Al is de pret maar van korte duur want morgen vertrekken
we opnieuw naar the middle of everywhere: South-Dakota.
Afgelopen ruime week hebben we (Kylie en ik) in een trailer
in Ferret Camp in het Charles W. Russel Refuge (Montana) verbleven. We waren
daar samen met het team van het Zwartvoetbunzingenproject. 7 studenten die 3
maanden lang (10 dagen werken, 4 dagen vrij) prairiehonden en hun kolonies
inventariseren en daarna de dieren zullen vangen, onderzoeken en vaccineren
tegen de plaag (jaja, die ziekte uit de Middeleeuwen komt nog steeds voor).
Reden dat ze zoveel tijd steken in de prairiehonden is omdat deze het
voedsel-nummer-1 zijn van de bunzingen, welke extreem bedreigd zijn. Afgelopen
winter hebben ze slechts 3 bunzingen geteld in het hele park! Geen
prairiehonden betekenen dus geen Zwartvoetbunzingen.
Er is zoveel te vertellen. Eerst misschien onze
verblijfplaats. Het was even aanpassen (niet altijd warm water, spaarzaam zijn
met elektriciteit, hygiëne die soms ver te zoeken was, weinig ruimte in de trailer,
dode motten/vliegen/muggen overal
), maar uiteindelijk voelde ik me er wel goed
thuis, omringd door een kolonie prairiehonden en met het gezelschap van een
familie konijnen. En natuurlijk opnieuw dat uitzicht
. Geen menselijke
tekenen (op de caravans na) te bekennen in de ruime omgeving en ruim was het er
wel! Ik weet niet of ik tijd kan steken in het uploaden van fotos, maar ik zal
er later zeker werk van maken. Uitgestrekte grasvlakten (die de laatste 4 dagen
geel kleurden van de bloemen) en een grote variatie aan heuvels. SJONGE!
Dan de Holenuilen. We hadden een kaart gekregen waar de
uilennestplaatsen van de afgelopen 2 jaar stonden aangeduid en de eerste dag
hebben we met Randy rondgereden om de huidige uilennesten te zien. Daarna zijn
we teruggekeerd naar alle gekende sites om ze te markeren met reflectoren en
onderweg zagen we nog meer uilen vliegen. Ze zaten werkelijk overal, we moesten
ze alleen zien te vinden (wat niet eenvoudig is want de uilen broeden IN een kolonies
van de prairiehonden en vanop enige afstand gelijkt een Holenuil op een
prairiehond! Zelfde kleur en ongeveer zelfde grootte). Alleen als alle
prairiehonden gingen schuilen voor het gevaar (ons) en de uil bleef zitten, of
als de uil opvloog, konden we de nestplaats ongeveer lokaliseren. Dan sprongen
we uit de auto op zoek naar enige activiteit van de uil. Op enkele
tunnelingangen kwamen we uitwerpselen en braakballen tegen, goed teken want we
zaten dichtbij de nestingang en dan moesten we zoeken naar decoratie rond een
hol (mannetjes decoreren de nestplaats om een vrouwtje te versieren). Dat
bestaat hoofdzakelijk uit mest en/of takjes. Sommige mannetjes steken er veel
tijd in, anderen minder (of het is na verloop van tijd verdwenen/verminderd
door het weer). Een ander iets waar we op letten is het vinden van
voedselresten (de mannetjes slepen voedsel aan, terwijl het vrouwtje zit te
broeden). Voedselresten gaat van een sprinkhanenpoot tot 18 kikkertjes, een
dikke spin en 4 krekels (gisteravond hadden we zon nestplaats!). Een laatste
teken dat we de nestplaats gevonden hebben is het pluimpje. Werkelijk aan
iedere nesttunnel kwamen we zeker 1 donspluimpje tegen! Je leest het goed, soms
is het zoeken naar een speld in een hooiberg, maar de laatste dagen hadden we
echt veel succes. Onze arendsblik was geboren!
