Toon is geen durver. Geen waaghals. Hij zal geen onberekende risico's nemen. Nooit. (zie 'Toon, onze oudste zoon.')
Op zich is dat een goede eigenschap naar de zielenrust van de mama toe, ook op latere leeftijd.
Nu speelt het hem parten.
Hij heeft er last van.
Het zorgt ervoor dat hij regelmatig erbuiten valt. Buiten de kring van zich amuserende broer, zussen en soms ook vrienden.
Dat hij moet toekijken.
Gedegradeerd wordt tot toeschouwer.
Het gaat er niet om dat hij niet wil meedoen.
Het gaat erom dat hij het niet durft.
Zo ook tijdens deze vakantie.
Zoals toen Nel, Kato en Abel zich inschreven om te klimmen op de hoge toren. Beveiligd, weliswaar. Dus eigenlijk helemaal niet echt gevaarlijk. Maar toch als te risicovol ingeschat door Toon.
Waardoor hij als enige zich moest zien bezig te houden op het speelpleintje. En toekijken hoe de zussen de top haalden en de broer halfweg telkens opgaf. Ook bang, denk ik, maar hij had het tenminste wel geprobeerd. Hij wel.
Zoals toen we in het zwembad waren. Waar Nel, Kato en Abel zich kostelijk amuseerden op de wildwaterbaan. Elke keer opnieuw. En Toon alleen achterbleef... Op den duur werd hij kwaad van de goed bedoelde aansporingen van zijn broer & zussen. Dat het niet snel ging, dat je niet kopje onder ging, dat hij het ook superleuk zou vinden... Allemaal goed en wel, maar bang is bang. Het gaat er namelijk niet om dat hij niet wil meedoen, het gaat erom dat hij het niet durft...
Op Toon inpraten helpt meestal niet. Dat voelt hij aan als bedreigend.
Hem laten weten dat het ok is om bang te zijn, dat doen we wel. Dat hij helemaal niet verplicht is iets te doen. Weliswaar in het besef dat we hem daar niet echt mee vooruit helpen. Dat hij nog steeds evenveel afgezonderd blijft van de anderen.
Daarom heb ik Toon toch even apart genomen. Hem gevraagd wat hij precies eng vond aan de wildwaterbaan. Zo vertelde hij dat hij enkel het begin en het einde van de baan kon zien, maar helemaal niet wist wat er daartussen gebeurde...
Toen we in het terugkeren naar onze bungalow de achterkant van het zwembad passeerden, kreeg ik een idee. Van ietsje verder kon je namelijk wèl zien hoe de wildwaterbaan slingerde en wat het allemaal precies inhield. Toon nam alles in zich op.
De volgende dag ging de echtgenoot met de vier kinderen naar het zwembad.
Toen ze terugkeerden, zag ik Toon glunderen. Hij had groot nieuws. Hij was zomaar even DRIE keer van de wildwaterbaan gegleden!!!
Zalig! Wéér een overwinning op zichzelf!
De echtgenoot vertelde mij later dat Toon na de eerste keer niet nog eens wou. Dat de echtgenoot hem toen gevraagd had wat hij er precies niet leuk aan vond. Het bleek het water te zijn dat van bovenuit op zijn hoofd terechtkwam, op het einde. Daarop had de echtgenoot gezegd dat hij dat zelf eigenlijk ook niet zo leuk vond, maar dat hij dan tegen zichzelf zei "Ach, dat water op m'n hoofd, dat is niet zo leuk, maar dat duurt echt maar een fractie van een seconde. Dat is heel snel voorbij. Daar ga ik het toch niet voor laten om te glijden.".
Dat was voldoende geweest om Toon terug aan het glijden te krijgen...
Alleszins, ik heb net eens gekeken wanneer er weer een klimsessie georganiseerd wordt op de klimtoren. Misschien is het het moment om Toon toch mee te laten doen. En hem ervan te overtuigen dat het voor hem fantastisch is als hij twee delen beklimt, in plaats van de volledige toren. Hij heeft nu eenmaal een duwtje nodig, die oudste zoon van ons.
Trien
nvdr Zo gezegd, zo gedaan. Het lukte ons om Toon warm te krijgen om zondag toch te proberen klimmen. Door hem te laten weten dat we niet verwachtten dat hij helemaal boven raakte. Dat twee delen (van de tien) voor hem al heel mooi zou zijn...
Uiteindelijk klom hij bij poging één zes delen hoog en bij poging twee zeven delen. En was hij heel blij dat hij het toch gedaan had!!!!
|