Erg slecht geslapen vannacht. Rond middernacht kwam er een bende jonge zatlappen rond de tent hangen en ze bleven niet te ver uit de buurt een hele tijd zingen, praten, lachen en vandaliseren. We stonden soms op het punt om uit de tent te komen, maar net toen stierf het geluid vaak uit. `s Morgens werd duidelijk dat ze de 2 dichtst bijzijnde metalen parasollen hadden omgetrokken, maar diegene waar onze fietsen aan vasthingen hadden ze ongemoeid gelaten. Om 9u stonden de stadsdiensten daar al om de ravage op te kuisen, efficient! Wij gingen terug naar de bootverhuur om nogmaals ons geluk te beproeven, maar weer stond er te veel wind. Omdat we rond 11u weg moesten om ward op tijd op zijn vliegtuig te krijgen, leek alles in het water te vallen. Gelukkig kwam het olijke duo van de vorige dag weer opdagen en had de man zijn kitegerief meegebracht. Ward kon dan toch nog een 20 minuutjes kiten bij een stevige wind, blij dat dat er dan toch van gekomen was!
Nadien fietsten we, met wind op kop natuurlijk, terug naar Aqaba en checkte ik in in het hostel. Ward ging nog een grote hoeveelheid noten kopen en rond 12u vatten we onze tocht naar de luchthaven aan, die 13 km verderop lag. Mooi op tijd had ward daar zijn fiets gedemonteerd en alles in een grote plastiek hoes gepast. Blij dat alles zo vlot gegaan was, zowel de hele tocht als het inpakken, namen we afscheid. Het was super om dit zware deel van de reis met twee gedaan te kunnen hebben. Ik heb geen idee waar ik op mijn eentje geraakt zou zijn. We hebben, op het einde na, geen enkele dag gerust en dat begon na een tijd wel zwaar te worden, maar het was elke kilometer waard!
Voor mij zit het echte fietsstuk er nu ook op. De plannen sturen me nu naar Egypte, om een weekje duikcursus te volgen in Dahab en eventueel wat van kitesurfen te proeven. Daarna zal het vooral van de sfeer daar afhangen hoelang ik blijf, want mijn volgende besteming zal het ijskoude Brussel worden! Voor wie het interesseert, enkele cijfertjes: in totaal heb ik 331 uur en 26 minuten op mijn zadel gezeten en 4816 kilometer gereden tegen een gemiddelde van 17.74 per uur. Maximum ging het heel eventjes 68.04 kilometer per uur. Ik heb geen idee hoeveel kilometer we in totaal geklommen hebben en het aantal platte banden ben ik ook kwijt (ik rijd nu weer 2 weken met een klein fitje rond trouwens), maar het belangrijkste is dat ik niet meer weet hoeveel leuke ontmoetingen we hebben gehad, net als het aantal momenten dat ik heb gedacht : "Beter dan dit kan het echt niet meer worden." Eerst tien dagen met Sam en Ward van Wenen tot in Belgrado, dan anderhalve maand met sam tot in Antalya, daarna 2 weken op mijn eentje door Israel en uiteindelijk nog 2 weken met Ward door Jordanie. En het was allemaal geweldig!
Omdat de dagen nu wat gelijkaardiger zullen worden zal ik ook geen update per dag meer posten, maar nu en dan een blokje. Merci allemaal voor het lezen, leuk om te weten dat er een heleboel mensen nu en dan mee volgen, dat motiveert wel!
Ik zie jullie sowieso allemaal heel snel terug! Ten laatste half december! Groeten!
Weer rustig geslapen op ons privestrand. Ik ging nog wat snorkelen, in een poging om fotos te nemen met het toestel in het waterdichte zakje, maar luchtbelletjes verraadden dat het systeem niet echt werkte. Tegen de middag fietsten we met al onze bagage naar het Marina Plaza waar we die catamaran konden huren. Toen de toegangsprijs eerst 40 euro, dan 5 euro en uiteindelijk gratis was, konden we binnen. We pasten niet echt in het plaatje van het resort denk ik, want we kregen vele vreemde blikken. De uitbater van de surfshop vond het nog wat teveel wind om uit te varen en zei dat we dan maar wat moesten gaan snorkelen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik zag een zeepaardje, grote snoekachtige vissen en vele nemo`s, papegaaivissen en weer van die giftige Lionfish. Na enkele uren geraakte ward aan de praat met een vlaamse vrouw en haar nederlands/frans/egyptische vriend. Ze reisden samen in een luxe-catamaran en waren al van Slovenie via Suez tot in Jordanie geraakt. We praatten enkele uren en het werd steeds duidelijker dat er die dag niet gezeild ging worden. De wind bleef te sterk.
