AUTO IN BRAND GESTOKEN. In de Jorezstraat in Anderlecht steken vandalen een wagen in brand. Een vijftal jongeren rijdt een auto op een hoop aarde in het midden van het plein tussen de Jorezstraat en de De Bruynestraat. Daarna steken ze de wagen met benzine in brand. Het is niet de eerste keer dat vandalen in de buurt te keer gaan. Volgens de burgemeester gaat het om initimidatiepogingen naar aanleiding van de renovatie van het plein. (einde artikel)
Een vreemd artikel. Zo vraag ik me af wat een vijftal is. Zijn er dat vier? Zes? Of precies vijf? De constructie een x-tal gebruiken we naar mijn oordeel wanneer we het over grote aantallen hebben die we zo 1-2-3 niet kunnen tellen. Nog in mijn oordeel begint dat bij een twintigtal, alles daaronder is wel eentweedrie te tellen. Een vijftal jongeren = ongeveer 5 jongeren, het kan ook iets meer of minder zijn. Vreemd.
Ook leuk om weten is dat het een wagen met benzine was, niet met diesel: Daarna staken ze de wagen met benzine in brand. Waar het blijkbaar onmogelijk was om exact te zijn over het aantal jongeren, was het voor de journalist (of politieman) alvast geen probleem om het type wagen te preciseren. Vreemd.
Maar wat me het meest frappeert en wat tegelijk de reden is waarom ik dit artikel heb gekopieerd, is het begrip jongeren. Iemand zei het onlangs op een forum en ik kan niet anders dan die persoon bijtreden: anno 2009 staat jongere qua betekenis gelijk met boef, meestal allochtoon. De rellen rond metrostation Ribaucourt en in Anderlecht van twee weken geleden waren ook veroorzaakt door jongeren. Journalisten lijken dit versmukkende woord te gebruiken om niet preciezer te moeten zeggen om wie het gaat, wanneer het gaat om de etnische achtergrond, maar ook wanneer het gaat om de leeftijd. Wat zijn de grenzen om iemand een jongere te noemen? Sommigen hanteren de go-pass leeftijd van 26 jaar als bovengrens, iemand van 27 is daar geen jongere meer. Politiek partijen hebben een veel hogere bovengrens voor hun jongerenafdelingen, dat gaat vaak tot een eind in de dertig.
Een heleboel mensen lijkt er trouwens al niet meer bij stil te staan dat ze het woord boef of herrieschopper vervangen door jongere, zoals te horen is in het filmpje in de link. De newspeak heeft een verzachtende omstandigheid in zich, suggereert een achtergrondverhaal van sociale achterstelling, onvoldoende kansen en een onverwerkte cultuurclash. De term jongeren pleit de vandalen dus al een beetje vrij.
De dag waarop iemand mijn kind een jongere noemt, weet ik dus hoe laat het is.
Een van de merkwaardige neveneffecten van de menselijke evolutie is dat wij naar de wereld hebben leren kijken met het oog van een buitenstaander. Al vele duizenden jaren turen we als observatoren naar maan en sterren, naar bomen en bloemen, naar leeuwen en mieren en veel meer. Al dat getuur heeft overigens flink wat vruchten afgeworpen, veel van onze huidige technologie en wetenschap is de beloning van lange en nauwkeurige observatie.
En toch is het bizar. Want het valt toch moeilijk te ontkennen dat we helemaal geen buitenstaanders zijn. Integendeel, wij maken onlosmakelijk deel uit van de wereld rond ons. Niet alleen van onze onmiddellijke omgeving trouwens, maar ook van de onmetelijke ruimte overal rond ons. En daardoor kan het niet anders dan dat wij invloed uitoefenen op die wereld en omgekeerd heeft de wereld invloed op ons.
Wat de Aarde betreft, we worden ons stilaan bewust van de invloed die wij mensen hebben op de algemene toestand ervan. De vergelijking van de mens met een allesverslindende bacterie die in een mum van tijd een habitat verovert en vernielt, is heus niet zo ver gezocht.
We zijn ons echter minder bewust van de invloed die we (kunnen) hebben op dingen die zich ver buiten ons gezichtsveld bevinden, dingen die op misschien enkele miljoenen lichtjaren van hier gebeuren of leven of hangen of wachten. Het is ook niet zo eenvoudig om in te beelden dat een slaande armbeweging van mij hier iemand anders op een verre wereld een warm oor zou kunnen bezorgen. En toch hebben we volgens mij invloed.
Ik heb de volgende metafoor. Het heelal is een grote bol ongebakken deeg met daarin miljarden rozijntjes. Al die rozijntjes bevinden zich ergens in het heelal en niet elk rozijntje heeft zich op elk ander rozijntje en weet dus niet van alle rozijntjes dat ze bestaan. Toch kan het zijn dat een rozijntje invloed uitoefent op een ander rozijntje dat zich helemaal aan de andere kant van het deegheelal bevindt. Stel dat een rozijntje in het alfakwadrant van het deeg onder invloed van een of andere kracht naar beneden begint te zakken. Het zakkende rozijntje trekt daarmee aan de structuur van het deegheelal zelf. Die trekking kan tot diep in het deeg merkbaar zijn. Het trekkende rozijntje is zich daarvan niet bewust, de rozijntjes die er de gevolgen van ondervinden verbinden wat hen overkomt evenmin met de val van dat ene rozijntje. En doordat het verre rozijntje de invloed ondervindt van het trekken van het heelal als gevolg van de val van het alfakwadrantrozijntje, zal het met zijn reactie ook een invloed gaan uitoefenen op andere rozijntjes in andere regios van het deeg. Zo gaat dat door en op die manier kunnen we ons voorstellen dat alles met elkaar verbonden is en bijgevolg dat alles op elkaar een invloed kan hebben of heeft, ook al kunnen we het niet zien.
Tis te zeggen: tot God beslist om het deeg in de oven te zetten, natuurlijk.
07-09-2009 om 11:18
geschreven door Jordi Puixants