Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
30-06-2020
Staat er echt onheil voor de deur?
Staat er echt onheil voor de deur?
Het is de vraag waarmee VRT-journalist Luc Pauwels, een maand
of vier geleden zijn interview begon met Alain de Benoist (spreek uit "Benoit"), een Franse schrijver, politiek filosoof en journalist. De Benoist is
van adel en van Belgische afkomst, maar geboren in Frankrijk in 1943 in de gemeente Saint-Symphorien. Wanneer u,
beste lezer, regelmatig door Frankrijk reist, is de kans niet onbestaande dat u
de naam Saint-Symphorien wel eens bent tegengekomen. Maar of dat wel degelijk
het Saint-Symphorien van de filosoof zal
geweest zijn is nog maar de vraag: er zijn in Frankrijk zo maar eventjes 22
gemeenten met die naam. De geboorteplaats van de Benoist ligt in de streek van
Bretagne en meer bepaald in het departement Ille-et-Vilaine. Zegt zijn naam u
niets? Kent u dan misschien één van de volgenden: Fabrice Laroche? Robert de
Herte? David Barney? Dit is maar een greep uit de vele pseudoniemen van de
grote hedendaagse Franse filosoof Alain de Benoist.
Het antwoord op de gestelde vraag over het onheil dat ons te
wachten staat blijkt positief te zijn. De Benoist wijst op het gevaar van de
overbevolking. Dat de wereldbevolking exponentieel toeneemt valt niet te
ontkennen: 300 miljoen menselijke tweevoeters in 't jaar 1000, 700 miljoen in
1700, 2 miljoen in 1900 en 7,7 miljard in 2020. Bekijk het grafiekje en je
durft er niet aan denken hoeveel het er zullen zijn in 't jaar 2100. Dat er een
limiet is, daar kan géén weldenkend mens aan twijfelen. Of die limiet nu al
bereikt is? Goede vraag!
Een tweede vraag luidt: "Wat is het échte gevaar van overbevolking?" We laten de filosoof aan het woord:
De overbevolking verergert alle problemen en maakt ze langzamerhand onoplosbaar. Ze bevordert oorlogen, want de demografische druk zorgt voor nieuwe conflicten. Ze versnelt de uitputting van natuurlijke grondstoffen, energiebronnen en watervoorraden. Ze vergroot de economische afhankelijkheid en de onderwerping aan de verwoestende schommelingen van de wereldmarkten, ze stimuleert de massamigratie uit overbevolkte landen, ze verergert de kwalijke effecten van de overconsumptie, van de bodemuitputting, van de vervuiling van het grondwater, van de afvalophoping, de verkeerschaos, de luchtvervuiling Nu al beschikt de landbouw over geen groeipotentieel meer, de verdwijning van landbouwgrond bereikt kritische grenzen en hetzelfde geldt voor de visvoorraden in onze vervuilde oceanen.
En dan haakt de interviewer daarop in met: "Dit zou de groenen en andere ecologisten toch sterk moeten alarmeren?" Het antwoord luidt:
Het is opmerkelijk dat de meeste zelfbenoemde milieudeskundigen doen alsof demografie en milieu twee verschillende onderwerpen zijn, terwijl ze in werkelijkheid onlosmakelijk verbonden zijn. Welke zin heeft het dan nog te praten over het behoud van de ecosystemen en de bewaring van de diversiteit, welk nut heeft het nog zich zorgen te maken over het afvalbeheer en de schadelijke gevolgen van fossiele brandstoffen als de bevolking blijft toenemen, met altijd maar meer milieuvervuiling, meer afval en steeds minder ruimte voor in het wild levende dieren? Welk nut heeft het de uitstoot van broeikasgassen te willen beperken als men de bevolking ongebreideld laat toenemen? Door de natuurlijke aanwas en de plattelandsvlucht zal binnen dertig jaar zowat 68 % van de wereldbevolking in steden wonen, zo maar eventjes 2,5 miljard mensen meer dan vandaag. Sloppenwijken met meer dan twintig miljoen inwoners en megalopolissen met over honderd miljoen zullen de regel worden: een volledig onleefbare wereld die op ons afkomt.
Hoe reageert de Benoist op het gegeven dat overbevolking in vele kringen (religieuze, filosofische...) een taboe-onderwerp is?
In naam van een openstaan voor het leven en kritiek op het malthusianisme, geeft men de voorkeur aan een blinddoek.Het natalistischelaissez-fairegetuigt vandaag echter van onverantwoordelijkheid, en respect voor het leven kan zich niet uitstrekken tot degenen die nog niet eens verwekt zijn. Wat is dan de oplossing? Met dwangmaatregelen is het China gelukt het geboortecijfer te beteugelen, maar prikkels om de bevolkingsgroei te vertragen zijn over het algemeen ijdele hoop, vooral in landen waar kinderen het equivalent zijn van een ouderdomsverzekering. Massale emigratie naar andere planeten isscience fiction. Wat blijft er dan over? Epidemieën misschien.
En zo komen we tot het onderwerp dat ons op heden bezighoudt: de ziekte covid-19 die veroorzaakt wordt door een kwalijk coronavirus. Of kunnen we beter zeggen "het armzalig coronavirus" dat tot op heden wereldwijd niet meer dan een half miljoen doden heeft geëist, zijnde amper 0,007 % van de wereldbevolking. "Met drie tot vier miljard tweevoeters minder zou het al veel beter gaan met de wereld!" is wat Benoist beweert. Min 50 % dus. En daar kan ons coronavirus nog niet aan tippen. Maar geen nood, er zijn wellicht nog andere virussen in de maak: één met een voorkeur voor de procreatieve bevolking bijvoorbeeld, en één met een voorkeur voor de oude en niet meer productieve bevolking teneinde ook het probleem van de vergrijzing aan te pakken.
Veel sterkte toegewenst, aan alle ijveraars voor een betere wereld.
Hartelijk
bedankt voor het mailtje dat ge mij gestuurd hebt ter gelegenheid van mijn
tachtigste verjaardag. Dat ge mijn geboortedatum kent streelt mijn gevoel van
eigenwaarde, alsook het feit dat gij u realiseert dat mijn geboorte op 4 juni
1940 niet de enige wereldschokkende gebeurtenis is, dewelke op die dag heeft
plaatsgegrepen. Gij citeert met recht en reden de redevoering die sir Winston
Churchill, de grootste Britse staatsman die ooit heeft geleefd, op die eigenste
dag heeft gehouden in het Britse Lagerhuis. Géén historicus ter wereld die Winstons speech van 4 juni 1940 niet van
buiten kan opdreunen. In verkorte versie: "We shall fight on the seas
and oceans, we shall fight in the air, we shall fight on the landing grounds,
we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills,
we shall never surrender". Maar er is meer...
Het
was op die bewuste vierde dag van juni dat de militaire operatie "Dynamo" op
een succesrijke wijze beëindigd werd. Tijdens de Blitzkrieg van mei 1940 werd
een legermacht van drie à vierhonderdduizend man (bestaande uit hoofdzakelijk
Britse troepen, maar ook Franse en enkele Belgische) door het oppermachtig
Duitse leger omsingeld in het noordwestelijk deel van Frankrijk. Dank zij de
Operatie Dynamo zijn de meesten erin geslaagd via de zee, bij Duinkerken, te
ontkomen, richting Engeland, en zodoende aan een gewisse dood te ontsnappen.
Die operatie kan beslissend geweest zijn voor de afloop van de tweede
wereldoorlog, want later zijn die troepen met succes ingezet tegen het leger
van Adolf...
En
op de dag van mijn geboorte werd een boom geplant op mijn geboortegrond. Een
notelaar. Ik heb altijd gedacht dat wij omstreeks hetzelfde tijdstip de pijp
aan Maarten zouden geven. Maar de boom is jammer genoeg ter ziele gegaan, een
jaar of vier geleden. Gij zijt het overigens zelf die het overlijden hebt vastgesteld
en mij het droevig nieuws telefonisch hebt medegedeeld - ik woonde toen in
Kortrijk. Ik weet nog hoe ik met pijn in het hart een "in memoriam" heb geschreven.
Klik nu hier maar even www.bloggen.be/zerar/archief.php?ID=2990444 en ge kunt het lezen.
