In een boeiend artikel in runners' world heb ik het volgende gelezen: sporten kan je vergelijken met een triangel. Bij een triangel heb je drie zijden die even lang zijn. De ene zijde is de training, de andere de voeding en de andere de rust. Als je meer traint, heb je meer rust nodig, en moet je ook extra op je voeding letten, train je iets minder of zit je in een relatieve rustperiode, dan is het iets minder belangrijk om op alles te letten dat je eet, en is het ook een minder grote ramp dat je eens wat minder lang slaapt.
Stilaan komen we in het laatste en dus ook lastigste stuk van de marathonvoorbereiding. Zondag heb ik nog een training van 26 kilometer gedaan, en volgende zondag wacht me een trainingsloop van 28 kilometer. Het is dan ook meer dan normaal dat ik in deze fase van de voorbereiding heel weinig alcohol, chips, ijs, chocolade enzovoort naar binnen werk, en het zou me heel sterk verwonderen mocht je me na twaalf uur nog tegenkomen in het Gentse nachtleven. Je mag zelfs aannemen dat ik ernaar streef om negen uur per nacht te slapen (hoewel dit jammergenoeg niet altijd lukt), want looptrainingen van twee uur en meer mag je niet onderschatten...
De trainingen gaan tot nog toe heel goed, en dat motiveert me nog extra om er volledig voor te gaan. De tickets voor Lissabon zijn ondertussen geboekt!!!
Vooraf had ik een goed uitgewerkt planneke: starten aan hartslag 163 maximaal, rustig bergop, doorlopen bergaf en vanaf kilometer 13 het kot open. Vanaf kilometer 17 was het namelijk vooral naar beneden, dus 4 kilometer in het rood zou ik wel kunnen overbruggen.
Op papier zag dat er allemaal goed uit, maar de uitvoering is dikwijls een pak moeilijker. Starten aan hartslag 163 ging perfect, maar na 13 kilometer en een aantal slopende hellingen en tunnels, zat er nog onvoldoende in de benen om te versnellen. Waarschijnlijk zat de vermoeidheid van Gent toch nog wat in de benen, en dit samen met het lastige parcours zorgden voor een eindtijd van 1u28m22sec.
Dit is exact dezelfde tijd als vorig jaar, op zich dus zeker niet slecht, maar wel raar als je ziet dat het op training een stuk sneller gaat dan een jaar geleden. Dat betekent dus dat mijn basissnelheid gevoelig verhoogd is (wat heel goed is met het oog op de marathon) maar dat mijn snelheid rond omslagpunt (dus boven hartslag 160) gelijk is gebleven, waardoor mijn halve-marathontijden ongeveer gelijk zijn als een jaar geleden. Dit doet vermoeden dat er een mooi persoonlijk record inzit in Lissabon, maar dat we waarschijnlijk niet onder 1u20 gaan in Aalter de elfde november.
Blijven werken op training, en volgende afspraak op 11 november voor de halve marathon van Deinze naar Aalter. (daar mag trouwens meegefietst worden met de lopers, dus wie eens graag meerijdt, kom maar af!)
Morgen is het alweer zover, de tweede halve van het seizoen, amper 2 weken na Gent.
De halve marathon van Gent was relatief vlug verteerd: de woensdag nadien liep ik alweer 15 km, en twee dagen erna liep ik vlot 23 km uit.
Sinds Gent heb ik twee weken training en een pak kilometers bij, waardoor ik hoop dat het klopje, dat ik in Gent had, zal uitblijven.
De omstandigheden lijken in elk geval perfect te zullen worden: een prachtige zonnige dag, 17 graden, wel wat wind, maar tussen de gebouwen in Brussel zal dat wel niet veel hinder opleveren, en een bevoorrecht startnummer waardoor de start niet al te veel gedrum en hinder zal opleveren.
De trainingstijden doen het beste vermoeden: waar ik vorig jaar 27 minuten liep over een rondje watersportbaan, gaat dat dit jaar in minder dan 24 minuten aan dezelfde hartslag. Maar training is nog geen wedstrijd.
Gezien het lastige parcours, lijkt een pr onwaarschijnlijk, maar je weet maar nooit.
We kijken er in elk geval erg naar uit: prachtig weer en 6000 deelnemers, waardoor er een heel pak toeschouwers zullen zijn. Het wordt een topdag!
Eerste wedstrijd, na 7 weken training en op een parcours met veel off-road, draaien, keren en plassen. Resultaat: 15 km in 59min20sec en dan een klopke, eindtijd 1u27m02sec. Het zal ook wel aan de kilometeraanduiding gelegen hebben die niet helemaal correct was, maar 22ste op 850 is toch niet slecht in de eerste wedstrijd.
En de beoogde tijd van 1u25 zal er misschien wel inzitten over twee weken in Brussel. Daar is het verre van plat, maar met deze wedstrijd in de benen, mooie wegen en twee weken extra training kan het misschien wel...
Zondag is er eindelijk de eerste halve marathon in een reeksje van drie, in de aanloop naar hét doel van het najaar: de marathon van Lissabon op 5 december.
De thuismatch in Gent wordt een speciale dag: op en rond de blaarmeersen en de watersportbaan, ons dagelijkse trainingsterrein, wordt het bang afwachten tot wat we al in staat zijn. Na (slechts) 7 weken van trainingsarbeid is het dan ook koffiedik kijken.
