We zagen toch een beejt op tegen deze dag, gezıen het relıef dat voor ons lag. We moesten tot op 800 meter stıjgen vanop 200 meter en de kaart kleurde van groen naar bruın. We vertrokken daarom om 8u rıchtıng Asenovgrad. Deze weg hadden we de de vorıge dag al met de bus gedaan, maar met de fıets leek hıj een pak korter, gelukkıg! Enkele honden jaagden ons wat schrık aan, maar voor de rest nıets noemenswaardıg. De hellıng was lang, maar mınder zwaar dan gedacht, het zwaarste deel lag op de grote baan rıchtıng Khardzalı, wat meestal zo ıs als je denkt dat je er al bıjna bent. In kardzalı hadden we nog wat tıjd over en vonden een bar waar ze Duvel, Hoegaarden, Leffe en Jupıler verkochten! Een jupke later legden we ons ın het gras en wachtten op telefoon van onze volgende gastheer: Radoslav, Rado voor de vrıenden! Bıj hem aangekomen begon ık dırect ons vuurtje open te vıjzen om te checken wat er nu mısgıng, en als snel kwamen sam en rado mee het probleem bekıjken. Na een uurtje deed het vuurtje wat het moest doen, maar waar het nu echt aan lag...geen ıdee.
We aten samen met Rado en zıjn vrıendın Nadıa uıt Frankrıjk 's avonds, en proefden lekker bıer met fruıtsmaak.
Na nog even maıltjes checken kropen we onder onze slaapzakken, voor een vroeg vertrek de dag erna...
Eerste werk: een nıeuwe fıetspomp kopen ın de lokale fıetsenwınkel! De mıjne ıs gebarsten en dan ıs het leuk een reserve bıj te hebben. Tweede werk: een gastankje kopen voor het geval het vuur raar blıjft werken op benzıne, dıt zal onze gemoedsrust ten goede komen...en onze honger ook.
Na de mıddag wılden we het klooster van Bachkovo bekıjken met de bus, maar er bleek op de bus pas plek te zıjn twee uur nadat we op het busstatıon waren. Dan besloten we maar om de hoogste heuvel van de stad te beklımmen omdat anton ons dıt aangeraden had. Nu had hıj ons dıt wel bıj valavond aangeraden, en nıet op het warmste moment van de dag. Het uıtzıcht op de top was mooı, maar het slaapje op de top deed nog meer deugd. Mooı op tıjd namen we de bus naar Bachkovo en bezochten we het drukbezochte klooster waar de gewıekste zakenman zıjn weg ook al naartoe had gevonden. Ze verkochten op deze heılıge plaats alles wat een mens nodıg heeft, ınclusıef speelgoedwapens! De enıge geloofwaardıge plek was de donkere kapel zelf, waar er een rıj wachtenden stond om een kaarsje aan te mogen steken... Enkel jammer dat de mensen dıe daar werken de kaarsen na enkele mınuten al uıtblıezen en wegwıerpen...
's Avonds was er een groot feest ın de stad met een mını-parade met vuur en dergelıjke en een massa mensen daar achteraan. Het was erg knap om zıen, maar wat er nu exact gevıerd werd weten we ook nıet. Daarna volgde de apotheose voor ons, want we hadden bar Contrabas uıteındelıjk gevonden, en het was nıet abnormaal dat we het de vorıge avond nıet gevonden hadden...ın dat moeılıjke centrum.
Daarna nog even kennıs maken met onwe twee duıtse roommates en slapen maar!
Op de landkaart gıng het mooı naar beneden, en eıgenlıjk klopte dat ook wel. 's Morgens kwam er nog een man ons slaapveld op gereden om even een klapke te doen. Wıj dachten ın onze westeuropese reflexen dat we van het veld gestuurd gıngen worden, maar hıj was gewoon geınteresseerd ın onze reıs.
De kılometers naar plovdıv vıelen goed mee en toonden ons een mooı stuwmeer en een (zoals de polıtıe had gemeld) erg slechte weg, doordat het asfalt weg was gehaald door wegenwerkers. Bumpy rıde!
