EƩn van de belangrijkste negentiende-eeuwse mode-invloeden die vandaag de dag zeker niet meer uit het modebeeld is weg te denken, is de kleur khaki en de daaruit voortvloeiende camouflage, die we te danken hebben aan de in India gelegerde Britten.
De steeds doelmatiger wordende wapens uit de tweede helft van de negentiende eeuw zetten militairen aan het denken over het nut van camouflage.
In de tijd van voorladers en buskruit die maar een geringe reikwijdte hadden, maakte het eigenlijk niet uit wat voor kleur een uniform had.
De werking van moderne handvuurwapens dwong echter een radicale verandering af. Het gedrag van de soldaat in het veld moest worden gecamoufleerd en khaki was daarvoor ideaal.
Over het ontstaan van de kleur doen verschillende verhalen de ronde, het ene wat romantischer dan het andere.
Sommigen menen dat het wassen van witte stof in de rivier de Ghanges deze kleur opleverde.
Anderen verhalen dat de kleur in 1846 door een officier van Britse Oost-Indische Compagnie geĆÆntroduceerd werd toen hij zijn regiment verkenners in zandkleurige katoenen kleding stak die hij speciaal voor de dienst had laten verven.
Aan het eind van de jaren veertig van de negentiende eeuw richtte Harry Lumsden de QueenĀs Own Corps of Guides op voor militaire en politieke doeleinden in Punjab.
In deze tijd werd de uniformering van de Bengal Irregular Cavalery overgelaten aan de leidinggevende commandant.
GeĆÆnspireerd door de kleding van de Punjab Irregular Force, die ter camouflage met plantaardige mazari geverfde kleding droeg in een vale grijze kleur, kleedde hij in 1846 zijn mannen onder andere in een jak en pyjama-achtige broeken uit mazarigrijze, grove katoen, tulbanden en gewatteerde katoenen overjassen.
In december 1849 kwamen de ĀMudlarksĀ, zoals de Guides genoemd werden, voor het eerst in khaki in actie op het slagveld en dat bleek een groot succes. Sir Charles Napier, de leidinggevend commandant zei ĀJa, het is geen slechte kleur voor het werkĀ, alhoewel de Europeanen er nog aan moesten wennen, getuige de bijnaam ĀDirty ShirtsĀ die zij eraan gaven. Een Engelse dame die het 75e regiment in khaki zag, concludeerde:
Het Britse leger nam khaki ten tijde van de Grote Muiterij in India in 1857- 1859 over, waar de kleur zijn dienst bewees.
Na de Muiterij keerde men terug naar het witte uniform, maar khaki bleef telkens weer zijn succes bewijzen op het slagveld.
Zodra er strijd geleverd moest worden, werd het witte uniform khaki geverfd.
Het zou echter tot 1896 duren voordat het khaki-kleurige uniform voorschrift werd, en dan nog alleen voor de diensten overzee.
Andere Europese koloniale machten voerden in navolging van Groot Brittanniƫ, ook khaki tropenuniformen in voor hun troepen in den vreemde.
De Britten voerden in 1902 als eersten het khaki in voor alle regimenten ook die in het moederland zelf. Andere landen zouden snel volgen, met khaki of een veldgrijze variant.
De kleur was geschikt voor een gevechtspak en bovendien werd de vervaardiging veel goedkoper dan die van de oude uniformen.
Safari- en tropenkleding
De kleur khaki werd in de burgermode aanvankelijk alleen overgenomen voor safari- en tropenkleding. Ook vandaag gaan khaki en reizen veelal hand in hand.
Khaki is een vrij neutrale, onbesmettelijke kleur waarop het stof en het vuil dat reizen nu eenmaal met zich meebrengt nauwelijks te zien zijn.
Zeker in een lichte variant brengt katoenen khaki verkoeling en de militaire snit die bij deze kleding hoort draagt gemakkelijk.
Behalve deze vooral praktische verklaring van tropenkleding, speelde ook de koloniale militair een grote rol in de ontstaansgeschiedenis.
Tijdens het negentiende-eeuwse kolonialisme maakten veel wetenschappers, amateurgeleerden en missionarissen uit naam van de geneeskunde, antropologie en godsdienst ontdekkingsreizen naar de meest verre oorden om aldaar schedels, lippen en neuzen te
meten, proeven te doen en zieltjes te winnen.
Op hun reizen dwars door het oerwoud en andere onherbergzame gebieden kregen de onderzoekers militaire bescherming, niet alleen tegen gevaarlijke dieren en de andere onvermoede gevaren van de jungle, maar ook tegen de ĀwildeĀ wiens leven en habitat
door hen werd verstoord. De reizigers droegen veelal de kleding van hun militaire begeleiders.
Het velduniform was immers praktisch en gaf de drager een ongenaakbare uitstraling.
In de loop van de tijd verwerd het uniform door snitveranderingen die het gemak ten goede kwamen, tot safarikleding Ā ĀsafariĀ is Arabisch voor reis.
In de koloniale tijd speelde de safari in de zin van de jacht op groot wild, ook een rol bij de evolutie van safarikleding uit het velduniform.
01-06-2015, 00:00 geschreven door Guy 
|