De teksten op dit blog zijn geschreven door Bert en meestal nagezien en gekeurd door Mieke. Mieke is hélaas niet meer. Vroeger veel reisverslagen, nu foto's uit mijn omgeving. Tof dat u even langskomt! Kijk maar even rusti
Vandaag
hebben we terug de gewone draad opgenomen. Het gras moest dringend
gemaaid worden. Net voor ons vertrek hadden we wat meststof
uitgestrooid. Het resultaat was te merken: donker groen gras van een
10cm hoog. En dan was er ook nog de jaarlijkse autokeuring. Om 11:40 u
was ik ter plekke. Maar de wachtrijen waren zeer groot (zie foto).
Uiteindelijk ben ik om 14:25 u buiten gereden. Gelukkig is dit slechts
eenmaal per jaar. Voor een op rust gestelde zijn er leukere dingen!
Na
de mooie dag van gisteren is het een beetje met pijn in ons hart dat
we vandaag de terugreis moeten aanvangen. Onder een bewolkte hemel
reden we via Dieppe en Abbeville naar Arras. Toen brak de zon erdoor
en werd het opnieuw warm. En zo reden we rustig verder richting
Rijsel (Lille). Door rijsel rijden is verboden voor doorgaand
verkeer. We moeten de pijlen Gent volgen en we worden gestuurd naar
Moeskroen. Eens de grens over merken we onmiddellijk dat we in
Wallonië zijn. Er zijn meer putten in de weg dan op een doorsnee
Vlaamse veldwegel. Na een 20tal km komen we terug in Vlaanderen en
plots zijn alle putten verdwenen. Uiteindelijk waren we tegen halfzes
terug en veilig thuis. Nu kunnen we terugblikken op een fijne
voorjaarsreis in het Bretoense landschap.
Deze
morgen wat vroeger uit de veren dan gewoonlijk want er staat een rit
van ongeveer 350 km op ons programma. Het was rond de klok van twaalf
dat we de bijna volle parking van Honfleur opreden. Het was alweer
vijf jaar geleden dat wij hier verbleven. De onmiddellijke omgeving
van de camperplaats is fel veranderd en de parking, die toen al groot
was, is ook uitgebreid. In de namiddag zijn we onder een blakende
zon naar het centrum gewandeld. Het is er zeer druk. Voor velen is de
vakantie al duidelijk begonnen. Honfleur is een oud schilderachtig
stadje. Het pitoreske haventje zend nog dagelijks een veertigtal
vissersboten uit. De jachthaven charmeert ook, en op regelmatige
basis komen er hier ook croisiéres aanmeren. Ook zijn er hier nog
twee, uit de 17de eeuw overgebleven zoutzolders. Het zout werd
gebruikt om de vis te pekelen. In de rue des lingots kan men aan
weerzijden van deze gekasseide straat oude vakwerkhuizen bewonderen.
In het centrum vind men ook de grootste houten kerk van Frankrijk, en
los van deze kerk is de toren gebouwd. Dit was wegens het
brandgevaar. Verder zijn er nog tal van bezienswaardigheden. Vergeten
we ook niet de talloze kunstgalerijen en schildersateliers. Bij al
deze bezienswaardigheden zou men nog vergeten hoe gezellig het er
vertoeven is.
Er
is voor vandaag warm weer voorspeld. Dus dan maar vroeg de fiets op
zodanig dat de we de warmte een beetje voor zijn. We laten ons zakken
tot aan het kanaal Nantes-Brest. Hier fietsen we langs de trekweg.
De ondergrond is een asfaltlaag met daarboven een bed van kleine
steentjes die een beetje los liggen. Het rijd wel lekker maar grote
snelheden zal men, wegens eventueel valgevaar, niet halen. Dus hier
zie je geen sportfietsen met fijne bandjes of tubes, wel veel
recreanten die fietsen. Dit zou dan ook de betere oplossing zijn voor
de trekweg langs de Schelde! Iedereen kan gewoon fietsen en diegenen
die snelheid willen maken zoeken dan andere wegen op. Onze rit
verliep door een prachtig natuurkader. Talloze kleine sluizen en
bruggetjes. Aan iedere sluis staat er een sluiswachtershuisje. Wij
waren ook getuige van het versassen van een groep Duitse roeiers.