Meer en meer worden we erg raar aangestaard door de lokale bevolkıngş we vermoeden dat de meeste fıetstoerısten toch de grote weg nemen, en geen tıjd wıllen verspıllen. Wıj vınden echter dat deze wegen een pak meer de moeıte zıjn om te nemen. Je voelt je weılıswaar soms nıet op je gemak, als de asfaltweg plots helemaal weg ıs en je stapvoets langs barakken (geen echte huızen dus) bolt terwıjl alle honden je nablaffen. Maar je maakt wel kennıs met hoe het echte bulgarıje eruıt zıet. Hıer zıe je hoe goed of slecht de bulgaren het echt hebben, zonder de franjes van de met vlaggetjes versıerde tankstatıons naast de autoweg.
Aangekomen ın Plovıd botsten we op een zwıtser, davıd, dıe ons prompt meenam naar het hostel waar hıj verbleef, pal ın het hıstorısche centrum. Het hostel was prıma ın orde, en na een douche gıngen we op zoek naar de plovdıvse varıant van de gratıs rondleıdıng, en we vonden hem nog ook! Anton leıdde ons drıën en 2 canadese vrouwen door de hele hıstorısche stad. Hıj was wat zenuwachtıg aangezıen het slechts de tweede maal was dat hıj dıt deed, maar de rondleıdıng was weer erg leuk om volgen. 's Avonds zochten we gedurende lange tıjd een jazzcafé genaamd contrabas, naar na anderhalf uur rondwandelen hadden we het nog steeds nıet gevonden. We ploften dan maar neer op een mooı pleıntje...en trokken daarna naar ons beddeke.
Tıjd om de grote snelweg te verlaten dıe ons naar Sofıa geleıd heeft, vanaf nu nemen wa wat tıjd om om te rıjden, wat een beetje meer bergen ınhoudt, en wat mınder verkeer, hopelıjk!
De ı's mankeren puntjes hıer ın turkıje, maak je daar geen zorgen over, zo hoort dat hıer
De bergachtıge weg vıa Belopotsı en Smolsko was ın slechte staat, maar ondertussen ıs ons achterwerk hıer al aan gewend en zorgt het tenmınste voor wat afwısselıng van het vlakke asfalt van de snelweg. We passeerden godverlaten dorpjes, mooıe vlaktes en groene plateaus om aan te komen ın Panagjurıste, waar enkele agenten ons aanwıjzıngen gaven over welke weg te nemen. De een zeı: "The road ıs very bad", de ander zeı "Look at theır bıkes, ıt wıll be ok." Daar ook nog een stopje gedaan om een pıntje te drınken en dan op weg naar onze slaapstek ın de buurt van Strelca. Redelıjk snel vonden we een veldje nabıj de weg, waar het kookavontuur begon. Vuurtje weıgerde stevıg dıenst, en ık kon er echt nıet aan uıt. Alles geprobeerd om het aan te houden, maar het vıel constant uıt. Dıt was onze recorddag fıetsen ın kılometers en dan wıl je maag ook wat. Uıteındelıjk,na een stevıge steekvlam en erg veel benzıne bleef het vuur toch een tıjdje aan, net genoeg om de pasta gaar te krıjgen. Sam haalde de pot eraf, vuurtje vıel uıt. Perfecte tımıng dus, ware het nıet dat sam bıj de afgıeten alle pasta ın het gras flıkkerde. Na veel gevloek besloten we dan om pechen met brood en dergelıjke te eten, was ook lekker! We zıjn nıet met honger gaan slapen, maar wel met een ongerust gevoel over de komende kookdagen, gezıen de kuren van het vuurtje.
Ik probeer een beetje bij te benen met de blog vandaag!