Enerzijds wordt het de eerste wedstrijd, dus heb ik het wedstrijdritme nog totaal niet in de benen, anderzijds hebben we op training maximaal 15 km na elkaar gelopen, en dan nog niet intensief. En ten derde ben ik na een loopstop van 9 maanden, nog maar 7 weken terug aan het lopen.
Aan de andere kant heb ik nog nooit zo regelmatig getraind als in de afgelopen anderhalve maand: 6 (soms zelfs 7) trainingen per week, meestal drie keer fietsen en drie keer lopen, hebben als gevolg dat het op training nog nooit zo goed liep. hihi, kleine woordspeling. Met dezelfde hartslag als vorig jaar, werk ik nu een rondje watersportbaan een paar minuutjes sneller af. Ik let ook strikt op mijn eten, waardoor ik nu al scherper sta dan vorig jaar toen ik mijn persoonlijk record liep in Aalter.
Het ziet ernaar uit dat het ideaal loopweer wordt zondag: 15 graden, niet veel wind (2 a 3 beaufort), wisselend bewolkt met kans op een bui.
Iedereen is van harte welkom om 10 uur 's morgens aan de watersportbaan, ter hoogte van de topsporthal. Aankomst in de topsporthal hopelijk om 11u25 of vroeger .
Sporters hebben een speciale band met de natuur: je staat er heel dichtbij, maakt er soms deel van uit, moet met zijn grillen en geplogendheden rekening houden. Mountainbikers, (cyclo)crossers, veldlopers, open-water-zwemmers, zitten er middenin.
Maar ook alle andere buitensporters zijn afhankelijk van wat de weergoden ons toegooien. Alweer een onderbreking op de tennisvelden in Wimbledon, Formule 1-wagens die plots massaal van banden wisselen, wielrenners die vallen als vliegen in het bos van Wallers-Arenberg, triatleten die in Hawaii uitgedroogd en oververhit moeten opgeven
Het weerbericht is dan ook van groot belang: staat er een training van drie uur op het menu op een vrije dag, en zegt Frank dat er s morgens een buienzone van west naar oost trekt, dan zal je me pas na de middag op de fiets zien, Komen er na de middag buien van aan de Franse grens, gegarandeerd dat ik zal proberen mijn training te beëindigen voordat de buien mijn hoofd bereiken. Geven ze sneeuw of ijzel, dan wordt het rollen rijden, regent het de hele dag, dan wordt het karakter tonen en fiets kuisen L...
Vanwaar komt de wind? Is waaiervorming mogelijk? Hoe staat de wind in de laatste rechte lijn? Mee? Dan kunnen we wat vroeger aangaan. Kasseien droog: stof vreten, kasseien nat, glibberen en glijden
Heel speciaal is ook het aankleden voor de koers. Mannen zijn doorgaans minder met hun kledij bezig, maar o wee als het bewolkt is en miezert. Petje of niet? Zonnebril of toch maar niet? Armstukken? Beenstukken? Lange broek? Windstopper? Of toch maar de regenvest erover? Bwa, het regent niet zoveel, en daar zit het al minder donker. Wat doe jij? Toch regenjasje? Pff, misschien doe ik ook eentje aan. Of toch niet? Ik neem het mee, dan kan ik het nog aantrekken. Schoenovertrekken? Hier is het warm, maar straks gaan we boven de 2000 meter, en dan is het een ander verhaal. Opnieuw: wat doe jij? Kijk, Frank doet wel een regenjasje aan. Toch maar aantrekken zeker?
Buitensporters leven met de seizoenen. Ze voelen de koude in de winter. Kunnen niet buiten door sneeuw of ijzel, hebben koude voeten en bevroren oren. Fleuren op bij het zien van de eerste knoppen aan de bomen. De wielertoeristen kruipen uit hun hol, ontwaken uit hun winterslaap, want daar komt de ronde, Onze ronde van vlaanderen, en daarvoor moet er getraind worden. De eerste mooie weekends in april. De Van Petegem in 20 graden, dat is genieten. Toch maar weer aprilse grillen de dag nadien. De zon geeft al wat warmte in mei. Kijk eens aan, er staat al een streepje op mijn bovenarmen. Genoeg drinken meenemen, het wordt al zomer. Regen in september, oei, het wordt maar 15 graden meer, we gaan de lange broeken opnieuw van onder het stof moeten halen. En oppassen voor de veelkleurige gevallen bladeren, want die kunnen gevaarlijk glad zijn. En dan weer november, begin van de winterslaap.
Maar dit jaar is het niet van dadde, geen winterslaap voor mij: marathon van Lissabon en dan na een korte pauze op naar onze eerste triatlon. Zal het regenen? Is er stroming in het water? hoge golven? Hoe warm is het water? Wetsuit of niet? Ligt het nat op het fietsparcours? Krylions, of toch maar de gp 4000s die meer grip geven in de regen?
Het weer, soms een vriend, een bondgenoot, soms een vijand
Laatst vroeg iemand mij: waarom sport jij zoveel? Je kan daar toch niets mee verdienen?. Alsof alles in deze materialistische maatschappij met geld moet verklaard worden
Misschien sport ik wel omdat ik het gewoon graag doe. Akkoord, als het oude wijven regent, is er niets leuks aan om je sportschoenen aan te trekken en een paar rondjes watersportbaan af te haspelen. Hoewel, terwijl ik dit aan het typen ben, heb ik ze net achter de rug in de gietende regen, en eerlijk gezegd voel ik me heerlijk nu. Maar inderdaad, tijdens zo een training hoop je dikwijls om al onder de warme douche te staan. Aan de andere kant, als het zonnetje schijnt en de beentjes goed voelen, is het zalig fietsen/lopen langs het water!