Om onze laatste avond te vieren gingen we nog eens lekker eten in de Moon Village en gingen voor onze doen redelijk laat slapen. We bleven nog een hele tijd uit de tent zitten praten over de voorbije 2 weken en over eventuele toekomstplannen...
Rond 7u kropen we uit de tent en gingen we direct de zee in, vissen kijken! Er waren op dit vroege uur vooral minivisjes die achtervolgd werden door erg snelle grotere vissen, wel spectaculair! Ook zagen we 3 giftige (dat las ik pas achteraf) Lionfish, prachtige vissen met veel vinnen en tentakels. De dag bestond uit lezen, zonnen, eten, snorkelen, vliegen wegjagen en dutten. Tegen de middag ging ik met Elise en Mathieu mee naar het centrum (ze hadden er genoeg van, daar op South Beach) om geld af te halen en eten te kopen. Ik botste op een hotelmanager die we tien dagen voordien in Wadi Rum ontmoet hadden, en ontslag had genomen 2 dagen geleden. Hij verwenste de english b*tch wh*re die het hotel uitbaat, terwijl hij voor de rest een erg rustige kerel is. Hij zal dus wel zijn redenen hebben. Hij nodigde me uit mee te eten en vergezelde me nadien op mijn zoektocht naar een goed boek, voor wanneer ik De Celestijnse Belofte uit heb. Nadien ging ik terug naar het strand en ging ward op verkenning. Hij vond een catamaran die we konden huren de volgende dag, dus dat was weer iets om naar uit te kijken!
We gingen wat slaatjes afhalen in het restaurant van de vorige dag en gingen enkele uren na de mooie zonsondergang slapen.
Dag 88 12/11 Arava Desert - Aqaba (50km auto - 111km fiets)
De wind was de vorige avond hoopgevend 180 graden gedraaid, dus ik kroop `s morgens met veel zin uit de tent, om enkel vast te stellen dat de wind toch weer op kop zat, en hij liet zich voelen ook! We aten in stilte ons ontbijt in een bushokje vlakbij, toen er plots een kleine vrachtwagentje leeg stopte voor onze neus. Ik kon niet snel genoeg mijn ontbijt aan de kant gooien om te vragen of hij toevallig richting Aqaba ging. Hij bevestigde en in ijltempo laadden we ons gerief op zijn vrachtwagen. We hadden op voorhand al besproken dat we ergens die dag een lift nodig gingen hebben om op de voorziene dag toe te komen in Aqaba,om genoeg tijd te hebben om te snorkelen. Hij kwam dus als geroepen. Het was betrekkelijk fris in zijn laadbak maar we werden in volle vaart over enkele steile stukken vervoerd en mochten uitstappen op het hoogste punt van de dag: Ar Risha. Van hier was het nog 80 km woestijn, en niets dan woestijn, tot in Aqaba. De wind begon meer en meer te luwen naarmate we Aqaba naderden, en de kilometerborden (waar tot nu toe echt geen lijn in zat) begonnen het dan toch met elkaar eens te worden over de afstand die we nog moesten doen. Weer kregen we een aanbieding om achterin een busje plaats te nemen, we weigerden, en de kop straffe koffie nam ik al rijdende met veel plezier aan, al drink ik dat normaal niet.
We kropen de lange rechte weg langs de luchthaven voorbij en we waren terug op bekend terrein! We hadden om 15u een afspraak met onze couchsurfhost in de stad en we waren daar mooi op tijd, Eyad daarentegen was weer een halfuurtje te laat, vergezeld door 2 canadezen. Zij was een journaliste wiens reportage over menselijke relaties niet helemaal succesvol ging en hij was meegekomen als praktische en mentale steun onderweg.
