Dit gedicht over het Sportpaleis is een ode aan de sporttempel van vroeger: gebouwd voor sportwedstrijden, vooral wielerwedstrijden op de baan (zoals de zesdaagse van Antwerpen). De opening vond plaats in 1933 maar om het gebouw rendabel te houden werd de zaal vanaf 1999 omgebouwd tot een evenementenhal voor optredens, concerten, sportwedstrijden (boksen, volleybal, basketbal, turnkampioenschappen, nog andere sportwedstrijden en beurzen).
De eerste twee foto's tonen ons het Sportpaleis zoals het er vroeger aan de binnenzijde uitzag met als blikvanger de houten wielerpiste. Daarna volgen foto's van de buitenzijde, genomen van op enige afstand. Opvallend zijn (nu) het blauwe dak en de grijze muren.
Wij vertrekken aan de zijkant en wandelen zo in de richting van het Albertkanaal en de ring. Vooral de vele grijze noodtrappen langs de buitenkant trekken de aandacht. Dan keren wij terug naar de voorkant waar de meest gekende ingangen zich bevinden.
Verder gaat het, richting Lotto-Arenahal, maar wij draaien tussen beide gebouwen (Sportpaleis en Lotto) naar het kanaal toe. Je passeert hier het metrostation 'Sport' en van daar kan je weer de noodtrappen volgen tot aan de hoek. Enkele stappen brengen je onder de brug van de ring rond Antwerpen. Hier kan je de volledige achterzijde van het sportpaleis bekijken. Links zie je het logo van De Lotto Arena en rechts de VIP parking.
En kijk, hier is een ingang! Ik stap voorzichtig naar binnen, zie aan de linkse muur een plan van de zaal hangen en twijfel een beetje. Toch stap ik verder en tot mijn verbazing beland ik uiteindelijk op het middenplein. Snel enkele foto's trekken (wel wat donker, maar kom) van de tribunes en dan terug naar buiten. In één van de zijgangen brandt licht, verder is er geen enkel teken van leven. Dus weer naar buiten via de tussengang en dat weten wij ook alweer: met een beetje geluk kan je zonder moeite het Sportpaleis binnen om je eigen nummertje te brengen op het middenplein!
Dit station werd geopend in 1975 en is daarmee één van de oudste premetrostations van de stad. Als je op het perron staat kijk je op het kunstwerk van Menno: 'The Rainforrest', een groene tegelmuur in golfjes (zie foto).
Het gedicht over metrostation Groenplaats handelt eigenlijk niet over het station zelf maar vooral over bedelaars die daar een eurootje proberen bijeen te scharrelen. Je stapt uit de tram, wandelt via de roltrappen naar boven en je wordt geconfronteerd met een bedelaar die wat geld tracht te verdienen door op zijn accordeon te spelen. Mooie muziek overigens maar het doet je denken aan het feit dat je zelf eigenlijk niet te klagen hebt. Dit gedicht is in wezen een aanklacht tegen het feit dat er nog zo veel mensen, zo weinig hebben en daarom beroep proberen te doen op zij die wat meer hebben.
Als je langs de Jezuïetenrui naar het Conscienceplein wandelt, kom je door een donkere steeg waar een opvallend bas-reliëf aan de muur hangt. Op deze plaats kan je van onder de boog, schuin links, reeds de Carolus Borromeuskerk zien. Aan je rechterzijde bevindt zich de stadsbibliotheek. Hier is overigens ook de Vlaamse Erfgoedbibliotheek ondergebracht (waar zich een exemplaar van mijn dichtbundel bevindt, en daar ben ik best wel trots op!) en de beroemde Nottebohmzaal. De stadsbibliotheek is gehuisvest in één van de gebouwen van de Jezuïeten dat in 1879 door de stad Antwerpen werd aangekocht om het plaatsgebrek van de vorige bibliotheek op te vangen.
Van de stadsbibliotheek wandelen wij naar de Carolus Borromeuskerk. Deze jezuïetenkerk werd gebouwd van 1615 tot 1621 met Pieter Paul Rubens als architect, schilder en decorateur. Dit prachtig staaltje van barokke kunst ademt als het ware de meester (Rubens) uit...
De blikvanger van dit plein is natuurlijk het standbeeld van Hendrik Conscience (1812-1883), de man die zijn volk leerde lezen, de auteur van De Leeuw van Vlaanderen. De schrijver zit hoog op zijn sokkel en overschouwt van daar het naar hem genoemde plein, met achter zijn rug de stadsbibliotheek. Een prachtig beeld van de Vlaamse beeldhouwer, Frans Joris, dat kort voor de dood van Conscience werd onthuld.
Verder zijn er nog de diverse horecazaken en enkele winkels die van dit plein één van de mooiste van Antwerpen maken. Wij verlaten het plein langs de Wijngaardstraat en werpen van daar nog een laatste blik op die mooie Carolus Borromeuskerk.
Op de Handschoenmarkt vinden wij de put van Quinten Matsys (geboren in Leuven in 1466 en overleden in Antwerpen in 1530).
