Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
14-05-2016
Hoofdplaat, IJzendijke en Truzement
Thomas en ik
hadden ons voorgenomen een bezoek te brengen aan het gezelligste café van elk
van de zestien deelgemeenten van de Zeeuwse fusiegemeente Sluis. Maar zoals het
er nu uitziet zullen we een tandje moeten bijsteken. We hadden er tot vóór het
voorbije weekend slechts drie op de teller. Ons laatste bruincafébezoek
dateerde al van oktober 2013: café Bon Ami in Schoondijke. Sinds de dag dat Thomas
zich wat meer in hogere kringen beweegt, heeft hij het, denk ik, niet meer zo
erg begrepen op volkse cafés. Maar, goeie ziel zoals hij uiteindelijk toch is,
heeft hij mij dit weekend vergezeld naar Hoogplaat en IJzendijke, twee dorpen
in het Noordoosten van Sluis, op zoek naar twee nieuwe trofeeën. Met mijn excuses
voor IJzendijke, dat vanwege oude verworven rechten stad mag genoemd worden,
en wier inwoners dientengevolge waarschijnlijk niet de naam willen hebben in
een dorp te wonen. Overigens zijn er van de zestien deelgemeenten van Sluis
nóg vier die zich stad mogen noemen, nl. Oostburg, Aardenburg, Sluis (stricto
sensu) en Sint-Anna-ter-Muiden. Deze laatste stad moge dan amper een
vijftigtal inwoners rijk zijn De andere elf deelgemeenten zijn dus gewoon
dorpen. Het zijn, in alfabetische volgorde: Breskens, Cadzand, Eede, Groede,
Hoofdplaat, Nieuwvliet, Retranchement, Schoondijke, Sint-Kruis, Waterlandkerkje
en Zuidzande. In vroegere tijden zijn het alle zelfstandige gemeenten geweest,
met een burgemeester, en zo Men heeft hier ook buurtschappen, een stuk of
negentig. Dat zijn wijken, waarvan sommige maar twee boerenhoven groot zijn,
maar soms ook even groot zijn als een volwaardig dorp. Iedere buurtschap
behoort in feite tot één van de hogergenoemde zestien dorpen of steden. Het
hele zooitje wordt bestuurd door de burgemeester en wethouders (wat wij
schepenen noemen) van fusiegemeente Sluis, die zetelen in Oostburg. Indien ik tenminste
goed ben ingelicht.
We starten
met onze kroegentocht vanuit Nieuwvliet, door iedere rechtgeaarde Zeeuw gekend
onder de naam Sinte-Pier. Dan via Groede (De Groe in het Zeeuws) en Breskens
(Bresjes) naar Hoofdplaat. Eerst moeten we door drie buurtschappen,
achtereenvolgens Nummer Eén, Slijkplaat en Hoogeweg. Nummer Eén en Hoogeweg
stellen niet veel voor, maar in Slijkplaat staat een in onbruik geraakte
katholieke kerk met ernaast een kerkhof. De namen op de graven klinken erg
Vlaams (Geernaert, Steijaert, Vercruysse, Blaakman, Senesael ) en dat is niet
te verwonderen, want toen dit gebied aan de Westerschelde, vele jaren geleden,
droog gelegd werd waren het voornamelijk mensen uit ons - katholieke - Meetjesland
die de plaat kwamen bevolken.
De Hoofdplaat is duidelijk meer dan een buurtschap: een achthonderdtal inwoners en een café! Het café draagt de naam t Krikje en men drinkt daar voor een prikje staat er geannonceerd. Op t eerste gezicht lijkt het café gesloten en als we toch een poging doen om er binnen te gaan zijn we verwonderd dat het lukt. Rond een grote tafel zitten wel vijftien mannen van middelbare leeftijd allen Hoofdplaters, denk ik gezellig te praten. Achter de toog staat niemand om voor ons een pint te tappen. Er hangt wel een klokje met een klepel en daaraan een touwtje. En net als ik op het punt sta om aandacht te vragen door aan het touwtje te trekken, verschijnt er plots wél iemand: een blozende goedlachse bazin. We vragen waartoe het klokje dient. Dat wordt enkel gebruikt zegt ze door wie een tournée générale wenst te geven. Oef, daar zijn we dus mooi aan ontsnapt! We drinken ons bier en we knopen een gesprek aan met een koppel uit Amsterdam dat even na ons is binnengekomen. Onderwerp van het gesprek: de schoonheid en de rust van dit stukje Nederland, dat voor hen zo ver weg is en voor ons zo nabij. Wij Vlamingen moesten dit stukje Zeeland toch maar weer annexeren, zeggen we lachend. Ze protesteren niet en het dunkt me dat ze ons die gebiedsuitbreiding wel zouden gunnen. Tijdens het gesprek met de Amsterdammers zijn we overgeschakeld naar het Hollands: voor Thomas en mij een koud kunstje. Als we het café verlaten, niet zonder de Hoofdplaters nog eens hartelijk gegroet te hebben in het Vlaams, voelen wij ons echte polyglotten.
