Of hij nog een brood moet gaan halen in het winkeltje?
Ik herken de lach op Abel z'n gezicht...
Toen wij klein waren, kregen we thuis wekelijks evenveel (Belgische frank) zakgeld als we jaren oud waren. Wat voor mij steevast een tocht naar het buurtwinkeltje zo'n kilometer verderop betekende. Snoepen uitkiezen. Uit de grote potten. Goed uitrekenen. Tot alle franken op waren.
Maar voor onze kinderen is het anders.
Eerst en vooral is er geen buurtwinkeltje. Toch niet op veilige stap- of fietsafstand. Eigenlijk begint het al met onze eigen straat die uitblinkt door de afwezigheid van voet- of fietspad. En die, hoewel er maar vijftig kilometer per uur mag gereden worden, absoluut niet veilig is.
Ten tweede zijn snoepen in deze tijd niet meer wat snoepen in onze tijd waren; een uitzonderlijk privilege. Iets waar je naar uitkeek, bereid was om de nodige moeite voor te doen om eraan te geraken en nadien met mondjesmaat van genoot.
In deze tijd worden kinderen overladen met snoepen. Ze krijgen ze met zakken tegelijk. Er staat absoluut geen maat meer op. Genieten van één snoepje zoals wij toentertijd genoten, ik probeer het mijn kinderen bij te brengen. Maar ik vecht tegen de bierkaai.
Alleszins, wij waren al van kleinsaf aan gewoon om alleen -lees: zonder volwassenen- naar de winkel te gaan. En dat zijn mijn kinderen dus niet.
Dat was wat ik zag in de lach van Abel.
We zijn namelijk niet thuis, maar in een vakantiepark. Hier kan het wel. Het winkeltje ligt zo'n kilometer verderop. De maximumsnelheid voor auto's is 10km/uur. Abel geniet ervan om in z'n eentje -of samen met Toon- te gaan winkelen. Met de step.
Kijk, er worden soms foutjes gemaakt. Dat wel.
Gisteren hadden de jongens geld genoeg mee om tien appels te kopen. Bleek dat ze zich misteld hadden en maar negen appels uitgekozen hadden (terwijl ze aan de kassa wel zeiden dat ze er tien hadden, en dus ook voor tien appels betaalden).
Dat de eerste appel die ik uit hun tas haalde helemaal rot was, dat hadden ze ook niet gezien...
Zo waren ze nog met acht, de eetbare appels...
Maar wat kunnen foutjes ons schelen.
De lach van Abel. De lach van Toon.
De trotsheid van de jongens wanneer ze thuiskomen met hun 'buit'.
Hun gevoel van zelfstandigheid.
Dàt is waar het leven hier om draait...
Trien
Ps Heb ik al gezegd dat Kato hier elke ochtend op tijd opstaat om alvast brood te halen in 't winkeltje zodat wij allen met vers brood kunnen ontbijten?
|