De rustdag in Sofia begon met wat uitslapen. Na een laat ontbijt en middagmaal trokken we samen met Kristina de stad in om daar te genieten van een gratis sofia tour. De tour werd in perfect engels geleid door een bulgaarse student Rechten en toonde ons verschillende kerken, monumenten en parken. Een van de leuke feiten van deze stad is dat er op een oppervlakte van ongeveer 1 vierkante kilometer vıer verschillende godsdienste vertegenwoordigd zijn. Er staan een moskee, een synagoge, een katolieke en een orthodoxe kerk echt dicht op elkaar, zonder dat er in die stad enig spoor is van wrijvingen of spanningen. De stad heeft prachtige overheidsgebouwen en de afbeeldingen en standbeelden van leeuwen zijn niet te tellen, ze hebben daar duidelijk iets mee. Vroeger is de stad onder de naam Serdica (wat "midden" betekent, naar het midden van het balkangebied) een erg belangrijke stad geweest voor verschillende beschavingen. De naam Sofıa kwam er pas nadat er een grote kerk was gebouwd voor Sınt-Sofıa, en de mensen eerder de naam van de kerk dan die van de stad gebruikten.
Na de tour mochten we van een overijverıge politieagent de metro niet binnen met onze fles wijn die we voor de ouders van Kristina hadden gekocht. Toen hij even van wachtplek wisselde, slopen we met klingelende wijnfles toch het station bınnen, we konden daar toch niet met lege handen toekomen... Een wijntje, een stella, watermeloen en veel kaas en salami later kropen we daar ons tweepersoonsbed in.
Ik hoop snel meer te kunnen bloggen, vanuıt Istanbul, en dan zullen er ook terug foto's tevoorschijn komen, dat lukt nıet ın dit internetcafe.
Terug de Grote Boze Weg op! Vlak voor Dimitrovgrad konden we gelukkig een zijwegje nemen, Sam vond zelfs een postkaartje van Servie, oef! Volgende halte: de grens met Bulgarije. Stilaan werd de weg daarheen een echte autosnelweg met twee rijstroken in elke richting, een vangrail en een pechstrook. Aangekomen bij grens keken ze ons gelukkig niet raar an dat we daar met onze fietsen stonden. Vraag van douanier: Tourismus? Antwoord: Yes! Zijn antwoord: Good luck, byebye! Tot daar de grenscontrole..
De weg ging omhoog, en lang omhoog. Dit samen met de felle wind op kop en de vrachtwagens was een onaangenaam eerste deel van de route. In tegenrichting reed een Brit die net in een jaar tijd de wereld was rondgereden. Hij was in 5!!! dagen van Istanbul gekomen en leek nu zo snel mogelijk terug in Liverpool te willen zijn. Helemaal alleen, dat is toch een ander paar mouwen, denk ik.
Na die helling veranderde het landschap compleet, van de groene velden in Servie zag alles er plots veel droger en nog wijdser uit. Het was een lang plateau met heuvelruggen op, de wind bleef maar in andere richting reizen (ik hoop dat er nog lucht over is in Istanbul als wij daar aankomen!) en Sofia kroop dichterbij. We legden onze (hopelijk) laatste kilometers op die E80 af en arriveerden aan de ring rond Sofia. Een telefoontje met onze volgende warmshower host (Kristina) en we zaten in een ruim appartement ietsjes buiten de stad. Zalig douchke en dan maar de stad in, gewapend met een toeristisch kaartje en verse sokken aan de voeten. Kristina moest studeren voor een examen dus ze was maar al te blij dat we ons die avond in de stad konden bezig houden. Veel mooie dingen gezien (kerken, monumenten, onze eerste minaret, tuinen,...) lekker bier gedronken (Shivo Pivo: zonder bewaarmiddelen) en frieten met zoute kaas op (ahja!) gegeten. We vonden zelfs blonde Leffe! Toen we nog een leuke buurt met een live optreden vonden, moesten we jammer genoeg al richting metro gaan, om niet te laat terug thuis te zijn. Morgen zitten we hier nog een dagje, dan leidt Kristina ons rond.
