In 2003 besloten we een veranda te laten bouwen, dus een uitbreiding naar de tuin toe.
Na een uitgebreide prospectie bij verschillende verandabouwers (meer dan 10 constructeurs) en tevens een bezoek op Batibouw kozen wij voor een firma ver van onze deur, nl. de firma Janssens uit Lier omdat deze firma en de verkoper die ons werd toegewezen 100 % vertrouwen uitstraalde.
We zijn nu bijna 20 jaar verder en de veranda beantwoordt nog steeds volledig aan onze verwachtingen, vandaar deze bijdrage op mijn blog.
Onze veranda met pergola werd ook vereerd met een artikel met foto's in het magazine "Tuin & Veranda's" van 2005 (zie bijlage).
Na de nodige vergunningen werd in het voorjaar van 2004 gestart met de bouw van de veranda.
Hierna een aantal foto's die ik in gescand heb, want op dat ogenblik had ik nog geen camera met geheugenkaart.
Achterzijde van onze woning voor de start van de werken
Daar zijn ze met het grof materieel en de start van de grondwerken.
Foto hierboven en hierna: bekisting.
Storten van beton.
Klein muurtje bouwen + plaatsen van dorpel.
Eerste aluminium profielen worden geplaatst.
Het dak van de veranda werd in het bestaande dak van de woning ingewerkt.
Koepel geplaatst.
Buitenzijde veranda in het groen, binnenzijde ecru. Dus bi-color.
Toen we in 1986 ons huis bouwden volstond een regenwaterput van 5000 liter ruimschoots. Op dat ogenblik sprak men namelijk nog niet over de klimaatopwarming. Meer en meer stellen we evenwel vast dat deze put steeds vroeger op het seizoen leeg komt te staan als we een droog voorjaar kennen.
Om dit tekort op te vangen, hebben we ook nog een aantal regentonnen geïnstalleerd om hemelwater op te vangen:
2 tonnen van 300 liter (muurmodel)
2 tonnen van 210 liter
2 tonnen van 200 liter
Maar we moeten vaststellen dat ook deze opvang van regenwater niet volstaat om een droge lente en zomer te overbruggen vooral gelet op het feit dat het vijverwater (verdamping) ook af en toe dient bijgevuld. Afgelopen zomer legde ik zelfs de waterval stil om verdamping tegen te gaan.
Een Sering of meiboom heb je in drie kleuren: wit, lichtpaars en donkerpaars.
Hierna een aantal foto's van een donkerpaarse variant in onze tuin.
Vermeerderen is niet moeilijk door de uitlopers die deze boom krijgt. Het volstaat de uitloper uit te graven en te her planten.
Snoeien doe je best nadat de bloemen zijn uitgebloeid en beter is voldoende terugsnoeien kort na de bloei zodat de plant zich kan voorbereiden voor het aanmaken van nieuwe bloemknoppen voor het volgende jaar.
Op een tweede bloei moet je niet rekenen bij de grote Syringa of seringen.
Seringen die onderaan wat kaal zijn snoei je beter flink terug tot een halve meter boven de grond.
Vingerhoedskruid vind je vooral in
bossen of op braakliggende terreinen, maar ik vind dit persoonlijk een mooie
plant met dito bloemen en dus mochten er een aantal exemplaren in onze tuin
niet ontbreken.
De bloeitijd situeert zich vooral
tijdens de zomermaanden.
De kleuren variëren van wit, naar roze tot roodpaars.
Opgelet! Alle delen van de plant zijn giftig.
Hierna een aantal foto's van vingerhoedskruid genomen in het Raspaillebos.
De reukbrenger bij uitstek op een
winderige avond!
Dus een verwittigd man (of vrouw) is er twee
waard. Zet deze plant in de nabijheid van de keukendeur of op een locatie niet
ver verwijderd van je terras of bankstel om volop van zijn aroma te genieten.
Je begint met een klein plantje op te
leiden langs een klimrek of pergola en binnen een paar jaar heb je een hoge
volwassen plant die je moet inperken want hij durft andere planten te
overwoekeren. Wij ondervonden dit bij onze klimrozelaars en onze clematis.
Snoei hem dus regelmatig bij, je zal hem geen pijn doen.
Wij hebben deze in twee kleuren: een
rood-wit exemplaar en een geel-wit exemplaar. Ruiken doen ze allebei super heerlijk.
De "gele" kamperfoelie (zie rechts tuinhuis) overwoekert stilaan de klimroos.
