.1611
Tot dit jaar verbleven er op de pastorij van Meise verschillende kapelaans :
1. Die voor de parochie Oppem (later evenwel niet meer)
2. Ook nog die van Rode
3. De kapelaan van het kasteel van Boechout wellicht tot 1732
1618 Het Land van Grimbergen behoorde destijds aan prins Phlips Willem van
Oranje (+ 1618 Diest).Het omvatte
Grimbergen,Eppegem, Beigem, strombeek, Meise, Brussegem, Londerzeel en vroeger
ook nog Ruisbroek, Willebroek en Boom.
1619 Geraert DE Bock of De Boeck was pastoor van Meise maar werd vrijwillig
kapelaan te Oppem. Later zou hij terug keren naar zijn abdij waar hij op 21
maart 1626 overleed.
Na het ontslag van pastoor Gerard De Boeck van Meise werd hij op 12 maart
aldaar opgevolgd door pastoor Ludovicus Moreua die stief op 15 maart 1647.De
oudst voorhanden zijnde overlijdensregisters van zijn hand beginnen op 7 mei
1619 toen het bijhouden van overlijdens verplicht werd gemaakt.Onder zijn bestuur werd de Sint
Martinuskerk uitgebouwd tot wat ze op heden nog is.Ook de pastorij werd verbouwd.Ditis het voorste gedeelte van het huidige
gebouw.Dit gebeurde allemaal in
opdracht van en met goedkeuring van abt ChristoffelOuters.
1624 Jaspar Van der Schueren, geboren te Mechelen, pastoor te Strombeek en hulp
te Meise en St.-Agatha-Berchem had aks vije tijdsbesteding schilderkunst.Hij overleed op 10 januari 1624.
1627 Op 8 november overleed pastoor Egidius Van Turnhout, die vermeld werd te
Meise.
1636 Gregorius Van Wemmele werd priester gewijd te Grimbegen in 1636 en stond
abt Outers bij, maar was pastoor te Meise en St.-Agatha Berchem waar hij in
1667 overleed.
1642 Onder abt Outers (1613-1647) werden heel wat bouwwerken uitgevoerd.Het voorste gedeelte van de pastorij werd
afgewerkt.Ook de rechter zijbeuk van de
ST.- Martinuskerk werd voltooid ( zie jaartal in sluitsteen van de
zoldergewelven).
1643 Door het Concilie van Trente werd de erplichting opgelegdom veel muurschilderingen in de kerken te
bedekken.Het is dus mogelijk dat de
muurschilderingenvan de St.-Martinuskerk daardoor toen verdwenen onder een laag
witkalk.
1646 Sint-Elooi, vereerd als pestheilige, (o.a. te Bethune) werd ook vurig
aanbeden in de kapel van Hasselt (Sint-Elooi).
1647 Gijs(s)ens Bartholomeus werd op 26 maart pastoor van Meise.Hij was geboren
in Moorsele en werd kannunik reg. Te Grimbegen.Hij was van 1645 tot 1647 pastoor van Wemmell en daarna pastoor van
Meise.Hij overleed in 1662.Onder zijn beleid werd de bouwvalligen kapel
van Hasselt heropgericht in 1652 en het eerste gedeelte van de pastorij van
Meise gebouwd en herbouwd.
1650 Oastoor Gijs(s)ens stichtte de Broederschap van de H. Rozenkrans in Meise
1651 Op 1 augustus vielen de Spanjaarden Meise binnen.Vermoedelijk was het weer het garnizoen van
Aalst dat de omgeving afstroopte wegens achterstallige soldij.Op het kerkhof werd in een gevecht de 46
jarige Guilielmis Kint vermoord door landsknecht Antonio Brasso.De krijgswet werd hier onverbiddelijk
toegepast en Antonio Brasso werd ter dood veroordeeld op 11.8.1651.Tien dagen later werd hij op het kerkhof zelf
onthoofd.Pastoor B. Gijssens stond hem
bij de terechtstelling bij.
1652 Abt de VElasco van Grimbergen vevorderde ook buiten de abdij de devotie
tot relieken.De oude kapel van
St.-Eligius te Hasselt was bouwvallig geworden en de prelaat verzocht de
pastoor van Meise, Bartholomeus Gijssens voor een nieuwe te zorgen.Prior Joannes a Lapide legde de eerste steen
en toen ze na drie maanden gebouwd was, werd ze op 2 juli 1652 door tit.
Aartsbisschop van Efese, Jacobus della Torre ingewijd.De aartsbisschop verrijkte haar met relieken
van de heilige Hubertus en Benediktus, die hij voorafgaandelijk had onderzocht
en goedgekeurd.