Misschien sport ik wel zoveel omdat ik graag wedstrijden doe, en daar zeker niet wil afgaan. En om een marathon of de transalp tot een goed einde te brengen, moet er nu eenmaal nogal wat getraind worden. Wat je ervoor terugkrijgt is de opoffering dikwijls waard. Ik heb al veel leuke wedstrijdmomenten beleefd, leuke mensen leren kennen, lol getrapt en in prachtige streken gefietst.
Misschien sport ik wel zoveel omdat ik mijn eigen grenzen wil leren kennen, en indien mogelijk verleggen. Mijn twee grote doelen voor het najaar zijn heel simpel: een persoonlijk record op de halve marathon en een persoonlijk record op de marathon.Sneller lopen dan ik ooit gelopen heb, daar gaat het om. Voelen dat je vooruitgang boekt, dat de trainingen hun vruchten afwerpen. En dan dat gelukzalige gevoel nadien: volledig kapot maar toch dolgelukkig. Hopelijk kan ik dat dit najaar nog minstens één keer beleven.
En misschien sport ik wel zoveel, simpelweg omdat ik nog steeds dromen heb. Zou het niet fantastisch zijn om één keer in je leven de speaker te horen zeggen, David Depuydt, now youre a real iron man! Een volledige triatlon uitdoen zal nog niet voor volgend jaar zijn, maar dit is dan ook een tweejarenplan: volgend jaar beginnen we met kwarttriatlons (en misschien al een halve triatlon) om in 2012 een poging te wagen om een volledige triatlon uit te zwemmen/fietsen/lopen. De ultieme droom is om me te plaatsen voor Hawaii, het valt echter te vrezen dat dat te hoog gegrepen is. Maar ik heb dromen nodig, wat zou ik zijn zonder dromen???
Water is de bron van alle leven, het wiel is de bron van mijn leven ( citaat uit één van mijn echte dromenJ)
Woensdagmorgen zijn we weg voor vijf dagen naar de ardennen. Hoewel de fiets en loopschoenen meegaan, staat sport deze keer niet op de eerste plaats. Het worden vijf dagen relaxen, aperitieven, bbq'en, lezen, gezelschapsspelleke, wat vrienden op bezoek,...kortom niets doen wat in de buurt van nuttig komt.
ps rondje watersportbaan gaat intussen al in 30 minuten, 2 minuten sneller dan een paar dagen geleden. Nog altijd maar aan 10 km/u, maar sneller hoeft nu nog niet.
Het is altijd gevaarlijk om doelen voorop te stellen, maar behoudens blessures zou ik tijdens het najaar volgende doelen willen halen:
halve marathon gent (26 sept): comfortabel uitlopen en niet al te ver boven mijn pr zitten. Tijd rond 1u25 zou goed zijn.
halve marathon brussel (11 okt): tweede wedstrijd, al twee weken verder met de training, dus dit moet iets beter dan gent, maar aangezien het parcours lastiger is, zouden we wel eens rond dezelfde tijd als gent kunnen zitten. Ik wil in ieder geval onder mijn tijd van vorig jaar (1u28) lopen.
halve marathon deinze-aalter (11 november): nieuw pr. Als ik 26 sept al rond 1u25 zit, behoort een tijd rond of net onder 1u20 tot de mogelijkheden
marathon lissabon: rustig starten en een nieuw pr lopen (dus onder 3u35). Als we van blessures gespaard blijven, moet dat zeker lukken. Rond 3u10 a 3u15 misschien? Onder 3 u is niet realistisch, want Lissabon is een zwaar parcours.
Let's Get It Started, in here...
And the base keep runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and runnin' runnin', and...
Soms zeggen mensen me wel eens: die overgang fietsen - lopen zal wel meevallen zeker, je bent toch genoeg getraind!
Voor wat betreft hart en longen is dit inderdaad zo, maar bij lopen gebruik je toch duidelijk andere spiergroepen hoor. Je moet me nu niet vragen om 10 km in 40 minuten te lopen, of ik ben een week zo stijf als een plank.
Vandaag eerste looptraining: 1 rondje watersportbaan (dus 5 km) in 32 minuten, voorbijgestoken door twee kranige dames van ongeveer 60 jaar, en morgen voel ik dat gegarandeerd in mijn spieren.
Trouwens vandaag heel toevallig een zwembrilletje op de kop getikt, misschien moet ik dat de komende weken eens uittesten op zijn waterdichtheid ;-).
