De reukbrenger bij uitstek op een
winderige avond!
Dus een verwittigd man (of vrouw) is er twee
waard. Zet deze plant in de nabijheid van de keukendeur of op een locatie niet
ver verwijderd van je terras of bankstel om volop van zijn aroma te genieten.
Je begint met een klein plantje op te
leiden langs een klimrek of pergola en binnen een paar jaar heb je een hoge
volwassen plant die je moet inperken want hij durft andere planten te
overwoekeren. Wij ondervonden dit bij onze klimrozelaars en onze clematis.
Snoei hem dus regelmatig bij, je zal hem geen pijn doen.
Wij hebben deze in twee kleuren: een
rood-wit exemplaar en een geel-wit exemplaar. Ruiken doen ze allebei super heerlijk.
De "gele" kamperfoelie (zie rechts tuinhuis) overwoekert stilaan de klimroos.
Wil je deze plant vermeerderen dan
volstaat het een twijg onder de aarde te stoppen en de twee uiteinden een
tiental centimeter er bovenuit te laten steken.
Hou kamperfoelie tijdens een warme zomer wel
in de gaten want omdat hij zo woekert neemt hij ook veel grondwater op en
hebben de bladeren de neiging om vlug te verdrogen en af te sterven. Verdroogt hij toch, geen
probleem, hij is een overwinnaar en zal zeker herrijzen.
Ook in bosrijke omgevingen treft je
kamperfoelie aan. Ik heb hem in het Raspaillebos bij ons in de buurt al op
verschillende plaatsen zien staan (zie foto hierna).
Een mooie kuipplant is de Agapanthus
of Afrikaanse lelie, maar opgelet deze is niet winterhard. Vóór
de eerste vorst zet je de plant dus best binnen of als hij in volle grond
staat, graaf je hem best op.
Wij hebben de blauwe en witte soort.
Vermeerderen kan door zaad op te
kweken of de plant te scheuren.
Reken na zaaien in een pot evenwel op
6 weken voor de eerste kiemplantjes hun kop boven de aarde steken en tel daar
nog 3 à 4 jaar bij voor een volwassen plant met bloemen.
Als je de plant wil verpotten let dan
op dat je de wortels niet beschadigd. Mijn agapanthussen staan allemaal in een plastiek pot die ik
openknip met een snoeischaar.
De bloeitijd situeert zich in de
maanden juli en augustus en van de uitgebloeide bloemen neem ik zaad dat ik
uitdeel aan vrienden of familie.
Je zet de plant best niet in de volle
zon, halfschaduw is ok.
Witte Agapanthus in detail. Blijkbaar zijn de bloemen zowel geliefd door bijen als door vliegen.
Iedereen die al eens naar een
zuiderse bestemming op reis is geweest (o.a. de landen aan de Middenlandse zee) heeft al kunnen kennis maken met de weelderige bloei van
oleanderstruiken. Je vindt deze daar niet alleen bij particulieren in de tuin,
maar ook in parken en langs de openbare weg. Worden deze te groot, dan snoeien
ze de struiken gewoon tot tegen de grond weg en de plant groeit weer aan. Hier
kunnen we in België alleen maar van dromen.
Wij hebben op onze reizen meermaals
scheuten meegebracht en deze bij ons opgekweekt. Op een bepaald ogenblik
hadden wij een twaalftal verschillende soorten zowel qua kleur, als qua vorm
van bloem. Tijdens de winterperiode sneuvelen er echter wel altijd één of
meerdere planten.
Alhoewel een oleander een mediterrane
plant is kan een volwassen exemplaar tegen lichte vorst (tot -5 ° C). Vriest
het harder dan moet je deze een ander onderkomen geven (bijvoorbeeld in een
tuinhuis, garage, e.d.m.) of inpakken en ergens onder een afdak plaatsen.
Wij vermeerderen onze oleanders door
scheuten te nemen.
We zetten deze scheuten met hun
voeten in water (zie foto hierna) en na een paar weken ontstaan er kleine
worteltjes.
Nadien planten we deze scheuten uit in speciale potgrond.