Aangezien Eyad het couchsurfinggegeven niet helemaal machtig is, stelt hij een tent ter beschikking die hij dan op een verlaten uithoek van South Beach neerpoot, als logeerkamer buitenshuis als het ware. De 2 Canadezen (Elise en Mathieu) hadden het hier niet echt op begrepen waarop Eyad grappend maar toch gemeend zei: "I dont like women, they dont know what they want." Uiteindelijk was iedereen akkoord om toch naar South Beach te vertrekken. Ward en ik gingen nog wat boodschappen doen en kwamen bij valavond aan bij South Beach, waar de couchsurfingtent al recht stond en de 2 canadezen op weg waren naar een restaurantje. Wij volgden hen (kwamen heel toevallig nog een stel Nederlanders van enkele dagen voordien tegen) en aten heel lekker in de Bedouin Moon Village. Nadien terug naar het strand om de tent op te zetten en te gaan slapen, na het eerste pintje in veel dagen!
Ooow yes, de wind weer pal op kop kwamen we weer vroeg uit onze nest. Na een snelle inpak de trappers op om inkopen te gaan doen in Safi. We vonden weer een goede bakkerij waar de broden aan een stuk door uit de lucht komen vallen, een goede waterman die gratis al onze flessen met lekker fris water vulde, en een supermarkt die ons voor 2 dagen van eten kon voorzien. Stevig bepakt hadden we wat zandweggetjes nodig om ons uit de stad te leiden, maar al gauw zat de pas er weer goed in. Nog geen 5 kilometer verder riep een man vanuit een camionette ons toe of we niet meewilden tot in Aqaba, toen nog 180 km ver weg. Het was erg verleidelijk, maar dat had te eenvoudig geweest...
De Dode Zee verdween achter ons en we kwamen niet veel tegen langs de weg, enkel werden we hier en daar opgewacht door militairen die vroegen wat wij daar juist deden, zo met onze fietskes in de woestijn... Het landschap schoof langzaam voorbij: de Jordaanse bergen links van ons, de Israelische rechts en de grote leegte voor ons, wetend dat daar ergens de Rode Zee wacht, een 150km verder...De wind ging vandaag niet liggen. Ik kon Ward zijn tempo in de wind moeilijk volgen en beperkte me weer tot het "wieltjeszuigen" van gisteren. Hij leek dit niet erg te vinden, beter zo dan elke 10 km op mij te moeten wachten. Door de wind was er regelmatig een wit tapijt dat over wind joeg, alsof je in een mini-zandstorm zit. Op een gegeven moment leek ik volledig omgeven door zand. Enkel ward, die 5 meter voor mij reed, leidde me de juiste richting uit. Dat was een erg vreemd gevoel. Gelukkig hadden we zonnebrillen en een buff om ons te beschermen tegen het prikkende zand.
We zagen vele militaire wachttorens langs de grens, waarvan we wisten dat die erg actief speuren naar alles wat verdacht is, maar besloten toch om te kamperen echter een zandberg naast de weg. We zaten daar nog geen kwartier of een militaire jeep stopte. Ze zeiden dat we sowieso gespot zouden worden eens de militairen hun nachtkijkers gebruikten en moesten stante pede naar "some houses" 3 km verderop verkassen. Daar aangekomen bleek het een militaire wachtpost te zijn. De mannen trokken grote ogen toen wij zeiden dat we daar gingen overnachten (de zon was al bijna onder, dus verder konden we niet). Na een korte discussie mochten we aan de overkant van de weg in een zandput ons tentje zetten. We kookten weer een overheerlijk potje en gingen, op onze hoede voor de honden vlakbij, slapen.