Na het lokaliseren van de nestplaatsen moesten we de uilen
zien te vangen en dan voorzagen we ze van een zendertje (om hun migratieroutes
te kunnen volgen) en werden ze geringd en opgemeten. In totaal hebben we 23
uilen gevangen. Op 1 vangmoment (we gingen s ochtends en/of s avonds op pad)
konden we maximum 3 nestsites aan. Het duurde namelijk een halfuur eer 1 uil
alle handelingen had ondergaan en we controleren de vallen liefst elk uur.
Daarbij komt nog eens de afstand die we moesten afleggen. Sommige sites lagen
dicht bij elkaar, voor andere moesten we 15 minuten of langer rijden. Het was
soms puzzelen om te weten welke plaatsen we best met elkaar konden combineren.
Soms strooide ook het weer roet in het eten. We zitten in
het regenseizoen, wat resulteert in het plots opsteken van een regenbui
(welke fel kan zijn en kan omslaan in onweer). Gelukkig zagen we de bui vaak al
van ver hangen en dan was het constant de wind in de gaten houden (welke ook
plots van richting kan veranderen). Het grootste probleem met de regen is dat
het de wegen onberijdbaar maakt. De grond bestaat er uit een soort klei, welke
super super glad is wanneer het nat is. We hebben het verschillende keren aan
den lijve ondervonden. Op een avond hadden we net een val uitgezet toen het
begon te regenen. We dachten, effe wachten tot de bui over is en dan rijden we
naar de locatie 15 minuten verder, om daar de 2e val te plaatsen. De
bui was over, zon begon te schijnen, wij vertrekken op rustig tempo. We kwamen
net uit de bocht toen Carl (we hebben onze wagen Carl gedoopt) naar links en
naar rechts begon te glijden! OEPS! We hebben dan halfuurtje gewacht tot de weg
opgedroogd was om het vangen verder te zetten (gelukkig droogt alles hier
relatief snel op).
Vorige vrijdag zijn we naar Malta, het dichtst bijzijnde
dorpje op 1 uur rijden, gereden om de was te doen en eten te kopen. Het was de
hele dag al dreigende lucht, maar we hadden het zitten. Regen die zich
ontwikkelde in onweer. We konden niet rap genoeg terugrijden naar het kamp,
want we wisten wat regen doet met de wegen (en 4/5 van de weg was onverhard!).
Het was al te laat. De eerste 10 mijl op de onverharde weg ging goed, maar dan
ging het opnieuw van links naar rechts. Uiteindelijk hebben we ons in de
graskant gezet, maar toen we wouden verder rijden, wou Carl niet meer mee.
Gelukkig waren we erop voorzien om in geval van nood in de wagen te slapen. Tot
een Amerikaan met dikke 4X4 uit tegengestelde richting kwam aangeschoven
(letterlijk!). Zijn vrouw had hem ingelicht uit te kijken naar een rood
autootje dat mogelijks in de problemen ging zitten, zodoende. Met een dik touw
heeft hij ons terug naar het midden van de weg getrokken en konden we onze weg
verderzetten. Stapvoets.
Wat is er nog allemaal te vertellen? Carl houdt ervan om
dieren te knuffelen, helaas bijna altijd met fatale afloop voor het dier. Kylie
remde nog uit alle macht voor een ratelslang op de weg, maar het kwaad was
geschied. De remmen blokkeerden OP het dier en hij was over de lengte
opengereten. Ik zal jullie de details besparen. Helaas voor het dier, hij was
niet dood, in tegendeel! We wouden de kop met de schop afhakken (korte pijn),
maar ondanks dat al zijn inwendige uitwendig lag, was hij klaar voor de aanval!
We hebben er dan maar een 2e keer over gereden. Echt jammer!! Al
komt het hier vaker voor dat wildlife wordt aangereden. Of die keer dat een
prairiehond de weg overstak en onze wielen raakte of dat we de Night Hawk op de
weg niet zagen zitten in het donker
Dat zijn helaas de dieptepunten van onze
trip.
