In de veertiger en vijftiger jaren had de dorpsomroeper van Spijkenisse een belangrijke taak. Huis-aan-huisbladen waren er toen nog niet of staken net hun kop op. Dus was voor het kleine boerendorpje Spijkenisse de dorpsomroeper dé verspreider van het goede of kwade nieuws. Een van zijn taken was het aankondigen van onverwachte gebeurtenissen. Het bekendmaken dat er een noodslachting plaats vond aan de Kerkweg was er één van.De huidige Karel Doormanstraat heette vroeger Kerkweg. Het was zo kort na de oorlog nog een oude grindweg met links en rechts een sloot, die liep vanaf het Vredehofplein tot aan de kruising met de Tramweg. Over de Groene Kruisweg werd het de 2e Kerkweg, nu omgedoopt tot Terpsingel en Hoogwerfsingel.
Aan de Kerkweg (ter hoogte van het blokje van drie woonhuizen met huisnummer 22) stond een oud pand dat onder meer gebruikt werd als noodslachtplaats. Aan de rechterkant was een oude 'plee' waar de jeugd (ook ik) stiekem z'n eerste sigaretje rookte met als ingrediënten zelfverbouwde tabaksblaren van onder meer Arie Benne (ook al wist de goede oude man dat niet). Nu gebeurde het vroeger veelvuldig dat een koe in het weiland een poot brak, door in een molshoop te stappen of in een 'grip'. Zo'n koe had dan voor de boer weinig waarde meer en werd afgevoerd naar de noodslachtplaats. Anno 2004 zou de dierenbescherming zeer ernstig protesteren tegen de wijze waarop toen zo'n koe werd vervoerd: pure dierenmishandeling. Maar dit terzijde.
Noodslachter was Arie Baris (juist ja: de vader van onder andere Peet, Jo en Arie). Samen met een of meerdere zonen moest de koe met de gebroken poot snel worden geslacht, in stukken gesneden en worden verkocht. Een koelcel had de noodslachtplaats destijds niet. Nu is zo'n handelswijze ondenkbaar maar toen heel gewoon. Na het slachten moest veearts 'meneer Paul' het geslachte dier keuren. Pas nadat deze diverse paarse stempels op verschillende plekken van het koeienkarkas had geplaatst, kon de verkoop beginnen.
Omroeper
Natuurlijk had noodslachter Arie Baris na het horen dat er een koe in aantocht was, snel de dorpsomroeper geïnformeerd. Hij immers moest het hele dorp rond om aan te kondigen dat er aan de Kerkweg een noodslachting aan de gang was en dat er vanaf een bepaalde tijd volop vlees te koop was. Of het nu omroeper Aart Kabbedijk was of ook nog Barend Smits is uit mijn gedachten verdwenen. Wel herinner ik mij dat nadat de klanken van zijn koperen omroepersbel waren verstomd, hij riep:"Er wordt bekend gemaakt dat er heden vleisch verkocht wordt op de noodslachtplaats an de Kerkweg. Dus... vleisch an de Kerkweg. Zegt het voort. Zegt het voort."
Binnen korte tijd vormde zich een lange rij wachtenden op het grindpad van de Kerkweg. Moeders met grote pannen, kinderen, opa's en oma's, allemaal kwamen ze af op het immers veel goedkopere vlees dat te koop was bij de noodslachtplaats. Voor de bevolking van Spijkenisse een buitenkansje. Voor de diverse slagers, die toen in Spijkenisse een slagerij hadden, een ramp. Zij verkochten die week bijna niks meer. En dat was crisis. Want de kassa bleef gesloten. Er was slechts één slager die lachte: de noodslager! Zijn knip raakte goed gevuld. En de bevolking? Die had het naar de zin. Er kwam vlees op tafel, dat tegen een spotprijs werd verkocht. Dus was het inslaan geblazen. Zo ging dat vroeger in Spikkenis !!
De dorpsomroeper is eeuwen-lang infuctie geweest in Spijkenisse. De laatste actieve omroeper was Barend Smits, die tot in 1957 omriep. Het bronzen beeld, een creatie van beeldhouwer Ad Braat uit Zierikzee, is 180 cm hoog en bedoeld als een homage aan alle dorpsomroepers, die Spijkenisse heeft gekend.

In juni 1988 werd het beeld als allereerste activiteit van de stichting onthuld door de oud-spijkenisse kenner Cor Koornneef. het Beeld staat op de Plek waar omroeper Aart Kabbedijk zijn ronde altijd begon, in de Schaduw van de Oude Dorpskerk.
|