Sloddervos. Kato.
Niet te geloven.
Ze kan een spoor van rommel nalaten waar ze passeert. Zoals een slak z'n slijmspoor.
En dan kan het eens gebeuren dat ik ontplof, ja.
Zoals gisterenavond.
Hoeveel keer zou ik Kato gevraagd hebben haar spullen op te ruimen? Er valt geen getal meer op te plakken. En toch, toch blijven sommige zaken onaangeroerd. Dagenlang. Zonder ingrijpen zelfs wekenlang.
Zoals waarschijnlijk in alle gezinnen met meerdere kinderen worden hier thuis ook strikte grenzen getrokken. Zéér strikte grenzen. Wat niet van jouzelf is, kan je absoluut niet opruimen. Wat wel van jouzelf is, maar door een ander is uitgehaald, kan je evenmin opruimen. Wat niet van jouzelf is, en je bovendien niet aangeraakt hebt, kan je zelfs niet aan dènken op te zullen ruimen. Wat van jouzelf was, maar je ondertussen nog snel aan een ander gegeven hebt, ligt niet meer binnen jouw verantwoordelijkheid om op te ruimen. En zo kan ik nog wel eventjes doorgaan...
In principe komt het erop neer dat voor twee van de drie niet opgeruimde zaken een heftige discussie losbarst over wie nu feitelijk de verantwoordelijkheid draagt dit specifieke stuk terug naar de plaats van herkomst te brengen.
Kijk, ik ben absoluut niet de meest orderlijke persoon. Ook ik leg niet meteen alles op z'n plaats. Bovendien ben ik zeer begripvol.
Ik kan begrijpen dat een spel nog verdergespeeld moet worden, en dus nog een tijdje moet blijven liggen.
Ik kan begrijpen dat een knutselwerk nog afgewerkt moet worden, en dat het weinig zin heeft tussendoor telkens alles op te ruimen.
Ik kan begrijpen dat als je iets met lego opgebouwd hebt, je dat niet meteen wil afbreken.
Ik kan begrijpen dat je je trui nu over de zetel laat hangen omdat je hem straks misschien terug wil aandoen.
Ik kan zelfs begrijpen dat je gewoon even geen zin hebt om op te ruimen en dat je het nu uitstelt.
Maar als na drie dagen het spel daar nog steeds ligt, als ik pionnen terugvind onder de zetel en er niemand zich geroepen lijkt te voelen ervoor te zorgen dat het spel ooit nog in z'n geheel gespeeld kan worden, dan word ik kwaad...
Als na drie dagen die stukken karton, snippers en dozen papier nog steeds op dezelfde plek liggen... evenals die trui die nog steeds even mooi over de zetel hangt... dan kan ik mij daar heel erg druk in maken...
Het gaat mij vooral om het gevoel dat er achter zit. Een gevoel van 'je m'en fou'-tisme. Van gebrek aan verantwoordelijkheid. Een gevoel van 'mama/papa zal 't wel doen'.
Een paar vuile kousen dat zomaar binnenstebuiten in de wasplaats gegooid wordt, dat getuigt van weinig respect voor degene die geacht wordt ze terug proper opgevouwen in de kast te leggen.
Een tafel die vol kruimels en plekken achtergelaten wordt getuigt van weinig respect voor degene die nadien wil eten.
Verpakkingen die zomaar rondslingeren, getuigen van weinig respect voor wie houdt van een propere woonkamer.
Ik vrees dat ik zelf in de fout gegaan ben.
Dat ik ze als kind teveel uit handen genomen heb.
Dat ik misschien niet streng genoeg geweest ben.
Gisteren, toen ik uit mijn krammen schoot tegen Kato, toen ik zag dat het haar diep raakte, toen ik zag dat haar ogen vochtig werden en ze in eerste instantie heel kwaad reageerde. Gisteren bestefe ik dat ik het anders aan zal moeten pakken.
Dat het geen zin heeft om hier en nu neer te schrijven hoe ik me erbij voel. Zonder dat ik het hen eens echt helemaal vertel hoe ik me erbij voel.
Zodat ze in het vervolg niet enkel een mama zien die in hun ogen 'zomaar' ontploft.
Maar dat ze ook beseffen welke gevoelens hier achter steken.
En dat ze zelf hun steentje bij kunnen dragen om het aangenamer te maken voor iedereen.
Al zal de mama hoogst waarschijnlijk ooit nog wel eens ontploffen.
Perfectie is immers niet van deze wereld.
Of toch zeker niet van mijn wereld.
Trien
|