De actualiteit vraagt dit keer om het gedicht van week 28 te publiceren in plaats van dat van week 18. Gisteren ging immers de Ten Miles door, het grootste loopfeest van Antwerpen. Meer dan 40 000 deelnemers, verdeeld over een kids run, twee kortere races van 5 km, de 10 miles en de marathon. De eerste foto's zijn op rechteroever getrokken, al is de start wel degelijk op Linkeroever. Wij stappen in het gedicht bij de vierde strofe: bij het uitkomen van de Kennedytunnel. Eerst zien wij de rolstoelathleten, dan de snelste lopers en daarna het grote peloton met alle andere lopers.
Daarna draaien de lopers de kaaien op via de Naamse straat en lopen hier ondermeer voorbij het M HKA en het Zuiderterras. Hier halen de atleten snelheden van 17 km per uur en meer (zie fietsfoto).
Verder gaat het langs de Voetgangerstunnel, de Suikerrui (met de kathedraal op de achtergrond), voorbij het Steen en het Vleeshuis, in de richting van het MAS
Maar daar komen wij niet. Het parkoers neemt een bocht naar de leien en draait dan de Waaslandtunnel in, richting linkeroever. De ultieme beproeving, die lange konijnenpijp (twee km!) en dan wacht de aankomst. Die wordt aangegeven in de tiende strofe van het gedicht (ha, ja: ten miles dus tien strofen!).
Eens daar voorbij: de euforie!
Ten Miles gelopen, yes, yes, yes!
Elfduizendachthonderdendrie
En een medaille, wat een succes!
De laatste foto dateert van 2012 toen ik zelf mijn eerste ten miles aflegde en op plaats 11803 eindigde met nog een kleine drieduizendlopers achter mij.