Vic en ik Anthony eigenlijk al kenden voor de vikingtour? In 2008 hadden we twee dagen samen gefietst op Mallorca.
een fjord overzwemmen moeilijker is dan het lijkt, zeker als er een zeemvel in je broek zit
het in Noorwegen ook mooi weer kan zijn, maar nooit 1 week aan een stuk
de lichten in Noorse sporthallen soms heel lang kunnen branden
Lode het soms hoort snurken in stereo
Xavier heel goed overweg kan met video en fototoestel. We zijn allemaal erg benieuwd naar het resultaat!
met twee op één luchtmatras liggen niet altijd bevorderlijk is voor de nachtrust
Ossafjell een pracht van een klim is, met een paar draken van tunnels ervoor
'picknick met Vic in Vik' toch ergens op slaat, en nog fijn was ook
het niet in het reglement staat dat je moet overnemen als je in het wiel van een Nederlandse vrouw zit
Xavier 2 jobs combineerde: overdag fietsen en 's avonds masseren en oplappen
Zeger ook 2 jobs had: fietsen en 's avonds mecanicien spelen, met soms een wachtrij tot gevolg
iedereen soms het pand moest verlaten omdat er moest gemolken worden
freewheel-bodies van mavic écht niet deugen
kleine motard patrick volgend jaar misschien fietst in plaats van motard te spelen, tot grote paniek van Geir
de vikingtour-bende (of toch een deel ervan) volgend jaar misschien zijn tenten opslaat in de Alpen. Combinatie vikingsfeer - organisatie transalp voor de ideale reis?
Anthony zondag alweer 4 uur ging fietsen en woensdag alweer 170 km ging koersen (edit, zondag toch maar 1 uur gefietst )
Patrik ondanks zijn lange revalidatie en mindere conditie toch alle ritten heeft uitgereden en zelfs de zware slotklim heeft opgefietst
zwemmen in een fjord zalig is
er soms Vlaamse schlagers weerklinken in Noorwegen. Laat de zon in je hart, geen wonder dat ik ween,...
de watervallen van Coo in Noorwegen zwaar zouden uitgelachen worden
raceleader Geir nogal geëmotioneerd was op de slotceremonie en zelfs van het podium moest om te gaan wenen van geluk
de helft van de briefing besteed werd aan de pink towels, handgloves en ander moois uit de lost-and-foundbox
het nog steeds moeilijk is om 'Ingrid' en 'Gilette' in één zin te stoppen
Lode een echte ronderenner blijkt te zijn: hij wordt sterker met de dag
de inflatie in Noorwegen soms de spuigaten uitloopt: de ene week gaan we eten voor 170 kronen, en de week nadien vragen ze al 310 kronen voor hetzelfde. Maar pizza's kunnen ook smaken!
fietsers vlug en veel chocolade naar binnen kunnen spelen, zelfs in combinatie met bier
Vic graag eens aan de wand van een tunnel of de vloer van een overzetboot voelt, niet altijd even gemakkelijk als je op de fiets zit ;-)
Frank Slevikmoen, de tweede in het klassement, in de laatste rit gevallen is aan 75 km per uur met serieuze schaafwonden tot gevolg, maar toch zijn nederlaag daar niet op gestoken heeft, heel sportief!
Vikingtour Noorwegen: sequel nóg beter dan origineel
Vorig jaar was de vikingtour in Noorwegen geëindigd in grote mineur: een hele week erg slecht weer, waarbij zelfs een rit moest ingekort worden doordat iedereen verkleumd op zijn fiets zat, en op de op twee na laatste dag een heel zware valpartij van collega-fietser Patrik met heel ernstige gevolgen, waarbij ook ik tegen de vlakte ging en niet meer verder kon door een gebroken fiets. Wat wel super was, was de sfeer onder de fietsers, en dan vooral met onze Belgische bende hadden we veel plezier. Kortom, denk het slechte weer en de valpartijen weg, en neem dezelfde groep mensen (dus ook Patrik!) opnieuw mee richting Noorwegen, en het kan niet anders dan een schot in de roos worden.
Na de Transalp was er bij mij wat sprake van decompressie, en een tiendaags feest in de Gentse binnenstad is ook al zoiets als 'de kat bij de melk zetten'. Oliebollen en bier kan je niet echt een sportdieet noemen, dus de ambities waren niet hooggespannen vrijdagmorgen in Zaventem, ons humeur daarentegen kon niet veel beter.
De hereniging verliep heel vlot, en na een paar minuten samen was de sfeer alweer zoals een jaar geleden, dus dat beloofde. We waren dan ook met een mooie bende Belgen: Vic (vorig jaar tweede, maar sukkelde wat met zijn knie de afgelopen weken, zie verslagje transalp, dus zijn ambities waren niet al te hoog), Anthony (degelijke eliterenner-zonder-contract die aardig kon klimmen, zoals je aan zijn lichaamsbouw kon afleiden), Patrik en Xavier (die door blessures en werkverplichtingen allebei minder konden trainen dan vorig jaar en dus vooral meegingen voor de sfeer en om relaxed te fietsen), Marjolein (top in België in triatlon en gedoodverfde favoriete bij de dames), Annelies (zus van Marjolein) en Zeger, Lode, Peter en ik. We besloten om met een paar Belgen een ploegje te vormen voor het ploegenklassement: Anthony en Vic waren certitudes want allebei heel sterke klimmers, en Marjolein en ik vervolledigden de ploeg. Elke dag worden de drie beste tijden van de ploeg opgeteld voor het ploegenklassement.
