In het bos echoot een symfonie van gekwetter en gezang
en k tracht mn oren te spitsen, houd de adem in
en luister, d ogen gesloten.
Zou dit een lijster zijn die met bellen de aandacht trekt
het tjiftjaf overstijgend, en als een ratel pinkpinken
en almaar zn eigen naam laten weerklinken?
Van alle kanten hoor ik de suskewiet, suskewieët,
welk vogelijn zingt zijn eigen naam in dit lustig lied?
Even uitbundig vol heldere toon: zou dit een heggenmus zijn,
want enkel dit vogeltje klein zingt als t fijnste porselein!
Verdoken kwetterend aan t kabbelend beekje in het riet
schuilt een karekiet die zijn parelen verdoken laat klateren.
Ik hoor hem wel doch zie hem niet...
Dan valt plotsklaps een rare stilte. Ik luister spitsend doren,
want snerpend krijsend verstoorde een stormvogel het orkest
Boven een hoge boom hoorde ik nog een boomvalk zingen
tot hij geen adem meer had en nu ook valt hij stil.
De muzikantjes stokken en in de verte hoor ik enkel een koekoek,
t Concert is gedaan, ik ga voldaan naar huis,
want in t bos wordt het kil
.
Kristin, juni 2015.
Foto martinentine.wordpress.com.