Eens iets anders. Het was ruim na 1 uur toen we terug aan de camper
waren. Na het eten was het tijd om een flinke siesta te doen in de
lommer van een paar lindebomen. Rond vier uur zijn we dan terug naar
Josselin geweest, ditmaal om het kasteel en zijn tuinen te bezoeken.
Kasteel en tuinen zijn zeer goed onderhouden. Het is een welkome
afwisseling op een toch warme zwoele dag.
Vanmorgen
hebben we onder begeleiding van een lekker zonnetje een verplaatsing
van 102 km gedaan. Voor de middag zijn we aangekomen op de
camperplaats van Josselin. Dit kleine, maar zeer mooie stadje , is
gelegen aan de oevers van de Oust. De geschiedenis van dit stadje is
nauw verbonden aan die van het kasteel met vier imposante torens. Het
kasteel dateert van 1108 maar de huidige configuratie is van de
veertiende eeuw. Naast het kasteel is er ook een basiliek. De wijk
Saint Croix, die in 2006 is gerenoveerd, is even oud als het
kasteel. Er staan hier nog meerdere vakwerkhuizen waarvan het oudste
dateert van 1538! Het was dus de moeite om deze namiddag een
wandeling door het stadje te maken. Op de verschillende pleintjes was
er animatie. Van overal weerklonk er muziek, gebracht door
plaatselijke ensembles. En dan moesten we naar huis, want de rode
duivels speelden tegen de Russen. Uiteindelijk konden de Belgen toch
scoren en pakten ze de drie punten.
Twee
redenen om er een daguitstap van te maken: er is mooi weer voorspeld
en het is de langste dag van het jaar. We rijden richting Quiberon.
We nemen niet de korste weg maar volgen de Voies vertes. Deze
fietspaden slingeren zich door bos en duin. In St Pierre Quiberon
stappen we even af voor een terrasje langs het water. Vandaar rijden
we de Cote sauvage af. De rotsen die het water induiken zijn
een streling voor het oog. In Quiberon nemen we een middagmaal. Euro
is al een vakantiesfeertje waar te nemen. Op de terugweg moet Marijke
toch even pootje baden in de oceaan. Thuis aangekomen hadden we 50km
op de teller.
Wederom
een mooie zomerse dag. In de voormiddag hebben we boodschappen gedaan
want belangrijk is dat de innerlijke mens op tijd en stond gespijst
moet worden. Na de middag de fiets op, richting Plouharnel. We waren
nog maar een kilometer ver toen we een graatmagere koe, vastgeketend
aan een ijzeren stek zagen. Ze staarde ons aan zoals alleen een koe
dat kan. Verderop kwamen we langs een enorm bebost domein waarop twee
abdijen gevestigd zijn. De ene is de abdij van St Anne en de andere
deze van St Michel. Het zijn twee bendictijnen abdijen. Bij St Michel
logeren de vrouwen en bij St Anne de mannen. Deze abdijen zijn
opgetrokken in grijze bretoense granit. In 2007 is een deel van de St
Michel abdij volledig afgebrand, maar vandaag is er van deze ramp
niets meer te merken. Verder is Plouharnel een dorpje waar nog vele
huisjes in grijze graniet bewaard gebleven zijn. Er zijn meerdere
oude kapellen en fonteinen ook in grijse granit opgetrokken. Aan de
kust zijn er ook een aantal oesterbanken. Bij onze terugkeer heeft
Marijke nog een plons gemaakt in het zwembad.
De
zon laat ons voorlopig niet in de steek. Rond acht uur opgestaan en
reeds een heldere blauwe hemel. Ideaal om het vandaag wat rustiger
aan te doen. Marijke beslist dus om een duik in het zwembad te doen.
Ze had het ganse bassin voor haar alleen. Wat een luxe! Op het einde
van haar zwempartij is ze in het brubbelhoekje gaan zitten om te
genieten van het klotsende water. In de namiddag zijn we gaan fietsen
zonder een bepaald doel. We reden richting La Trinité sur mer. En of
je het wil of niet, overal komt men menhirs of dolmentafels tegen. We
hebben de baan verlaten om via bosweggetjes aan te komen bij de reus
(Le géant de Manio); Dit is een zes meter hoge menhir. Het verhaal
doet de ronde dat, als men een muntstuk boven op de steen kan gooien,
men daarna steenrijk wordt. We reden verder en de temperatuur bleef
maar oplopen tot bij de 30°C. Bij de plage aangekomen hebben we vlug
een dorstlesser tot ons genomen. Meerdere appartementsgebouwen zijn
duidelijk nog van het midden van vorige eeuw. En toch heeft dit wat.
