Verder langs Lillo en Doel waar de oevers met een prachtige plantengroei bedekt worden. Wij volgen de Schelde tot in Zandvliet, een tocht die met de fiets gemakkelijk te doen is en die je echt tot rust brengt!
Winkels genoeg op de Meir, dat zagen wij enkele weken geleden.
Maar ook prachtige gebouwen en daar is het Koninklijk paleis er zeker eentje van. Het werd in het midden van de 18de eeuw gebouwd als stadspaleis voor Johan Alexander van Susteren, een rijke handelaar.
Napoleon nam er zijn intrek in 1811 en liet het verfraaien en inrichten in Empirestijl, daarvan zien wij heel wat overblijfselen tijdens ons bezoek.
Willem I, die de zaal de XVII Provincies liet inrichten, was de volgende bewoner tot het Paleis na de Belgische Omwenteling door het Belgisch Koningshuis werd ingenomen. Het werd later verfraaid door Leopold II die er o.a. een slaapkamer voor zijn maîtresses liet inrichten. Later werd dit Koninklijk Paleis door koning Boudewijn aan het volk geschonken. Op dit moment is het gedeeltelijk museum en deels ook een handelspand met feestzaal en een chocoladewinkel.
Wij vertrekken van op de Meir en wandelen door de poort naar de binnenplaats. Vandaar gaat het via een draaitrap naar de eerste verdieping waar wij in de eerste van talrijke zalen komen.
Mooie lusters, prachtige klokken, schitterende plafonds: zo komen wij in de zaal der zeven provincies. Hier zien wij bekende taferelen uit de geschiedenis en afbeeldingen van beroemde mensen die in Antwerpen kwamen (zoals Rubens, Erasmus, Mercator, Ortelius).
De Keyserlei werd genoemd naar de Vlaamse kunstschilder Nicaise De Keyser (Zandvliet 1813 - Antwerpen 1887) die vooral portretten en historische taferelen schilderde.
De straat vormt een verbinding tussen het Centraal Station en de Leien.
Toen ik mijn gedicht schreef was de heraanleg nog volop bezig (zie foto 1 en 2). Er stonden helemaal geen bomen meer, er reden geen trams en de Keyserlei leek niet meer op zichzelf. Gelukkig is alle hinder achter de rug maar na de veelbesproken heraanleg is het uitzicht grondig gewijzigd. Het De Keyserhotel is één van de weinige gebouwen die nog resten uit het plaatje van vroeger. Van de cinema's bleef geen enkele over en het zal nog jaren duren vooraleer de bomen terug enige omvang krijgen, maar ze zijn er en dat is het voornaamste!
Veel minder auto's en bussen, ruim plaats voor voetgangers, terrasjes en fietsers en zoals je ziet ook voldoende plaats om je fiets te parkeren of een stadsfiets te nemen. Als je op het einde van de lei even achterom kijkt, dan heb je een prachtig zicht op het Centraal Station.
De actualiteit vraagt dit keer om het gedicht van week 28 te publiceren in plaats van dat van week 18. Gisteren ging immers de Ten Miles door, het grootste loopfeest van Antwerpen. Meer dan 40 000 deelnemers, verdeeld over een kids run, twee kortere races van 5 km, de 10 miles en de marathon. De eerste foto's zijn op rechteroever getrokken, al is de start wel degelijk op Linkeroever. Wij stappen in het gedicht bij de vierde strofe: bij het uitkomen van de Kennedytunnel. Eerst zien wij de rolstoelathleten, dan de snelste lopers en daarna het grote peloton met alle andere lopers.
Daarna draaien de lopers de kaaien op via de Naamse straat en lopen hier ondermeer voorbij het M HKA en het Zuiderterras. Hier halen de atleten snelheden van 17 km per uur en meer (zie fietsfoto).
Verder gaat het langs de Voetgangerstunnel, de Suikerrui (met de kathedraal op de achtergrond), voorbij het Steen en het Vleeshuis, in de richting van het MAS
Maar daar komen wij niet. Het parkoers neemt een bocht naar de leien en draait dan de Waaslandtunnel in, richting linkeroever. De ultieme beproeving, die lange konijnenpijp (twee km!) en dan wacht de aankomst. Die wordt aangegeven in de tiende strofe van het gedicht (ha, ja: ten miles dus tien strofen!).
Eens daar voorbij: de euforie!
Ten Miles gelopen, yes, yes, yes!
Elfduizendachthonderdendrie
En een medaille, wat een succes!
De laatste foto dateert van 2012 toen ik zelf mijn eerste ten miles aflegde en op plaats 11803 eindigde met nog een kleine drieduizendlopers achter mij.