Deze schilder was eerst smid en hij zorgde voor het smeedwerk op de put, waarin de legende van Brabo en Antigoon wordt voorgesteld. Dit is de tweede afbeelding van die legende, naast het monument op de Grote Markt. Het beeld van Matsys werd eerst voor het stadhuis geplaatst maar in 1550 verplaatst naar de Handschoenmarkt. Op het cilindervormig arduinen voetstuk dat pas van 1940 dateert, kan je de volgende tekst lezen:'Deze putkevie werd gesmeed door Quinten Matsys / De liefde maeckte van den smidt eenen schilder.' Ongetwijfeld is dat een verwijzing naar het feit dat Quinten Matsys eerst kunstsmid was vooraleer schilder te worden.
Op de gevel van de kathedraal, links van het hoofdportaal, bevindt zich een afbeelding waarop wordt verwezen naar de schilder.
Vorige week wandelden wij door het stadspark, vandaag bespreken wij het grote monument van de gesneuvelden dat zich aan het stadspark bevindt, iets voorbij de hoek van de Rubenslei en de Van Eycklei. Het is een monumentaal beeldhouwwerk van de Belg Edward Deckers. De figuur van koning Albert I troont hoog boven de twee andere beeldgroepen die zich laag bij de grond bevinden (symbolisch?).
De beeldengroep links onderaan bevat een aantal soldaten: twee rechtop, angstig rondkijkend met het geweer in de hand en de vlag verdedigend. Aan hun voeten ligt een dode soldaat, de armen wijd uitgespreid, het hoofd met het gelaat in de grond. Links van die twee knielt een andere soldaat die het lichaam van zijn mede-soldaat ondersteunt. De beelden tonen zichtbaar de wreedheid van de oorlog.
Het monument werd opgericht ter ere van de gesneuvelden in beide wereldoorlogen. Regelmatig vindt hier een herdenkingsplechtigheid plaats.
Het monument van de gesneuvelden wordt gedomineerd door de ruiter op zijn paard. Als je het beeld iets minder oppervlakkig bekijkt, dan zie je een koning die boven het volk staat, ver weg kijkt van de soldaten en de burgers die zich in nood bevinden. Dat staat een beetje haaks op het idee dat koning Albert I echt een vorst voor zijn volk was, maar het past wel bij de algemene visie waar de koning hoog verheven boven dat volk troonde. Waarschijnlijk ook daarom de extra sokkel waarop het paard geplaatst werd.
Wat je niet ziet langs de voorkant is het grote zwaard dat de koning in zijn rechterhand heeft, klaar om zijn troepen ten aanval te sturen. Wie naar de musical 14-18 gekeken heeft en zeker de oudere bezoekers van deze blog, zullen wel beseffen dat die aanval voor tienduizenden landgenoten het doodvonnis betekende.
Rechts onderaan drie treurende mensen bij het lijk van een van hun geliefden. Prachtig toch hoe de beeldhouwer het verdriet van de gewone burger weergeeft, een schril contrast met de wegkijkende blik van de vorst.
In het midden van de Antwerpen ligt het overbekende stadspark. Het is gelegen binnen de driehoek die gevormd wordt door de Rubenslei, de Quinten Matsijslei en de Van Eycklei ( niet toevallig drie wereldberoemde kunstschilders ). Dit park, ongeveer 14 hectare groot, is het restant van een voormalig militair fort (omwalling uit de zestiende eeuw). De brug over de vijver werd gebouwd tussen 1867 en 1869 en werd ontworpen door de architect Keylig. Beslist de moeite waard om hier eens rond te wandelen: vertrekken aan het monument van de gesneuvelden en van daar naar de mooie brug!
Van op de brug over de vijver heb je een mooi uitzicht op het hele park. Wegen die leiden naar het centrum, wegen die leiden naar de buitenzijde, naar de speeltuin en het skatepark... Regelmatig kom je een beeldhouwwerk tegen: het ene al mooier dan het andere. reden genoeg om er eens rond te wandelen of te joggen. Als de zon schijnt is dit een plaats waar het prettig vertoeven is, een oase van rust in een hectische stad. Iets minder rust dus in de speeltuin of op de plaats waar enkele inline-skaters hun kunstjes tonen maar dat is dan weer een sterk punt voor de jeugd.
De dynastie van onze koningen (Van Saksen-Coburg) wordt in het stadspark uitvoerig belicht. Wij hebben het monumentale grafmonument ter ere van de gesneuvelden waar koning Albert I te paard wordt voorgesteld (volgende week meer daar over). Een monument dat werd ingewijd ter ere van Leopold II en de annexatie van Belgisch Congo werd in zijn aanwezigheid ingehuldigd en vertoont zijn beeltenis (een spraakmakende koning, die Leopold II, maar dat wist de brave burger toen nog niet...). En tenslotte is er ook een monument ter ere van koningin Astrid, de echtgenote van Leopold III die door het volk aanbeden werd en door een auto-ongeval om het leven kwam.