Het strand was goed bezaaid met echte zonnekloppers. Daarna terug
naar huis om, liggend in onze zetels, nog een paar uurtjes van de zon
te genieten.
De
zon stond reeds hoog aan de hemel toen wij uit onze bedstee kwamen.
Na het ontbijt zijn we naar de markt in Carnac geweest. Qua grootte
moet deze niet onderdoen ten opzichte van de markt in Benidorm. Een
eigenaardigheid is dat er midden de markt een kerkhof ligt. Marijke
was wel in haar element met al die kraampjes met kledij. Een
meubelfabrikant stond ook zijn waren aan te prijzen. Er was onder
andere een uitschuifbare tafel in masieve eik te zien van 1,20 m
diameter. Als de tafel ingetrokken is heeft men een mooie ronde
tafel. Ideaal voor een tête à tête. Aan de uitgeschoven tafel kan
men 22 personen neerzetten. Verschillende streekproducten hebben ook
hun afzetters op de markt. Verder is Carnac een gezellig Bretoens
stadje. De 17de eeuwse kerk heeft als patroonheilige St Cornély. Hij
zou de beschermheilige zijn van de hoorndragers. We hebben het hier
over dieren met hoorns (cornes). De lambrizering van de gewelven zijn
ook de moeite waard om te bewonderen. In de namiddag zijn we de
menhirs en de dolmen gaan opzoeken. Hiervoor hebben we een kaart met
fietsroutes gebruikt. Maar die routes lopen door veld en bos. Om die
routes te kunnen volgen moet je een volleerd cyclocrosser zijn. En
zonder hulp van buurtbewoners zijn ze niet te vinden. In vele
gevallen moet men eerst over privé-eigendom gaan. Sommige
afbakeningen van eigendommen dateren nog van in de tijd van toen. Op
vele plaatsen vindt men ook de zogenaamde calvaires. Aan het uitzicht
zien we dat ze ook gedateerd zijn. Tussen de bossen staan er overal
kasten van villa's. Een van de eigenaars wist ons te vertellen dat
zijn stulpje op een lapje grond van 12680m² stond. Terug in de stad
waren we blij dat er een terrasje op ons wachtte. Het was een
aangename zonnige dag geweest.
Wegens
het minder goede weer hebben we deze morgen onze biezen gepakt en we
zijn vertrokken richting Carnac. Het grootste deel van onze rit
verliep onder een bewolkte hemel. Nu en dan ook wat motregen. Maar
gelukkig kwam de zon te voorschijn toen wij onze bestemming naderden.
Kort na de middag reden we de camping Les Bruyères op. Deze is
gelegen op de rand van het dorpje Plouharnel. Een nette verzorgde
camping met een overdekt zwembad dat bij warm weer opengeschoven
word. Het zwemwater is constant 28°C. Alle plaatsen zijn uitgerust
met 10A stroom en ze hebben een oppervlakte van om en bij de 110m².
En daarna was het tijd om de rode duivels tegen Algerije te bekijken.
Bewolkt
en eerder aan de frisse kant. Ja, we moeten het er maar mee doen. De
weerman heeft nu eenmaal geen rekening gehouden met onze bestelling.
We laten het echter niet aan ons hart komen en we zijn deze
voormiddag naar de supermarkt onze inkopen gaan doen. Aan de
overzijde van de kassa even dag gewuifd naar Leo en Els samen met hun
vrienden. In de namiddag zijn we dan richting Cancale gefietst. Het
ging voortdurend op en neer,met veel tegenwind. Het is dus een fel en
soms lastig ritje geworden. Met de regelmaat van een klok hadden we
uitzichten op de zee. Bij laag water liggen de haventjes er bij als
een slagveld. Uiteindelijk komen we aan in het centrum van Cancale.