Wil je deze plant vermeerderen dan
volstaat het een twijg onder de aarde te stoppen en de twee uiteinden een
tiental centimeter er bovenuit te laten steken.
Hou kamperfoelie tijdens een warme zomer wel
in de gaten want omdat hij zo woekert neemt hij ook veel grondwater op en
hebben de bladeren de neiging om vlug te verdrogen en af te sterven. Verdroogt hij toch, geen
probleem, hij is een overwinnaar en zal zeker herrijzen.
Ook in bosrijke omgevingen treft je
kamperfoelie aan. Ik heb hem in het Raspaillebos bij ons in de buurt al op
verschillende plaatsen zien staan (zie foto hierna).
Een mooie kuipplant is de Agapanthus
of Afrikaanse lelie, maar opgelet deze is niet winterhard. Vóór
de eerste vorst zet je de plant dus best binnen of als hij in volle grond
staat, graaf je hem best op.
Wij hebben de blauwe en witte soort.
Vermeerderen kan door zaad op te
kweken of de plant te scheuren.
Reken na zaaien in een pot evenwel op
6 weken voor de eerste kiemplantjes hun kop boven de aarde steken en tel daar
nog 3 à 4 jaar bij voor een volwassen plant met bloemen.
Als je de plant wil verpotten let dan
op dat je de wortels niet beschadigd. Mijn agapanthussen staan allemaal in een plastiek pot die ik
openknip met een snoeischaar.
De bloeitijd situeert zich in de
maanden juli en augustus en van de uitgebloeide bloemen neem ik zaad dat ik
uitdeel aan vrienden of familie.
Je zet de plant best niet in de volle
zon, halfschaduw is ok.
Witte Agapanthus in detail. Blijkbaar zijn de bloemen zowel geliefd door bijen als door vliegen.
Iedereen die al eens naar een
zuiderse bestemming op reis is geweest (o.a. de landen aan de Middenlandse zee) heeft al kunnen kennis maken met de weelderige bloei van
oleanderstruiken. Je vindt deze daar niet alleen bij particulieren in de tuin,
maar ook in parken en langs de openbare weg. Worden deze te groot, dan snoeien
ze de struiken gewoon tot tegen de grond weg en de plant groeit weer aan. Hier
kunnen we in België alleen maar van dromen.
Wij hebben op onze reizen meermaals
scheuten meegebracht en deze bij ons opgekweekt. Op een bepaald ogenblik
hadden wij een twaalftal verschillende soorten zowel qua kleur, als qua vorm
van bloem. Tijdens de winterperiode sneuvelen er echter wel altijd één of
meerdere planten.
Alhoewel een oleander een mediterrane
plant is kan een volwassen exemplaar tegen lichte vorst (tot -5 ° C). Vriest
het harder dan moet je deze een ander onderkomen geven (bijvoorbeeld in een
tuinhuis, garage, e.d.m.) of inpakken en ergens onder een afdak plaatsen.
Wij vermeerderen onze oleanders door
scheuten te nemen.
We zetten deze scheuten met hun
voeten in water (zie foto hierna) en na een paar weken ontstaan er kleine
worteltjes.
Nadien planten we deze scheuten uit in speciale potgrond.
Blijkbaar kun je de plant ook
vermeerderen door het nemen van zaad (zie de zaaddozen die laat in de zomer ontstaan op de plant), maar de kans op slagen
is gering.
Oleanders staan graag in volle zon en in de nabijheid van water. Bij deze ideale omstandigheden bloeien ze rijkelijk.
Als bemesting geef ik in de maand april of mei gedroogde koemest.
Oranje volle bloem
Roze volle bloem
Lichtoranje
Wit met geel hart
Volledig witte bloem
Opgelet!
Alle delen van de oleander zijn giftig! Na het verwijderen van de zaaddozen, het wegsnoeien van verdroogde takken of het nemen van scheuten was ik steeds zorgvuldig mijn handen met water en zeep.
Als je geluk hebt, kweek je op een paar jaar zo'n een grote plant.
Enig probleem is zo'n pot stockeren voor de winter
Een mooie voortuin moet
voorbijgangers of bezoekers prikkelen om ook de rest van de tuin te willen ontdekken.
Natuurlijk is het niet de bedoeling om ongewenste gasten te lokken of dieven over
de vloer te krijgen 😊
Onze voortuin heeft
sinds 1986, het jaar dat wij ons huis lieten bouwen, wel al een aantal
veranderingen meegemaakt, maar het overgrote deel van deze tuin is toch intact gebleven
of aangevuld met nieuwe beplanting.