Blijkbaar kun je de plant ook
vermeerderen door het nemen van zaad (zie de zaaddozen die laat in de zomer ontstaan op de plant), maar de kans op slagen
is gering.
Oleanders staan graag in volle zon en in de nabijheid van water. Bij deze ideale omstandigheden bloeien ze rijkelijk.
Als bemesting geef ik in de maand april of mei gedroogde koemest.
Oranje volle bloem
Roze volle bloem
Lichtoranje
Wit met geel hart
Volledig witte bloem
Opgelet!
Alle delen van de oleander zijn giftig! Na het verwijderen van de zaaddozen, het wegsnoeien van verdroogde takken of het nemen van scheuten was ik steeds zorgvuldig mijn handen met water en zeep.
Als je geluk hebt, kweek je op een paar jaar zo'n een grote plant.
Enig probleem is zo'n pot stockeren voor de winter
Een mooie voortuin moet
voorbijgangers of bezoekers prikkelen om ook de rest van de tuin te willen ontdekken.
Natuurlijk is het niet de bedoeling om ongewenste gasten te lokken of dieven over
de vloer te krijgen 😊
Onze voortuin heeft
sinds 1986, het jaar dat wij ons huis lieten bouwen, wel al een aantal
veranderingen meegemaakt, maar het overgrote deel van deze tuin is toch intact gebleven
of aangevuld met nieuwe beplanting.
Een lange taxushaag
(Taxus Baccata) zorgt voor de nodige afscheiding met de straatkant en de buren
links van ons.
Ik had wel al van de naam gehoord,
maar kende de bloemen niet tot we tijdens een uitstap met de Volkstuinen van
Geraardsbergen in 2015 de tuinen van Engeland bezochten.
Groot was mijn verbazing toen ik deze
mooie bloemen aanschouwde in de cottagetuinen van Leeds Castle (zie foto's hierna).
Bij thuiskomst zocht ik direct een
teler op waar ik deze bloemen kon bestellen en sindsdien hebben wij ook enkele
exemplaren in onze tuin.
Ook in volle natuur tref je Akelei
aan. Tijdens een wandeling in de Ardennen, in het dorpje Petit-Han (nabij
Durbuy) troffen wij langs een pad, midden een bosrijke omgeving, ook enkele
exemplaren aan.
Spijtig dat dahlia's geen vaste
planten zijn. Je moet dus elk jaar de knollen uit de grond halen en vorstvrij opbergen. Enkel na een zachte winter kan je soms geluk hebben dat een plant die je vergeten op te graven hebt, toch opnieuw de kop opsteekt en voor nieuwe bloemen zorgt.
Geen enkele bloem heeft zo een verscheidenheid in kleur en vorm als een dahlia en vlinders en bijen zijn er verzot op.
Ik heb de knollen een paar jaar na
elkaar proberen te overwinteren, maar elk jaar mocht ik er een aantal weggooien ook
al verzorgde ik de knollen tot in de puntjes vooraleer vorstvrij te bewaren.
Hierboven een wit exemplaar.
Opbrengst van één dahlia knol.
Rood en geel dat zijn de kleuren van ... jewel
In duplo.
Mooi hé?
Vuurrood. Een echte rode duivel. Ik voel de passie al opborrelen
Mijn besluit staat dus vast. Ik koop
liever elk jaar nieuwe exemplaren en geniet dan ten volle van een bloemenpracht van nieuwe soorten.
Het
stuifmeel laat ik aan de gevleugelde dieren over.
Hieronder een vaas met hoofdzakelijk dahlia's. Leuk plaatje toch?
Azalea's zijn in feite kleine rhododendrons.
Ze zijn compacter dan de rhodendron en hun blad is dan ook veel kleiner dan deze van hun grote broer.
Sommige azalea's verliezen ook hun blad wat hen dus weer
onderscheid van de rhododendron.
4 rode azalea's aan de rand van de vijver.
Azalea-bloem in detail.
Hierna een aantal foto's van onze rhododendrons.
Vermeerderen kan door stek, maar dit
moet wel bij ideale omstandigheden gebeuren wil je er een paar nieuwe planten
aan overhouden.
