De diabolo... een bron van frustratie voor controlefreaks. Je tracht dat tollende kleinood naar je hand te zetten in de hoop een succeservaring te beleven. En eens je de fysica-wetten bedwongen hebt, die onlosmakelijk verbonden lijken met het speelgoed, ga je nog gekkere capriolen bedenken om het lot te tarten. Dat is wat me de vorige week heeft beziggehouden.
Met een zon die net niet doorbreekt en een wolkendek dat dreigend de pret wil bederven crossen de koters die de kaap van de pampers al gerond hebben (of toch bijna) achter elkaar aan. De mannen trachten hun vuilbekken nog even te verstoppen tot na de zesde pint, de vrouwen prevelen praktisch. En zo hoort het. Ik had het vooral moeilijk maar kreeg respect. En daar tolde mijn diabolo. Hinkelend van de ene voet op de andere... Kwakkel en onzeker. Eens gelanceerd leek er geen vuiltje aan de lucht en was er euforie maar bij het opvangen ging het mis. In een verschroeiend tempo draaide hij.
Wijzerzin. Hoe vaak heb ik verstek moeten laten gaan voor trouwpartijen, hiep-hiep-hoera-gejuich? Talloos. Doordat ik al lam gezopen op mijn matras lag te ronken en te kwijlen, afstotelijk.
Tegen wijzerzin. Al aangeschoten op het appel verschijnen om daar nuchter trachten over te komen om dan weer veel te vroeg het pleit te moeten verlaten, staart tussen de benen.
Maar schaamrood op de wangen hebben we niet meer, voor excuses is het te laat en het leven gaat schoorvoetend verder. Scherpenheuvel heb ik niet gehaald door de weerbarstigheid van het klimaat (of is dat een slap excuus?). Wandelen doen we nog steeds, we hervallen niet meer, vinden vrede en iets wat op harmonie lijkt. Onderhevig aan de zwaartekracht valt de diabolo en ooit vang ik hem op want de aarde draait niet zo hevig om zijn as als we wel dachten, wijzerzin of tegen wijzerzin.