Hij bouwde ook aan de pastorij
1655 Na het overlijden van Meester Jan Van Himbeeck op 24 oktober te Meise werd
Meester Guilliam Servranckx griffier of secretaris van de erflaatbank van
St.-Gummarus te Meise tot hij in 1711 overleed.
Het Sint-Gummaruskapittel van Lier omvatte de laathoven van Meerhout, Lille,
Meise en Oppem Tussen 1655 en 1762 zijn alle andere griffiers bekend
gebleven, maar de erflaatbank die het Sint-Gummarus kapittel van Lier Bezat te
Meise, Oppem, Wolvertem, Beigem ging terug tot onheuglijke tijden (E.S.B. 1951
F. Verbiest).Vermoedelijk gaat dit
terug tot het einde van de XIIIde eeuw, tot het Hof te Meysse eigendom werd van
Arnold van Lier, heer van Immersele, waardoor het Hof te Meysse denaam kreeg
van Hof te Immersele.
1658 Volgens een akte van 23 fbruari werd e koster van Meise (+Rode)
beurtelings aangewezen door de heer van Boechout en de heer van Meise..Op 17 december duidde Renon de France, baron
van Boechout, Guilliam Van den Broeck aan als koster van Meise.Dit was 5 dagen na de dood van zijn vader
Joost die reeds 35 jaar koster was en 82 jaar geworden is.Guilloiam overleed op 12 oktober 1669 ten
gevolge van de pest.
1660 Te Meise huwde Anna van Oppem met Franciscus Willekens op 29 april.
1662 Bij dedood van pastoor Bert. Gijssens werd Franciscus Adams pastoor te
Meise.Hij was de zoon van de
lijfwachten van Albrecht en Isabella en had een moeilijk karakter.Hij was kapelaan geweest in Oppem en in
Wemmel.In 1667 verliet hij Meysse om
pastoor te worden in Wemmel waar hij in 1674 stierf.
Georges Van Wemmel, onderpastoor in Meise, schreef de geschiedenis van de abdij
van Grimbergen.Het geschrift is helaas
verloren gegaan.
1664 Franse soldaten onder het bevel van Lodewijk XIV staken het centrum van
Meise in brand.
1665 In de uitgaven den de H. Geesttafel werd vernomen dat aan pastoor De
Potter 10 gulden werd uitgekeerd voor het huis waar de schoolmeester van de
arme kinderen had gewoond, huis, cur- of kerkgoed, vermoedelijk gelegen tussen
de pastorij en de Krogstraat.
1666 Daniël Bellemans werd onderpastoor te Meise tot 1672.Naden werd hij missionaris.Hij stierf op 21 februari 1674 als pastoor
van Horsen (N).Hij was dichter en
schreef te Meise:-t Chiterken van Jezus en den Lieflijken
Paradijsvogel
1667 Hendrik De Pottere (Henricus De Potter), pastoor van Meise (op 25 maart)
moest reeds van junin tot september vluchten voor het geweld van de Franse
invallers onder Lodewijk XIV .Daarna
verbleef hij circa 30 jaar te Meise.Hij
maakte bovendien de pestepidemie me (1668 1670).Hij was doctor in de Godgeleerdheid en leraar
theologie van de Steingarden universiteit in Zuid-Beieren.In de toren van Meise liet hij twee klokken
hangen (3800 en 2800 kg).Het koor van
de kerk liet hij behangen met goudleder dat in 1750 werd weggenomen.In 1695 keerde hij terug naar zijn abdij waar
hij stierf op 22 maart 1700.
1668 Van 1668 tot 1670 stierven er een 50 tal mensen in Meise aan de
pestepidemie.
Andreas Kemmeriers even bekend als priester te Meise stierf op 23 november aan
de pestepidemie.
Op 22 december werd Herman De Munckpriester Norbertijn, daarnaonderpastoor te Meise tot 19.12.1681, toen
hij pastoor werd te wolvertem..Op
6.9.1698 werd hij prelaat van Grimbergen.
1669 Koster Gilliam Van de Broeck te meise is op 12 oktober (of 12 december)
overleden ten gevolge van de pest, overgewaaid uit Wolvertem (1667).Hij werd opgevolgd door Bert. Verbruggen dit
gedurende 50 jaar.Hij overleed op 23
maart 1718.
1670 In de oude pastorie te Meise werden enkele doeken ingelijst die door Leo
Van Puyvelde toegeschreven werden aan Mathias Van Helmont (ca 1670).