Hen snoeien doe ik bijna nooit en als
ik het toch doe is het om een bepaalde vorm aan te houden of om dood hout weg te snijden waar geen knoppen opzitten.
Lupinen stellen niet veel eisen aan
de grond, maar aangeraden wordt om ze om de 3 jaar op te graven en te
verplanten op een andere plaats want ze hebben de neiging om na een paar jaar
af te sterven. Dit hebben we zelf meermaals ondervonden.
Als de bloemen bijna zijn uitgebloeid kan je een tweede bloei forceren door te snoeien.
Vermeerderen kan via zaad of door te
scheuren, maar via zaad is het mij maar één keer gelukt om een nieuwe plant op
te kweken.
We hebben deze ook in twee kleuren (zie volgende drie foto's).
Bij ons In de streek worden deze in de
volksmond "trompetplanten" genoemd. Dit zal wellicht met hun uiterlijk te maken
hebben, want trompetgeschal heb ik nooit gehoord 😊
Deze plant kan bij ideale
omstandigheden redelijk hoog en breed worden. Voorzie dus een ruime pot (of
kuip).
Bij droge zomers
slurpt hij dagelijks gemakkelijk één à twee emmers water. Regelmatig voeding geven
is ook belangrijk want anders gaan zijn bladeren vergelen.
Wil je de dagelijkse
last van continu watergeven evenwel vermijden plant hem dan in volle grond.
Uitgebloeide bloemen
vallen af of kan je gewoon zelf verwijderen.
Bijen zijn verzot op
de stampers en zoeken dus steeds de binnenkant van de bloem op (zie foto).
Wij kregen onze
eerste plantjes van een nonkel die zelf scheuten nam en deze opkweekte om uit
te delen aan familie.
We hadden dit ook
vlug onder de knie.
Het volstaat om voor
de eerste vorst een lange, stevige stengel in stukken van circa 30 à 40 cm te
snijden en deze in potaarde te steken. Zet deze potten op een vorstvrije, maar
niet al te donkere plaats en met een beetje geluk heb je tegen de lente nieuwe
planten.
Je hoofdplant beschermen
tegen de vorst kan ook. Maar de plant wegbergen is gelet op de omvang van de
pot, niet echt aan te raden als je namelijk ook nog andere planten zoals Agapanthus,
Oleander, enz. wil overwinteren.
Iedereen heeft in zijn tuin, op zijn
terras of op zijn balkon wel één of meerdere bloembakken staan en/of manden
hangen.
Belangrijk is vooraf te checken of de
bloemen die je erin plant veel in de zon gaan staan of niet.
Op het internet vind je gemakkelijk
informatie terug over bloemen (meestal één jarigen) die tegen de volle zon
kunnen of die beter in de halfschaduw of schaduw staan.
Ga je graag voor een langere tijd op
reis dan moet je er ook rekening mee houden dat gedurende warme dagen jouw
planten ook voldoende water moeten krijgen. Familie of een goeie buur die af en
toe dan eens langskomt is dus aangewezen want sommige planten zoals een volwassen trompetplant heeft tijdens een hete zomer dagelijks zijn emmers water nodig.
In onze tuin hebben we een mix van tuinvazen,
potten, manden en andere met vooral één jarigen of vetplanten.
Hierna wat fotomateriaal.
Hangmand met surfinia's
Eigen compositie: betonstenen opgevuld met vetplanten.
Sinds een aantal jaren is het "cool" om je tuinhuis een
ander kleurtje te geven. Bruin is nl. niet langer de mode.
Toen we bij een open-tuin bezoek een tuinhuis opmerkten in twee kleuren, waren we onmiddellijk verkocht en besloten we onze
tuinhuizen ook een make-over te geven.
Het grootste werk is natuurlijk de bruine beits eraf halen.
Per tuinhuis mag je toch op een anderhalve dag rekenen om een goeie ondergrond
te hebben waarop je een primer kan aanbrengen. Deze primer heeft natuurlijk dezelfde kleur als de definitieve afwerklaag.