Wie óók geboren is op 4 juni 1940 is Wilfried Morbée. Misschien zegt die naam u
niets. Maar als ik u zeg dat deze beroemde Gentse krachtpatser, die ijzeren staven met de handen
kon plooien en met zijn tanden trams en treinen kon voorttrekken en helikopters
aan de grond houden, niemand minder is dan... John Massis? Behoort reeds lang
niet meer tot de levenden. Zijn leven is kort geweest, maar krachtig.
En
eveneens op diezelfde dag geboren: Germain Heyse. Geen Bekende Vlaming. Tijdens
onze kinderjaren zijn wij vriendjes geweest. Wij zijn nog naar dezelfde school
geweest. Germain heeft zijn geboortestreek nooit verlaten. Wij wonen nu drie
kilometer van elkaar. Ik heb hem niet meer gezien sedert onze plechtige communie. Stel dat ik
hem morgen tegenkom op straat of in het grootwarenhuis, ik zou hem niet meer
herkennen. Het schijnt dat in vroeger tijden, op den buiten iedereen iedereen
kende. Vroeger, ja...
Het moge duidelijk wezen dat de wetenschap - zegge de "medische" wetenschap - machteloos staat tegenover het covid-19 virus. Voorlopig althans. Dat is ook de filosoof niet ontgaan. Tijd om mijn mening te verkondigen, denkt de filosoof. En wat dénkt de filosoof?
Wat meent hij te moeten vaststellen?
Dat de wereldbevolking de laatste honderd jaar exponentieel is toegenomen. Hongersnoden, oorlogen, epidemieën... hebben het niet kunnen verhinderen.
Dat de aarde opwarmt. Ook exponentieel.
Dat de concentratie aan broeikasgassen (waar koolstofdioxide, d.i. CO2, de belangrijkste rol speelt) toeneemt. Exponentieel!
En wat meent hij te moeten concluderen?
De opwarming van de aarde zal catastrofale gevolgen hebben voor die aarde: dat heeft de wetenschap voor hem uitgemaakt! En die opwarming is het gevolg van de verhoogde uitstoot van broeikasgassen. En die verhoogde uitstoot komt er door de groeiende industrie, door "de economie" waarmee het alsmaar "beter" gaat: exponentieel, vanwege de bevolkingstoename en de toenemende consumptie per individu. Kan men het de aarde kwalijk nemen dat ze zich poogt in stand te houden? Dat ze zich verdedigt? Door een virus op ons af te sturen waardoor vooral oude en zwakke individuen weggemaaid worden. Zoals het covid-19 virus... Prima voor de gezondmaking van het menselijk ras. Maar vooralsnog inefficiënt wat de wereldbevolking betreft: amper een paar honderdduizend mensen minder. En het zouden er een paar miljard moeten zijn, tienduizend keer méér dus. Een druppel op een hete plaat. Maar wees gerust: moeder Aarde heeft nog wel meer en veel kwaadaardiger virussen achter de hand. En de "economie" die weer aantrekt? Laat dat maar niet gebeuren...
Niet één
weldenkende waarde landgenoot die niet weet dat niets belangrijker is dan Kompany.
En toch staat er nu al wekenlang op de voorpagina van Het Laatste Nieuws - de krant
die ik, ondanks alles, nog steeds ben trouw gebleven - niets anders dan
blablabla over hét coronavirus. Nooit meer de foto van Kompany op de voorpagina
dus, iets wat ons nochtans zo vertrouwd was geworden. Tot vandaag... want nu is
ie daar weer op pagina één, met nog twee paginagrote foto's middenin. Ik stond
al op het punt om mijn abonnement op de krant op te zeggen, want er zijn de laatste
tijd dagen geweest - niet veel weliswaar - waarop er zo goed als niets
geschreven stond over Kompany en zelfs niet het kleinste fotootje. Maar nu zijn
we misschien wel weer op de goede weg en krijgen we weer iedere dag een flinke
portie Kompany. Wat het zwaarst is, moet immers het zwaarst wegen, nietwaar?
In
de krant, bij de overlijdensberichten, lees ik dat jonkvrouw Symphorosa van Puyvelde
de Merlevede, overleden is in een van onze steden aan de Vlaamse kust, in de gezegende
ouderdom van tweeëntachtig jaar. Symphorosa was de dochter van baron van Puyvelde,
rijke edelman en woonachtig in mijn geboortedorp. De baron was stinkend
rijk, zo werd mij toch gezegd. Men vertelde dat hij vijfentwintig kilometer te
voet kon gaan, tot drie dorpen ver, zonder één voet buiten zijn eigen landerijen te moeten
zetten. Hij had een dochter en drie oudere zonen. De baron zelf heb ik in mijn kinderjaren
vaak gezien. Van de zonen herinner ik mij niets. De dochter heette Symphorosa - intimi zullen haar wellicht Rosa genoemd hebben. Ze was twee jaar ouder dan ik.
Van in haar jeugdjaren had ze weinig omgang met de andere kinderen van het
dorp. Ze ging ook niet naar de dorpsschool, maar naar een Franstalige school in
de buurt van Doornik. Toch heb ik haar meermaals gezien, de zondag in de mis,
vooral... haar achterkant. Ze zat altijd helemaal vooraan op één van de stoelen
die voorbehouden waren aan de adellijke familie van de baron. Een enkele keer
heb ik ook haar voorkant gezien, als ze terugkeerde van de communie. Ik vond er
niets aantrekkelijks aan: ze had een opgeblazen papperig, en - zo kwam het mij
voor - enigszins pokdalig aangezicht en ze had - ze moet een jaar of twaalf
geweest zijn - borsten als van een volwassen vrouw. Grote borsten heb ik nooit
mooi of aantrekkelijk gevonden: misschien zaten die borsten van Symphorosa daar
wel voor iets tussen. Later, toen ik al aan de universiteit studeerde, liet
vader mij verstaan dat jonkvrouw van Puyvelde wel eens een interessante partij
kon zijn voor mij. Ik zei dat ze te oud was voor mij. Twee jaar? Dat vond vader
geen onoverkomelijk leeftijdsverschil. En dat ze lelijk was. Dat went wel, zei
vader. Ook dát vond hij geen doorslaggevend argument. En zij is niet van onze
stand, zei ik, zij is van adel en schatrijk, en wij zijn werkmensen, arme
duvels. Maar als gij goed studeert en straks zult pronken met een groot diploma
en een hoge post zult bekleden, dan kunt ge iedereen krijgen. Dat was wat vader
zei en ik denk dat hij dat zelf nog geloofde ook. Vader heeft uiteindelijk wel begrip
getoond voor het feit dat ik bij de keuze van mijn aanstaande mijn hart mocht
laten spreken, maar dat een serieus universitair diploma niet kon opwegen tegen
fortuin en adeldom kon er bij hem niet in. Kortom, hij zou mij niet tegenwerken
in mijn keuze, tenzij... het er één zou zijn van boer Mandeville. Want die had
mijn vader eens in café "De Lustigen Boer" in een zatte bui verweten voor "profiteur",
te gierig om een pint te tracteren. Boer Mandeville was meteen gecatalogeerd
als "krapuul" en met hem zijn vijf dochters, die stuk voor stuk honderd keer
knapper waren dan Symphorosa van de baron. Soit!
Vanzelfsprekend
zou ik geen kans gemaakt hebben bij Symphorosa van de baron. Ik zou overigens
niet geweten hebben hoe ik het met haar had moeten aanleggen. En hoe zouden
vader en moeder, arme werkmensen zich in zo'n adellijk milieu gevoeld hebben en
hoe zouden ze zich daarin kunnen gedragen hebben? Geld zoekt geld, natuurlijk.
De jonkvrouw is, toen ze een jaar of dertig was, getrouwd met de zoon van een machtige bedrijfsleider, die qua "materiële welstand" - zo werd gezegd - geenszins diende
onder te doen voor baron van Puyvelde. En zo zie je maar dat iedereen op zijn
schik komt, zoals ze dat bij ons in het dorp zeggen, dat op ieder potje een dekseltje
past.