Het mooie haventje is een streling zowel voor het oog als voor het
gehemelte: Cancale, sinds lang beroemd om haar oesters. Deze
heerlijkheden die genuttigd kunnen worden, op het kade muurtje
zittend, met uitzicht op de schitterende Mont-Saint-Michel, gelegen
midden in de baai. Daarna worden de schelpen gewoon over het muurtje
op het strand gekieperd. Bij eb wordt het landschap over 336 ha
bepaald door de kriskras liggende oesterbedden. De oesters worden ook
ter plaatse verkocht op een soort oestermarkt waar de vrouwen van de
producteurs geduldig de toeristen opwachten. Op de terugweg zijn we
de camping waar Els en Leo geparkeerd staan opgereden en hebben hen
een verrassingsbezoekje gebracht. Een goeie gelegenheid om terug even
bij te babbelen.
Wakker
geworden door het gebrom van meerdere campers die persé vóór acht
uur de overvolle camperplaats willen verlaten. Zo hoeven zij die
5,30 niet te betalen voor de overnachting! Het zonnetje brak al
vroeg in de voormiddag door het wolkendek. Door de wind uit het
Noorden steeg de temperatuur niet boven de 22°C. Een paar dorpjes
hier verderop bezochten wij een rommelmarkt. En het was inderdaad
alleen maar rommel dat er aan de man werd gebracht. De baai hier
dicht bij komt bij laagwater helemaal droog te liggen. Daardoor kan
men honderden meters diep op het strand wandelen. Tussen de bijna
vallende boten door stapten wij van de ene plage- toegang naar de
andere.
Deze
morgen was de temperatuur een paar graden gedaald tegenover de
voorbije dagen. Het zeebriesje was duidelijk voelbaar. En toen kregen
we een bezoekje van Els en Leo samen met hun vrienden. Zij staan hier
een paar km verderop op een camping. Het was aangenaam en leuk om hen
terug te zien. In de namiddag hebben wij een fietstocht gedaan in het
achterland. Maar de zee was nooit ver weg. Vanaf meerdere plaatsen
zagen wij de zon weerspiegelen in het water. Ergens ter velde zijn we
gestopt om een terrasje mee te pikken. We waren pas gezeten toen een
klein ventje van een drie à vier jaar ons kwam vragen wat we zouden
drinken. Met de melding van un vin blanc et un grand café was hij
weg. Enkele ogenblikken later kwam hij samen met zijn oudere zus
terug. Binnen hadden ze zijn uitleg niet goed begrepen. Wij
herhaalden dus onze bestelling waarop de kleine vliegensvlug
antwoorde: il n'y en a plus!
We
hebben ons vandaag verplaatst richting kust. Na 112 km zijn we
aangekomen in Rothéneuf. Dit is een deelgemeente van St Malo gelegen
op ongeveer 5 km van het oude stadscentrum. De camperplaats heet:
Aire Camping-cars Des Ilots. Op deze camperplaats kunnen 120 campers
staan en allen op zeer grote percelen. Iedere camper beschikt over
een elektrische aansluiting van 10A. De camperplaats is gelegen op
300 m van de kust. In het dorpje ook op een 300 m hier vandaan is er
een bakker, een kapper, een traiteur, een kruidenierszaak, een tabac,
een restaurant en . Een soortgelijke camperplaats, met dit comfort
en zo kort bij de kust, zou normaal duur zijn maar hier is het 5,3
alles in. Het zeezicht is hier zeer varierend. Overal zie je stenen
rotsen boven de waterspiegel uitsteken die als het ware kleine
eilandjes vormen. In de namiddag zijn we tot in St Malo gefiest om
een eerste indruk op te doen. Een dezer dagen gaan we echt St Malo
bezoeken.
Opnieuw
een zeer rustige nacht doorgebracht en daarbij aansluitend lekker
lang uitgeslapen. In de voormiddag zijn we gaan wandelen rond een met
water gevulde oude granietsteengroeve, de Carière du Rocher Coupé.