Waar er een update volgt, who knows!? Alles dus nog steeds ok met mij en sam, het materiaal houdt het goed vol, en de sfeer zit er nog altijd in!
Hostel betalen en wegwezen maar! We wilden de archeologische site Mediana nog bezoeken de even buiten de stad lag, maar we waren wat gedemotiveerd door de felle oostenwind die er weer stond en onze snelheid ging nogal de dieperik in. Ook hadden we die dag geen keus dan de grote rode weg op de kaart te nemen, zonder echt te weten wat dat inhoudt (autostrade?). Wel had ik de vorige dag maar een spiegeltje gekocht om aanstormend verkeer op tijd te kunnen spotten.
In het begin viel de weg mee. Het klom wel, maar de gevreesde drukte bleef uit. Nu en dan moesten we een tunnel door waarin het aanzwellend geluid van vrachtwagens in je rug je wel erg klein doet voelen. We reden door een kloof richting Bela Palanka, en daar besloten we aan een fonteintje te eten (voeten koelen!). Na enkele minuten stonden er twee duidelijk arme jochies die het niet konden laten om overal aan te komen. Wijzelf begonnen pas ietwat argwanend te worden nadat eerst een agent de jongens weg wilde sturen (wat ze dus niet deden) en daarna enkele oudere heren uit het dorp ze nogeens zeiden ons met rust te laten. Om alles wat te laten kalmeren besloten wij op te kramen en een kilometer verder buiten het dorp onze sardientjes naar binnen te werken.
We reden via de grote boze weg (ondertussen mochten de auto`s daar al 80km/u rijden) naar pirot, waar sam tevergeefs op zoek ging naar een postkaartje, en vertrokken daar weer met als volgende doel: slaapplaats! Na Pirot werd de weg echt gevaarlijk, een lange rechte baan zonder pechstrook. Je werd er om de oren geslagen met vrachtwagens die tegen 90 langsrazen en wagens die vanuit de andere richting dubbel reden en zo wel erg dicht bij ons passeerden. Na een tiental km kwamen we bij een camping. de bijzonder onvriendelijke dame eiste tien euro per persoon voor een nachtje, we probeerden uit te leggen dat we de vorige nacht dezelfde prijs betaald hadden voor een prima hostel, maar dat maakte niet uit. Wij dus verder, geheel onterecht, niet erg gerust in de afloop van onze zoektocht. Nu vonden we, een kilometer of drie van de Grote Weg af, net na Sukovo, een plekje om U tegen te zeggen. Geen lawaai, een vlak stukje kort gras, net naast een snelstromend riviertje en ZONDER muggen. We konden ons geluk niet op en de 2 liter Yelen Pivo was leeg voor we er erg in hadden. Een tentje was niet nodig en we kropen zo dus maar in onze slaapzakken.
Nis was onze volgende grote stad en mogelijkheid tot een douche! Via Dragana uit Belgrado hadden we een telefoonnummer van een zekere Alexandra (onze lokale gids en toeverlaat in Nis). De halve dag rijden viel toch een beetje zwaar. Het lijkt of je lichaam voelt hoeveel het de volgende dag gaat moeten fietsen, en het herstelt tijdens de nacht enkel zoveel als minimaal nodig . Ook kregen we de eerste tekenen te voelen van een felle oostenwind die ons de komende dagen tegemoet zou blazen.
Aangekomen in Nis, kochten we een nieuwe binnenband (de oude herstelde lijkt niet erg betrouwbaar meer) en trokken we naar een mooi hostel vlakbij het fort. Fietsen mochten we voor de kamerdeur posteren, we hadden een keuken, badkamer, propere handdoeken en een bar achter de hoek! Alexandra leidde ons langs alle mooie delen van de stad: het fort, de lokale meir, de bijzondere kerken en het archeologisch museum. Een vreemd verhaal over een van die kerken was dat deze niet hoger mocht zijn dan de hoogste minaret van de stad in die tijd. Nu moet een kerk een zekere hoogte hebben om als kerk erkend te kunnen worden. Inventief alde Nissenaren toen waren, delfden ze een put waar de kerk dan enkele verdiepingen lager toch haar hoogte kon bereiken. Nis lag vroeger op een erg drukke handelsroute en is een belangrijke plaats geweest voor verschillende beschavingen: de Ottomanen, de Romeinen, ... nog steeds vinden landbouwers, wegenwerkers, ... hier regelmatig artefacten uit die tijd.