En nu
is Symphorosa van Puyvelde de Merlevede niet meer. Of het coronavirus daar voor
iets tussen zit, daar heb ik het raden naar. Ik heb de jonkvrouw niet echt gekend
en daarom vervult het bericht van haar overlijden mij ook niet met droefenis.
En toch raakt het mij een beetje. Een klein beetje...
Zeer
verontrustend lijkt mij het feit dat heel wat patiënten die geïnfecteerd zijn
geweest met Covid-19 niet immuun blijken te zijn. Dan mag ook allerminst
verwacht worden dat een vaccin (als dat al gevonden wordt!) voor een betere
immuniteit zal zorgen. Als daarenboven het virus deze zomer zich niet gaat
schuilhouden (door allerlei klimatologische omstandigheden) dan ziet het er
somber uit. Het zou wel eens kunnen dat dit alles een ingreep is van de natuur,
die als doel heeft ervoor te zorgen dat de wereldbevolking terugvalt tot normale
proporties, d.i. tot het aantal van 100 jaar geleden, zijnde een kwart van de
huidige bevolking. De allereerste
slachtoffers zullen dan hoofdzakelijk de +65-jarigen zijn (de toenmalige
gemiddelde levensverwachting) en de zwaksten. Als dat niet zo gruwelijk was zou
ik zeggen: een flinke zuivering die de gezondheid van het menselijk ras zal ten
goede komen. Maar ik ben zelf 80 jaar en ik zeg dat dus niét.
P.S. En of we nu eindelijk mogen panikeren. Neen, neen en nog eens NEEN! Want... panikeren is nóóit goed.
't
Was de avond voor één mei, drie dagen geleden dus, dat Adrienneke mij opbelde:
-
Kom alstublieft direct eens naar hier, er is iets met Maurice.
-
Wat is er dan met Maurice?
-
Hij staat op het balkon en hij wil eraf springen!
-
Maar Adrienneke toch, 't is al zo laat en van hier tot K is 't een klein half uur rijden en wij zijn
nog in volle coronacrisis. Ik mág niet eens langskomen, in acht genomen de
quarantainemaatregelen die door de regering zijn uitgevaardigd. En wat wilt ge
dat ik doe?
-
Hem op andere gedachten brengen.
-
Maar... ik kén Maurice niet eens!
(Hier
past, geachte lezer, een woordje uitleg voor een goed begrip)
Ik had Maurice inderdaad nog
nooit ontmoet, al wist ik maar al te goed van zijn bestaan af. Ziehier hoe de
vork aan de steel zit...
Ik ken Adrienneke al een jaar
of dertig, van toen ze trouwde met een oudere collega van mij. Zij was vooraan
in de veertig, hij drieënzestig. 't Was haar derde huwelijk. Ze was voor de
eerste keer getrouwd toen ze nog geen twintig was, met een knappe jonge kerel
die amper één of twee jaar ouder was. Maar van liefde was er al snel geen
sprake meer. Hij sloeg haar. Adrienneke
vroeg en bekwam de echtscheiding. Ze was vijfentwintig toen ze opnieuw trouwde
met een welgestelde veehandelaar van in de dertig, die een passie had voor dure
sportauto's. Het geluk was echter weer
niet aan haar zijde: de man raakte aan de drank en reed zich op een dag te
pletter tegen een boom. Met haar derde man tenslotte heeft ze een vrij gelukkig
leven gekend. Erg passioneel zal die liefde evenwel niet geweest zijn. Een paar
jaar geleden is ze nogmaals weduwe geworden: hij was gestorven in zijn slaap,
van ouderdom... En een maand of zes geleden, ergens tussen Allerheiligen en Sinterklaas,
belde Adrienneke mij op met de heuglijke mededeling dat ze weer "iemand heeft leren
kennen", ene Maurice, iemand van hare
leeftijd - Adrienneke moet nu vooraan in de zeventig zijn - die weduwnaar is en
beschikt over een goed karakter en twee universitaire diploma's. En wat ik
daarover dacht? Ik moet toen iets geantwoord hebben van "die kans niet laten
voorbijgaan, Adrienneke" en "het ijzer smeden als het heet is, Adrienneke". Dat
alles ondertussen van een leien dakje is gelopen moge blijken uit het feit dat
de zwaar gediplomeerde Maurice een maand geleden bij haar is ingetrokken, in
haar groot en luxueus appartement op de derde verdieping in de stad K. Een week
geleden nog belde ze mij op om mij te vertellen hoe gelukkig ze was met
Maurice, en dat hij een bijzonder goede danser was. Zijn vrienden noemden hem
Fred, omdat hij kon dansen als Fred Astaire. Adrienneke had zich al voorgenomen
om ook danslessen te gaan volgen. Ze zou zijn Ginger Rogers zijn. En van zodra
de corana-quarantaine opgeheven zou zijn, zou ze mijn vrouw en mij uitnodigen
op haar luxe-appartement in K, teneinde er kennis te maken met Maurice.
En
nu dit!...
-
Wil hij zichzelf van kant maken? vroeg ik. Gij woont toch op 't derde, nietwaar?
Hij zal te pletter storten en morsdood zijn.
-
Nee, hij wil niet dood. Hij denkt dat hij kan vliegen. Hij is op 't ogenblik, god zij dank, weer naar zijn kamer gegaan. Gisteren liep hij ook al met dat idee in zijn
hoofd, maar toen zat de wind niet goed, zei hij. Misschien zit de wind nu weer
niet goed. Ik vrees dat hij vroeg of laat écht naar beneden springt. Wat kan ik
doen, in 's hemelsnaam?
-
Ik vrees dat het coronavirus in zijn hersenen geslagen is en dat hij lijdt aan
een Ikaros-complex. Wie daaraan lijdt denkt onmogelijke dingen aan te kunnen.
Probeer hem tot rust te brengen met een pilletje, een diazepammetje, of schakel
een psychiater in.
-
Hij zal iedere behandeling weigeren. Ik ben niet gek, zal hij zeggen.
-
Dan zie ik nog één oplossing: de peerdepaternoster.
-
Hoe gaat dat?
-
De patiënt belezen! Slaapt hij goed 's nachts?
-
Als een os!
-
Dan moet gij het doen, terwijl hij slaapt, en op klokslag middernacht. Het lijkt tovenarij maar het helpt
vaak om een ziekte van de geest te verdrijven. Ziehier wat gij doen moet...
Ge
besprenkelt de zieke met wijwater en ge zegt:
Hoktus boktus,
een kalverstaart die gekrokt is.
In het land van Ribedebisenaaien
waar de kippen door hun gat kraaien
en de honden met hun staart blaffen
daar kwam een kleine duivel door
die lag te branden voor de deur
in solfer, pek en venijn.
Toen kwam ik van de toilette
daar lag Lucifer op zijn bedde
hij bakte koeken voor alleman
ik kreeg er één van
mijn maat die ervan at
kreeg honger als een kat
en een staart op zijn gat
waar lucifer op zat.
haat, kwaad, kweliaat
botermelk en kropsalaad
en een zwarte peer, meneer!
Dan maakt ge het kruisteken en ge zegt:
In de naam des Vaders en de Zoons
en de Heilige Geest.
Ik heb de tekst van die peerdepaternoster
stante pede doorgemaild naar Adrienneke. Deze nacht zal ze Maurice belezen om
hem te genezen van zijn Ikaros-complex. Negen kansen op de tien dat het helpt,
want ik heb die peerdepaternoster uit een boek van Ernest Claes en die heeft
het van Wannes Raps en bij Wannes Raps hielp de peerdepaternoster altijd.
In volle coronatijd laat ik u gaarne genieten van het laatste meesterwerk van Jaak De Kimpe.
Jaak is één van drie supergetalenteerde beeldende kunstenaars in Vlaanderen die onbekend zijn gebleven, en over wie rond eind 2021 een boek zal verschijnen onder de titel "DRIE ONBEKENDE VLAMINGEN".
