Het is zomer en komkommertijd. Thomas is geslaagd in zijn 1ste jaar bedrijfsmanagement en Jelle zit nog steeds zonder werk. Aan de ene kant een enorme opluchting dus, aan de andere kant een grote ergernis. De tegenstellingen kunnen niet groter zijn! In plaats van gemoedelijk kabbelend, is het alsof mijn levensweg van het ene dal via een heuveltje af en toe, naar hzt andere dal loopt. Ik ben nog steeds parttime werkloos en heb enkele sollicitaties en een examen achter de rug, zonder veel resultaat. De laatste week op het werk is ingegaan en er zal nog veel te doen zijn voor ik vrijdagmiddag de deur achter me dicht trek! Aan het huis is er wegens te weinig financiën en niet-omkijkende werklui niets meer veranderd.
Intussentijd heb ik genoten van de vrije tijd in de namiddag en heel veel gelezen. Na 'Wilde Zwanen' van Jung Chang kwam 'De Aanslag' van Harry Mulisch en nu 'Het leven van Sofie' van Jostein Gaarden. Het is alsof ik voortdurend in een andere wereld zit als ik lees en ik trek me er met plezier in terug van zodra ik kan. Een struisvogel zou niet beter zijn kop in het zand kunnen steken en doen alsof de rest van de wereld niet meer bestaat.
Als ik niet lees bereid ik me voor op 16 dagen vakantie in Spanje binnenkort. Inpakken om op vakantie te vertrekken is telkens weer zenuwslopend en lijkt van levensbelang, terwijl ik intussen al wel heel goed weet dat het niet zo'n grote rol speelt of ik nu dit of dat topje meeneem. En toch kan ik het niet laten! Het heeft te maken - vermoed ik - met dat ik zo'n perfect mogelijke vakantie wil genieten en niets aan het toeval wil overlaten. Alsof je belangrijke zaken ècht in de hand zou hebben! Mentaal probeer ik me ook voor te bereiden om het huis in 'onbeheerde' handen achter te laten. Loslaten is de boodschap maar alle gedachten aan wat er eventueel kan gebeuren terwijl Thomas en vooral Jelle hier alleen zullen zijn, maken me bijna panisch. Maar goed geoefend in 'struisvogel spelen' zal het me wel lukken om er zo weinig mogelijk aan te denken en intussen mijn vingers zo hard gekruist te houden dat ze er pijn van gaan doen. Ik weet nu al dat de terugrit naar huis zenuwslopender zal worden naarmate ik dichterbij kom, om dan ademloos de deur open te doen en - hopelijk - direct daarna opgelucht te kunnen ademhalen.
Enfin, zo ver is het nog helemaal niet. Eerst nog een weekje te gaan...