Op de eerste dag moesten vier klimmetjes overwonnen worden. Direct na de start ontplofte de boel, en ik moest net passen om met de kopgroep van 14 mee te gaan. Samen met Marjolein zat ik aan de voet van klim twee in een groep achtervolgers van 25. Ik had nog wat over, en ben alleen weggereden om net voorbij de top bij een groepje van 4 gelosten aan te sluiten (waarbij zelfs 1 iemand zijn zadel was verloren, dat moet pijn gedaan hebben, maar hij heeft de rit wel uitgereden in ons groepje!). We bleven met vijf samen, om op de slotklim voor de plaatsen te strijden. Ik werd 3de van het groepje en 12de overall. Anthony had de etappe gewonnen, Vic was zesde geworden, en Marjolein had gewonnen bij de dames, dus geen slechte start voor de Belgen!
De tweede rit was een raar ritje, want zonder echte col, maar wel met een aantal hoogtemeters vals plat omhoog. De King of the Mountain (kortweg KOM of bergprijs zo je wil) lag boven op dat vals plat. Met een groepje van pakweg 15 kwamen we daar samen aan, en nadat Vic samen met iemand anders was weggesprongen, waren er nog 10 punten weg te geven voor de derde boven. Aangezien het in het groepje wat stilviel, ben ik wat gaan versnellen, en ben zo derde doorgekomen op de top. Peanuts eigenlijk, maar voor een patattencoureur als ik toch eens tof om als derde boven te komen. De rest van de rit verliep relatief rustig, en ik eindigde in de buik van de groep van 25 die voor de derde plaats sprintte. Vic won die spurt en dacht dat hij de rit had gewonnen, wat wel grappig was, en Anthony zat ook mee in de groep, waardoor we plots stevig aan de leiding stonden in het ploegenklassement.
Op dag drie was er een lange vlakke aanloop naar een erg steile slotklim. In het begin van de klim (er werd erg hard gesleurd aan de kop van de groep door Anthony) zat ik rond de achtste positie, maar na een kilometer of 2 moest ik passen. De minder harde training en het minder strikte dieet van de afgelopen weken begonnen blijkbaar hun tol te eisen. Ik heb een serieus klopke gekregen waardoor ik in het klassement wat zakte naar de 15de plaats. Ook Anthony had zich wat opgeblazen in de aanvang van de klim, wat resulteerde in een tijdsverlies van 1min20 op de tweede in het klassement, waardoor hij leider af was. Bij de dames daarentegen was Marjolein outstanding. De tegenstand was na dag drie al op ettelijke minuten gereden. Een Nederlandse vrouw (Babette) stond tweede, en Annelies, zus van Marjolein, was derde.
Vierde dag: een tijdrit van 27 kilometer, met een lopend klimmetje en een bijtrapafdaling. Ik wist totaal niet wat ik daarvan moest verwachten, en uiteindelijk bleek dat niet veel te zijn: een tijdrit op de grote molen is blijkbaar niet mijn ding. Ik ben op de 38ste plaats geëindigd. Op zich niet slecht op 135 fietsers, maar minder dan ik gehoopt had. Anthony heeft wel ijzersterk gereden, en hier de basis gelegd voor zijn latere overwinning. Nadien hebben we ons zalig geamuseerd: we moesten nog 50 km niet-getimed fietsen tot aan een overzetboot over een fjord en onze volgende slaapplaats. Onder een stralende zon en met 6 Belgen wat Vlaamse schlagers zingen tussen de Noorse Fjorden, dichter bij de hemel ben ik nog niet veel geweest...
Vijfde dag en alweer een unieke dag. Na de tijdrit van gisteren vandaag 2 ritten op 1 dag, de organisatoren wilden ons echt volledig klein krijgen. 's Morgens was er een kort getimed stuk met een lopende klim. Aangezien voor mij het individueel klassement niet meer belangrijk was na de twee slechte dagen (20ste of 30ste maakt niet zoveel uit) en aangezien Marjolein deze morgen erg goed klom, waardoor haar tijd kon meetellen voor het ploegenklassement, heb ik niet erg aangedrongen en ben ik binnengekomen rond de 25ste plaats. Na het getimede gedeelte moesten we wel nog 100 km verderfietsen tot aan de slaapplaats. Daar hadden we een pauze van 2 uur, om dan 's avonds opnieuw de fiets op te moeten, het leven kan hard zijn. Met een klein groepje maakten we van de gelegenheid en het mooie weer gebruik om in het fjord te gaan zwemmen, alweer zaligheid in het kwadraat...
Misschien was het door de zalige zwembeurt, maar 's avonds bij het beklimmen van Ossafjell (een enorm zware klim van 10 km aan een gemiddeld stijgingspercentage van 10 procent!!!) had ik heel goeie benen, en ben ik nog eens bovengekomen met de beteren, namelijk als 15de. Trouwens iemand al ooit een onverlichte tunnel genomen met een groep van 140 fietsers zonder fietslicht? Dit is echt ongelooflijk beangstigend, nog nooit meegemaakt, en ik wil dat liefst ook niet meer meemaken...Fucking hell
Op de voorlaatste dag was er een lang getimed stuk. Aangezien we meer dan een half uur voorsprong hadden in het ploegenklassement en mijn individueel klassement al verloren was, kreeg ik het mentaal moeilijk om nog echt diep te gaan. Mijn fiets was ook al wat aan het tegenpruttelen in de afdalingen. (voor de ingewijden, mijn achterwiel is er één van Mavic, en die staan bekend om hun minder goede freewheel-body. In afdalingen moest ik dan ook constant opletten dat mijn ketting er niet afliep) Ik kwam rond de dertigste plaats binnen, samen met Marjolein die een kapot versnellingsapparaat had en dankzij een vriendelijke Duitse vrouw van de touring-klasse, die prompt haar fiets afstond, de rit kon uitrijden.