Brokkenvrouw (acrylverf op doek, 80/60, april 2020)
Dat dit verhaal toch weer over Corona handelt is de schuld van talrijke mails - een half dozijn, als men dat "talrijk" kan noemen - die ik mocht ontvangen als reactie op mijn vorige Corona-verhalen. Die mails, ze wekken gemengde gevoelens op. Enerzijds is het een onomstootbaar bewijs dat mijn blog "gelezen" wordt. Anderzijds zit er bij de meeste een - weliswaar discrete - ondertoon in van... "Waar moeit gij u eigenlijk mee? gij zijt toch geen expert". Maar kom, niet één van die mails komt beledigend over en ik mag daar dus niet ongelukkig om zijn. Eén van die mails heeft mijn bijzondere aandacht getrokken, omdat hij een bijzondere positiviteit en blijheid uitstraalt in deze "donkere" dagen en ook omdat hij van M. komt. M. is een goede kennis, of misschien wel een vriend; laten we zeggen dat hij het midden houdt tussen een goede kennis en een vriend... Zijn volledige naam doet hier overigens niets ter zake. M. is doctor in de economie en/of aanverwante wetenschappen en gepensioneerd, komt uit een liberaal nest, is een levensgenieter en maakt zich de laatste tijd voornamelijk zorgen in de economische gevolgen van de lock down. En wat heeft hij tot zijn grote voldoening gelezen in een of andere krant? Dat er in Kortrijk een dokter is, een cardioloog nog wel, die niet enkel bekommerd is om het medisch aspect van de corona-impasse, maar ook om het economisch aspect. Want, zo ongeveer argumenteert de dokter, als de economie op zijn gat ligt, is er geen geld meer om de medici, etc., in stand te houden en gaan wij allemaal dood. Waarop ik geneigd ben te antwoorden dat als wij allemaal ten onder gaan aan het coronavirus, de economie ook op zijn gat ligt.
Ik vermoed dat M. gaarne wil weten wat mijn standpunt is wat betreft de versoepeling van de quarantainemaatregelen. En ik vermoed ook, of liever, ik ben er wel zeker van, dat hij geen "halfslachtig" antwoord verwacht, zoiets in de zin van "ik denk", "ik vermoed", "ik hoop", "misschien", "'t zou kunnen dat..." en zo meer. Welaan dan, ik zal duidelijk zijn en wellicht nog toegeeflijker voor de economie dan die Kortrijkse cardioloog die hij nu zozeer bewondert en bij wie hij binnen de kortste keren een consultatie wil aanvragen. Sta mij echter één veronderstelling toe: dat over enkele weken, ergens in de maand mei, het aantal nieuwe besmettingen met het nieuwe coronavirus plots, zegge binnen een tijdspanne van een paar dagen, tot nul zal herleid worden. Door veranderingen op klimatologisch gebied. Niet zo gek, als men bedenkt dat het influenzavirus (dat weliswaar niet tot de familie van de coronavirussen behoort) evenmin ons zomerklimaat verdraagt. We wachten dan nog veertien dagen en dan heffen we alle quarantainemaatregelen op. Het virus zal ondertussen verhuisd zijn naar de gematigde zone van het zuidelijk halfrond. De kans dat er dan in onze gewesten nog iemand besmet geraakt door een enkel achtergebleven virus is miniem en de kans dat hij er zwaar ziek door wordt mag dan als onbestaande beschouwd worden, tenzij het om een 65-plusser gaat. En houden we onze veteranen dan verplicht in quarantaine? Op straffe van boete? Bijlange niet. Maar ze moeten weten dat er nog een minieme kans op besmetting bestaat en dat enige voorzichtigheid geboden is. We geven toch ook geen boete aan een levercirrhoselijder omdat hij alkohol drinkt of aan iemand met evenwichtstoornissen omdat hij op een dak klimt. Laten we dus die verplichte lock down voor 65-plussers tijdens de zomermaanden vervangen door een vrijwillige lock down. Laat onze senioren zelf beslissen zodat ze een goed bedoelde maatregel niet als discriminatie kunnen beschouwen. En die ene besmette 65-plusser zal in de zomer heus geen gevaar zijn voor de samenleving.
Ik weet wat M. mij nú zal vragen, al ben ik geen helderziende: en wat ná de zomer? Het virus zal terugkeren (bij wijze van spreken) naar onze contreien. In de frisse droge atmosfeer zal het uit zijn schuilplaats komen en weer lustig overspringen van het ene menselijk wezen naar het andere. En dan? Weer quarantaine? Ja, zeker! Want er zal nog geen sprake zijn van voldoende immuniteit onder de bevolking, voor een degelijk vaccin zal het nog te vroeg zijn en een antiviraal medicijn als bleekwater, zoals professor dr. Donald Trump voorstelt, zal zijn collega Marc Van Ranst ál te drastisch vinden.
Maar, mijn beste M., het komt wel allemaal weer goed! Alles komt immers allemaal weer goed... Laten we nu alvast enkele maanden genieten van onze vrijheid, die we nu meer dan ooit zullen appreciëren. En laten we enkele slechte gewoontes die we nu stilaan afgeleerd hebben niet opnieuw opnemen en voor altijd achterwege laten: handen schudden, begroetings- en afscheidskusjes geven, neuze-neuze doen (geldt enkel voor eskimo's), dicht bij onze gesprekspartner staan en daarbij lustig onze mondinhoud in zijn gezicht spuwen, en zo meer. Zodat we aan 't end kunnen zeggen: dat nadeel hep weer se foordeel gehad.
En dan wil M. natuurlijk weten of hij op dit orakel een huis kan bouwen. Of ik wel zéker ben van alles wat ik hier kom uit te leggen. Overtuigd wel, maar niet zéker. Of is daar geen nuance? Natuurlijk ben ik niet zéker. Ik twijfel. Ongetwijfeld. Ik ben véél te wijs om niet te twijfelen. Maar dat kon ik aan 't begin van dit verhaal niet zeggen. M. zou niet eens verder hebben willen lezen. M. houdt niet van twijfel. M. wil zekerheid.
Sta mij toe, beste lezer, dat ik mij hierbij nogmaals verontschuldig voor
mijn opdringerig gedrag in verband met de coronacrisis. Dat ik het vandaag weer
eens niet kan laten komt door een artikel in mijn krant van heden 21 april.
Daar staat dat Anne-Mieke Vandamme de quarantainemaatregelen wil afbouwen, maar
niet voor de 65-plussers. Maar voor we daar verder op ingaan: wie is Anne-Mieke
Vandamme? Virologe! En nog wel professor aan de universiteit van Leuven! En we
hadden al een professor in de virologie van de Leuvense Alma mater, één die we
iedere dag zien op TV: Van Ranst... Maar dan denk je: ach kom, Anne-Mieke, een
jong professorinnetje erbij, jong bloed, kan nooit kwaad. Maar wat blijkt?
Anne-Mieke is helemaal niet meer zo jong. Geboren in 1960 en moet dus, net als
alle professoren en ook ziekenhuisartsen, op haar vijfenzestigste, over vijf
jaar dus, met pensioen! Niet dat ik iets tegen Anne-Mieke heb, maar ik had
stiekem gehoopt dat als er nog eens eentje de neus aan het venster zou steken,
het Zeger Debyser zou zijn, de zoon van mijn goede vriend Willy, zaliger. Ook
Zeger is professor in de virologie aan de Leuvense universiteit en precies even
oud als Van Ranst en heeft al verscheidene wetenschappelijke prijzen in de
wacht gesleept. En wellicht zijn er daar nog méér professoren in de virologie... Toen ik student geneeskunde was, hadden wij, in 't vierde jaar, één enkele professor
die ons moest inwijden in de kennis van de "kleine beestjes": de bacterieën, de
parasieten, de virussen. Dat vak heette "bacteriologie". In de plaats van die
ene professor zijn er heden ten dage wel tien of misschien wel twintig, want het
vak is ondertussen gesplitst in bacteriologie, parasitologie, virologie,
epidemiologie en misschien nog wel andere "logieën". En die éne professor - Emile Nihoul was zijn naam - hadden ze dan nog vér
moeten gaan zoeken: in Luik! Hij was al professor van toen hij pas
zevenentwintig was en na twaalf jaar les geven aan een Nederlandstalige universiteit
was zijn kennis van de Nederlandse taal... erbarmelijk. Maar goed, de tijden zijn
veranderd en met Anne-Mieke Vandamme ben ik het roerend eens op dít punt: de
quarantainemaatregelen behouden voor de 65-plussers. Voor het goed verloop van
dit betoog... Ik ben nóch viroloog, nóch econoom, nóch filosoof en wellicht ben
ik niet gerechtigd mij in die coronakwestie te mengen. Laat ik alvast mijn
excuses aanbieden voor een vrij crue uitspraak die ik in een vorig verhaal heb
gedaan: dat de coronasterfte onder de ouderen allesbehalve slecht is voor de
economie en de staat, vanwege "minder pensioenen uit te betalen en hogere
inkomsten door erfenisbelastingen". Door het feit dat ik over enkele weken
tachtig word zal die uitspraak mij ongetwijfeld minder zwaar aangerekend
worden. Ik blijf natuurlijk wel achter die uitspraak staan. Ik heb alleen spijt
dat ik dat gezegd heb. En nu ter zake...