Eigenlijk wel een knappe en gezellige stad, `s avonds stroomden de oevers van de rivier vol met jonge mensen.
De gele weg richting het zuiden begon stilaan wat meer heuveltjes te bevatten. Op de kaart hadden we dit al wel zien aankomen, maar je blijft hopen dat ze ernaast zit. Ze zat er mooi op. Voor Jagodina hadden we een vijftal klimkilometers tegen 8%, met daarna een afdaling tot in de stad, die we dan maar ineens doorbolden ook. Paracin was ons eigenlijke einddoel van die dag, maar door de vooruitgang van gisteren hebben we daar uiteindelijk rond 13u al kunnen lunchen. Daar werden we aangesproken door een jonge zwitserse met de woorden: Where the hell are you from? Alsof je echt wel goed gek moet zijn om hier wat te komen rondfietsen. Een babbel verder reden we door naar Deligrad, waar we de laatste 2 frisdranken uit winkeltje dronken: een coca en een benni cola, die we halfweg dan maar uitwisselden om smaken te vergelijken. Coca won. Een duitssprekende oudere dam gaf ons nog bijzonder verse druiven mee, en zo fietsten we de laatste kilometer naar Rutevac, waar we langs de weg een erf met daarop een kerk en twee huizen zagen. Na even aandringen bij de bewoners (wij zijn zindelijk, erg stil, en hebben ons eigen eten bij!!!) mochten we onze tent tussen de pruimenbomen posteren. Uiteindelijk kregen we ook van hen weer fruit en toegang tot drinkwater, wat erg welkom was.
Vandaag was de dag van grote mijlpalen in de tocht . We overschreden niet alleen de 1000km, maar ook onze grote vriend de Donau, die we al die tijd gevolgd hebben, moeten we links van ons laten liggen om meer richting het zuiden te kunnen trekken. De weg uit Belgrado was zoals de meeste wegen uit grote steden, onaantrekkelijk, omhoog, druk en door arme wijken... Vlak voor Smederevo besloot mijn achterband om plat te gaan en een kwartiertje en vuile handen later zaten we voor de laatste maal aan de Donau bokes te eten, vlakbij het fort. Van hieruit: pal naar het zuiden! Onderweg maakten we kennis met enorm veel roadkill (honden, katten, vogels, slangen, ...) en met een speciale bouwstijl. De benedenverdieping van de meeste huizen was af en bewoond, net als de meestal piekfijne tuin, maar daar bovenop stond vaak een etage in ruwbouw. Geen ramen of deuren, alsof ze rekening houden met grote overstromingen of abrupte gezinsuitbreiding. Ons doel was te overnachten in een klooster niet te ver van Velika Plana, maar navraag in de buurt maakte duidelijk dat daar niet geslapen kon worden. Een beetje verder, in de buurt van Markovac vonden we wel een mooi plaatsje langs een rivier en een spoorweg, veel treinen hebben we die nacht niet gehoord.
Die ochtend moesten we onze fietsplannen richting Nis even uitstellen omdat Sam zijn knie niet deed wat een knie zou moeten doen: plooien zonder pijn. Maar niet getreurd, dit zorgde voor een grondig nazicht van de fietsen en ons kookstel. Sam kwam er zo bv achter dat zijn voorwiel niet echt stevig in zijn vork zat, mooi! `s Avonds kon sam dan terug deftig wandelen en zijn we inkopen gaan doen om te koken voor onze gastheer/dames: Alex, Maya en Dragana. Afsluitend gaf sam een jongleerles en kropen we onze nest in, uitkijkend naar dee regen die die nacht zou moeten vallen, de eerste regen in twee weken tijd....
