Aan de aardappel
De aardappel heb ik lief daar hij,
Strevend naar volkomen rondheid,
Altijd ànders rond is,
En oogjes heeft
Als van een blindgeboren diertje.
Ik heb hem lief daar hij, zo lekker,
Door de Groten wordt miskend;
Daar zijn kruid zo lelijk
En zijn bloem zo onaanzienlijk is,
En vooral daar hij
(Alsof hij wist dat hij in vrouwenhand
Belandt)
Bescheiden en beschaamd
Zijn klootjes
Verborgen houdt onder het zand.
- Ben Cami
Ars Poetica
ik weet het nog als de dag van gisteren
(ik was misschien 22): ik zat
te broeden op een gedicht, en mijn moeder
zat bij het raam de aardappels te schillen
het vers wilde maar niet lukken: het zweet
stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik:
Hoe kan men in godsherenaam dan ook
poëzie schrijven in een kamer waar
iemand aardappels zit te schillen?
die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het
vers af: het was een bijzonder slecht vers
en pas heel veel later begreep ik: de beste
gedichten schrijft men al aardappels schillend
- Cees Buddingh'
01-06-2009 om 00:00
geschreven door Woelahoep 
|