Het aantal nieuwe besmettingen met covid-19 zal "vermoedelijk" in de loop
van de maand mei vrij plots tot nul herleid worden. Dat zal begrijpelijkerwijze
niet het resultaat zijn van het quarantainebeleid, maar eerder van een
verminderde agressiviteit van het virus onder invloed van veranderende
klimatologische omstandigheden. En dan maar de teugels vieren, doch voor alle
zekerheid niet voor de 65-plussers. En rond Allerheiligen weer de knip erop - want dan komt het virus geheid terug - tot er een geschikte virusremmer of,
beter nog, een werkzaam vaccin gevonden is. En dan maar hopen dat het virus
niet al te snel muteert, 't is te zeggen dat de immuniteit niet van al te korte
duur is. En dat er niet weldra een nog véél kwaadaardiger virus de kop
opsteekt. 't Wordt roeien met de riemen
die we hebben. De naar mijn mening dieperliggende oorzaak van al dat onheil - de wereldoverbevolking! - aanpakken, daarvoor is het (zoals ik eerder al geschreven heb) wellicht te laat...
Maar voor een goed begrip: 't kan zijn dat ik mij vergis, ik heb de
wijsheid niet in pacht, ik ben geen viroloog, geen econoom, geen filosoof...
Het virus waartegen wij allemaal strijden
heet officieel SARS-CoV-2 en de ziekte die het veroorzaakt heet COVID-19. In de
volksmond spreken we van hét coronavirus en dé coronaziekte. Er zijn evenwel
meerdere coronavirussen (*) bekend,
waarvan er een drietal zéér gevaarlijk zijn voor de mens (het onlangs
ontdekte SARS-CoV-2 is er één van). Die gevaarlijke coronavirussen kunnen
aanleiding geven tot hevige infectie van de luchtwegen die niet zelden tot de
dood door zware longaantasting kan leiden, zij het dan vooral bij personen
met verminderde weerstand (o.a. ouderdom). De andere coronavirussen veroorzaken
gewoonlijk slechts lichte "griepverschijnselen", áls er al verschijnselen zijn. Bij
jonge gezonde mensen wordt zelfs dat gevaarlijk SARS-CoV-2 vaak goed verdragen
en bij jonge kinderen gaat de besmetting meestal zelfs symptoomloos
voorbij. De infectie gebeurt van mens tot mens, via partikeltjes die door
niezen of hoesten rechtstreeks (of onrechtstreeks, via handen of allerlei
voorwerpen) worden overgedragen naar de luchtwegen (neusholte, sinussen,
keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, luchtpijptakken, longweefsel) van "het
slachtoffer" via dezes neus of mond. Andere gevaarlijke luchtwegvirussen zijn
de griepvirussen waarvan enkele types bekend zijn, vnl. type A en type B die de "influenza" (de griep) veroorzaken, en die jaarlijks zorgen voor - schrik niet - zo 'n half miljoen overlijdens
wereldwijd. En dan zijn er nog de rhinovirussen, waarvan er zo'n honderdtal
soorten bekend zijn, en die verantwoordelijk zijn voor de "banale
verkoudheden".
En ondertussen zijn wij dus allemaal aan 't strijden tegen SARS-CoV-2. Maar... strijden we eigenlijk wel? Voorlopig doen we
niets anders dan ons verbergen voor de vijand: we zitten in quarantaine! In
afwachting dat we een wapen in handen hebben waarmee we de strijd kunnen
aangaan. Dat wapen is: een vaccin. En misschien slagen we er wel in een
degelijk bruikbaar vaccin te ontwikkelen tegen het voorjaar 2021. Nog een vol
jaar in quarantaine dus? Het zou kunnen dat we ondertussen een bondgenoot
krijgen die ons zal toelaten onze schuilplaats gedurende een vijftal maanden te
verlaten: de zomer. We hopen erop dat het virus net zoals het griepvirus vooral
gedijt in koude en droge lucht en de warmte en het vocht (warme lucht bevat
meer vocht dan koude) schuwt. Zodat we deze zomer eventjes uit onze schulp
kunnen komen om er na Allerheiligen weer in te kruipen voor een half jaar,
waarna we dan met ons vaccin keihard kunnen terugslaan. Het doet mij denken aan
de Tweede Wereldoorlog, toen het Duitse leger optrok naar het Oosten. De Russen
trokken zich achteruit, zolang tot het winter werd en de barre koude in hun
voordeel speelde en zij hun tegenstanders in de pan hakten. Maar zover zijn we
dus nog niet. En als het vaccin er eenmaal zal zijn en iedereen zal ingeënt zijn, zal
het nog te bezien vallen hoelang die immuniteit zal stand houden. Dat
vaccinatie tegen de griep vaak niet langer dan een paar maanden stand houdt en
soms niet eens zo lang, is genoegzaam bekend. En dat komt doordat de
influenzavirussen in staat zijn zich vrij snel te wapenen tegen de antistoffen
in ons lichaam: ze ondergaan veranderingen, ze muteren. De virologen
vertrouwen erop - onderzoek naar andere coronavirussen heeft hun dat geleerd - dat onze SARS-CoV-2 minder snel zal muteren dan het griepvirus, maar
ze zijn er evenzeer van overtuigd dat er van een jarenlange, laat staan een
levenslange immuniteit zoals bij de polio- of mazelenvaccinatie, geen sprake
zal zijn.
Het wordt dus een strijd die we misschien kúnnen
winnen. Op korte termijn althans... Maar wat is de inzet van die strijd
eigenlijk? Wat wil de vijand bekomen? Niets anders dan de wereldbevolking - die
de laatste honderd jaar verviervoudigd is - binnen de perken te houden, zoals
een jager die het wildbestand gezond wil houden door de overtollige exemplaren - in de eerste plaats de oudere dieren - af te schieten. Maar of we die strijd ook op lange termijn kunnen winnen? Wellicht gaan we uiteindelijk tóch het
onderspit delven: er komt beslist nog een nieuw virus, dat zich minder
gemakkelijk in de luren zal laten leggen.
En de weerslag van deze strijd op de
economie? Ach, vergeet de economie! En daarenboven, is het slecht voor de
economie als de senioren, de onproductieve pensioentrekkers, sneuvelen?
En of het allemaal zó zal lopen? Ik
twijfel. Niét twijfelen zou onwijs zijn. Wie weet kunnen we straks weer
genieten van de Tour de France. Over zes weken word ik tachtig...
(*) onder
de electronenmicroscoop lijkt het of ieder coronavirus omringd is door een kroon
(corona), vandaar de naam.
Kunt u zich voorstellen, beste lezer,
dat ik mij een hoedje schrok, toen ik een dag of vier geleden het volgende las
op een blog (www.bloggen.be/tisallemaiet, d.d. 5 april 2020
onder de titel "DE NIEUWE PEST, vervolg
28, De nieuwe kleren van de keizer", de laatste paragraaf) van niemand
minder dan onze grootste - na het
overlijden van Etienne Vermeersch - (moraal)filosoof-literator J.B.