Ook minder goed nieuws: Ward heeft een job, en een job verwacht dingen, dus moet Ward jammer genoeg naar huis terug. Rond drie uur hebben we hem ˝tot ziens" gezegd op de luchthaven van Belgrado, want het plan is nog steeds dat hij rond november terugkomt naar waar ik dan ook zijn mag (Jordanië?).
Hierna was het tijd voor een was en een plas en ging Alex (een huisgenoot) ons met de fiets rondleiden in de stad. Een minpuntje: Alex is een triathleet en is dus niet vies van wat kilometers, en wij wel op een rustdag. Het resultaat was een mooie lange tocht langs stukken van Belgrado die we anders nooit waren tegengekomen. Ten oosten van de stad bevind zich een gigantische groene vlakte met gratis ruimte voor zo goed als alle (water)sporten, ontspanning, restaurantjes,enzovoort...echt knap om zien. Nadien inviteerden we alle roomies op een lekkere fles Yelen Pivo (goei bier! zeker na drie weken heineken) en tikte ik deze laatste woorden in.
Wat de toekomst brengt weten we niet, maar onze beperkte ervaring zegt: over drie dagen Ni, over zes dagen Sofia, over 20 dagen Istanbul? No rush, der Weg ist das Ziel zeiden ze ons vandaag nog... en zo is het ook!
Van grote stad naar grote stad: een zeldzaamheid op onze route. Een Poolse tegenligster kon ons vertellen dat onze weg "apart from two hills very flat" was. Nu viel die eerst hill toch mooi tegen. Ondanks de hellingen die we al gedaan hadden, was een helling van 6-8% gedurende 4 km toch iets wat we nog niet gedaan hadden. Gelukkig kwam na dit halfuur stampen een afdaling die zo geleidelijk ging dat je een tiental minuten de pedalen niet hoefde rond te laten gaan, nice! Ook de windgoden waren ons goedgezind, heel de weg richting Belgrado blies hij netjes in de rug, waardoor we veel te vroeg op onze bestemming aankwamen. Zelfs een zwemmetje in de Donau (samen met een stel koeien, maar dat stoorde hen niet) bij Suduk kon dit niet verhelpen.
In Belgrado aangekomen droegen we onze fietsen naar de 2e verdieping van een app-gebouw van een vriendin (Maya) van een vriendin van Sam, en trokken we de met de bus de stad in. Daar deden we een salsacafeetje en enkele kilometers sightseeing. Aangezien een bus terug onvindbaar was waren we verplicht een taxi terug te nemen. Sjieke stad, Belgrado, zeker het fort!
Een mooie ochtend in de schaduw, enig! Sam verjaart: ballonnen aan de fiets, een exclusief lokaal ontbijtje met drinkyoghurt, muntjes, koffiekoeken, appelsiensap,... Na dit plezant intermezzo snel terug over naar de orde van de dag: Fietsen! Een dagje Donau volgen bracht ons bij de stad Loki, waar we -speciaal voor sams verjaardag, maakt dat mee!!!- een terraske hebben gedaan, en ook onze volgende grens overstaken, van Kroatië naar Servië! Vukovar vertoonde nog tekenen van de oorlog die zich hier twintig jaar geleden heeft afgespeeld... We reden vele afdalingen en hellingen door, aangezien de geschiedenis had bepaald dat elk dorp zich in een put moest bevinden, en een weg rond die put heiligschennis moet zijn geweest. Deze putten door kwamen we op een 20 km van Novi Sad, waar ik besloot dat een langzamer tempo me beter zou liggen (mijn kniën begonnen wat lastig te doen), en ik niet graag heb dat mensen op me wachten. Conclusie: Sam en Ward reden alvast vooruit naar de grote stad waar we een slaapplaats hadden gereserveerd, en ik maalde een beetje trager dezelfde weg af om een twintig minuten later deze mooie stad binnen te rijden. Slaapplaats bij Anna was prima, alsook de douche mocht er wezen! Anna had een cafeetje iets verderop (Bike Kitchen) waar iedereen, en dus ook fietsers, welkom zijn voor een optredentje, een pintje, of een herstelling aan zijn fiets. Een leuke avond en weer een lokaal drankje (Rakija?) rijker konden we tegen 2u ons bedje gaan beslapen.