1677 De familie France d Assonville liet Boechout over aan de Rooses, tot
1830 eigenaars tijdens het oud regime.Ook het kosterschap werd hun in macht gegeven.
1681 Rond deze tijd werd de pastorie van Meise vergroot met een bijkomende
vleugel.
1684 De Franse soldaten staken ook het dorp van Meise in brand en bleven onze
streken teisteren van 1684 tot 1685.
Rod 1684 kennen we het verhaal van een pachter van Hasselt (nl.Van Hemelrijck.Die verstopte vermoedelijk het beeld van de
H.Anna ten Drieën van de kapel in de Plantentuin in het bos.
1686 Te Meise waren er toen 2 kastelen, 132 woningen, 4 brouwerijen, 11
aubergen;, 4 winkels en 4 hoeven.De
oppervlakte van de gemeente bedroeg toen 1281 bubnder.
1689 Meise ontsnapt aan het lot van de gemeenten die verwoest werden omdat zij
niet tijdig hun krijgslast hadden betaald dank zij de invloed van de heren van
Meysse.
1695 Op 18 juni wordt Egidius Mosmans pastoor van Meise tot 1709.
Herman Bertrant werd vernoemd als deken van meise, die in oprdracht van het
aartsbisdom van Mechelen de nodige goedkeuring gaf tot de verering in de
Boskapel ten Imde.
E.H. Goetschalk werd vernoemd te Meise.
Muitende soldaten stichtten opnieuw brand aan in het dorp te Meise vermoedelijk
aan de kerk en de St.-Elooikapel.
1699 Jan Van Acoleyen stelde toen de figuratieve kaarten op van de goederen
toebehorende aan de abdij van Grimbergen onder Brussegem.Er waren ook een tweede kaartblad met Oppem,
de St.-Annakapel e.a; en een derde kaartblad met de kapel van St.-Elooi.
1593 De Beeldenstorm raasde opnieuw door het
land.Terreur zou duren tot 1598.De ramen, het dak en de inboedel van de
St.-Martinuskerk waren opnieuw fel beschadigd.Slechts na enige tijd, met steun van baron d Assonville van het
waterslot van Boechout, van graaf van Buren, de oudste zoon van willem van
Oranje, heer van het Land van Grimbergen en Jan van der Ee, amman van Brussel
en kasteelheer van t Hof te Meyssqe, de restauratie van de kerk
aanvangen.De schaliën voor het dak
werden reeds besteld.De afwerking van
de middenbeuk is van 1626 en die van de zijbeuken van 1635 en 1642.Als koster van Meise werd Jan of Joos Van den
Broeckbekend door eenn acte van 18
oktober 1604 waarin hij samen met pastoor De Beock en kerkmeester Rombaut van
der Haeghen verschijnt.Deze koster
overleed op 12 december 1658op 82
jarige leeftijd na gedurende 65 jaar koster van Meise te zijn geweest.In voornoemde acte stond dat aan de kerk
verschuldigde renten van 14 naar 12 gulden werden gebracht.
In Meise gebeurde in 1593 de eerste kerkvisitatie door Petrus De Vinck, deken
van West-Brussel, als afgevaardigde van de aartsbisschop.Het Concilie van Trente (1545-1569) had aan
de bischoppen geregelde kerkelijke bezoeken opgelegd in hun parochies.Petrus Vinck beweerde reeds in 1592 een
kerkvisitatie te hebben verricht, maar hierover werd geen enkel spoor terug
gevonden.
1596 1598 Steven van Bevere was schepen van de bank van Meise.
1598 De kerk van Meise stond open langs alle kanten zodat de mussen er in vrond
vlogen.
XVIIde en XVIIIde eeuw Een aantal mooie grafstenen in Laken werden gemaakt door
Ernest Salu die in Meise een buitenverblijf had (staat in deZonnelaan).Salu ontwierp ook het nieuwe kerkhof van
Meise.
Het luxueuze goudleer werd toen erg op prijs gesteld.Ook in het koor van de kerk van Meise werd er
gouleer tegen de wanden geplaatst.Later
werd dat er weer afgenomen en verkocht.
1500 Door een regiment Duitse soldaten onder bevel van
graaf van Arenberg, werd de tiendenschuurvan Meise afgebrand.
1521 Anthonis Van Oudenhove werd pastoor van Meise tot 1558, dit volgens de
oudste bewaard gebleven rekeningen van de H. Geesttafel dd 1522, destijds in
het parochiearchied.