Over de klimaatoorlog, die ook in China zijn oorsprong
vond, moet gezegd worden dat hij bedoeld was om de industriële productiviteit
in het Westen stokken in de wielen te steken - een opzet welke grandioos
mislukte nadat de Amerikaanse Al Gore de wereld rondreisde om te bepleiten dat
de boosdoener moest gezocht worden in de uitstoot van CO2 en derhalve in landen
zoals China. Maar de Chinezen sloegen kennelijk terug en hoe vernuftig hebben
ze dat gedaan! Gebruik makend van het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer,
wisten zij een gewone griep uit te vergroten tot een ware pestepidemie die in
geen tijd de ganse wereld hypnotiseerde en verlamde. Hypnotiseerde: onze eigen
viroloog Marc Van Ranst vertelt ons dat het aantal slachtoffers van het
coronavirus gelijke tred houdt met het aantal doden gemaakt door een normale
seizoensgriep. Echter, de zieken liggen dit keer niet in hun bed, waar zij gebeurlijk
ook overlijden als zij hoogbejaard zijn, maar zij worden allen naar klinieken
gebracht om daar de bedden te bezetten en te functioneren als bij een dagelijks
dodental op te tellen entiteiten. Omdat bepaalde sectoren binnen de
gezondheidszorg daar uiteindelijk heel wel bij varen (en wij doelen hier allerminst
op de heldhaftige verpleging!), bestaat er weinig weerstand tegen deze
tenslotte bijzonder misleidende gang van zaken: waar een zieke met griep in
vroegere jaren enkele of zelfs geen enkel doktersbezoek kostte, brengt hij in
de huidige aanpak fortuinen in het laatje van het medisch bedrijf. Hebt u er
enig idee van, waarde lezer, wat een ziekenhuisbed per dag kost? Welnu,
ofschoon de gezondheidssector beter weet, blijft omwille van deze opportuniteit
de kritiek op deze aanpak achterwege, zodat de list van China om de westerse economie
te verlammen en er uiteindelijk geheel onderuit te halen, met veel brio lijkt
te zullen slagen. En de massapsychose doet de rest.
En dát amper
drie dagen na mijn telefonisch gesprek met Fernand Lepoint... En Lepoint beweerde
nog dat filosofie de meest exacte wetenschap is! Exacter dan wiskunde. Is het
dan te begrijpen dat filosofen zó van mening kunnen verschillen? Lepoint, een
malthusianist, die het coronaverhaal ernstig neemt en voor wie twijfel niettemin
de hoogste vorm van wijsheid is. Vermeersch, eveneens een overtuigd
malthusianist, maar die geen twijfel toeliet - over de corona-epidemie heeft
hij zich, helaas, niet meer kunnen uitspreken. En dan J.B.: anti-malthusianist-tot-en-met,
net zo min als Vermeersch een twijfelaar, en wat de coronahistorie betreft,
een... (ik zou haast schrijven "negationist" als dat niet zo'n beladen term was)
non believer. Fake news dus...
En wat mis ik
nu mijn goede wijze vriend Jack Vanlichtervelde die - nu al meer dan negen jaar
geleden! - is heengegaan. Ik zou hem gevraagd hebben:
- Fernand
Lepoint?
- Hij heeft
gelijk! zou Jack gezegd hebben...
- En Etienne
Vermeersch?
- Hij heeft ook
gelijk!
- En J.B.?
- Ook die heeft
gelijk!
En ik weer:
- Dat kan toch
niet: ze hebben alle drie verschillende meningen!
En Jack zou
geantwoord hebben:
- Ook gij hebt
gelijk! Iedereen heeft overigens gelijk in wat hij zegt of doet, of hij méént
althans gelijk te hebben: anders zou hij niet doen wat hij doet.
Jack was een
wijs man! Ik prijs mij gelukkig zo'n vriend gehad te hebben.
Dat ieder nadeel se foordeel hep en dat corona het beste in de mens naar boven haalt, wordt weer eens geïllustreerd door onderstaande tekening van mijn nichtje, Jadeke.
Ik krijg plots de behoefte om
een oude kennis op te bellen over de coronatoestanden: Fernand Lepoint, wiens
wijsheid en competentie terzake boven alle twijfel verheven zijn.
- Dat ik je opbel,
mijn beste Fernand, komt doordat ik mij wat onzeker voel in deze onrustige
coronatijd. Ik heb het gevoel dat ik nood heb aan filosofische bijstand.
- Je weet toch dat ik geen filosoof ben?
- Toch noemde iedereen
jou "de filosoof". Je had immers filosofie gestudeerd, een jaar of twee, als ik
mij niet vergis.
- Eén jaar slechts. Eerst had ik een jaar wiskunde
gestudeerd. Daarna ben ik overgestapt naar de filosofie. En ofschoon ik zowel
in de wiskunde als in de filosofie grote onderscheiding heb behaald, besloot ik
na die twee jaar geneeskunde te gaan studeren, waarna ik mij nog vier jaar
gespecialiseerd heb in de bacteriologie en de virologie.
- Je bent dus gestart
met twee totaal verschillende wetenschappen, een exacte en een niet-exacte, om
uiteindelijk te belanden in een half-exacte wetenschap?
- Met exacte en niet-exacte wetenschap bedoel je de
wiskunde en de filosofie. En als ik vragen mag: welke van beide is nu de exacte
en welke de niet-exacte?
- De wiskunde is de
exacte, natuurlijk.
- En als ik je nu vertel dat de filosofie exacter is
dan de wiskunde?
- Hoezo?
- Ik geef je een voorbeeld. Vraag aan een mathematicus
om een willekeurige hoek te verdelen in drie, en hij zal onmiddellijk
antwoorden dat zoiets onmogelijk is. Terwijl zelfs de meest nederige filosoof
zich zo'n "trisectie" heel goed kan voorstellen. Of neem nu de verdeling van
een ronde taart in zeven gelijke stukken, een probleem waar jij een paar jaar
geleden mee geworsteld hebt (ik lees je blogs hoor!). Géén wiskundige die dit
tot een goed einde kan brengen, zoals jij maar al te goed weet. De filosoof
daarentegen...
- Ben je daar nu echt
van overtuigd?
- Waarvan?
- Dat filosofie een
exactere wetenschap is dan wiskunde?
- Ik wél, ja. Maar ik kan mij vergissen. En dat ik
daarvan overtuigd ben, wil nog niet zeggen dat ik daar zéker van ben. Er is een
nuance...
- Je twijfelt dus.
- Ja, ik twijfel. En ik vind dat er altijd een zekere
vorm van twijfel moet zijn. Niets is
absoluut waar. Niets is altijd voor de
volle honderd procent waar en niets is altijd voor de volle honderd procent
onwaar. Wat iedereen voor waar aanvaardt is wellicht voor 99,99999999 % waar,
maar toch ook voor 0,00000001 % onwaar. En omgekeerd.
- Dat begrijp ik niet
goed. Dat één gelijk is aan twee keer een half, en dat de kortste weg tussen
twee punten een rechte lijn is, daar valt toch geen speld tussen te krijgen.
- Dat zou ik niet durven beweren. Neem nu een
sinaasappel: is die gelijk aan twee halve sinaasappels? Men is geneigd om "ja" te antwoorden, maar... houdt men dan wel rekening met het sap dat er verloren is
gegaan bij de verdeling in twee? En wat de kortste weg tussen twee punten
betreft... Dat geldt in de eerste plaats slechts in de euclidische meetkunde en
daar komt nog bij dat het zelfs dáár niet zeker is: het is een axioma en
dus nooit bewezen!
- Ja, ik begrijp dat het allemaal niet zo simpel is en dat twijfel aan de
basis ligt van alle wetenschap en alle waarheid - in dubio veritas, zoals de
Oude Romeinen zegden - maar mogen we het nu misschien even hebben over onze
strijd tegen het coronavirus?
- Je bedoelt natuurlijk het coronavirus
covid-19, de fameuze verwekker van de pandemie, waaronder wij allen gebukt
gaan. Dat virus is een onlangs opgedoken lid van de coronafamilie, waartoe ook
andere bekende boosdoeners als het MERS-virus en het SARS-virus behoren. En wat
je daar zegt over onze strijd tegen het virus: wij "strijden" niet! We kúnnen
niet, we hebben immers geen wapens tegen het virus en het enige wat we kunnen
doen is vluchten, ons verbergen in bunkers (zoals tijdens de oorlog), zijnde "ons kot", in de hoop dat het virus er weldra het bijltje bij neerlegt, rond
half mei misschien, onder invloed van klimatologische veranderingen
bijvoorbeeld. En dat behoort tot de mogelijkheden, maar één virusje zal ongetwijfeld
de dans ontspringen en dat zal dan wel zorgen voor een leger van triljoenen
nakomelingen die ons tegen het einde van dit jaar opnieuw bij de strot zullen
grijpen.