Eveneens in het Oostelijk gedeelte van Sluis, bezuiden Hoofdplaat ligt IJzendijke, met meer inwoners en meer stedelijke allure. Op het plein in het dorpscentrum of moet het stadscentrum zijn? zit aan een tafeltje, achter een groot schaakbord, prins Maurits van Oranje. Een dikke vierhonderd jaar geleden werd IJzendijke door de prins veroverd. Prins Maurits staat bekend als een groot strateeg, op het slagveld én achter het schaakbord. Hij nodigt mij uit. De partij eindigt op remise, een resultaat waarmee ik in vrede kan leven.
Het meest voor de hand liggende café op het dorpsplein is t Cachot. Ze hebben er op zijn minst honderd, misschien wel tweehonderd biersoorten. En elk bier wordt er geserveerd in zijn geëigend glas. Ik een Kasteelbier. Thomas een blonde Leffe: hij is dol op alles wat blond is. Van blond gesproken: achter de toog staat een knappe blondine, jonger maar minder communicatief dan de waardin uit t Krikje. Achteraan in t café, in een donker hoekje, verborgen achter een muurtje, staat een geraamte. Griezelig. We durven geen uitleg vragen aan de blonde dame over het geraamte en als we s avonds die uitleg gevonden hebben op t internet zijn we maar wát blij dat we t niet gedaan hebben
De tweede dag van ons Zeeuws weekend neemt Thomas voor zijn rekening. Hij neemt ons mee Mylène, Genoveva en ik naar Retranchement (Truzement in t Zeeuws), één van de kleinste dorpen van Sluis en gelegen helemaal aan de westkant, tegen de Belgische grens. Thomas zal met ons de wandelroute van de walletjes doen in Truzement. Eventjes komt bij mij de gedachte aan de Amsterdamse walletjes op, maar hier gaat het vanzelfsprekend om echte wallen die lang geleden werden opgetrokken om het dorp te beschermen tegen het wassende Noordzeewater. Thomas legt het haarfijn uit. Hij is een geboren gids. Het feit dat hij enkele jaren geleden gezakt is voor zijn gidsenexamen doet daar niets van af: t was op een haar na en de jury was afgeknapt op het feit dat hij op de vraag hoe Maria van Boergondië aan haar einde is gekomen het antwoord moest schuldig blijven Maar vandaag krijgt hij van mij grote onderscheiding voor de manier waarop hij deze vier-en-een-halve kilometer lange wandeling op de Truzementse wallen aanpakt. Een schitterende mélange van heerlijk rustig natuurschoon met bijwijlen een snuifje historiek. Hierna geven we de benen rust en gaan we onze dorst lessen en de inwendige mens versterken in De Parlevinker, één van de succesvolste etablissementen van Zeeuws-Vlaanderen. Uitbaatster is Ria. Haar café-restaurant is op toeristische dagen bijna steeds volzet. Zo ook nu. Op één tafeltje na, en daar maken we gretig gebruik van. Dat een parlevinker een soort leurder is, dat weten we, maar Ria geeft er een meer specifieke definitie van: een kleinhandelaar op t water. Wij onder elkaar Genoveva, Mylène, Thomas en ik durven het wel eens hebben over het café van de Dikke Lippe, als we de De Parlevinker bedoelen. Die Dikke Lippe is Ria en toch ze hééft niet eens dikke lippen! Ze zijn wel fel geaccentueerd met een lippenstift van het felste rood dat men zich kan indenken, en vooral: buiten de lijntjes gekleurd, op zijn minst één centimeter, boven en onder. We durven hierover geen uitleg vragen natuurlijk, al kunnen we ons daar wel een idee over vormen. Ze moet zich jaren geleden, in een baldadige bui, eens in t café vertoond hebben met te royaal beschilderde lippen. Sinds die dag moet de klandizie van de Parlevinker enorm toegenomen zijn en daar moet Ria haar conclusie uit getrokken hebben: nimmer is ze daarna nog in haar bistro verschenen zonder die barokke overdadig beschilderde rode lippen, haar handelsmerk, en t heeft haar geen windeieren gelegd. Klaarblijkelijk
