Natuurlijk illustreren kleurenfoto's perfect de pracht en de mooiheid van bloemen en planten in je tuin, maar een aantal zwartwit foto's misstaan zeker ook niet op mijn blog (zie hierna).
Geniet maar mee.
Een dagpauwoog op een dahlia.
Akelei
Gele lis
Een roos met op de achtergrond weerspiegeling uit de vijver.
Als je van dieren in je tuin houdt, moet je hen tijdens droge periodes ook de nodige ondersteuning geven.
Pakweg 10 jaar terug was dit niet nodig. Dan hadden we nog evenveel natte zomerdagen als droge, maar de laatste jaren, met de opwarming van de aarde, voorzie je best een aantal vogeldrinkplaatsen in je tuin.
Omdat de reiger regelmatig op bezoek komt hebben we onze vijver overspannen met netten - daar kunnen de vogels dus niet meer terecht voor een verkwikkende duik of om hun dorst te lessen - dus plaats ik steeds een aantal onderzetschalen van bloempotten die ik voorzie van voldoende water voor onze gevleugelde dieren. Tijdens erg warme zomerdagen zijn deze schalen 's avonds praktisch leeg omdat allerhande vogels er niet enkel komen drinken, maar ook een verkwikkend badje nemen.
Je moet je niet verplaatsen naar je groentetuin en een plotse, opkomende regenbui zal ook geen excuus vormen om vlug een paar kruiden te plukken om je gerecht(en) op te smukken.
Als je geen vrij stukje grond in de buurt van je keuken hebt, is het dus misschien raadzaam om een kruidenbak of moestuinbak te plaatsen waarin je een aantal courante tuinkruiden in kwijt kunt.
Wij opteerden voor een kruidenbak in hout die we aankochten bij een grote winkelketen en die we beitsten in een neutrale kleur.
De bak zelf vulden we op met kwaliteitsgrond en nadien was het een koud kunstje om er een aantal vaste tuinkruiden in te poten.
Hierna foto van de kruidenbak die we aankochten en eronder twee foto's van de gevulde kruidenbak.
Wij opteerden o.a. voor bieslook, tijm en rozemarijn als kruiden en een ander deel van de bak vulden wij met radijsjes of sla.
Irissen heb je in verschillende kleuren. Wij hebben de meest courante twee soorten staan: de gele en de blauwe lis.
Hieronder vind je een 4-tal foto's van beide.
Vermeerderen hoeft niet, ze zaaien zich zelf uit en taak is dus om op het ogenblik dat de zaaddozen open staan zoveel mogelijk de zaden ter verwijderen zodat je tuin niet wordt overwoekerd.
Hibiscus of Altheastruik heb je in verschillende kleuren. Blijkbaar zouden er circa 20 variëteiten bestaan.
Wij in onze tuin hebben ze in drie kleuren:
een witte variant met rood hart
een rode variant met wit hart
een lila variant met wit hart
De rode variant
De witte variant
De stamper van de hibiscus is enorm geliefd bij bijen.
De lila variant
Gesloten bloemknoppen in de lente.
Vermeerderen van hibiscus is simpel. De plant zorgt namelijk zelf voor nieuwe plantjes aan de voet van de hoofdplant.
Je trekt dus gewoon de nieuwe plantjes met wortel uit de grond en verplant ze in een pot of in de volle grond. Je kan ze evenwel ook stekken indien je wenst.
Snoeien doe je best in de maand maart. Je knipt dode en naar binnen groeiende takken weg en als je plant te groot wordt top je de plant naar de gewenste hoogte.
Hosta's zijn één van de gemakkelijkste vaste planten om in je tuin te hebben.
Zij bestaan in verschillende varianten die een mooi contrast vormen met de bloemen en struiken in je tuin.
In de lente en zomer kun je genieten van mooie groene bladeren en in de herfst wordt dit prachtige visuele aspect aangevuld door bloemenparen. In de winter daarentegen sterven de bladeren af. Maar niet getreurd, in het voorjaar zijn ze er terug.
Als je naar een tuinbeurs gaat zou je versteld staan hoeveel verschillende soorten hosta's er op de wereld bestaan.
Hierna een aantal foto's uit onze tuin.
Mooie groen witte accenten met bloemen op de achtergrond.
Deze soort heeft blauwgroene bladeren
Mooi geel hart + de gele bloemenparen van de vrouwenmantel er omheen.
Hosta's delen is niet moeilijk, zie voorbeeld hierboven.