Aan de plaatsnamen te zien verwijderen we ons stilaan van de Westerse beschaving, wat communicatie met de lokale bevolking er niet gemakkelijker op maakt. Veel gebaren, glimlachen, tekeningetjes en een mix van alle talen die we kennen maken het ons mogelijk om alles te vinden wat we nodig hebben: zwemplaatsjes, nectarines, slaapplaatsen, verharde wegen...
We werden gewekt door een vroege Ward die er weer erg veel zin in had, rond half zeven hoorden we hem al druk in de weer met vanalles en nog wat. Hoeveel lawaai kan een mens maken met plastic zakjes ? Gelukkig kreeg hij hulp van een werfleider die ons kwam melden dat onze slaapplaats binnen het halfuur een stofwolk zou worden, dus hadden we weinig andere keus dan op te krassen. Tien minuten later kwam inderdaad de eerste graafmachine al naast onze tent staan. Wijle weg natuurlijk. Vijftig meter verder kreeg ward een platte band en hadden sam en ik rustig de tijd om te ontbijten, soms kunnen pannes ook mooi uitkomen dus .
Een stuk van 36 km onverharde weg veroorzaakte redelijk wat vertraging, doordat een omweg die op de kaart goed te volgen leek, in werkelijkheid doodliep op een riviertje. Nadat we al onze pistes hadden bekeken (zie foto) besloten we nog enkele kilometers onverhard voort te bollen om later een omweg te nemen. De dag voerde ons naar Osijek, een mooie stad aan de Donau, waar we een zwemmeke konden doen, en wat inkopen konden doen, zoals het speciale verrassingsontbijt voor sam de volgende ochtend.
Na Osijek reden we nog 15 km naar een afgemaaid veldje, waar we de muggen voor waren om ons tentje op te zetten.
Dag 7: Budapest -(trein)- Szekszard -(Fiets)- Mohacs 105km
We begonnen vandaag met een treinritje van Budapest naar Szekszard, om wat tijd in te halen, en sprongen daar om 12u bij 35 graden op het zadel. De Donauroute liep over een dijk van verharde en onverharde stukken die eindeloos leek te kronkelen doorheen bossen van hoge bomen. Ward zijn ligfiets is niet erg aangepast voor de onverharde stukken en na een tijd besloten we op te splitsen. Ward deed een omwegje van 10km terwijl sam en ik vrolijk doorploeterden over de onverharde weg richting Mohacs. Daar aangekomen namen we de ferry naar de overkant van de rivier, samen met een hoop locals en enkele paarden.Nu was het tijd om een slaapplaats te vinden. De gps liegt nooit en een padje zou ons naar de oever van de donau brengen waar we rustig konden beginnen koken. De gps loog: het pad werd steeds meer onbegaanbaar en bleef koppig evenwijdig met de rivier, met tussen ons in niets dan dichtbegroeid bos. Tot overmaat van ramp werd het we gretig begroet door hordes muggen die zich niets aangetrokken van de ettelijke dode broertjes die we al hadden platgeslagen op onze armen, benen, hoofd... Er zat niets anders op dan dit hellepad helemaal terug af te leggen, ieder voor zich. Na een kwartiertje stonden we met drie puffend buiten het bos en reden dan maar 5 km verder naar een open veldje. Het kon ons echt niet schelen of we daar gingen verjaagd worden of niet, daar waren we te moe voor.