Tegenover de parlevinker staat een schoolgebouw, nu niet meer in gebruik, vrij indrukwekkend en veel te groot voor een dorp van drie à vierhonderd inwoners. Langs een aanpalende rij huisjes drentelt een klein meisje van een jaar of zeven. Ik sla een praatje met het kind - een vrij riskante onderneming in dit post-Dutroux tijdperk. Ze heet Amy. Waar ze naar school gaat? Naar het naburige Cadzand. In het hoeveelste leerjaar ze zit? Die vraag begrijpt ze niet zo best. Ze zit in de onderbouw en ze legt mij uit dat de lagere school ingedeeld is in drie compartimenten: twee jaar onderbouw, twee jaar middenbouw en twee jaar bovenbouw. Toch niet helemaal meer zoals in de tijd van Theo Thijssen dus. Maar evengoed zes leerjaren zoals bij ons in Vlaanderen. Ik kan mij steeds minder van de indruk ontdoen dat wij dit verloren stukje Vlaanderen weer moeten annexeren
Vandaag is
het weer eens vrijdag de dertiende. De media hebben er de mond van vol. Alsof
dit een uiterst zeldzaam verschijnsel zou zijn. Dat de dertiende van de maand
op een vrijdag valt komt nochtans
éénmaal voor om de 213 dagen (om precies te zijn: éénmaal om de
213,495625 dagen). Vrijdag de dertiende is een dag waar velen bevreesd voor
zijn. Voor die vrees bestaat een naam: paraskevidekatriafobie. Als we de
kranten erop naslaan lijkt het wel een nieuwe naam te zijn voor een eeuwenoude
fobie. Dat klopt van geen kanten. Het woord is zo oud als de straat, misschien
nog ouder. Tien jaar geleden (op 28 april 2006 om precies te zijn) heb ik een
uitgebreide studie gepubliceerd op mijn blog (www.bloggen.be/kris)
over deze aandoening. U kan daarvoor terecht op www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=114 (en naar beneden scrollen tot 28.4.2006). Mocht dat niet lukken, dan raad ik u aan
mijn boek te kopen (Eerste BLOGBOEK: schrijvelarij)
via www.shopmybook.com.
U vindt er het fenomeen in geuren en kleuren beschreven op pagina 45 onder de
titel Paraskevidekatriafobie.
De laatste
tijd word ik minder en minder vaak opgebeld. Vroeger is dat wel anders geweest.
Vaak verwenste ik de telefoon, die mij geen rust liet, maar nu ik bejaard ben,
gepensioneerd en inactief en van geen tel meer voor de maatschappij, rinkelt de
telefoon nog maar zelden. En áls het nog eens gebeurt verheug ik mij daar zelfs
over. Behalve gisteren, de elfde mei om 15 uur 33. Ik was een boomtak aan t afzagen in mijn tuin,
een karwei die mijn krachten ietwat te boven ging, toen die drommelse GSM zich
liet horen. De zware kettingzaag neergelegd, de werkhandschoenen uitgetrokken
en
- Hallo, met
Vansteenbrugge.
- Bent u de
heer Chrystiaen Vansteenbrugge?
Een
Hollander! Bekakt, arrogant en zijn keel te pletter schurend op die ch in mijn
voornaam, die er nu eenmaal hoort te staan op alle officiële documenten die op
mijn persoon betrekking hebben. Ook de y en de ae horen erbij, want zó
heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand het ingevuld op mijn geboorteakte,
toen ik mij nog niet kon verweren door te zeggen dat ik als Kris door het
leven wenste te gaan.
- Jawel, zei
ik.
- Bent u bij
Luminus voor wat betreft uw energielevering?
Ik moest even
nadenken. Luminus,
Eandis, Telenet, Internet, Farys, Belgacom, Electrabel, Proximus... ik haal het
allemaal een beetje door elkaar. Ik ben per slot van rekening vijfenzeventig
- U bedoelt de leverancier van gas en elektriciteit? Ja, dat
zal wel. Luminus. Ja, dat weet ik wel zeker.