De afdaling naar de Dode Zee was wat er ons vandaag te wachten stond, een eitje, right?! Van 600 meter terug naar 400 onder de zeespiegel, nice! We hadden in ons Pelgrimshotel een iets vroeger ontbijt gevraagd omdat we in de namiddag nog wilden gaan canyoningen in de Wadi Mujib. Het duurde even eer we de weg uit de stad gevonden hadden. Toen kregen we al een onheilspellend gevoel. Er stond een felle ZW wind, net de richting die we uitgingen, en die we de komende 3 dagen uitgingen. De afdaling liet een tijdje op zich wachten en pas na Ma`in zagen we eindelijk de Dode Zee voor ons en ver onder ons liggen. De afdaling was prachtig, het uitzicht was geweldig en er was geen verkeer. Er was enkel die felle wind waarvoor we moesten opletten. Ward werd op een zeker moment bijna van zijn fiets geblazen in de afdaling, maar kon toch net zijn evenwicht herstellen. Toen we na 2 uur fietsen bij de Dode Zee aankwamen zat er niet veel anders op dan te beginnen beuken richting het zuiden. Een enorm bord herinnerde ons eraan dat het nog 240km tot in Aqaba was. De wind leek elke baai net iets feller tekeer te gaan. Ward had de betere benen en ik geraakte amper voorbij hem, dus bleef ik lekker in zijn zog hangen, profiterend van zijn snelheid. We stopten even bij een Bedouintentje om thee te drinken en te picknicken buiten het bereik van de vele vliegen en zagen na een 20 km de Wadi Mujib Bridge liggen. Enkele leuke nederlanders hadden ons aangeraden om hier te gaan canyoningen. Een van hen had de knie hier lelijk geblesseerd, maar toch was het een must om te doen! Navraag wees uit dat ze het canyoningen 2 dagen voordien hadden stopgezet voor de rest van het jaar, omdat de winter eraan kwam, en dus ook een sterkere stroming.
Lichtjes ontgoocheld besloten we dan een zwemmetje te gaan doen in de Dode Zee. Een drijfje eerder. Het is erg zwaar om op je buik proberen te drijven, aangezien je hele lijf zo hoog wordt getild, dat je je hoofd amper boven water kan halen. Op de rug is het een stuk ontspannender. Probeer daarbij nog eens geen water in je mond, ogen of neus te krijgen en je bent gedoemd tot een ontspannende drijfsessie. Bij een borrel van dit water wordt aangeraden direct naar het ziekenhuis te rijden, trouwens. Het was eigenlijk wel een zalig gevoel om zo gedragen te worden door het water. Volgende opdracht: douchen. Op het eerste zicht lijkt je huid erg vettig als je uit het water komt, maar eens je opdroogt wordt je bedekt met een krakerige zoutlaag. We zaten niet op een strand met accomodatie (we zaten eigenlijk zelfs niet op een strand), dus besloten we onder een grote spui van de Wadi Mujib te gaan staan: een gigantische hoeveelheid water kwam uit de muur gespoten en kwam 5 meter lager op de rotsen terecht, ideaal! Toen we beiden gedoucht waren zagen we echter dat er tussen het vele water ook enorme keien zaten, ter grootte van een vuist soms. Slecht idee dus achteraf gezien, maar geen ongelukken gedaan, mooi!
Na het spotten van enkele kleine knalgroene vogeltjes gingen we verder. De wind was iets geluwd, maar we gingen nog steeds traag. We moesten nog tot bij Potash City (zo genoemd omdat hier veel kaliumraffinaderijen naast de Dode Zee staan) en de zon stond al erg laag. Na het vinden van wat eten probeerden we een weggetje, waar we na 100 meter al gestopt werden door een man in een wagen. "Where are you going? This road is closed..." Gedwee volgden we de man (hij werkt voor de juridische dienst van Potash City) tot bij een bewakingspost 500 meter verder waar we onze tent mochten opzetten. Een vriendelijke agent bracht ons `s avonds nog thee tijdens het eten. Na de maaltijd werden we door onze juridische man geinviteerd om koffie te gaan drinken een eindje verderop. In het coffee house dronken we weer die lekker zoete thee en mocht ik helemaal alleen een waterpijp oproken, wat bij ons eerder een sociale gebeurtenis is. Een beetje licht in mijn hoofd (puur door de hoeveelheid tabak denk ik) gingen we vroeg onder de wol, omdat we vreesden dat de wind niet ging draaien de komende dagen...