De ondraaglijke lichtheid van het bestaan is de titel van een boek van Milan Kundera dat ik al lang had moeten lezen eigenlijk. Gewoon al de titel is heel mooi, ook in het Engels "the unbearable lightness of being" vind ik wondermooi klinken. Vandaag ben ik er dan eindelijk in begonnen. Na een 100-tal bladzijden bevind ik me in een beetje vreemde, maar ergens wel herkenbare wereld van Tomas en Tereza, een tsjechisch paar. Ze hebben het moeilijk met hun gevoelens tegenover elkaar, alhoewel ze elkaar toch wel graag zien. Eigenaardig genoeg, begrijp ik ze wel, zowel de ene als de andere. Het doet me een beetje aan mezelf denken en mijn relatie met Patrick. Tomas en Tereza zitten in een impasse en ik ben benieuwd hoe het afloopt. Eigenlijk weet ik al wel een beetje dat het niet ècht goed afloopt, maar ik hoop er iets anders uit te leren...
Volgens het boek, veroorzaakt de afwezigheid van enige last een zinloos bestaan. Nu, het mijne is alvast niet zinloos dan! Thomas leeft rustig zijn leventje en studeert en geniet van het leven. Ik blijk enkel een vaste waarde te zijn wat betreft het onderhoud van huis en kleding en het aanleveren (en terug afvoeren) van voedsel. Een levend en nuttig meubelstuk, zou je het kunnen noemen. Zo eentje dat in huis rondloopt (en af en toe buitenshuis) maar waar je niet te veel aandacht aan moet geven. Je gaat toch ook niet een verhaal beginnen te vertellen tegen je stoel? Dat lokt bij mij wel enige wrevel uit. Ik begrijp wel dat hij andere mensen heeft om alles mee te delen, maar toch.. Ik zou het fijn vinden om ook een beetje betrokken te worden in zijn leventje en zelf een beetje feedback te kunnen krijgen. Nu ja, dat is nog niet het ergste. Met Jelle is er altijd wel iets. Hij zit nu 2 maanden zonder werk, ligt tot 's middags in bed, loopt daarna ergens rond buiten en zit tot een stuk in de nacht tv te kijken of op de computer. Dat werkt al verschrikkelijk op mijn zenuwen maar behalve dat, komt hij zijn afspraken niet na. Zowel thuis als die met de anderen niet, zoals de Werkwinkel bv. Gisteren belde er iemand van de Federale Politie voor hem op mijn gsm. Gewoon maar om iets te vragen, niks om me zorgen over te maken, zo vertelde de man. Ik vertrouw het toch niet. Intussen heb ik er niets meer van gehoord. Vandaag was er een minnelijke schikking, met andere woorden een boete voor hem van 100 euro wegens het 'onder invloed zijn van verdovende middelen'. Morgen moet hij een aangetekende brief ophalen bij de Post. Wat betekent dat toch allemaal? Nu ben ik misschien af en toe een beetje te snel in paniek, maar er hangt duidelijk onheil in de lucht!
Die ondraaglijke lichtheid van het bestaan zou ik momenteel best kunnen dragen. Zucht.