1541 Volgens de kroniek van pastoor Van der Hasselt van Mazenzele nam de
handboogschuttergilde deel aan het landjuweel in Meise., dat 8 dagen lang
duurde. , van zondag tot zondag, de zes werkdagen inbegrepen.Deze pastoor noteerde ook dat Jacob De Smet,
koster van Brussegem en Laken, koster van Meise deelnamen aan het haagspel van
1541 te Kampenhout.Het handboor
schuttersveld was gelegen aan de Tennichwake en straat Meysse Amelgem.
1558 Laurentius Coppaerts (Coppen) werd pastoor van Meise.Hij stierf op 3 februari 1578 op het kasteel
van Boechout ( of op 30 april 1580).
1574 Volgens een verslag van het dekanaal bezoek was Coppen (Coppaerts) toen
pastoor van Meise en was August de Beer (Van de Beer) koster.
1578 Toen vondde tweede Beeldenstorm
plaats.Antonius Stoorbant werd de nieuwe pastoor te Meise.De pastorij stond er toen verwoest bij.
1580 De kerk van Meise kreeg een nieuw dak.
1582 Uit volgende tekst weet men dat er toen in Meise een huis was waar zieken werden opgevangen : op de heyde aen het Zieckhuys aldaer.
Toen stond de pastorij van Meise zonder dak en de kerk was zwaar
beschadigd.Tijdens het
Schikbewindwerden de dorpen en zelfs de burchten zoals die van Londerzeel plat
gebrand.Dit gebeurde tijdens de maand
november.Pastoor Antonius Stroobants
verzette zich met klem tegen het optreden van de Geuzen op het kasteel van
Boechout.
1584 Op 2 december stierf Antonius Strabanus (Antoine Stroobants) priester te
Meise op het kasteel van Boechout waar hij zich verscholen hield om het
Calvinisme te bestrijden.
Vermits in de kerk van Meise de jaartallen 1626 en 1642 voorkomen moet
St.-Martinus voordien verwoestingen hebben ondergaan.
1585 Michael De Meestere werd de nieuwe pastoor van Meise tot hij stierf op 22
januari 1591.Hij was een lekebroeder en
schrijnwerker van stiel en kwam uit Brussel.
1590 Michael De Meestere, pastoor te Meise overleed op 22 januari.Aangezien hij niet onmiddellijk werd
vervangen trad Gaspard Van der Schueren, pastoor te Strombeek, meermaals op als
priester in Meise.De eerste bladzijde van het doopregister van de
Sint-Martinusparochie werd volledig door zijn hand geschreven.Van der Schueren was tevens kunstschilder ,
o.a. maakte hij het portret van abt Gerardus Van Campenhout. Men vermoedt
trouwens sterk dat hij ook de muurschilderingen in de St.-Martinuskerk zou
gemaakt hebben, mogelijk zelfs door restauratiewerken die destijds bezig
waren, op verse bepleisteringen.Constant Piron had dit vermoeden geuit in 1682, bij het herontdekken van
de muurschilderingen die verborgen zaten onder een laag witkalk en die
toevallig herontdekt werden door het weghalen van het zijaltaar van Onze Lieve
Vrouw.
1591 Gerard De Boeck, pastoor van Meise, maakte zich verdienstelijk door het in
orde stellen van al wat door de Geuzen verwoest was in Meise, Oppem en
Amelgem.Hij herstelde de fel
beschadigde St.-Martinuskerk en pastorij en liet een nieuw dak leggen op de
Hasseltbergkapel.Hij was getuige bij de
rekeningen van Kerstmis van 1590 over de St.-Martinuskerk door kerkmeester
Antoon Van Hemelrijck.
684 Reeds in dat jaar zou er te Meise een kerkje
bestaan, met als patroonheilige Sint Maarten.Strombeek hing trouwens in de VIIde eeuw reeds kerkelijk af van de
parochieMeise.913 De hertog van Brabant
zag zich verplicht tegen de Berthouts een burcht te bouwen te Boechout
Meise.De oorlog van Grimbergen zou
ongeveer twintig jaar duren.
1007 De Hasseltbergkapel bleef steeds binnen de grenzen van de parochie Meise
niettegenstaande zij wordt beschouwd alseen grenskapel voor Meise, Wolvertem,
Oppemen Sint-Brixius-Rode.
1211 Het duurde tot dit jaar voor dat de Crainhems onder Willem hun tiende
recht van 1182 te Meise definitief afstonden aan de abdij van Ninove.Het betrok ook de afhankelijkheden van Oppem
en Sint-Brixius-Rode.Werden hierbij als
getuigen opgeroepen :
- Magister Henricus, sacerdos de Menz (seculier priester)
- Magister Aegidius als tweede priester van Meise
- ridder Arnoldus de Menz en ook ridders te Meise verbleven zoals Franco Lupus en Walterus Bose
Een zuivere gift zal dit niet geweest zijn vermits de aartsdiaken in een
oorkonde van 1223 verklaarde dat de abdij van Ninove o.a. vier betwiste bunders
had aangekocht.
