
Theo Tankink, dorpsomroeper van Keijenborg is ingehuurd om de Nijmeegse
stadsomroepers in opleiding te trainen. Theo is lid van de EVSDON, de Eerste
Vereniging van Stads- en Dorpsomroepers Nederland. Daar zitten de echte
omroepers die zijn aangesteld door de gemeente van herkomst. Er zijn in
Nederland zo'n dertig omroepers waaronder drie vrouwen. Alles over dit gilde
staat op de website http://www.omroepersgilde.nl/. Ze meten
zich met elkaar bij toernooien.
Theo Tankink treedt op bij festiviteiten in zijn gemeente op en wordt soms
ingehuurd om een feest op te luisteren. Hij heeft een middeleeuws-achtig kostuum
maar ook een zwart 20e eeuws pak. De meeste omroepers waren er volgens hem
tussen 1900 en 1950. Het beroep werd volgens Theo uitgeoefend door arme sloebers
die op die manier er een boterham probeerden bij te verdienen. Ze mochten geld
vragen voor het doorgeven van berichten. Belangrijk nieuws was bijvoorbeeld de
aankondiging van een noodslachting, dat er een schip met vis was binnengelopen,
geboortes en huwelijken. Zij droegen in die tijd een zwart pak dat ook voor
andere gelegenheden te gebruiken was.
Een echte stadsomroepersroep begint volgens Theo Tankink met de woorden
'Hoort, hoort, zegt 't voort. Boeren, burgers en buitenlui.' Op die manier maak
je duidelijk dat er een stadsomroeper aan het werk is. Het is het mooiste als je
een bel, gong of ratel bij je hebt zodat zoals deze stadsomroeper van Naarden
tientallen jaren geleden.
Een goede roep is 1. niet langer dan 32 regels, 2. als het kan op rijm, 3.
je moet meteen je boodschap duidelijk maken, 4. herhalen is niet erg. Het is
spreektaal en daarvoor gelden andere regels dan voor schrijftaal.
|