Het Plantin Moretusmuseum op de Vrijdagmarkt herbergt een drukkerij uit de zestiende eeuw: toen de modernste en bekendste drukkerij in Europa. Zij werd opgericht door Christoffel Plantin (1520 - 1589) en verder uitgebouwd door diens schoonzoon Jan Jozef Moretus (1543 - 1610). Je vindt hier antieke drukpersen, een prentenkabinet, bibliotheken, een gieterij en een prachtige binnentuin.
Het legde de familie geen windeieren. Heel wat rijkdom werd vergaard dank zij het harde werk (want dat was het wel) in de drukkerij. Zo is er bijvoorbeeld ten noorden van Antwerpen (Putte-Kapellen) een prachtig natuurgebied met daarin het Ravenhof, een mooi slot dat eigendom was van de familie Moretus. Die rijkdom straalt trouwens ook wat af op het museum zelf.
Als je met een klas het museum bezoekt, wordt er vooraf op speelse wijze een inleiding gegeven die de leerlingen terug brengt in de tijd van Plantin en Moretus (de schoonzoon van Christoffel Plantin). Langs enkele indrukwekkende borstbeelden gaat het dan naar de drukkerij waar een gids uitvoerig de boekdrukkunst uit de 16de eeuw uit de doeken doet. Het maken van letters, het zetten en tenslotte het afdrukken van een manuscript zoals dat vroeger op ambachtelijke wijze gebeurde, kan door de leerlingen zelf geoefend worden met als beloning: een zelf gedrukt manuscript!
Van de drukkerij gaat het dan naar de boekwinkel van de drukkerij.
Van de boekwinkel gaat het naar de letterkamer, de plaats waar de ijzeren letters bewaard werden in hun oorspronkelijke verpakking. Wij passeren ook enkele kamers waar kostbare boeken tentoongesteld liggen in glazen kasten. Geen helder licht hier zodat deze manuscripten niet aan waarde verliezen door overbelichting (moeilijk om duidelijke foto's te trekken, dus). Aan de muren hangen dure schilderijen van bekende meesters, op zichzelf al de moeite van een bezoek waard...
De laatste foto vat het leven van Christoffel Plantin samen in negen zinnen: geboren in Tours in 1520, vestigt zich als drukker in Antwerpen in 1549, eerste boek gedrukt in 1555 en uiteindelijk in Antwerpen gestorven in 1589. Een perfect voorbeeld van een geslaagde integratie!
Wie over de Meir wandelt, komt ongetwijfeld voorbij het Wapperplein. In het midden van dat plein bevindt zich de museumshop van het Rubenshuis, recht tegenover de ingang van het museum zelf. Hier bevindt zich de vroegere woning van Peter Paul Rubens, de meest beroemde kunstschilder van de lage landen.
In 1937 werd de stad Antwerpen eigenaar van deze woning en kon ze in 1946 openstellen voor de bezoekers. In sommige kamers bevinden zich nog enkele werken zoals zijn schilderij: Adam en Eva in het Paradijs (1600).
De binnenzijde van het Rubenshuis vertoont heel wat beelden en kunstwerken die geïnspireerd zijn op de Italiaanse renaissancepaleizen uit die tijd. Ongetwijfeld is dit een gevolg van het lange verblijf van de meester in Italië. Een monumentaal portiek geeft toegang tot het atelier waar de leerlingen (o.a. Teniers, Jordaens en Van Dyck) werden opgeleid.
Binnen bleek het moeilijk om geschikte foto's te maken vanwege de aanwezigheid van het publiek en het gebrek aan daglicht. Buiten daarentegen loop je van het ene fotogenieke item naar het volgende. Ook de tuin is zeker de moeite waard met de vele perken die omringd zijn met lage hagen en waar bloemen, groenten en fruit werden gekweekt. Bij mooi weer is dit een ideale plek om even uit te blazen.
De Franklin Rooseveltplaats is een plein dat heel centraal gelegen is in Antwerpen. Het werd aangelegd in 1876 en toen Victorieplaats genoemd. Later werd dat de Gemeenteplaats.
Na wereldoorlog I (1919) werd de naam terug Victorieplaats (Victoriaplaats voor de Antwerpenaren) om na de tweede wereldoorlog omgedoopt te worden in Franklin Rooseveltplaats, als erkenning voor de bevrijding van Antwerpen door de Amerikanen en hun president, Franklin Delano Roosevelt.
Hier is de vertrek- en aankomstplaats voor alle bussen die in Antwerpen passeren (ook wel terminus genoemd). Het hoeft dan ook geen verwondering dat er zoveel mensen passeren. Na het verdwijnen van de noodbrug op de Leien, kwam het plein opnieuw een beetje mooier voor de dag en dat zal zeker nog verbeteren na de heraanleg van de noordelijke kant van die Leien. In feite is het één druk verkeersknooppunt met plaats voor bussen, trams, auto's, fietsen en voetgangers.