Vandaag leidde Marcell ons de hele dag rond door Budapest. Gewapend als echte toeristen met fototoestel en kaartje trokken we met de metro en te voet de stad door. Het prachtige parlement, de opera, de citadel en het stadsslot passeerden de revue. Ergens in een achterbuurt vonden we een soort zomerbar om enkele cafe frappes te smaken.`s Avonds tijdens de pintjes en pizza merkten we echter dat de komende dagen erg (ERG) zwaar gingen worden (150km/dag) om op tijd in Belgrado te zijn zodat ward zijn vlucht terug kon halen. Een noodplan werd met de hulp van marcell uitgewerkt en we kwamen uit bij een half dagje sporen ipv fietsen...Met die stress achter de kiezen: slapen!
Beste lezertjes!
Het was weer vroeg vanmorgen, om 7u eruit om om 8u op het zadel te zitten. Als opwarming diende de helling weg van het meer van Velence zich aan. De rest van de route was minder pittoresk. We hadden twee mogelijke wegen: de autosnelweg naar Budapest; vergelijkbaar met de pest, dus kozen we voor de cholera: een drukke steenweg met vrachtwagens en ander verkeer. Ward loste dit mooi op door achteraan te fietsen en ons adhv zijn spiegel toe te brullen als er breed verkeer aankwam, heel efficiënt. De aanloop naar Budapest was een aaneenschakeling van slaapsteden en industriegebieden, minder mooi dan verwacht dus. Wel vonden we een leuk plekje bij een uitloper van de Donau, om een zwemmeke te placeren. Over de vrijheidsbrug in het centrum van de stad staken we over en kwamen we aan bij Marcel, een vriend van Sam die hier in Budapest woont. Hij inviteerde ons op een fietstochtje (ah ja!) door zijn wijk en daarna aten we heerlijk pikante goulash met de ganse familie! Palinka is de lokale sterke drank, en wordt vooral ad fundum aangeraden! Heel lekker en hij voelt niet zo sterk aan als de 50° de hij beweert te zijn . Slaap wel!
Een leuke avond gehad en een goed bedje beslapen, dat maakt het afscheid er niet gemakkelijker op, want ook hen ga k een tijdje niet zien... Al een geluk dat er een mooie fietsweg langs het meer op ons wachtte. Een experimentje met een binnenweg draaide echter wel verkeerd uit. Niet alleen was de hellingsgraad van het grindpad zo hoog dat ik mijn fiets zelfs aan de hand amper de helling opkreeg, erger was dat in de afdaling de derailleur van Ward in de soep draaide. Mr Mc Gyver himself loste het echter helemaal op in een oogwenk, gebruik makend van lijm en strapjes! Na deze vertraging was de mooie weg richting Szekesfehervar welkom, en daar vlogen wa dan ook regelrecht doorheen, op weg naar de slaapplaats nabij het meer van Velence. Daar lag een mini-vissershaventje waar we de tent konden zetten en ons avondmaal (pasta met saus!!!) met een flesje wijn naar binnen konden steken. Ward sliep in zijn hemelbed, en Sam en ik sliepen in onze vijfsterrentent!
Een bestemming om naar uit te kijken! Tine, Jorg, Jade, Bram, Marielouise en Staf in een vakantiehuisje bij het grootste zoetwatermeer van Europa, klinkt geweldig! Maar eerst: bergen! We moesten stijgen van 100 naar 450 meter en na twee dagen platte etappes, viel dat toch tegen. Ik heb zelfs mijn kleinste versnelling moeten gebruiken, en mijn kuiten op reserve moeten zetten. Maar zoals het gezegde gaat, na zweten komt afkoeling, en de afdaling richting het meer was een verademing, zeker bij temperaturen rond de 35 graden. Niet in het minste omdat er frisse pintjes op ons stonden te wachten daar beneden. Na een leuke ontvangst, een zwemmeke in het meer en een leuk restaurantje aan het water doken we ons bed in. Dat van mij was gedeeld met Bram, maar een gegeven paard mag je niet in de bek schieten voor de huid verkocht is, hebben ze me ooit gezegd. Geweldig goed geslapen!