Wij kozen voor beide tuinhuizen voor een lichtgrijze hoofdkleur
en de zaken die we wilden geaccentueerd zien (raamomlijstingen en deuren)
kregen een andere kleur. Voor het ene tuinhuis gingen we voor een soort groen
en voor het andere een soort blauw als tweede kleur.
De verf werd bij een speciaalzaak uit de streek gekocht (Colora in Ninove) waar
we ook nog een aantal tips meekregen.
Het resultaat zie je hierna.
Resultaat (nog enkel de voorzijde te schilderen).
De bruine beits krijg je er onmogelijk volledig af, ook na veel schuurwerk, maar een primer en een definitieve verflaag doen de rest.
Het resultaat vonden we meer dan bevredigend omdat de bloemen in de houten bloembakken meer geaccentueerd worden.
Naast een siertuin
met vijver hebben we ook een groentetuin. Groot is hij niet, maar we beschikken toch
over circa 75 m².
Langs de zijkant
van de groentetuin hebben we verschillende bessenstruiken gezet.
We hebben rode aalbessen, witte aalbessen, zwarte
bessen en ook kruisbessen (in de
volksmond stekelbessen genoemd) in groen en rood.
Blauwe bessen
hebben we ook al uitgeprobeerd, maar de struiken slaan niet aan, alhoewel we er
steeds een aantal naast elkaar plaatsen (kruisbestuiving).
In de groentetuin
hebben we ook een aantal aardbeiplanten uitgezet en om de twee à 3 jaar zetten
we deze op een andere plaats om een goeie opbrengst te garanderen.
Een pad rondom
in gerecupereerde blauwe tegels op een bedje van stabilisé zorgt
voor een propere voet
Dit pad ligt er sinds mid 2019. Vroeger lagen er grote stapstenen.
Hierna een
aantal foto's van de groentetuin met de bessenstruiken.
Nee over de
reigers gaan we nu het even niet meer hebben, die hebben we al genoeg gezien en zij hebben al genoeg
schade aangericht. En ja, ze zijn mooie en beschermde vogels, maar soms zou ik ze graag toch eens een mep
willen verkopen op hun lange, spitse snavel.
Hierna een
aantal andere specimen die onze tuin bezoeken en hun dorst komen lessen
aan de beekloop van onze vijver.
Een ekster.
De merel.
De grote bonte specht.
Een roodborstje op één van de buxusbollen.
Vlaamse gaai.
De grote gele kwikstaart op zoek naar een regenworm.
Een botvink.
Winterkoninkje.
Veel mensen
zeggen dat het lang geleden is dat ze mussen gespot hebben, wel bij ons vindt
je ze nog. Ze houden zich in de zomer vooral schuil in de klimrozelaars en
tussen de kamperfoelies die welig tieren in onze tuin.
Hierna een aantal fotootjes van vogels die graag en gratis gebruik maken van de voederbuizen met ongezouten pinda's die ik ophang.
Soms is het zelfs aanschuiven.
2 koolmeesjes
Een straatmus.
Een boomklever. Die zie en hoor ik vaak in het Raspaillebos. Check voor meer foto's ook mijn weblog over het Raspaillebos.
De grote bonte specht komt ook zijn graantje meepikken.
Foto heb ik gemaakt vanuit de veranda (dus achter glas) vandaar dat de foto niet scherp is, maar hij was nogal schuw.
Twee pimpelmezen.
Een pimpelmees op één van de vetbollen.
Vele vogels komen ook hun nest maken in onze tuin.
Hierboven een winterkoninkje dat steevast elk jaar terugkeert om gebruik te maken van één van de nissen van de poolhouse.
Zelfs als we in de maand mei in de poolhouse zitten om te profiteren van het eerste lentezonnetje, vliegt zij en haar partner aan en af.
Ze hebben niet de minste moeite met onze aanwezigheid alhoewel we slechts een paar meter verwijderd zitten van hun nest.
Ze komen continu hun kids bevoorraden.
Hierna ook een foto van een voederhuisje dat ik opgehangen heb aan een betonnen paal in onze tuin (naast de poolhouse).