Door de jaren heen heeft er zich als het ware een natuurpark gevormd
rondom deze groeve. Het is een pracht wandeling geworden met af en
toe ferme klimmetjes. Gelukkig zijn er hier en daar banken van
waaruit mooie panorama's te bezichtigen zijn. Tijdens deze wandeling
ook even mijn mobile wifi uitgetest en meteen een twitter met foto
van de omgeving de wereld ingestuurd. Super resultaat! Na de middag
hebben we een fietstocht gemaakt van 32km. Het grootste deel van deze
tocht ging over een oude spoorwegbedding. Hier en daar komt men nog een oud bareelwachtershuisje tegen. Het voortdurend wisselen
van zon en schaduw was een welkome afwisseling want de ganse tocht in
de zon zou moordend geweest zijn. Bij onze terugkeer deden we een
welverdiend terrasje met zicht op het kasteel. En of de frisse
pintjes deugd deden !
Een ietsje langer
geslapen dan gewoonlijk en dus ook later aan de ontbijttafel. Geen
probleem want vandaag staat er slechts een rit van 201km op het
programma. Onder een stralende zon bij een temperatuur van 25°C zijn
we rond 14:00u aangekomen op de camperplaats van Fougères. Er was
gelukkig nog een plaatsje vrij. Ondertussen zijn hier zeer veel
campers aangekomen, maar helaas onverrichter zake moeten verder
rijden. Na ons te hebben geïnstalleerd zijn we de stad ingetrokken.
Naast zijn imposant kasteel heeft Fougères een middeleeuws
stadscentrum met zijn typische huizen en de daarbij horende Ruelles
of smalle kleine straatjes. De oude stadsmuren die indertijd de
inwoners en hun goederen beschermden zijn bijna ongeschonden bewaard
gebleven. La Porte de Notre-Dame is de enige van de vier stadspoorten
die nog bestaat. Ook beschikte het kasteel over een watermolen met
vier imposante wielen. Er zijn ook nog verschillende vakwerkhuizen
daterend uit de middeleeuwen die nog zeer goed bewaard zijn gebleven.
Ook zijn er nog het belfort en verscheidene kerken die deel uitmaken
van het patrimonium van de stad. Binnen de stadsmuren wandelt men
door zeer mooie parken , van de ene verrassing naar de andere.
Beiden
vonden we dat we er nog maar eens moesten op uittrekken. Dus zijn we
deze morgen rond de klok van acht vertrokken richting Normandië
Bretagne. We reden de ganse voormiddag onder een nogal zwaar
wolkendek maar het bleef gelukkig droog. Onze rit verliep heel vlot
tot na de middag. Eerst zaten we meer dan 30 km achter een convoi
exeptionel die nooit boven de 25km/u uitkwam. En in Rouen is de
brug over de Seine onderbroken. En probeer dan maar de rivier over te
steken! Iets na vier uur kwamen we dan aan op de camperplaats van
Lisieux. Deze is juist naast de basiliek gelegen. En op slechts een
km van de Orange boutique. Mijn internetkaartje moest dringend aan de
klap gebracht worden. De terrasjes in de stad worden druk bezocht
want het zonnetje is weer van de partij. Bij onze terugkeer op de
kamperplaats besluiten we toch hier niet te blijven: veel te schuin
en naast een drukke weg. Momenteel staan we vier km verder op de
camping municipal: Camping de La Vallée.
Iedereen
die wel eens plat is gereden met auto of motorfiets weet hoe
vervelend dit is. In onderstaand filmpje kan u zien dat de techniek
niet stil staat. Banden met binnenin een laag gel zorgen ervoor dat
men nooit meer plat rijd.
In de trein zit een man tegenover een mooie jongedame met een piepklein mini-jurkje aan. Opeens gaat zij verzitten en ziet hij dat ze geen broekje aan heeft. Zij ziet dat en zegt: "Kijk je naar mijn poesje?"
"Sorry," zegt de man en belooft dat hij niet meer zal kijken.
"Geeft niet," zegt de vrouw, "ik kan er kunstjes mee. Kijk maar...Ik laat hem een kusje geven."
De man ziet de vagina een kus beweging maken en is zeer onder de indruk. "Kijk," zegt de vrouw, "hij kan ook knipogen."
En ja hoor, hij ziet verbaasd dat de vagina een knipoog geeft.
"Kom naast me zitten," zegt ze en de man gaat naast haar zitten.
"Wil je er een paar vingers in steken?" vraagt ze.
Verbijsterd zegt de man:"Allemachtig, kan hij ook nog fluiten?