De laatste dag was nog een lastige: vier klimmetjes onderweg, en een loodzware slotklim op het einde. Ik miste net de aansluiting met de kopgroep van 25, en tot overmaat van ramp begon mijn freewheel-body nu echt zwaar tegen te pruttelen. Na een eerste afgelopen ketting werd ik ingehaald door een groep met daarin Annelies (derde op dat moment bij de dames op 15 seconden van een Nederlandse vrouw), Zeger en Lode, die deze vikingtour erg sterk is geëindigd, chapeau! Ik heb die groep wat op sleeptouw genomen, zodat Annelies tweede kon worden bij de dames, maar met goede benen moest ik de groep in een afdaling laten gaan door alweer twee keer een aflopende ketting. Terug op de fiets viel die Nederlandse vrouw op mijn nek. Aangezien we bevriend zijn met Annelies en Zeger, had ik geen zin om haar op sleeptouw te nemen, want het gat was maar 15 seconden groot. Natuurlijk werd dat door haar niet in dank afgenomen, maar dat is nu eenmaal koers . Uiteindelijk heb ik, na een tijdje op haar zenuwen gewerkt te hebben, haar laten rijden en ben ik relatief op het gemak binnengekomen.
Op de slotceremonie was er een serieus feestje, want de Belgen zijn met heel wat prijzen gaan lopen:
Anthony heeft de hoofdvogel afgeschoten: winnaar algemeen van de vikingtour 2010 Vic is ook op een heel degelijke zesde plaats geëindigd Uiteindelijk ben ik als 30ste gestrand Marjolein heeft alles gewonnen bij de dames: algemeen klassement, sprintklassement en bergklassement Annelies is op de laatste dag opgeklommen naar de tweede plaats in het damesklassement En Anthony, Vic, Marjolein en ik hebben het ploegenklassement gewonnen
Kortom, het was alweer een zalige fietsweek. Merci aan de compagnons de route Anthony, Vic, Marjolein, Annelies, Zeger, Lode, Peter, Xavier, Patrik, David, Rob, Ton en al de rest die meegefietst heeft, aan de Belgische motards Patrick, Patrick en Willy en de organisatoren. Het was de moeite waard om terug te komen!
Vrijdagmorgen stappen we het vliegtuig op richting Noorwegen voor een cyclosportieve van een week door de prachtige Noorse fjorden. Met enkele heel lastige beklimmingen is deze Vikingtour niet te onderschatten, en sinds vorig jaar weten we dat je ook rekening moet houden met mogelijk heel gure weersomstandigheden.
Hopelijk hebben we veel minder materiaalpech en veel beter weer dan vorig jaar en geen valpartijen, zodat de wrange nasmaak van 2009 kan doorgespoeld worden. We kijken alvast uit naar het weerzien met onze Noorse vrienden.
Wie ons (Vic, ik en de Belgische vrienden Lode, Peter, Xavier, Patrik, Marjolein) wil volgen, kan vanaf zaterdag 24 juli tot en met vrijdag 30 juli dagelijks terecht op www.vikingtour.org voor live verslaggeving en uitslagen.
Topsport is tot het uiterste gaan: heel hard trainen, op je voeding letten, voldoende slapen, mentale rust vinden,... Elk detail moet kloppen wil je meestrijden met de wereldtop. Waar wij, gewone stervelingen, onze 36 uurtjes kloppen en nadien de deur van ons werk dichtdraaien en alles achterlaten, stopt de job van een topsporter nooit. 24 uur per dag zijn deze mensen met hun vak bezig, daarom verdienen ze ook alle respect.
Slechts weinigen kunnen het altijd opbrengen om er 100 procent voor te leven. Mijn respect voor sporters als Jurgen Vandenbroeck, Philippe Gilbert, Fabian Cancellara, Cadel Evans, Lance Armstrong (hoewel in het verleden niet altijd zuiver op de graat, jammergenoeg), Yanina Wickmayer, Justine Henin, Tom Goegebuer, Tia Hellebaut en anderen die het onderste uit de kan halen is dan ook groot.
Zelf denk ik niet dat ik het karakter heb om er altijd volledig voor te gaan. Soms kan ik me een paar weken volledig 'smijten', waarna onvermijdelijk de decompressie volgt. Het is natuurlijk ook niet mijn beroep, maar ik vrees dat ik toch wel wat Boonen-trekjes heb. Niet dat ik hele dagen met een witte neus rondloop, maar een beetje genieten moet kunnen op tijd en stond. We leven tenslotte maar 1 keer.
Een gezond evenwicht vinden tussen mijn passie voor de sport en mijn competitiegeest en een van nature Bourgondische attitude is een moeilijke evenwichtsoefening, die niet zelden schuldgevoelens genereert.
De Transalp 2010 kondigde zich als een prachteditie aan: stralende zon, een mooie startplaats en het vooruitzicht na twee dagen al in verkeersvrije omstandigheden te kunnen koersen in Italië in leuk gezelschap maakten het beginplaatje volledig af. We hadden zelfs een prachthotel geboekt voor de eerste twee nachten met uitzicht op de schans van Garmisch-Partenkirchen, waar we, met slechts weinig zin voor overdrijving, het beste ontbijt ooit kregen voorgeschoteld.
