De
zon stond reeds hoog aan de hemel toen wij uit onze bedstee kwamen.
Na het ontbijt zijn we naar de markt in Carnac geweest. Qua grootte
moet deze niet onderdoen ten opzichte van de markt in Benidorm. Een
eigenaardigheid is dat er midden de markt een kerkhof ligt. Marijke
was wel in haar element met al die kraampjes met kledij. Een
meubelfabrikant stond ook zijn waren aan te prijzen. Er was onder
andere een uitschuifbare tafel in masieve eik te zien van 1,20 m
diameter. Als de tafel ingetrokken is heeft men een mooie ronde
tafel. Ideaal voor een tête à tête. Aan de uitgeschoven tafel kan
men 22 personen neerzetten. Verschillende streekproducten hebben ook
hun afzetters op de markt. Verder is Carnac een gezellig Bretoens
stadje. De 17de eeuwse kerk heeft als patroonheilige St Cornély. Hij
zou de beschermheilige zijn van de hoorndragers. We hebben het hier
over dieren met hoorns (cornes). De lambrizering van de gewelven zijn
ook de moeite waard om te bewonderen. In de namiddag zijn we de
menhirs en de dolmen gaan opzoeken. Hiervoor hebben we een kaart met
fietsroutes gebruikt. Maar die routes lopen door veld en bos. Om die
routes te kunnen volgen moet je een volleerd cyclocrosser zijn. En
zonder hulp van buurtbewoners zijn ze niet te vinden. In vele
gevallen moet men eerst over privé-eigendom gaan. Sommige
afbakeningen van eigendommen dateren nog van in de tijd van toen. Op
vele plaatsen vindt men ook de zogenaamde calvaires. Aan het uitzicht
zien we dat ze ook gedateerd zijn. Tussen de bossen staan er overal
kasten van villa's. Een van de eigenaars wist ons te vertellen dat
zijn stulpje op een lapje grond van 12680m² stond. Terug in de stad
waren we blij dat er een terrasje op ons wachtte. Het was een
aangename zonnige dag geweest.








|