Een lange taxushaag
(Taxus Baccata) zorgt voor de nodige afscheiding met de straatkant en de buren
links van ons.
Ik had wel al van de naam gehoord,
maar kende de bloemen niet tot we tijdens een uitstap met de Volkstuinen van
Geraardsbergen in 2015 de tuinen van Engeland bezochten.
Groot was mijn verbazing toen ik deze
mooie bloemen aanschouwde in de cottagetuinen van Leeds Castle (zie foto's hierna).
Bij thuiskomst zocht ik direct een
teler op waar ik deze bloemen kon bestellen en sindsdien hebben wij ook enkele
exemplaren in onze tuin.
Ook in volle natuur tref je Akelei
aan. Tijdens een wandeling in de Ardennen, in het dorpje Petit-Han (nabij
Durbuy) troffen wij langs een pad, midden een bosrijke omgeving, ook enkele
exemplaren aan.
Spijtig dat dahlia's geen vaste
planten zijn. Je moet dus elk jaar de knollen uit de grond halen en vorstvrij opbergen. Enkel na een zachte winter kan je soms geluk hebben dat een plant die je vergeten op te graven hebt, toch opnieuw de kop opsteekt en voor nieuwe bloemen zorgt.
Geen enkele bloem heeft zo een verscheidenheid in kleur en vorm als een dahlia en vlinders en bijen zijn er verzot op.
Ik heb de knollen een paar jaar na
elkaar proberen te overwinteren, maar elk jaar mocht ik er een aantal weggooien ook
al verzorgde ik de knollen tot in de puntjes vooraleer vorstvrij te bewaren.
Hierboven een wit exemplaar.
Opbrengst van één dahlia knol.
Rood en geel dat zijn de kleuren van ... jewel
In duplo.
Mooi hé?
Vuurrood. Een echte rode duivel. Ik voel de passie al opborrelen
Mijn besluit staat dus vast. Ik koop
liever elk jaar nieuwe exemplaren en geniet dan ten volle van een bloemenpracht van nieuwe soorten.
Het
stuifmeel laat ik aan de gevleugelde dieren over.
Hieronder een vaas met hoofdzakelijk dahlia's. Leuk plaatje toch?
Azalea's zijn in feite kleine rhododendrons.
Ze zijn compacter dan de rhodendron en hun blad is dan ook veel kleiner dan deze van hun grote broer.
Sommige azalea's verliezen ook hun blad wat hen dus weer
onderscheid van de rhododendron.
4 rode azalea's aan de rand van de vijver.
Azalea-bloem in detail.
Hierna een aantal foto's van onze rhododendrons.
Vermeerderen kan door stek, maar dit
moet wel bij ideale omstandigheden gebeuren wil je er een paar nieuwe planten
aan overhouden.
Hen snoeien doe ik bijna nooit en als
ik het toch doe is het om een bepaalde vorm aan te houden of om dood hout weg te snijden waar geen knoppen opzitten.
Lupinen stellen niet veel eisen aan
de grond, maar aangeraden wordt om ze om de 3 jaar op te graven en te
verplanten op een andere plaats want ze hebben de neiging om na een paar jaar
af te sterven. Dit hebben we zelf meermaals ondervonden.
Als de bloemen bijna zijn uitgebloeid kan je een tweede bloei forceren door te snoeien.
Vermeerderen kan via zaad of door te
scheuren, maar via zaad is het mij maar één keer gelukt om een nieuwe plant op
te kweken.
We hebben deze ook in twee kleuren (zie volgende drie foto's).
Bij ons In de streek worden deze in de
volksmond "trompetplanten" genoemd. Dit zal wellicht met hun uiterlijk te maken
hebben, want trompetgeschal heb ik nooit gehoord 😊
Deze plant kan bij ideale
omstandigheden redelijk hoog en breed worden. Voorzie dus een ruime pot (of
kuip).
Bij droge zomers
slurpt hij dagelijks gemakkelijk één à twee emmers water. Regelmatig voeding geven
is ook belangrijk want anders gaan zijn bladeren vergelen.
Wil je de dagelijkse
last van continu watergeven evenwel vermijden plant hem dan in volle grond.
Uitgebloeide bloemen
vallen af of kan je gewoon zelf verwijderen.
Bijen zijn verzot op
de stampers en zoeken dus steeds de binnenkant van de bloem op (zie foto).
Wij kregen onze
eerste plantjes van een nonkel die zelf scheuten nam en deze opkweekte om uit
te delen aan familie.