Ook nog in 1220 trad Henricus nog eens op als getuige bij een gift vanArnulph,
ridder van Meise, eveneens ten voordele van de abdij van Ninove.
1231 Hesselinus, pastoor van Meise moet ook rond deze tijd overleden zijn. En dit
op 14 mei (vermoedelijk nog voor 1231).Pas
na de dood van deze pastoor werd een kannunik van Grimbergen aangesteld als
pastoor in Meise.De bevestiging van Nikolaas
vanKamerijk gebeurde pas op 6 maart 1258.Na frater Mattheus werd pater Gerardus vermeld te Meise.Hij
was zelfs deken.
1249 Op 8 december schonkNiklaas, bisschop van Kamerijk aan de abdij van Grimbergen
het recht de parochies van de abdij te Wemmel en te Meise, zodra vacant, zelfs
in de plaats van seculiere priesters aan te stellen.
1260 Op 8 maart werd frater Mattheus aangesteld tot deken van Meise (was tot
voor die datum pastoor te Meise) Cartularium II, folio 219 en 220.
1262 Frater Gerardus plebanusof deken
van Meise volgde frater Mattheus op en was zo de tweede priesterdie door de abdij van Grimbergen werd
geleverd.Hij trad op als getuige in een
brief van 1262 van Joannes Gieronis cognomento de Wert, scabinus Bruxellensis
aan de abdij van Grimbergen.
1287 Bisschop Willem van Kamerijk bevestigde dat de parochie Meise de
afhankelijkheden Oppem, Rode en Amelgem bezat en ook de kapel van Hasselt 1287
sbbato post Trinitatis op 7 juni 1287.
1292 De landheer hertog Jan I deed een poging om het strafstelsel over heel Brabant
op een meer gelijke manier in te richten en aan de plaatselijke herente
onttrekken.
De hoofdschepenbanken waren o.a. Kampenhout met o.a. Meise
1374 Oorlogsbelastingen na de nederlaag vanhertog Wenceslas te Bäsweiler op 22
augustus 1371 om de vrijlating te bekomen van gevangenen.Te Meise waren er toen 118
belastingplichtigen.
1416 Het Land van Grimbergen jomt in het bezit van de familie van Nassau tot
1757.
1440 Willem Frenarius (mogelijk Premarius), een kloosterling van de abdij van Grimbergen
werd pastoor te Meise tot 1475.In het
orbituarium komt voor : Guil. Framary, pastoor in Meys, overleden op 13
novembe.Vermoedelijk is dit dezelfde
persoon en is het sterfjaar dat ontbrak 1475, het jaar waarop pastoor Petrus De
Mey in functie kwam.
1448 Het Land van Grimbegen, waarbij Meise en Oppem hoorden werd belast met
nobelgeld om de vesting van Antwerpen te onderhouden.Iedere gemeente moest ieder jaar een bijdrage
leveren.Voor Meise was dit 3 nobels of
een gouden muntstuk door Filips de Stoute geslagen in 1388.
1475 Petrus de Mey (de Messemaecker) werd pastoor te Meise tot 1513 of 1515.
1494 Op 29 december werd een bijdrage van 45 gulden 16 stuyvers en 6 oorden
opgelegd aan de clerus van Meise.
1499 In een schepenbrief van Grimbergen d.d. 14 april, verstuurd naar hertog Philippus
(Brabantà werd vermeld :
Jan Verschueren, koster, wonende te Meise, i.v.m. meisseniersrechten dat hun
dikwijls pertgelt is geëist geweest te Brussel
In Meise valt de kermis in
juli en oktober.
Op 1 oktober 1961maakte mijn leerling Thielemans Francis in het tweede leerjaar
in de Gemeentelijke Jongensschool volgend verslag over de kermis :
De eerste zondag van de maand oktober.
Wat zag ik ?
Rond de kerk stond de foor :
1. Molens : zwiermolen
2. Een schietkraam
3. Drie barakken en één auto
Ik mocht een ritje doen in een kleine kar getrokken door een klein paardje.
Op het dorpsplein :
1. Barak, kleinepaardemolen, bootjes (schommelen)
2. Een groot schietkraam
3. Een klein fritkraam en een groot kraam waar men fritten, oliebollen,
speelgoed en snoep verkocht
4. Acht barakken + 1
5. 2 barakken naast de kerk
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Boudewijn, koning der Belgen
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze groet.