Het gaat in feite om een oude spechtwoning uit een omvergewaaide knotwilg vanop een veld van een nonkel.
Ik heb met een boomzaag het stuk met het voorgeboorde gat (= gemaakt door de specht) afgezaagd.
Heb een dak voorzien met boomschors van dezelfde wilg en onderaan een houten plaat gemonteerd.
Is misschien wel amateuristisch gemaakt, maar de vogels storen er zich niet aan
Een koolmeeskoppel vond er deze lente (mei 2021) hun onderkomen.
Wat heb ik in mijn snaveltje?
Komt dichter bij het nest.
Vogel gaat weer uitvliegen om op zoek te gaan achter ander eten.
Een vijverplant is o zo belangrijk voor je vijver. Ze
brengen niet alleen kleur en afwisseling in je vijver maar zorgen ook voor de
nodige zuurstof en schaduw.
Vooral schaduw is nodig om de zonnestralen tegen te houden
zodat de vijver niet te veel opwarmt en het bestrijden van algenvorming.
Ons vijveroppervlak is voor praktisch 70% bedekt door
vijverplanten.
Hierna enkele foto's van waterlelies in onze vijver. De
kleuren variëren van wit, naar geel en roze tot rood.
Ik heb de planten eerst in een vijvermand gezet met
vijveraarde en dan de manden laten zakken in het water met behulp van twee
koorden die ik aan de uiteinden van de mand vastmaakte. En toen deze goed in
bloei waren heb ik ze naar een dieper gedeelte van de vijver overgebracht.
Andere planten in onze vijver zijn waterpest
(zuurstofplant), gele lis, kattenstaart, puntwederik, snoekkruid, watermunt, penningkruid,
drijvend fonteinkruid en kikkerbeet. Dan hebben we ook nog een soort rietgras,
maar ik ken de naam niet.
Met riet moet je evenwel voorzichtig zijn dat dit geen gaten
in de folie maakt.
Een paar jaar geleden heb ik een deel van de folie moeten
vervangen omdat een ander soort riet zorgde voor een leegloop van één deel van
de vijver (zie foto hierna).
Ook libellen en waterjuffers houden van waterplanten
waar ze even kunnen op verpozen. Van al dat vliegen wordt je moe
Witte waterlelie
Gele waterlelie
Roze waterlelie
Rode waterlelie
Volgroeide waterlelieplanten en waterpest (zuurstofplant)
Snoeien betekent je plant levendig houden of voorbereiden op een volgend seizoen. Sommige struiken
kan je gedurende het jaar een tweede bloei laten hebben door na het afsterven
van de bloemen bij te snoeien.
Een plant die niet jaarlijks wordt gesnoeid zal minder sterk
groeien en stilletjes aan wegkwijnen. Ook het aantal bloemen zal gestaag
verminderen. Dus als je van je planten en struiken houdt, dan neem je er het
snoeiwerk graag bij.
Bij ons is het snoeiwerk, een werk van dagen. Enkel alleen
maar onze "doorbloeiende" rozen snoeien neemt veel tijd in beslag en levert evenveel
snoeisel op. Wat wil je als je volgende opsomming ziet:
·17 Stamrozen
18 Moschata hybriden
3 Klimrozen (tegen pergola)
48 Floribunda's
30 miniatuur of dwergrozen
2 laagstamrozen
Zie ook mijn artikel over rozen verderop in deze blog (link).
En dan heb ik het nog niet over de onze buxus:
·
7 buxushagen
·
50 buxusbollen (waaronder 6 in pot)
·
1 buxus in pyramide vorm
Zie verder in dit artikel ook foto's van nieuwe buxusplantjes en rozenscheuten in aanplant.
Je
per roos meegeven hoe je deze moet snoeien zou ons te ver leiden omdat elke
roos of rozenstruik soms een andere snoei vraagt, maar een aantal basisregels kan
ik je wel meegeven.
Zorg
ervoor dat de kruin of het hart van je rozenstruik open is zodat je struik zich kan ontplooien en de wind er gemakkelijk doorheen kan. Je vermijdt hierbij ook dat schimmels de bladeren gaan aantasten.