We hadden dit ook
vlug onder de knie.
Het volstaat om voor
de eerste vorst een lange, stevige stengel in stukken van circa 30 à 40 cm te
snijden en deze in potaarde te steken. Zet deze potten op een vorstvrije, maar
niet al te donkere plaats en met een beetje geluk heb je tegen de lente nieuwe
planten.
Je hoofdplant beschermen
tegen de vorst kan ook. Maar de plant wegbergen is gelet op de omvang van de
pot, niet echt aan te raden als je namelijk ook nog andere planten zoals Agapanthus,
Oleander, enz. wil overwinteren.
Iedereen heeft in zijn tuin, op zijn
terras of op zijn balkon wel één of meerdere bloembakken staan en/of manden
hangen.
Belangrijk is vooraf te checken of de
bloemen die je erin plant veel in de zon gaan staan of niet.
Op het internet vind je gemakkelijk
informatie terug over bloemen (meestal één jarigen) die tegen de volle zon
kunnen of die beter in de halfschaduw of schaduw staan.
Ga je graag voor een langere tijd op
reis dan moet je er ook rekening mee houden dat gedurende warme dagen jouw
planten ook voldoende water moeten krijgen. Familie of een goeie buur die af en
toe dan eens langskomt is dus aangewezen want sommige planten zoals een volwassen trompetplant heeft tijdens een hete zomer dagelijks zijn emmers water nodig.
In onze tuin hebben we een mix van tuinvazen,
potten, manden en andere met vooral één jarigen of vetplanten.
Hierna wat fotomateriaal.
Hangmand met surfinia's
Eigen compositie: betonstenen opgevuld met vetplanten.
Sinds een aantal jaren is het "cool" om je tuinhuis een
ander kleurtje te geven. Bruin is nl. niet langer de mode.
Toen we bij een open-tuin bezoek een tuinhuis opmerkten in twee kleuren, waren we onmiddellijk verkocht en besloten we onze
tuinhuizen ook een make-over te geven.
Het grootste werk is natuurlijk de bruine beits eraf halen.
Per tuinhuis mag je toch op een anderhalve dag rekenen om een goeie ondergrond
te hebben waarop je een primer kan aanbrengen. Deze primer heeft natuurlijk dezelfde kleur als de definitieve afwerklaag.
Wij kozen voor beide tuinhuizen voor een lichtgrijze hoofdkleur
en de zaken die we wilden geaccentueerd zien (raamomlijstingen en deuren)
kregen een andere kleur. Voor het ene tuinhuis gingen we voor een soort groen
en voor het andere een soort blauw als tweede kleur.
De verf werd bij een speciaalzaak uit de streek gekocht (Colora in Ninove) waar
we ook nog een aantal tips meekregen.
Het resultaat zie je hierna.
Resultaat (nog enkel de voorzijde te schilderen).
De bruine beits krijg je er onmogelijk volledig af, ook na veel schuurwerk, maar een primer en een definitieve verflaag doen de rest.
Het resultaat vonden we meer dan bevredigend omdat de bloemen in de houten bloembakken meer geaccentueerd worden.
Naast een siertuin
met vijver hebben we ook een groentetuin. Groot is hij niet, maar we beschikken toch
over circa 75 m².
Langs de zijkant
van de groentetuin hebben we verschillende bessenstruiken gezet.
We hebben rode aalbessen, witte aalbessen, zwarte
bessen en ook kruisbessen (in de
volksmond stekelbessen genoemd) in groen en rood.
Blauwe bessen
hebben we ook al uitgeprobeerd, maar de struiken slaan niet aan, alhoewel we er
steeds een aantal naast elkaar plaatsen (kruisbestuiving).
In de groentetuin
hebben we ook een aantal aardbeiplanten uitgezet en om de twee à 3 jaar zetten
we deze op een andere plaats om een goeie opbrengst te garanderen.
Een pad rondom
in gerecupereerde blauwe tegels op een bedje van stabilisé zorgt
voor een propere voet
Dit pad ligt er sinds mid 2019. Vroeger lagen er grote stapstenen.
Hierna een
aantal foto's van de groentetuin met de bessenstruiken.
Ik ben Erik Dhaeyer, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Nonkel Erik.
Ik ben een man en woon in Galmaarden (België) en mijn beroep is gepensioneerd preventieadviseur.
Ik ben geboren op 26/09/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, reizen, wandelen, fotografie, lekker uit eten gaan, ....