De gemeenteraad van Meise, provincie Brabant, hebbende bij beraadslaging van 14
september 1963 de wens uitgedrukt gemachtigd te worden gebruik te maken van het
wapenschild dat vroeger in bezit dezer gemeente was;
Overwegende dat uit geloofwaardige oorkonden blijkt dat de schepenen van Meise
voor 1795 regelmatig gebruik hebben gemaakt van een bijzonder wapen;
Gezien de koninklijke besluiten van 6 februari 1837 en van 14 februari 1913,
tot regeling van de vorm der gemeentezegels;
Op verslag van onze minister van binnenlandse zaken en van onze minister van
buitenlandse zaken;
Op eensluidend advies van de Raad van Adel;
hebben wij gemachtigden machtigen Wij,
bij deze opene brieven , de gemeente Meise gebruik te maken van dit wapen zoals
het hier beschreven en afgebeeld is :
van goud met azuren dwarsbalk en een schuinkruisje van keel over alles heen ; het
schild geplaatst voor een heilige Martinus te paard, zijn mantel delend met een
arme, alles van goud.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en onze Minister
van Buitenlandse Zaken zijn, elk op zijn gebied, belast met de uitvoering van
deze brieven, welke in het Staatsblad zullen opgenomen worden.
Gegeven te Brussel 15 maart 1966.
Getekend
Boudewijn
van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,De Minister van
Buitenlandse Zaken,
get. A. Vranckxget. P. H. Spaak
Sinds geruime tijd beijvert de parochie zich om de
liturgische hervormingen door het 2de vatikaans concilie
voorgeschreven toe te passen.
Door een spijtige beslissing van onderpastoor Boon werden , bij afwezigheid van
pastoor Brams de muurschilderingen van de kerk die naar het schijnt in slechte toestand
verkeerden begin 1962 - overschilderd
tezamen met het schilderen van gans de kerk.Protest van de Commissie.
Pastoor Geysen heeft dat van horen zeggen! Volgens andere bron was pastoor Brams op de hoogte. Bovendien heeft de restauratrice mij gezegd dat het dank zij het overschilderen in Latex verf, ze zo goed bewaard werden. Ze werden ten andere 3n maal in de geschiedenis overschilderd.
Eind augustus 1962 werd de preekstoel uit de kerk verwijderd.Men hield de homilie vooraan op de bovenste
trap van het koor.
Met Pasen 1963 werd een voorlopig altaar vooraan in het koor aangebracht en
begint men de Heilige Mis daaraan te lezen met het gezicht naar het volk
gekeerd.
Op 13 november 1965 in gebruik stelling van een nieuwe installatie van de
kerkverwarming(warme luchtsturing 180000 fr.).
In 1964 wordt het oude hoofdaltaar uit de kerk verwijderd.
In 1965 de doopvont naar het koor gebracht en de biechtstoelen achteraan in de
kerk.
Uit Manuale pastoralis pag. 102 van pastoor Geysen
Vanaf de XIIIde eeuwwaren de Norbertijnen van Grimbergen pastoor te Meise.Het is niet nodig de oudste van deze
kloosterlingen aan te geven.We geven
slechts die vanaf de XVIde eeuw.
Coppaert Laurentius + 30.4.1580
Stroobant Antonius +2.12.1584
De Meester Michaël + 22.1.1590
Stevens Aegidius +15. .1611
De Boeck Gerardus + 20.3.1616
Van Turnhout Aegidius + 8.11.1627
Moreau Ludovicus + 15.3.1647
Geyssens Bartholomeus + 12.4.1662
Adams Franciscus + 12.2.1674
Kemmerius Andreas + 23.11.1668
De Pottere Henricus + 22.3.1700
Motmans Aegidius + 9.7.1709
Bourgeois Johannes Baptiste + 23.6.1734
Casens Franciscus + 20.6.1755 later abt
Van Soltem Laurentius + 8.5.1750
Terro Norbert + 21.7.1753
Lemire Franciscus Xaverius + 24.7.1772
Wauters Franciscus Salesius + 23.11.1771
Rasquin Joannes + 24.7.1804
Nica Guillelmus + 20.2.1808
Margé Simon 6..1826
Daarna kwamen
wereldlijke geestelijken te Meise.
Het jaartal of de datum hierboven geeft het overlijden aan en niet altijd die
van het einde van het pastoorschap.t
Is te zeggen de orde der pastoors wordt aangegeven, maar het gebeurde dat ze
naar elders werden verplaatst en gestorven zijn.
Zo bijvoorbeeld Casens werd tot prelaat verkozen tze Grimbergen in 1747 en
stierf in 1755.
