Om 8h00 s morgens meldt Jonas zich aan op radiologie in het ziekenhuis voor een hersenscan ( NMR). Met een klein hartje gaat Jonas de grote scanner in, een tunnel die veel lawaai maakt en waar je heel stil moet liggen.
Wanneer deze scan gedaan is, zegt de verpleegster ons dat we de volgende test niet moeten doen, maar dat we onmiddellijk terug naar het kantoor van dr. Feys moeten gaan.
De schrik slaat om mamas hart.
We nemen plaats in de wachtzaal. Er zaten nog 4 mensen te wachten.
Dr. Feys komt ons persoonlijk uit de wachtzaal plukken. Mama is het nu wel heel zeker. Dit is niet pluis, dit ziet er niet goed uit.
En het volgende nieuws komt heel hard aan.
Jonas heeft een poliep in de kleine hersenen, die zo vlug mogelijk verwijderd moet worden en liefst in een universitaire instelling. We kiezen voor het Heilig Hartziekenhuis in Roeselare.
Dr. Feys maakt onmiddellijk de nodige telefoons : hij laat papa onmiddellijk van zijn werk naar huis komen om mee te gaan en maakt een afspraak bij de spoedopname in Roeselare. Hij verwittigt de betreffende arts, dr. Vandamme, assistent van professor Deruyter.
We vertrekken richting Dranouter, naar huis, wenend, woedend, angstig om wat komen zal.
Mama maakt de valies klaar, verwittigt CLB dat ik niet op cursus kom, verwittigt de verzekeringsmaatschappij van de nieuwe ziekenhuisopname, zoekt alle papieren bij elkaar
en klaar ! Eerst nog langs school. We halen Eline en Thomas op en Jonas gaat nog ns langs in zijn klas. Dat wou hij perse doen. Mama hielp bij het vertellen aan zijn klasgenootjes. We hebben gevraagd
om ons te steunen en om aan ons te denken.
Daarna ging het richting mémé. Eline en Thomas zijn daar achtergebleven. Na vele dikke knuffels en vele tranen zijn we uiteindelijk richting Roeselare vertrokken.
Bij aankomst regelde mama de inschrijving. Papa hielp me bij het aandoen van mijn pyjama.
We zaten op de afdeling spoed. Onmiddellijk waren er 2 verplegers bij ons. Ook Dr. Roelens
(kinderdokter / pediater / neuroloog) kwam bij mij. Ik moest stappen, springen en dan blijven staan met gesloten ogen. Oeps, ik viel bijna. Daarna met één vinger naar mijn neus. Wat de dokters je allemaal doen doen om te zien wat je hebt.
Toen kwam Dr. Vandamme erbij, de neuroloog. Hij bekeek onmiddellijk de fotos van op de CD-rom, genomen met de scan in Ieper. Hij toonde aan mama en papa waar de tumor zich bevond en wat er nu allemaal moest gebeuren.
De eerste stap is de drainage van de hersenen zodat het vocht dat nu niet wegkan en druk uitoefent in de nek, er wel uit kan. Volgende week wordt het gezwel dan mits een operatie verwijderd door professor Deruyter, samen met Dr. Vandamme.
Opeens kwam er nog een dokter, Dr. Spoelders, verantwoordelijke voor de dienst intensive care. Want daar moesten we nu naartoe.
Na wat heen en weer gehussel werd beslist om een nieuwe bloedafname te doen, een afspraak te maken bij de oogarts en een nieuwe NMR maar dan van de volledige rug.
Eerst was de bloedafname en het plaatsen van een tube om dan morgen het infuus op aan te sluiten.
Halverwege de namiddag mocht ik naar de oogarts. Ik zag nog steeds alles dubbel. Ze deed druppeltjes in mijn ogen en nam fotos. Dit om later te kunnen vergelijken.
Tegen de avond was er de ruggescan. Opnieuw de grote tunnel in die zon hels lawaai maakt.
Nadien konden we terecht op intensive care waar mama ook een bed kreeg en bij mij kon blijven waken en slapen.
Omstreeks 18h30 kregen mama en ik iets te eten. Na 12h00 middernacht mocht ik niets meer eten of drinken. Ik moest nuchter blijven voor de operatie van morgen. Ik ben bang.
|