- Maar dat het virus vanzelf zal verdwijnen - op dat ene virusje na dan - is niet zeker?
- Het is absoluut niet zeker.
- En wat staat er ons dan te wachten?
- Afwachten tot tachtig procent van de
bevolking immuun is voor het virus. Die immuniteit kan voorlopig enkel bekomen
worden door de besmetting zelf, en met de huidige quarantaine-maatregelen kan
dat nog héél lang, zelfs jaren, duren. Als Johnson & Johnson erin slagen zo
snel mogelijk een degelijk vaccin te vinden zit de kans erin dat we na de
winter reeds weer uit ons kot mogen komen.
- Maar dan zullen er reeds velen gestorven zijn aan de "coronaziekte"?
- Niet, als wij ouderen, door ons streng
aan de maatregelen te houden de besmetting kunnen vermijden, zodat we tot de
twintig procent "onbesmetten" blijven behoren.
- De jongeren mogen dus de teugels wat laten vieren?
- Zeer zeker. Jongeren hebben meestal
niet of weinig te lijden onder de besmetting en zelden gaan ze eraan dood. Men
zou kunnen zeggen dat het virus het niet zozeer op de jongeren gemunt heeft.
- Wat zou daar de reden voor zijn?
- Ik meen te mogen veronderstellen dat
dit een retorische vraag is, tenminste als je om een medische verklaring
vraagt. De filosofische verklaring, en waarom dat virus - en in de zeer nabije
toekomst wellicht nog talrijke nog meer kwaadaardige virussen - op ons afkomt,
wil ik je hierbij geven.
- Ik luister geboeid.
- Welnu. De reden waarom de natuur - die
sommigen "god" noemen - dit op ons afzendt kan moeilijk een andere zijn, dan om
het aantal mensen dat de wereld bevolkt uit te dunnen. Er zijn voorbeelden
genoeg van diersoorten wier aantal door "natuurplagen" allerhande tot normale
proporties is teruggebracht, nadat het uit de hand dreigde te lopen. En heb je
al een jager aanhoord, die vurig pleit voor zijn geliefde job: om het
wildbestand op een gezond peil te houden, ervoor zorgend dat vooral de oudere
dieren afgeschoten worden.
- De wereld is dus overbevolkt en wij, jij en ik, moeten zo snel mogelijk
de plaats ruimen! Ben jij daarvan overtuigd?
- Daar ben ik van overtuigd.
- Twijfel je dan niet? Je vond toch dat twijfel als het ware het "enig zaligmakende" is?
- Maar natuurlijk twijfel ik. Dat ik van
iets overtuigd ben, betekent nog niet dat ik niet twijfel. Laat ik dat met een
voorbeeld verduidelijken. Jij zowel als ik zijn ervan overtuigd dat Kerstmis
dit jaar op 25 december valt, nietwaar? En toch twijfel ik daaraan... Is dat
duidelijk?
- Ja...
... heb ik toen maar gezegd.
Al was het me niet helemáál duidelijk. Maar nu ik erover nadenk, ik denk dat
hij gelijk heeft. Maar ik twijfel.
Het coronavirus (covid-19): is dát de catastrofe die zich vlgs Malthus
(eind 18e eeuw) rond deze tijd zou voordoen? Ik denk het niet. Malthus
baseerde zich op de vaststelling dat de wereldbevolking op geometrische wijze
toeneemt hetgeen onvermijdelijk een overbevolking met zich meebrengt. Massale
kindersterfte door ondervoeding, massavernietigingswapens, (ontoereikende) geboortebeperking,
e.a., hebben dit proces weliswaar vertraagd, maar misschien heeft de mensheid
met 7 à 8 miljard nu een kritiek punt bereikt. En hoezeer de mens ook tegenspartelt,
de natuur heeft voor alles een oplossing. Covid-19 dus?
Geleerde virologen verwachten dat het virus over een zestal weken vanzelf
verdwijnt. Maar dat is helemaal niet zeker. Het zou best kunnen dat het pas verdwijnt
als iedereen de besmetting heeft opgedaan, laten we zeggen over pakweg twee
jaar, en zó lang duurt het wellicht vóór er een vaccin is gevonden. Tegen die
tijd echter zal ongeveer drie procent van de wereldbevolking, zijnde zo'n 200
miljoen mensen, aan de "coronagriep" gestorven zijn, en zullen alle anderen door
de ziekte zelf immuun geworden zijn. Die 200 miljoen zullen vrijwel uitsluitend
ouderen en door chronische aandoening verzwakten zijn, "niet-productieven" en "steuntrekkers" dus. Een catastrofe weliswaar, maar óf dat slecht is voor de economie?...
De échte grote catastrofe die door Malthus werd voorspeld, moet dus nog komen.
Vermoedelijk door een véél kwaadaardiger virus dan covid-19, een virus dat méér
dan drie procent dodelijke slachtoffers zal eisen, dat de wereldbevolking zal
halveren of misschien wel decimeren. Voor de enige min of meer pijnloze maatregel
die we hadden kunnen nemen om de catastrofe te voorkomen is het nu wellicht
reeds te laat: drastische geboortebeperking...
Ik wens u een voorspoedig, gezond en gelukkig 2020. Van ganser harte hoop ik een beetje tot dat geluk te kunnen bijdragen door mijn maandelijks verhaaltje op De Druivelaar en door mijn blogs:
1° www.bloggen.be/dzeus: met duiding i.v.m. het Druivelaarverhaal van de maand;
2° www.bloggen.be/pierpont: met af en toe wat onnozel geschrijf;w.bloggen/dduid
3° www.bloggen.be/kris: met wonderbare verhalen over leven en werk van drie Onbekende Vlamingen;
4° www.bloggen.be/zerar, een blog die 12 jaar geleden (in 2008) gewijd was aan de lotgevallen van Zerar, maar datzelfde jaar nog, samen met Zerar, ter ziele is gegaan. Een jonge schrijfster komt nu, ter gelegenheid van Kerst 2019, op de proppen met een striproman De Avonturen van Zerar (cf.bijlage) waarmee onze veel te vroeg overleden held weer boven water komt. Het boek verdient onze volste aandacht en in het nieuwe jaar zal de blog (die de laatste jaren besteed werd aan pictaikus) er helemaal aan gewijd zijn.
Degelijke cursiefjesschrijvers horen
hun lezers tegen het jaareinde een overzicht te geven van het voorbije jaar en
hun verwachtingen en wensen te formuleren voor de toekomst, zegge het nieuwe
jaar dat voor de deur staat. Welnu, van deze degelijke cursiefjesschrijvers wil
ik mij niet distantiëren.
Hoe is het ons vergaan in 't jaar
2019? Voor sommigen onder u is het een vreugdevol of zelfs roemrijk jaar geweest,
voor anderen een jaar vol smart en verdriet. Voor velen onder ons en ook voor
mij is het een jaar geweest zoals een ander. Een jaar waarin brexit, impeachment en zelfs
regeringsloosheid onze kouwe kleren nauwelijks geraakt hebben. Een jaar zonder
regering? Het is voorbijgegleden, met koning Filip in de hoofdrol. Wat mij
betreft geen ziertje pijn. Laat het nog maar even duren: heerlijk, zo zonder
regering! Maar of dat een goeie zaak is voor de regeerders zelf? Laat ik hun
een goede raad geven: laat het niet nog jaren aanslepen, want mensen geraken
aan die regeringloosheid gauw gewend. Persoonlijk heb ik in 2019 meegeleefd en
getreurd om: 1° Gaston Durnez, één van onze grootste Vlaamse schrijvers, wiens
overlijden weinig inkt heeft laten vloeien; 2° Panamarenko, plastisch
kunstenaar van wereldniveau, aan wiens heengaan al heel wat meer aandacht werd
besteed; 3° Vincent Kompany tenslotte, onze voetbalster die voortdurend
geplaagd wordt door spier-, knie- en andere blessures. En wat deze laatste
betreft: iedere blessure is goed voor talloze volle paginas in de kranten en
paginagrote fotos. Dagen lang. En als het dan een beetje beter gaat met
Vincent komt het wéér in de krant, mét fotos. Ja, we worden verwend door de
media. Wat zouden wij zijn zonder de media? De regering daarentegen...