- Precies (Hollanders
gebruiken dit woord erg vaak en ze kennen er vermoedelijk een andere betekenis
aan toe dan wij Vlamingen) Mag ik u een vraag stellen?
- Laat horen.
- Wat zou ú doen als u s avonds laat thuiskomt en er is
geen warm water?
Van zon vraag hoor je dan paf te staan. Géén warm water
als je s avonds laat thuiskomt! Kan men zich iets ergers indenken dan géén
warm water als je s avonds laat thuiskomt?
- Dan behelp ik mij met koud water, gesteld dat ik überhaupt
behoefte heb aan water
- Koud water, mijnheer Vansteenbrugge? Neemt u een bad met
koud water?
- Tja, ik wacht dan wel met dat bad tot s anderendaags.
Om eerlijk te zijn, ik neem uiterst zelden een bad en al
helemáál nooit een stortbad (douche voor de Nederlanders) omdat ik watervrees
heb. Maar dat zei ik niet: wat zouden de mensen wel niet van u denken, zegt
mijn vrouw.
- Maar u verlangt s avonds toch zeker wel naar een heerlijk
warm bad, vooraleer u naar bed gaat?
- U hebt gelijk, loog ik. Maar als de drang naar een heerlijk
warm bad dermate groot wordt, kan ik altijd nog bij mijn zoon terecht. Die
woont twee huizen verder, in dezelfde straat.
- Maar die heeft óók geen warm water. De gastoevoer in de
straat is afgesloten
- Ik geef het op, zei ik. Zeg mij wat het goede antwoord is.
- Wij zijn van Luminus en wij bieden een service aan tegen 7
euro in de maand, BTW niet inbegrepen. Als u voor die dienst intekent, komen
wij uw probleem onmiddellijk en gratis oplossen, op elk uur van de dag en de
nacht, ook in de weekends.
- Zeven euro per maand voor gegarandeerd warm water, dus?
- O, maar het gaat veel verder. Stel dat u s avonds
thuiskomt en u stelt vast dat er van uw huis één of meer dakpannen afgewaaid
zijn. Een vakman die u na 16 uur of in t weekend uit de nood helpt zult u
nergens vinden. En weet, mijnheer Vansteenbrugge, dat sommigen voor het
verwerken van de oproep en voor het opmaken van een dossier tot vierhonderd
euro durven vragen?
- Bij mij is er nog nooit een dakpan afgewaaid.
- Maar het kán gebeuren, nietwaar?
- En gesteld dat een omgewaaide boom op mijn dak is gevallen
en een enorme ravage heeft aangericht: herstelt u dat dan ook gratis?
- Zoiets valt toch maar zelden voor in Vlaanderen
- Ja, maar het kán gebeuren, nietwaar?
De man kuchte en zei:
- Denkt u dat u van deze dienst gebruik wilt maken?
- Eerst wil ik weten welke schade nu precies (daar hebt get) gedekt wordt. Stuur mij
dat maar eens op, via de post.
- U kan het vinden op de website van Luminus, mijnheer
Vansteenbrugge, onder comfortdiensten. Eens zo makkelijk.
- Oké, das goed.
- Dus mag ik noteren dat u van die dienst gebruik wilt maken?
Voor ú gaat het dan al in vanaf één juni. Vanaf één juni kunt u dan helemaal op
uw gemak zijn.
- Nééé, zei ik. Ik wil eerst die website raadplegen en daarna
bel ik u terug misschien, als het mij aanstaat.
- Dag mijnheer Vansteenbrugge.
Ik heb deze morgen Luminus opgebeld, in de overtuiging dat de
warmwaterprofeet een oplichter of een grappenmaker was. En in de vaste
overtuiging dat ze bij Luminus afstand zouden nemen van die kerel met zijn
agressieve verkooptechniek. Wat blijkt: die comfort-service bestaat écht!
De man was dus geen oplichter, doch een eerlijke verkoper: hij had mij
tenminste niet opgegeven als nieuwe gebruiker van de comfort-dienst van
Luminus. En als ik in de toekomst op een avond zal thuiskomen en er blijkt geen
warm water uit de kraan te komen, dan zal ik het maar op mijn eentje moeten
rooien
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.