In 2003 besloten we een veranda te laten bouwen, dus een uitbreiding naar de tuin toe.
Na een uitgebreide prospectie bij verschillende verandabouwers (meer dan 10 constructeurs) en tevens een bezoek op Batibouw kozen wij voor een firma ver van onze deur, nl. de firma Janssens uit Lier omdat deze firma en de verkoper die ons werd toegewezen 100 % vertrouwen uitstraalde.
We zijn nu bijna 20 jaar verder en de veranda beantwoordt nog steeds volledig aan onze verwachtingen, vandaar deze bijdrage op mijn blog.
Onze veranda met pergola werd ook vereerd met een artikel met foto's in het magazine "Tuin & Veranda's" van 2005 (zie bijlage).
Na de nodige vergunningen werd in het voorjaar van 2004 gestart met de bouw van de veranda.
Hierna een aantal foto's die ik in gescand heb, want op dat ogenblik had ik nog geen camera met geheugenkaart.
Achterzijde van onze woning voor de start van de werken
Daar zijn ze met het grof materieel en de start van de grondwerken.
Foto hierboven en hierna: bekisting.
Storten van beton.
Klein muurtje bouwen + plaatsen van dorpel.
Eerste aluminium profielen worden geplaatst.
Het dak van de veranda werd in het bestaande dak van de woning ingewerkt.
Koepel geplaatst.
Buitenzijde veranda in het groen, binnenzijde ecru. Dus bi-color.
Toen we in 1986 ons huis bouwden volstond een regenwaterput van 5000 liter ruimschoots. Op dat ogenblik sprak men namelijk nog niet over de klimaatopwarming. Meer en meer stellen we evenwel vast dat deze put steeds vroeger op het seizoen leeg komt te staan als we een droog voorjaar kennen.
Om dit tekort op te vangen, hebben we ook nog een aantal regentonnen geïnstalleerd om hemelwater op te vangen:
2 tonnen van 300 liter (muurmodel)
2 tonnen van 210 liter
2 tonnen van 200 liter
Maar we moeten vaststellen dat ook deze opvang van regenwater niet volstaat om een droge lente en zomer te overbruggen vooral gelet op het feit dat het vijverwater (verdamping) ook af en toe dient bijgevuld. Afgelopen zomer legde ik zelfs de waterval stil om verdamping tegen te gaan.
Een Sering of meiboom heb je in drie kleuren: wit, lichtpaars en donkerpaars.
Hierna een aantal foto's van een donkerpaarse variant in onze tuin.
Vermeerderen is niet moeilijk door de uitlopers die deze boom krijgt. Het volstaat de uitloper uit te graven en te her planten.
Snoeien doe je best nadat de bloemen zijn uitgebloeid en beter is voldoende terugsnoeien kort na de bloei zodat de plant zich kan voorbereiden voor het aanmaken van nieuwe bloemknoppen voor het volgende jaar.
Op een tweede bloei moet je niet rekenen bij de grote Syringa of seringen.
Seringen die onderaan wat kaal zijn snoei je beter flink terug tot een halve meter boven de grond.
Vingerhoedskruid vind je vooral in
bossen of op braakliggende terreinen, maar ik vind dit persoonlijk een mooie
plant met dito bloemen en dus mochten er een aantal exemplaren in onze tuin
niet ontbreken.
De bloeitijd situeert zich vooral
tijdens de zomermaanden.
De kleuren variëren van wit, naar roze tot roodpaars.
Opgelet! Alle delen van de plant zijn giftig.
Hierna een aantal foto's van vingerhoedskruid genomen in het Raspaillebos.
De reukbrenger bij uitstek op een
winderige avond!
Dus een verwittigd man (of vrouw) is er twee
waard. Zet deze plant in de nabijheid van de keukendeur of op een locatie niet
ver verwijderd van je terras of bankstel om volop van zijn aroma te genieten.
Je begint met een klein plantje op te
leiden langs een klimrek of pergola en binnen een paar jaar heb je een hoge
volwassen plant die je moet inperken want hij durft andere planten te
overwoekeren. Wij ondervonden dit bij onze klimrozelaars en onze clematis.
Snoei hem dus regelmatig bij, je zal hem geen pijn doen.
Wij hebben deze in twee kleuren: een
rood-wit exemplaar en een geel-wit exemplaar. Ruiken doen ze allebei super heerlijk.