De Meir is ongetwijfeld een van de bekendste winkelstraten in ons land. Als je van het Centraal Station via de De Keyserlei naar de Meir wandelt, ga je voorbij het standbeeld van Antoon Van Dyck. Kijk je naar de gelijkvloerse verdieping van de meeste huizen dan zie je bijna niets dan winkels. Maar kijk ook eens wat hoger! Prachtige gevels, mooie beelden en soms schitterende kleuren sieren het straatbeeld.
Iets verder ga je voorbij het Wapperplein waar onder andere het Rubenshuis gelegen is. Nog verder gaat het dan langs het vroegere Koninklijk Paleis en het gebouw van de bank: mooie getuigen van een roemrijk verleden. Tenslotte belandt je op het laatste deel van de Meir waar vroeger onder meer een ingang van het Sint-Jan Berchmanscollege was. Een grote hand vormt hier de blikvanger.
In 1843 werd het standbeeld van Pieter Paul Rubens opgericht: meteen een blikvanger van formaat! De Groenplaats ligt echt in het centrum van de stad en wordt dus druk bezocht. Vlakbij zijn er dan ook heel wat winkels en shopping-centra te vinden. Waar vroeger de Grand Bazar was, zie je nu het Hilton hotel: een prachtig gebouw met meer dan 200 kamers.
In het gedicht wordt verwezen naar het Glazen Huis, de actie van Studio Brussel, die in 2012 een week lang plaats vond op de Groenplaats.
De toekomst brengt een heraanleg van het plein (de zoveelste) waarbij de burger inspraak zou krijgen. Benieuwd of dat voor een mooier plaatje zal zorgen...
Als wij vanuit metrostation Groenplaats in de open lucht komen, kijken wij recht naar de minst aantrekkelijke zijde van de Groenplaats. Een allegaartje van huizen met op de benedenverdieping vooral horecabedrijven, maar niet echt een straatkant om lyrisch van te worden.
Verder wandelend, richting Schelde, wordt de achtergrond indrukwekkend mooi: de majestueuze kathedraal vormt een indrukwekkend decor. Horecazaken die zich hier vestigden, de bloemenkraampjes en de zitbanken verzinken een beetje in het niet tegenover dit schitterend gebouw. Niets laat vermoeden dat hier vroeger het kerkhof gelegen was. Bij mooi weer is dit plein een echte aanrader.
Pieter Paul Rubens is de beroemdste Antwerpse schilder ooit. Hij werd geboren in Siegen in 1577 en stierf in Antwerpen (1640). Hij maakte o.m. een leerperiode door in Italië en Spanje en werd daarna hofschilder in de Nederlanden voor de aartshertogen van Oostenrijk, Albrecht en Isabella.
Daarna bleef hij in Antwerpen. Het Rubenshuis wordt een atelier waar heel wat beroemde Vlaamse schilders worden opgeleid (zie verder...). Twee van zijn beroemde meesterwerken hangen in de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal: de Oprichting van het Kruis , en de Kruisafneming.
Het beeld van Rubens beheerst de Groenplaats, met de kathedraal als magistrale achtergrond: een eerbetoon aan één van de grootste Vlamingen ooit!
David Teniers(de jonge) werd geboren in Antwerpen in 1610 en stierf in Brussel in 1690 (dus niet geboren in 1582 en gestorven in 1649 zoals verkeerdelijk in mijn boek vermeld wordt, mea culpa...). Hij was een bekend barokschilder en de zoon van David Teniers de oude. Hij ging in de leer bij zijn vader (die zelf een leerling van Rubens was ) en schilderde vooral landschappen en taferelen van het boerenleven. Hij was bijzonder productief waardoor er honderden schilderijen van hem bekend zijn. Zijn standbeeld staat op de plaats die naar hem vernoemd wordt: de Teniersplaats!
Wanneer je van de Teniersplaats naar de Meir wandelt, kom je onvermijdelijk de volgende schilder tegen. Het mooie standbeeld van Van Dyck staat centraal op de Meir tegenover een achtergrond van oude en moderne gevels.
Antoon Van Dyck ( Antwerpen 1599 - Londen 1641) was zeker één van de bekendste leerlingen van Rubens. Hij schilderde voornamelijk portetten. Na een periode van zes jaren in Italië keerde hij naar Antwerpen terug waar hij naam en faam verwierf als portretschilder. Dat leverde hem een plaats op als hofschilder van de koning van Engeland. Hij overleed in 1641 in Londen en ligt daar begraven in de Sint-Paul's Cathedral.
De laatste schilder in dit illustere rijtje is zeker niet de minste! Het betreft hier Jacob Jordaens (Antwerpen 1593 - 1678), een leerjongen van Rubens die vooral bekend staat om zijn historieschilderingen.
Zijn standbeeld staat een beetje uit de as waarop wij de drie vorige schilders terugvinden en is van de hand van Jef Lambeaux (1877). Twee bekende werken van Jordaens zijn: de koning drinkt en het driekoningenfeest. Hierin komt vooral het volkse karakter van zijn werk tot uiting.