Gelukkig ook leuke momenten, zoals toen we een Amerikaanse
das tegenkwamen die aan het wandelen was op de weg! Amerikaanse dassen zijn
zelden waar te nemen, laat staan op klaarlichte dag! We zijn gezegend!!!!! Helaas
heeft Kylie alleen zijn achterwerk op foto kunnen vastleggen, terwijl ik door
de verrekijker tuurde voor de details (al liep hij 10m voor ons uit). Of zoals
wanneer we een stekelvarken zagen vluchten in de bosjes met zijn scherpe
stekels opgericht. We konden onze ogen niet geloven en al zeker niet toen we
100m verder een 2e stekelvarken tegenkwamen! We sprongen uit de auto
en zetten de achtervolging in. Uiteindelijk heeft het dier zich gewillig laten
fotograferen (we hebben zelfs een selfie met hem genomen!).
Ik denk dat dit de grootste verhalen zijn, maar er zijn er
nog. Helaas is de tijd een beetje beperkt. Om nog af te sluiten
Ons uilen
vangen in Montana zat er feitelijk nog niet op. We moesten zeker nog 10 dieren
vangen om alle zendertjes uit te zetten, maar het weer strooide andermaal roet
in het eten. Deze morgen klopte 1 van de Zwartvoetbunzingleden op de deur om te
zeggen dat ze het kamp evacueerden. We moesten in allerijl alles inpakken om
een halfuur later te vertrekken. Ze voorzien er de komende dagen felle onweders
en hagelbuien en het had die ochtend al stevig geregend. Onze auto is feitelijk
niet goed voorzien om te rijden op gladde wegen (Carl heeft zijn beperkingen),
dus we vertrokken in allerijl met een bunzingen-auto voor en achter ons. Het
slieren begon en we waren nog geen 4 kilometer ver, toen we via de walkietalkie
hoorden dat de auto achter ons van de baan was geraakt. De neus was diep in de
gracht geboord, de achterwielen hingen in de lucht. Gelukkig hadden de mensen
in de auto niets opgelopen! Probleem was dat de weg te glad lag om de wagen
eruit te trekken of om enige grip te krijgen/geven. 2 Bunzing-leden liepen
terug naar het kamp om hun oversten te vragen wat ze moesten doen, toen de
anderen een nieuwe poging waagden om de auto uit de gracht te krijgen (we waren
inmiddels 2u verder en de weg was goed opgedroogd). Wonder boven wonder, het
lukte! We zijn terug naar het kamp gereden, hebben nog een uur gewacht en
hebben dan zonder enige problemen onze trip verder gezet. Nu zitten we dus
noodgedwongen op hotel (WAT EEN LUXE!!!) en morgen rijden we door naar
South-Dakota om in tenten te slapen, ver weg van enige beschaving. Dat zal een
aanpassing zijn! Geen water, elektriciteit, internet
(al valt het leven zonder
internet goed mee, je weet niets van wat er gebeurt in de wereld en je houdt je
bezig met wat je hebt: boeken, naar buiten kijken, uiltjes vangen (in alle
betekenissen van de 2 woorden)
) Dus jullie zullen opnieuw wat geduld moeten
uitoefenen om vers nieuws op de blog te lezen.
Nu ik eraan denk, kamperen = leven met hetgene dat je hebt:
we hadden in de camper de klutsers om op een mixer te steken, om pudding te
maken, maar we hadden de motor (de mixer zelf) niet. Plots kwam ik op het briljante
idee (al zeg ik het zelf) om
een boormachine te gebruiken! EN HET WERKTE!!!
Die avond stond chocoladepudding als dessert op het menu.
Nu ga ik slapen. Morgen nog 5u rijden en vanaf dan, tot
ziens bed en warme slaapruimte. Vele groetjes en geen zorgen, ik overleef het
wel!
|