De pastoors van Meise :
1211 Magister Henricus
1224 Presbyter Esselinus
1231 Frater Matheus
1261 Frater Gerardus
?
1414 Cornelius Lenaert
1440 Willem Frenarius
1475 Petrus de Mey
1513 Gosuinus Haeck
1521 Anthonis Van den Oudenhove
1558 Laurentius Coppaerts
1580Antonius Strobanus
1585 Michael De Meestere
1590 Geeraert De Bock
1626 Ludovicus Moreau
1647 Batholomeus Gysens
1662 Franciscus Adams
1667 Hendrik De Pottere
1695 Egidius Motmans
1709 J.B. Bourgeois
1720 Franciscus Casens
1747 Laurentius J. Van Solthem
1750 Nico Ferro
1753 Franciscus Xaverius Lemire
1773 Jos Rasquin
1795 Adriaan De Coster
1808 Guilliam Nica
1808 Margé laatste Norbertijn
1826 Petrus Jozef Matthys
1860 J.B. Bosselaer
1880 Karel Hendrik Van Daelem
1920 Jozef Cools
1932 S.J.Raeymaeckers
1944 Th. Brams
1962 L.Geysen
1987 Herman Boon (Bie)
AchAchter een opslagplaats van de arrbeiders
ligt een grafsteen met de tekst :
HIER IS BEGRAVE
ROBRECHT VA BOUCHOUR DIE STERF A° XVLIX
EN MAIRE VAN DE SANDE SIN HISVROWE DIE STERF A° XV
XIX FEBVARIS
Op pag. 82 van De heren van Boechout en
hun waterburcht in Meise staat hun genealogie.
Op pag. 82 van De heren van Boechout en
hun waterburcht in Meise staat hun genealogie.ter een opslagplaats van de
arbeiders ligt een grafsteen met de tekst :
HIER IS BEGRAVE
ROBRECHT VA BOUCHOUR DIE STERF A° XVLIX
EN MAIRE VAN DE SANDE SIN HISVROWE DIE STERF A° XV
XIX FEBVARIS
In de vier hoeken staan wapenschilden van de families
en in het midden een groot wapenschild van Bouchout.
Op pag. 82 van De heren van Boechout en
hun waterburcht in Meise staat hun genealogie.
Op 1 november 2013 opende The Lounge, een praatcafé.
Vroeger was het de opslagplaats van de brouwerij aan de overkant, waar nu De
Donder gevestigd is.
Foto opslagplaats ?
Er
was een onderaardse gang naar de overkant, waarlangs de vaten bier naar de
opslagplaats aan de overkant gerold werden.Je kunt de toegang nog zien aan beide kanten.Maar toen de riool aangelegd werd de toegang
aan de riool dicht gemetst.
Mijn vroegste herinneringen aan dit gebouw gaan terug tot W.O.-II toen er een
vliegende bom viel aan het kerkhof.Toen
was er een kruidenierszaak uitgebaat door Josephine Van Keer-Weymans, de
schoonzus van mijn moeder.Ik liep er
voorbij en zag mijn nonkel grote platen zetten voor de vernielde ruiten van de
winkel.
Een mail naar mijn nicht Maria Van Keer leverde wat volgt op : Voor zover ik weet is dat ons ma
en pa gehuwd zijn in 1936 . Pa woonde toen met meter (Leonie Cammu) en nonkel
Jef Van Keer bij Kaddeder.Ons moeder
kwam inwonen en had daar een pantoffelwinkel terwijl pa schoenen herstelde.
Meter en nonkel verhuisdennaar de Brusselsesteenweg
118.
In 1942 kochten zij de hoek waar zij de eerste keer veranderingen deden .
De Boechtstraat moest veel breder worden omdat er vroeger maar een kar door
kon. Er bestaan nog oude fotos van.
Foto
winkel ?Wannes en Josephine Van
Keer-Weymans
Het huis had een blinde muur langs twee kanten. Ze
begonnen er de winkel met voeding in 1942.Ik ben daar geboren. In 1949 hebben ze de gevels opgetrokken en een
nieuw dak gelegd, zoals het er nog uitzag in 1969 toen ze verhuisden naar de
Cardijnlaan 7.
Als je nieuws uit Meise wou weten, ging je voor een
babbel bij mijn tante.Zij kochten het
huis van De Donder, verbouwden het en baatten de zaak uit van 1949 tot 1969.
Toen
trok mijn zus Marie-Jeanne erin, samen met mijn broer Piet.Het werd een boeken-en platenzaak en copy-center.Maar in een familie zaken doen, brengt
verdeeldheid en mijnbroer trok eruit en
vestigde zijndrukkerij en copy-center
naast de Muziekacademie.