De "gele" kamperfoelie (zie rechts tuinhuis) overwoekert stilaan de klimroos.
Wil je deze plant vermeerderen dan
volstaat het een twijg onder de aarde te stoppen en de twee uiteinden een
tiental centimeter er bovenuit te laten steken.
Hou kamperfoelie tijdens een warme zomer wel
in de gaten want omdat hij zo woekert neemt hij ook veel grondwater op en
hebben de bladeren de neiging om vlug te verdrogen en af te sterven. Verdroogt hij toch, geen
probleem, hij is een overwinnaar en zal zeker herrijzen.
Ook in bosrijke omgevingen treft je
kamperfoelie aan. Ik heb hem in het Raspaillebos bij ons in de buurt al op
verschillende plaatsen zien staan (zie foto hierna).
Een mooie kuipplant is de Agapanthus
of Afrikaanse lelie, maar opgelet deze is niet winterhard. Vóór
de eerste vorst zet je de plant dus best binnen of als hij in volle grond
staat, graaf je hem best op.
Wij hebben de blauwe en witte soort.
Vermeerderen kan door zaad op te
kweken of de plant te scheuren.
Reken na zaaien in een pot evenwel op
6 weken voor de eerste kiemplantjes hun kop boven de aarde steken en tel daar
nog 3 à 4 jaar bij voor een volwassen plant met bloemen.
Als je de plant wil verpotten let dan
op dat je de wortels niet beschadigd. Mijn agapanthussen staan allemaal in een plastiek pot die ik
openknip met een snoeischaar.
De bloeitijd situeert zich in de
maanden juli en augustus en van de uitgebloeide bloemen neem ik zaad dat ik
uitdeel aan vrienden of familie.
Je zet de plant best niet in de volle
zon, halfschaduw is ok.
Witte Agapanthus in detail. Blijkbaar zijn de bloemen zowel geliefd door bijen als door vliegen.
Iedereen die al eens naar een
zuiderse bestemming op reis is geweest (o.a. de landen aan de Middenlandse zee) heeft al kunnen kennis maken met de weelderige bloei van
oleanderstruiken. Je vindt deze daar niet alleen bij particulieren in de tuin,
maar ook in parken en langs de openbare weg. Worden deze te groot, dan snoeien
ze de struiken gewoon tot tegen de grond weg en de plant groeit weer aan. Hier
kunnen we in België alleen maar van dromen.
Wij hebben op onze reizen meermaals
scheuten meegebracht en deze bij ons opgekweekt. Op een bepaald ogenblik
hadden wij een twaalftal verschillende soorten zowel qua kleur, als qua vorm
van bloem. Tijdens de winterperiode sneuvelen er echter wel altijd één of
meerdere planten.
Alhoewel een oleander een mediterrane
plant is kan een volwassen exemplaar tegen lichte vorst (tot -5 ° C). Vriest
het harder dan moet je deze een ander onderkomen geven (bijvoorbeeld in een
tuinhuis, garage, e.d.m.) of inpakken en ergens onder een afdak plaatsen.
Wij vermeerderen onze oleanders door
scheuten te nemen.
We zetten deze scheuten met hun
voeten in water (zie foto hierna) en na een paar weken ontstaan er kleine
worteltjes.
Nadien planten we deze scheuten uit in speciale potgrond.
Blijkbaar kun je de plant ook
vermeerderen door het nemen van zaad (zie de zaaddozen die laat in de zomer ontstaan op de plant), maar de kans op slagen
is gering.
Oleanders staan graag in volle zon en in de nabijheid van water. Bij deze ideale omstandigheden bloeien ze rijkelijk.
Als bemesting geef ik in de maand april of mei gedroogde koemest.
Oranje volle bloem
Roze volle bloem
Lichtoranje
Wit met geel hart
Volledig witte bloem
Opgelet!
Alle delen van de oleander zijn giftig! Na het verwijderen van de zaaddozen, het wegsnoeien van verdroogde takken of het nemen van scheuten was ik steeds zorgvuldig mijn handen met water en zeep.
Als je geluk hebt, kweek je op een paar jaar zo'n een grote plant.
Enig probleem is zo'n pot stockeren voor de winter
Ik ben Erik Dhaeyer, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Nonkel Erik.
Ik ben een man en woon in Galmaarden (België) en mijn beroep is gepensioneerd preventieadviseur.
Ik ben geboren op 26/09/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, reizen, wandelen, fotografie, lekker uit eten gaan, ....