Zaterdagavond.
Heerlijke frietjes achter de kiezen. Uit de beste frituur van Belgiƫ. Vast en zeker.
De echtgenoot, die er een sport van maakt alle restjes op te eten, zit nog na te genieten aan tafel. Met de krant.
De zon zorgt met haar laatste krachtinspanningen voor een zalige lente-avond.
Kato is buiten, op het terras. Met een kartonnen doos knutselt ze een heus buitenverblijf in elkaar. Voor de katten. Van de buren. In de hoop dat ze hun kleintjes dan niet meer telkens naar onze garage proberen te transporteren...
Abel is ook buiten.
Ik ben eigenlijk net van plan hem binnen te roepen. Tijd om te douchen.
Maar ik doe het niet.
In plaats daarvan stap ik over de drempel, neem ik een bal en gooi ik hem naar mijn jongste zoon. Pretlichtjes in zijn ogen. Ik krijg de bal snel terug, gooi hem hoog en moeilijk op. Abel houdt wel van een uitdaging. Vangt de bal met een grote lach. En gooit hem terug naar mij. Uiteraard. Want we zitten er helemaal in, in ons spel!
Dat heeft Toon vanuit zijn zetel ook opgemerkt. Dat het buiten plezant is. Lang duurt het niet voordat ook hij komt. Het terras op. En we met z'n drietjes de bal naar mekaar gooien. Niet te gemakkelijk, niet te moeilijk. De ene keer hoog, de andere keer verrassend laag. Vangen, die bal!
Nel steekt haar hoofd uit het raam. Komt ons vervoegen. Ook zij deelt de liefde voor dat ronde voorwerp. De bal. Vindt zichzelf gelukkig niet te oud om doodgewoon buiten op het terras de bal rond te gooien. Naar haar broers. Naar haar mama.
Ondertussen is de villa voor de poesjes klaar.
Zie ik Kato enkele radslagen maken. Op het terras. Helemaal Kato.
En dan weet ik, de mama, dat ik op dat moment perfect gelukkig ben.
Trien
|