En hoe zal 't zijn in 2020, en
daarna? Kortom, de toekomst. Weeral een jaar ouder. Oud is niet leuk. Weeral
een jaar dichter bij het einde. En ook het einde is niet leuk. En dan is er de
opwarming van de aarde en het smelten van de ijskap met al die rampzalige
gevolgen, u wellicht bekend. Sta mij toe u een goede raad te geven: trek het u
niet aan, laat alles over u heen gaan, 't zal uw tijd wel duren. En als gij ,
zo doende, er niet in slagen kunt om op een vreedzame manier het einde te halen,
vanwege een ongesust geweten, dan heb ik nog wat raad... Maak uw ecologische
voetafdruk wat kleiner. U weet wel hoe dat moet. Laat uw auto aan de kant, en "dit" en "dat", de media leert het u. De media zegt dat de opwarming van de aarde een
halt kan toegeroepen worden. Ik denk dat er so wie so een einde komt aan die
opwarming. Het heeft te maken met de globale ecologische voetafdruk en die is
evenredig met de grootte van de wereldbevolking. En omdat niemand blijkbaar het
recht kan of mag ontzegd worden zich vrijelijk en in groten getale voort te
planten (vraag mij niet waarom?)*
zal die voetafdruk dermate groot worden dat de wereldbevolking op een gegeven
ogenblik in een mum van tijd zal gedecimeerd worden door allerlei rampen
(overstromingen, bosbranden, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, infectieziekten,
oorlogen, vernietigingswapens, hongerdood...) dewelke wij catastrofaal kunnen
noemen, maar die heilzaam zullen zijn voor het voortbestaan van de aarde. Onze
aardbol is een zelfregulerend
mechanisme. Geloof daar maar in.
En mag ik nog eindigen met de wens
dat er in 2020 eindelijk een happy end komt aan iets wat ons allen in hoge mate
bekommert: de knie van Kompany!
Een gelukkig Nieuwjaar!
* Ik herinner mij op dit
ogenblik amper drie personen die zich openlijk uitgesproken hebben tegen het
overdreven voortplantingsgedrag van de mens: 1° Malthus, die zo'n dikke
tweehonderd jaar geleden een wereldcatastrofe voorspelde door overbevolking, 2° professor Vermeersch, onze grote Vlaamse moraalfilosoof en 3° paus Franciscus in januari 2015, met de uitspraak "katholieken moeten niet
kweken als konijnen".
Na vierendertig jaar ervaring in de plastische - zeg maar "esthetische" - neuschirurgie, gevolgd door jarenlange studie en experimenteren, ben ik tot dit verbluffend resultaat gekomen.
Het kunstwerk is te koop en er kan nu reeds geboden worden (vanaf 12.000 euro).
Enkele dagen geleden werd op een kunstbeurs in Miami een werk tentoongesteld van de wereldberoemde kunstenaar Maurizio Cattelan. Een banaan met tape tegen een muur geplakt. Dat zal u, beste lezer, ongetwijfeld niet ontgaan zijn: de media staan er vol van. Kostprijs rond de honderdduizend euro. Het kunstwerk is dermate in de smaak gevallen van de kunstkenners dat het reeds werd aangekocht door verschillende musea en verzamelaars. Meerdere kopers dus. Vraag me niet hoe dat in zijn werk gaat...
De banaan van Cattelan
Jaren geleden heb ik ervan gedroomd een beroemd kunstenaar te zijn. Niet noodzakelijk wereldberoemd, maar dan toch beroemd in Vlaanderen: een BV. Het heeft helaas niet mogen zijn, maar het heeft mij niet weerhouden om ook eens zo'n banaan met een mooie tape aan de muur van mijn badkamer te plakken. Geen kale muur, zoals bij Maurizio, maar een oerklassiek Grieks tafereel. En op de tape een hartje, liefdevol getekend door de meester. En niemand die het wil kopen! Nog niet voor de prijs die ik betaald heb voor de banaan...
De banaan van schrijver dezes
Of ik nu aan de klaagmuur wil gaan staan? Bijlange niet! Of ik ontgoocheld ben? Geen sprake van. In deze wordt de logica allerminst geweld aangedaan. Mijn werk is je reinste plagiaat. Wat telt is ''het idee", en het idee is van Maurizio. En wat zo mogelijk nog méér telt is "de kunstenaar" zelf: Maurizio Cattelan is, zoals reeds gezegd, een wereldberoemd kunstenaar en ik ben... niets.
Geen vak dat beter de weg naar de roem effent dan het kunstenaarschap. Noem mij één trambestuurder, noem mij één business manager, noem mij één ortopedisch chirurg die de status van Bekende Vlaming verworven heeft. Gij vindt er geen, nietwaar? Kunstenaars daarentegen... Constant Permeke, Roger Raveel, Johan Tahon... Wereldberoemde grafische kunstenaars van bij ons. Zonder hen had de wereld nu niet kunnen genieten van "de liggende boer", "de moeder met kind", "de universus". Hoe terécht is het dat deze drie tópkunstenaars in de adelstand werden verheven: baron Permeke, ridder Raveel en baron Tahon! Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik van die laatste niet helemaal zeker ben, maar goed klinken doet het alleszins en verdienen doet hij het ook.
Permeke en zijn meesterwerk op bankbiljet
Moeder met kind: meesterwerk van één van onze allergrootsten
Universus (alias "snottebelle") in het centrum van Oudenaarde
En die trambestuurder, die business manager, die ortopedisch chirurg, hadden die dan géén talent? Wellicht wél, hoor ik u denken, maar geen kúnstenaarstalent, geen talent dat leidt tot adellijke titels en wereldfaam. Of beschikten mijn drie Onbekende Vlamingen wél over kunstenaarstalent, maar ontbrak het hun enkel aan een dosis lef om de weg naar de eeuwige roem in te slaan, het weze nu nog ónder die absolute top: Cattelan, Permeke, Raveel, Tahon?... Over die vraag zullen we ons buigen in 2020, het hele jaar lang. Misschien op een splinternieuwe blog. Wees gerust, waarde lezer, ik houd u op de hoogte. Langs deze weg...
Gaston Durnez is overleden, lees ik in Het Nieuwsblad van heden. Voor mij
was het niet echt "nieuws" want een paar uur na zijn overlijden had zijn
schoonzuster mij reeds op de hoogte gebracht. Ik heb hem gekend: een wijze en
minzame man. Hij is één van de grootste Vlaamse schrijvers van na de tweede
wereldoorlog. Talrijk zijn de literaire prijzen die hij behaald heeft en evenzeer
de onderscheidingen die hem te beurt zijn gevallen. Zijn literair oeuvre in
ontzaglijk groot, alleszins teveel om op te noemen. Geen enkel literair genre
was hem vreemd: gedichten (1), kinderboeken, novellen, verhalen, kronieken,
cursiefjes, biografieën, filmscenario's... Hij was ook journalist voor verscheidene
kranten en tijdschriften in Vlaanderen en in Nederland. Het langst was hij in
dienst bij De Standaard en Het Nieuwsblad. En dat zal wellicht de reden zijn waarom Het
Nieuwsblad een (weliswaar eerder klein) artikel wijdt aan zijn overlijden (2).
*Rust zacht Gaston, gij waart een
groot kunstenaar!
k
(1) Vier jaar geleden heb ik van Gaston één van zijn dichtbundels ten geschenke gekregen: "Lichtverzen". De opdracht die hij er toen in geschreven heeft: "Aan K., die wel weet dat er zonder humor geen ernst bestaat"! Dat jaar (hij was toen 87) zijn drie boeken van zijn hand verschenen. Zie www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=2756025.
(2) Op pagina 2 wel te verstaan, want voorpagina's zijn zoals bij de meeste kranten, voorbehouden voor de écht wereldschokkende gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld het zoveelste knietrauma van Vincent Kompany: bladvullende kleurfoto op de voorpagina met nog drie pagina's commentaar binnenin...
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.