Dit is het verhaal van God, een persoon, en een muur, en deze persoon staat aan een kant van de muur, en deze kant van de muur is voor deze persoon de hel, dus deze persoon wil aan de andere kant van de muur geraken. De verklaring daarvoor is een uitleg waarvan de spil een eenvoudige constatatie is eigenlijk, de vaststelling van het feit dat aan deze kant een andere persoon is waarmee deze persoon niet kan samenleven, een ding waaruit geen enkele andere uitweg is dan aan de andere kant van de muur geraken. Dat is de reden waarom deze persoon aan de andere kant van de muur wil geraken. Aan de andere kant van de muur daarentegen is een andere persoon die van de persoon waarmee deze persoon aan deze kant van de muur niet kan samenleven geen last heeft. Daarom wil de persoon die aan de andere kant van de muur is aan deze kant geraken, want voor de persoon die aan de andere kant is, is deze kant het Koninkrijk Gods, en de andere kant de hel. Goed, wel, de ene hel, voor de ene persoon, is een hel die elke vorm van nog maar de minste kans hebben om over een persoon te oordelen onmiddellijk compleet lam legt, met als gevolg dat er zich een torenhoge kolom van boosheid ontwikkelt ten gevolge van een opstapeling door het niet verwerken van gevoelens die negatief zijn; en de andere hel, voor de andere persoon, is een hel die deze persoon voortdurend op een dwingende manier aanmaant om diepgaande compromisloze doeltreffende veroordelingen aan mensen op te leggen, en zich aan het recht om dat te doen met beide handen vastklampt, en er het grootste belang aan hecht dat dat ook zo blijft. Ja, ga je zeggen, maar de persoon die zo doeltreffend veroordelen kan, mag de dader van al dat kwaad veroordelen. De rechter mag de dader veroordelen. Maar dat gebeurt niet zolang het slachtoffer en de dader omgewisseld zijn. Daar zorgt de muur tussen de persoon in de ene hel en de persoon in de andere hel voor. Wie de dader en wie het slachtoffer is, daar hebben verschillende mensen verschillende meningen over. En hoe komt dat? Dat komt door deze reden: De rechter is een derde persoon, en de rechter moet noch aan de ene kant van de muur, noch aan de andere kant staan, de rechter mag geen kant kiezen, de rechter moet onpartijdig zijn, en dat is hij niet, hij heeft een kant van de muur gekozen, hij heeft een kant gekozen. De muur zorgt er voor dat de persoon die nooit de minste kans gekregen had om te oordelen, ook in de situatie waarin dat niet mogelijk blijft gekneld blijft zitten; maar de muur zorgt er niet voor dat de macht van de persoon die majestueus blijft veroordelen beperkt wordt tot hetzij oordelen over de mensen aan deze kant van de muur, hetzij oordelen over de mensen aan de andere kant van de muur. De muur blinddoekt de rechter, beperkt zijn oordeelsvermogen, maar de muur beperkt zijn slagkracht niet, en beperkt zijn bewegingsvrijheid niet.
|