Je
kan een roos ook bijna nooit te kort snoeien. Bloemen zal je steeds hebben bij
de nieuwe bloei, maar hoe korter je snoeit hoe minder groot de roos zal worden.
En rozen snoei je best schuin af boven een naar buiten wijzende knop.
Ook
onze taxushagen vragen in de maand augustus een dag snoeiwerk.
Vooraan
ons huis vind je een lange taxushaag en iets dieper in de tuin vindt je nog een
2de haag, maar deze is veel compacter. Vroeger kwam men de haag
vooraan gratis snoeien. Het snoeisel van taxus wordt namelijk gebruikt in de
strijd tegen kanker, maar sinds een paar jaar komt de firma die zich hiermee
bezig hield niet meer langs.
Al
onze andere planten komen ook op hun beurt toe aan enig snoeiwerk, maar dit is
beheersbaar en vergt niet zoveel tijd.
Op de achtergrond zie je een taxushaag en rechts een buxushaag.
Hierboven een aantal buxusbollen (voor en na de snoei).
Sommige bezoekers aan je vijver zie je liever niet
langskomen want als deze landen ben je
gegarandeerd enkele vissen kwijt.
Een ijsvogel (een uiterst mooie vogel) zal eerder kleine
visjes tot zich nemen, maar een reiger richt in een onbewaakt moment veel
schade aan bij je vispopulatie. Soms spietst hij de vissen op zijn vlijmscherpe
bek en laat deze dan aan de rand van de vijver achter.
Hierna een foto van een ijsvogel.
Foto werd genomen uit de veranda, want deze vogels zijn geweldig achterdochtig.
Hieronder een reiger in de zon bovenop het dak van de poolhouse.
We hebben dan wel nylon-draad gespannen rondom en over de
vijver, maar een reiger laat zich niet zo maar afschrikken.
We hebben dan ook onze hond getraind om deze te verjagen,
maar ze neemt deze taak iets te veel naar harte want ze jaagt nu ook andere
vogels weg die in de beekloop komen drinken.
Als je voor een tijdje uithuizig bent dan zie je bij terugkomst
aan het gedrag van je vissen (ze komen dan niet bedelen om eten of laten zich
niet zien) dat er een reiger is langs geweest.
Als dit pas is gebeurd dan
ontwaar je nog een kleine, lichte olievlek op het water. We hebben een jaar
gehad dat we bij terugkomst uit vakantie een derde van ons visbestand was
verdwenen en dan vooral de ietwat grotere vissen type goud -en blauwwindes.
Nog zo'n prachtexemplaar op de uitkijk vooraleer hij neerdaalt naar de vijver toe.
Andere bezoekers zijn de talloze vogels die komen drinken
van het water van de waterval en ze houden het niet enkel bij drinken, vele
maken meer dan hun pluimen nat en nemen een waar plonsbad.
Een vogel die je niet dikwijls waarneemt (zie foto hierna)
is de gele kwikstaart. Deze is verzot op water.
In de lente komen steevast kikkers en padden langs en hun
passage gaat niet ongemerkt voorbij.
Waterjuffers en libellen zijn mijn geliefkoosde
vijverbezoekers. Je hebt deze in tal van kleuren en maten.
Bij de aanmaak van onze vijver hadden we het begin drie
salamanders die onze vijver bezochten. Na een paar maanden, toen de vijver
gesetteld was en we vissen in de vijver dropten verdwenen de salamanders als
sneeuw voor de zon. Wellicht wilden deze niet gestoord worden.
Foto van een salamander (juli 2018).
Een zeldzame mooie groene kikker.
Nee, 't is geen echte!
Dit zijn wel echte groene kikkers die haasje over spelen
Bruine kikkers en kikkerdril.
Een libel en onder haar, haar cocon dat ze zopas verlaten heeft.
Ik ben Erik Dhaeyer, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Nonkel Erik.
Ik ben een man en woon in Galmaarden (België) en mijn beroep is gepensioneerd preventieadviseur.
Ik ben geboren op 26/09/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, reizen, wandelen, fotografie, lekker uit eten gaan, ....