Fotos boekhandel De cuyper
Winkel en uitstalraam van de boeken- en platenzaak
De Cuyper.Vanaf 1981 zou mijn zus de
winkel uitbaten gedurende 40 jaar.
Vorig jaar op 1 november 2013 begon Carine Cammu the Lounge.De Meisenaren hadden liever een Vlaamse naam
gezien bijvoorbeeld t Stamënee.
Vroeger hadden wij onder de toren van St.-Martinus
een heuse danstempel.Het huidige Carpet
2000 was vroeger een stamënee met prachtige danszaal, één van de lokalen van
fanfare Concordia (de ëzzëls).
Het pand was sedert 1906 eigendom van burgemeester Puttemans die onze gemeente
bestuurde van 1914 tot 1933, toen Jan Van den Eynde de sjerp overnam.
Puttemans baatte er een brouwerij uit : brasserie Saint Martin.
Foto postkaart
In de prachtige gewelfde kelder, ontdekten we een
tunnel, die naar de overkant van de straat liep in de kelder van The Lounge
(vroeger Boeken en C.D.s De Cuyper).Dat gebouw diende als pakhuis van de brouwerij.De werklui rolden de vaten door de tunnel.Toen de riool aangelegd werd op de
Brusselsesteenweg, werd de tunnel onderbroken.
In 1933 baatte de vader van Marcel De Vroede het stamënee uit en hield
varkens, waar nu de GB zich bevindt.Later
kocht Henri De Donder, de vader van Dirk en Hugette, het pand en liet het stamënee
uitbaten .
De eerste graad van de Gemeentelijke Jongensschool (nu Leertuin) kreeg er een
tijdje het lokaal tussen de danszaal en het café.Ik volgde er het tweede leerjaar in 1948 bij
meester Rosiers.Dat was voor ze het
derde leslokaal bouwden, achter de huidige Academie.
Hij liet de stamënee met danszaal uitbaten door achtereenvolgens Louis
Scheers met Leona en Alida.De volgende
uitbater was Armand De Cock.Daarna kwam
Roger Janssens erin en later tapten Eva en Guy van achter de toog.
Foto Gewezen soldaten 60
In
. stopte de uitbating en werd er het een woondecoratiezaak Decor 2000.Toen Fanny De Donder in juni 2005 overnam koos
zij voor een nieuwe naam : 4D Decor the art of living.
Foto nu
Op
de Krogstraat is er onder de danszaal een ingang naar twee kleine
lokaaltjes.De Chiro vond er onderdak in
1958, voor de bouw van het huidige Chiroheem voor de Jong Knapen, de jongsten
van de jeugdbeweging.Na de bouw van het
Chiroheem wat verder, huisde er een tijdje een frituur in.Momenteel is het een kleine woning.
Foto Krogstraat
Onder het terras is een ingang naar de kelder.Die werd bijgemaakt toen er een tijdje een
dancing in ondergebracht werd.
Bij verbouwingen in de winkel legde men
het prachtige parket van de dansvloer bloot.Dit zal gerestaureerd worden.Waar
het podium stond kwamen naïeve
muurschilderingen te voorschijn.Zij
werden waarschijnlijk aangebracht als decor voor één van de toneelstukken die
er opgevoerd werden.Op het tafereel
staat op een huisje : Rainer Tipping Painters.Het kan ook reclame zijn.
Over de danszaal vinden we meer in Het
toneelleven in Meise van Piet De Cuyper, lid van de orde van het gulden
masker.Piet richtte daar zijn Ontdek
de ster wedstrijden in.Hij deed er
eens een act met een ladder met Wilfried De Goeyse als partner.Hij beklom de ladder en moest eraf vallen. Wilfried, die hem moest opvangen, draaide zich
op het cruciale moment om en Piet kwam plat op de planken terecht.Gelukkig zonder ernstige gevolgen.Ik ben toen opgetreden met Michel Verbeeck,
met acrobatie.Wij hebben daar ook eens
poppenkast gespeeld voor de complete Chiro met de ouders en
sympathisanten.We speelden de wraak
van de rode hand.Het spel werd
opgefleurd met het ontsteken van Bengaals vuur, als de hand verscheen.
Toen Bobejaan Schoeppe huwdeen toen in Meise woonde in dedHoogvorstlaan, hield hij een volksbal in het Kursaal van
Meise.Ik heb toen alles
meegemaakt.Het was wijlen Louis Neefs
die de presentatie van de artiesten op zich nam.