De eerste rit echter voelden mijn benen nogal slappekes. Misschien de (te) korte nachtrust van de week voordien, het warme weer en daardoor een te lage vochtopname, of Vic die wel heel sterk was? Feit is dat ik de laatste kilometers op weg naar Sölden moest vechten tegen opkomende krampen. Eindresultaat: 67ste overall. Op 600 teams kan je dat niet echt slecht noemen, maar als je voor top 50 wil gaan, kan het beter.
Rit twee ging het dan ook al een pak beter. Meer gedronken, goed gerecupereerd, geen krampen meer en uiteindelijk binnengekomen als 57ste ploeg in een groep, dus mee met de top 50. In het algemeen klassement waren we lichtjes opgeschoven naar plaats 61, nog altijd maar 5 minuten achter op de beoogde top 50-plaats, dus dit was een bevredigende dag. Zeker in de wetenschap dat Vic heel sterk reed, en ik de gewoonte heb om te groeien in een rittenkoers.
De derde rit werd echter een afknapper. Gestart op een deftig, maar niet superhoog tempo, waren we stilaan opgeschoven tot bij de teams waar we de eerste twee dagen rond vertoefden, maar in het tussenstuk voor de (heel zware) Furkelpas, begon Vic last te krijgen van pijn in de knie. Waar hij mij de voorbije dagen dikwijls op sleeptouw nam, was het dit keer omgekeerd. Dit beloofde weinig goeds voor de moordende afsluitende klim, en onze vrees werd bewaarheid. De pijn was niet meer te harden, en letterlijk op 1 been is Vic naar boven gereden.
Resultaat: heel veel kniepijn, een tuimeling in het klassement en de onzekerheid hoe we de dag nadien zouden overleven, in alweer een loodzware bergrit, want dit is wat de transalp is: elke dag een paar cols over met dit jaar een brandende zon in de nek.
Vic besliste om te starten en te zien wat het zou geven, maar na enkele kilometers wist hij het al: dit heeft geen zin. Remmen dichtknijpen was de enige optie. Aangezien je fietst in ploegen van twee, en de tijd van de traagste telt, wil dit dus zeggen dat een opgave van één van beiden inhoudt dat het over en uit is voor de ploeg. Ik ben doorgereden als toerist en zonder enige tijdsdruk, waardoor ik voor het eerst in twee jaar de tijd genomen heb om te genieten van het prachtige landschap en te stoppen bij de bevoorradingen. Fietsen was niet langer meer afzien, maar was nog eens genieten. Niet echt wat ik me er vooraf had bij voorgesteld, maar soms moet je je neerleggen bij overmacht en er het beste van maken, en dat hebben we gedaan.
Na twee dagen rust kon Vic opnieuw min of meer pijnvrij rijden, en hij heeft dan ook serieus uitgepakt in de voorlaatste rit: Top 20 op 1200 deelnemers, waarbij toch wel wat kleppers, is een fantastisch resultaat dat het beste doet verhopen voor de Vikingtour. De laatste rit kreeg hij opnieuw last van de knie, maar met een paar dagen rust en de wetenschap dat zijn conditie op punt staat, is dit geen onoverkomelijk probleem.
Ik heb de Transalp zonder verdere grote problemen (behalve een gebroken spaak, maar dat was vlug opgelost) kunnen uitrijden. De conditie is er, en door het feit dat Vic enorm sterk rijdt, zal ik hem proberen te helpen aan de overwinning in de Vikingtour. We kruipen binnen drie weken in de rol van meesterknecht en zullen de groep op de Noorse hellingen eens trachten kaputt zu fahren!
Tot slot nog een dikke merci aan den duits voor zijn alweer onberispelijke organisatie en de zalige fietsweek die we mochten beleven, en natuurlijk ook bedankt aan de compagnons de route Vic, Bart en Tom (sterk gereden allebei!) en Gert die, ondanks een zware val in het begin van de week, zijn Duitse metgezel er met veel zorg doorgesleurd heeft.
En, wie weet, volgend jaar voor een derde keer op rij? Er gaan hier en daar al wat stemmen op, plannen worden gesmeed, ploegen krijgen alweer vorm met nog steilere ambitie... de wielen blijven draaien, we zullen zien...
Je kan ons (= Vic en ik) volgen van 27 juni tot 3 juli op www.tourtransalp.de . We hebben startnummer 65 ( firenzerunners). Ambitieuze doel is top 50 overall van de 600 koppels (vorig jaar 69ste samen met Bart Vandenbrande).
Zaterdagmorgen 19 juni: klaar voor de laatste voorbereidingswedstrijd vooraleer we richting Alpen trekken. Vorige week viel de Trois Ballons wat tegen, dus dit was ook de allerlaatste kans om het broodnodige vertrouwen op te doen met het oog op de Transalp.
Doordat we nogal laat in Hoei waren, bracht de inschrijving en de start nogal wat stress met zich mee, maar gelukkig was ook Eddy Merckx himself wat later, waardoor we toch mooi op tijd aan de start verschenen.
De eerste helling voelde ik de benen al vollopen, maar ik kon net mijn wagonnetje aanpikken bij het koppeloton. Ik voelde echter wel dat dat niet lang meer zou duren, en de tweede helling was al de helling teveel. Met koude spieren volle bak een helling opvlammen is - zeker voor mij - niet simpel. Ik heb wat tijd nodig om onder stoom te geraken blijkbaar. Het gevolg was dat de eerste 60 gaan vliegen waren.
Ik kon me echter goed handhaven in een achtervolgend groepje van een man of vijf, ook omdat het tempo daar wat stokte. Dat krijg je met een verzameling gasten waarvoor het vooraan net te snel gaat. Hierdoor kwamen van achteruit telkens groepjes terug, waardoor we na een kleine 50 km wedstrijd met een omvangrijke groep van ongeveer 35 man waren. Daarin kon ik eigenlijk heel gemakkelijk meepeddelen, wat niet dikwijls gebeurt in een cyclo.
Er was echter een probleem...Ik moest nogal dringend plassen, en ik wist dat ergens stoppen betekende dat ik de groep zou moeten laten gaan, en een groep van 35 in je eentje terug inhalen, is alleen heel goede fietsers gegeven, dus dat was geen optie. Mijn enige redding was de Chambralle, een lange steile klim in Aywaille (1550 m, gemiddeld 9.5 procent, stukje aan 20 procent). Het plan: aan het begin voet aan de grond zetten, plassen in recordtempo en dan de Chambralle zo rap als mogelijk oprijden. Het plannetje lukte perfect, een kilometer voorbij de top zat ik weer in de buik van de groep, mede dankzij een vriendelijke Nederlander die ook voet aan de grond moest zetten tijdens de beklimming, en een wagen van mavic die een goed mikpunt vormde.
Na de Chambralles was het een hele tijd windstil in de groep, ik heb me dan ook op zijn Van Petegems rustig vanachter gezet om geen energie te verspelen. Na wat schermutselingen achtte ik mijn moment gekomen op de cote de ben-ahin, voorlaatste beklimming met de top op 10 km van de streep in Hoei. Ik zette me op 1 km van de top op kop en versnelde lichtjes. Niemand was happig om mee te gaan, waardoor ik tot mijn eigen verbazing plots een gat van 50 m had. Onder het motto: blijven we niet voorop, het is toch een goede training geweest met het oog op de transalp, zijn we op dat moment vollebak aangegaan. De laatste 10 km vloog ik (blijkbaar zat er nog voldoende kracht in de benen) en heb ik nog een paar gelosten van het eerste peloton kunnen oprapen. De groep achter mij heb ik niet meer gezien.
Eindbalans: 53ste op 800 starters, 174.4 km met 2800 hoogtemeters in 5u31m15s, of 31.33 km/u. Behalve van de eerste 20 km, kan ik daarmee heel tevreden zijn!
Les Trois Ballons, of een heel zware cyclo in de Vogezen met meer dan 4000 hoogtemeters en 205 km. Door een zware training de donderdag voordien, voelden mijn benen nog heel vermoeid aan bij de start zaterdagmorgen in Champagney. Druilerige regen en een korte nacht maakten dat de moraal niet superhoog was, maar wedstrijddier als we zijn, voelden we de adrenaline en daarmee gepaard gaande de 'goesting' toch terugkomen vlak voor de start.
De eerste kilometers gingen in groep richting eerste obstakel: de Ballon de Servance. Daar moest ik vrijwel onmiddellijk mijn eigen ritme zoeken. Een degelijk tempo rijden lukte, maar in het rood gaan niet. Hoogstwaarschijnlijk een gevolg van de trainingsarbeid de dagen voordien. Daardoor kwam ik na de Servance in een groep van een man of 50 te zitten, samen met wt-er Wouter.
Op de volgende hellingen kon ik bijblijven, al was dat met hangen en wurgen, om daarna op de Grand Ballon te moeten lossen bij de groep. Na een goede afdaling zijn we met een groepje van een 10-tal man aan de Ballon d' Alsace begonnen. Daar begon ik er wat door te komen en ben ik in een mooi tempo (15 a 16 km/u) naar boven gereden. Daar kwam ik Wouter opnieuw tegen.
Na de Alsace zijn we met een relatief grote groep richting slotklim gereden. Het tempo stokte duidelijk. Op de slotklim, La Planche des Belles Filles, een beest van vijf kilometer met stijgingspercentages die vaak de 10 procent overschrijden, bleek dat de meesten hun beste pijlen verschoten hadden. Ik ben als één van de eersten van die groep bovengekomen, met als uiteindelijke resultaat een 133ste plaats (op 1500 ongeveer). Mijn eindtijd was 7u21m46sec, of vijf minuten trager dan vorig jaar.
Na de aankomst zat ik met een dubbel gevoel: enerzijds sta ik scherper dan vorig jaar, maar toch is de eindtijd vijf minuten langzamer. Hoogstwaarschijnlijk heeft dit dus met de zware training op donderdag te maken. Volgende afspraak: Gran Fondo Eddy Merckx met aankomst op de muur van Hoei, zaterdag 19 juni.
Trouwens tot slot nog een bedankje aan mijn tijdelijke huisgenoten Dominic en Vic voor de leuke en harde trainingsweek en het toffe gezelschap in de Vogezen, en aan Dominic een dikke proficiat met je uitslag. En Vic, jammer van de platte tube, maar de benen had je, en dat zal er de komende weken wel uitkomen!
En niet te vergeten een dikke proficiat aan Bart Bury en Edith Vandenbrande voor hun overwinningen en de toffe babbel na de finish! Tof dat jullie zo goed kunnen fietsen en toch heel down to earth blijven en de sterallures achterwege laten!